Historisch Archief 1877-1940
i,
W
ril"
ZUIDERZEE-LAND
Een welkom boek
Mr. A. F. Kamp: Zulderzee-laiid (Querldo,
AmM t er da m)
WIJ kunnen er niet prat op gaan, dat het
litterair en artistiek effect van de afsluiting
en inpoldering van de Zuiderzee evenredig
zou zijn aan de grootschheid en belangrijkheid van
het werk. In het begin leek het wel wat te zullen
worden; de stemming in 1918 was heel goed. Zelfs
werd er een tijdschrift gesticht, dat gewijd zou zijn
aan ons groote nationale werk". Het heette Flevo
en is dra bezweken door gebrek aan medewerkers
en inteekenaren. Onze Regeering beperkte haar
propagandistisch werk tot Memories van toelichting
en Nota's. Toen het werk eenmaal begon, gaf de
directie van de Zuiderzeewerken haar
tweemaandelijksche rapporten, die nu met elkaar een onschat
baar materiaal vormen, doch streng zakelijk zijn
gehouden en even nuchter geregeld door de dag
bladen werden geëxcerpeerd. Dan kwam een heel
stel dompers": bezwaren, defaitistische voorspel
lingen, klachten over wat verloren ging enz. Eerst
toen de eerste afsluiting in het Amsteldiep gelukte,
kwam er eenige warmte en later gaf iedere nieuwe
afsluiting een vreugdevuurtje. Doch bij beter inzicht
en meer vertrouwen had de Hollandsche natie veel
meer plezier aan het geval kunnen beleven.
MAAR misschien mogen we dat nog inhalen
en het boek van Mr. Kamp brengt ons geluk
kig in het goede spoor. Het handelt in hoofdzaak
over de kolonisatie" van den Wieringermeerpolder.
De eerste hoofdstukken echter bevatten een beknop
te, maar meesterlijke uiteenzetting van de voor
geschiedenis van de droogmaking, te beginnen met
de eerste plannen, die al stout genoeg waren. De
groote figuur van Lely komt ons duidelijk voor
oogen te staan, wij worden ingewijd in het degelijke
en onvermoeide werk van de Zuiderzee-vereeniging
en wij zien, hoe het aan haar alleen te danken is,
dat tot de uitvoering werd besloten. Dan treedt bij
de voorbereiding professor Lorentz op, want het
werk had geheel nieuwe berekeningsmethoden
van noode. Het heele werk is stadig begeleid door
ontwikkeling van de wetenschap. Mr. Kamp somt
behoorlijk de indirecte" voordeelen van de af
sluiting op. Daartoe behoort ook de bevordering van
de wetenschap, zoowel de wiskunstige als de
technische en biologische wetenschappen, maar
wat daaraan is geprofiteerd kunnen we onmogelijk
in rijksdaalders uitdrukken. De overige indirecte
baten worden geschat op honderd millioen. De
afsluitdijk alleen heeft 136 rnillioen gekost; er is
dus wel een aardig evenwicht tusschen afsluitdijk
en indirecte voordeelen.
Mr. Kamp vertelt dat allemaal op zeer onder
houdende manier. Hij is zelf eenige jaren werkzaam
geweest bij de directie van den Wieringermeerpolder,
zit er dus midden in en heeft alle bronnen tot zijn
Dr. Jac. P» Thijsse
m 3
Jour ^»l
3g!J
U'
'E-^JE HIER. (ENfAND DOEN
U
iIllustratie van Jo Spier uit ,,Zuiderzee-/ond"
von Mr. A. F. Kamp
beschikking gehad. De degelijkheid en ernst van
zijn betoog wordt aangenaam verlevendigd door
een geamuseerd ironische houding ten opzichte
van de menschelijke zwakheden en hij ziet er niet
tegen op, om ook af en toe een loopje met zichzelf
te nemen.
NU komt de Wieringermeer droog. Er komen
een paar jaren, die vooral voor den bioloog
belangrijk zijn om het ontzagwekkend verdwijnen
en verschijnen van allerlei figuren uit de planten
en dierenwereld: het massaal broeden van kluten
en andere moerasvogels, den groei van kruiskruid en
zulte met de fabelachtige honingopbrengsten, de
opeenvolging van nieuwe planten en dieren. In
Kamp's boek is niet veel plaats voor dit alles. Er
zou weer een heel nieuw groot boek aan gewijd
kunnen worden. Er is al een degelijke studie over
verschenen van ir. Feekes. Hier mag er wel even
aan herinnerd worden dat de Dierkundige
Vereeniging en de Botanische Vereeniging uit alle
macht trachten, het Zuiderzee-experiment bij te
houden: de brakwaterflora en -fauna, die vervangen
zijn door een zoetwaterwereld met o. a. de vraag-.
stukjes van de Chironomus-mugjes en hoe de
jonge palinkjes uit zee het IJselmeer kunnen binnen
komen zonder het zoutgehalte te verhoogen, enz.enz.
En dan de malariamug ! Kamp gaat er terecht
trotsch op, dat in den Wieringermeerpolder, vlak
bij den felsten malariahaard in Midden-Europa dat
is Medemblik toch geen malaria voorkomt, een
fraaie tegenstelling met wat er gebeurde bij de
droogmaking van Haarlemmermeer en IJ. Hier
begaat hij een klein verzuim door geen gewag te
maken van de Staatscommissie, die onder presi
dium van wijlen prof. Aldershoff den grondslag
heeft gelegd voor de systematische bestrijding van
de malaria in Nederland.
Nu raakt de Wieringermeer bevolkt. Door wie
en onder welke voorwaarden? Hier krijgen we het
amusant verschijnsel dat de nieuwe polder niet kon
passen in ons gewoon bestuur-schema. Hij kon niet
broksgewijs ingedeeld worden bij de aangrenzende
gemeenten en ook nog geen gemeente op zichzelf
vormen, want er waren nog geen bewoners om een
Raad uit te formeeren! Dat kan pas mettertijd
gebeuren en tot zoo lang blijft de Wieringermeer een
stichting" met een speciaal bestuur. Deze toestand
zal vermoedelijk duren tot 1940. Die termijn is nog
kort genoeg. Ge moet in Zuiderzee-land maar eens
nalezen, hoe de bevolking van de kolonie groeit
door vestiging van Nederlanders uit alle deelen van
het rijk. Levendig schetst Kamp, hoe groot de
tegenstelling is tusschen het nieuwe, leege land en
de oude, vertrouwde, gezellige woonplaats met al
haar associaties. Daar wordt in dien polder nieuw
leven gevormd en dat geschiedt dan ook met groote
levendigheid. Onze tijd schijnt behoefte te hebben
aan vereenigingsleven. Welnu, in den Wieringermeer
polder ontbreekt het daar niet aan. Wij lezen op
pag. 188 van ons boek:
Wij herinneren ons, omstreeks Mei 1934 te
hebben gestaan aan het kraambed of liever aan de
nog leege wieg van.... weer een vereeniging. De
voorzitter in spe, die sinds het moment van het
droogvallen al in de Wieringermeer gevestigd was
als predikant, merkte in zijn openingsrede het
volgende op:
Toen de Meer twee maanden droog was, telden
wij trotsch, doch niet zonder eenige beklemming,
reeds dertig vereenigingen in het nieuwe land onder
amper evenveel inwoners en.... de oogst wordt
maar niet minder. Zoo heb ik mij dan ook af
gevraagd of nu weer een nieuwe vereeniging....
De conclusie ziet men reeds dreigen en inderdaad
kwam op dienzelfden avond de bewuste gemeen
schap tot stand, rnet 55 leden, wijzelf inbegrepen,
want.... een oranjevereeniging moet er ook in
het nieuwe land zijn."
De verleiding is groot, om nog meer uit het boek
te citeeren, maar ik wil volstaan met u de lezing
aan te bevelen opdat u zich kunt verheugen in het
bestaan van ons Zuiderzee-land. Dat blijft niet
beperkt tot den Wieringermeerpolder, want de
Urkerpolder, ook Noordoostpolder genoemd, is al in
uitvoering en ook daaraan wijdt Mr. Kamp een
boeiend hoofdstuk.
Het boek is keurig uitgevoerd, rijk geïllustreerd
met mooie en leerzame foto's en aardige
teekeningetjes van J o Spier.
Graanschclven
Illustratie uit
Zuiderzee-/ond
r
i*
HET
De reeder J. F. van Hengel
Oudste directeur van de Stoomvaart-maatschappij Nederland
M. J. Brusse
vervolgt zijn serie portretkrabbels met een be
schouwing over den reeder J. F. van Hengel
JA, de heer Van Hengel, de toean besar van de
Nederland". In zijn onopvallende verschijning
van een leidend Amsterdamsch zakenman, zonder
eenig vertoon of grootdoenerij. Maar, bij deze eerste
ontmoeting komt hij mij aanstonds voor als een
uiterlijk vereuropeescht oosterling, een Oostersch
diplomaat. Even verwonderd om dit verrassende
voorbeeld van atavisme, onderga ik dezen indruk
van het in enkele vlakken gemodeleerde, naar
binnen gerichte, strakke masker van zijn gezicht,
diep-in gebruind tegen 't zwart glanzende haar.
Uit de bedwongen onbewogenheid van alleen scherp
waar te nemen en te luisteren zonder eenige reactie
te laten blijken, komt nu en dan traag een wat
raadselachtige glimlach door is 't van vriende
lijkheid, bemoedigend om voort te gaan, of ver
goelijkte ironie, bevreemding om misverstand, om
zóó argeloos leeke-begrip ? En dan opeens het
flitsend opzien door de zwart omrande ronde
brilleglazen, na een woord, na een vraag, die dus
vermoedelijk een treffer geweest is.
In de Bruine kamer", een van de reeksen alle
maal glanzend verzorgde, onberispelijk keurig ge
meubileerde kamers, zaaltjes, grootere zalen en
hallen van 't Scheepvaarthuis, waar de kantoren
van de Maatschappij Nederland zijn gevestigd,
zit het hoogste gezag van dit stellig toch wel be
langrijkste Hollandsche reedersbedrijf op het verre
Oosten tegenover mij aan een lange, glimmende,
volkomen leege tafel, hij zelf in de schaduw, mijn
plaats aangewezen in het middaglicht. En ik gevoel
mij op audiëntie bij een voornaam, dus hoffelijk,
oostersch magnaat, zij 't Westersch georiënteerd
maar toch gekenmerkt door de wel moeizaam
beheerschte, soms tijdenlang onbeweeglijke rust,
waarin hij roerloos blijft afwachten, in dit aldoor
welbewuste, oogenschijnlijk platonische zelfbedwang.
Zijn aanvankelijke geslotenheid is wel uiterst moei
lijk te benaderen, laat staan te doordringen. Deze
reserve, die afwacht en oordeelt in een wel eens
pijnlijk lang zwijgen, waarna langzaam en na
drukkelijk het wel overwogen antwoord komt, in
het kleinste aantal woorden geformuleerd, en bij de
praeliminariën tot het gesprek nog koel strict
zakelijk, als voor een dictaat, soms ook ont
wijkend in een nog wel guitigen dooddoener".
TOEN dit voorbehoud jegens den journalist op
den duur iets losser gevierd kon worden, in
een wat geïnteresseerder, soms wel heel even een
zelfs warm menschelijken toon, toen heb ik het
hem dan ook maar gevraagd, tot toch een wat
betere karakteristiek, niet waar ? van hu eenmaal
mijn.... model voor deze portretschets: Meneer
van Hengel, 't is blijkbaar dus noodig dat een groot
reeder bij alles ook vooral een diplomaat is?" ?
n met een korrel ironie in zijn ernstige overtuiging:
Heel zeker, wij moeten zeer voorzichtig in onze
uitingen zijn."
Zelfs sprong later, waarlijk nog onverhoeds, deze
restrictie wel vermakelijk spontaan uit den band:
Ja, ja, zoo vraagt men den boer de kunst af l"
We moesten er beiden even om lachen, toen het
gesprek met een sierlijken zwaai hiervan pardoes
weggeleid werd.
En ik dacht zoo: dit zijn toch mannen van een
heel eigen monumentalen stijl, die nog vrijwel onaan
tastbaar in het leven schijnen te staan. Midden in
de bewogen en wel eens onstuimige samenleving
van zoo'n over de wereld wijd vertakt bedrijf,
waarvan, op den kant en op de schepen, enkele dui
zenden menschen bestaan, en waarbij belangen
betrokken zijn, ja, stellig van het moederland
en van de koloniën, maar ook nog veel wijder uit.
Om dit alles in de goede banen tot welvaart te be
sturen. En als u dan nagaat, dat de laatste zeven
magere jaren, indien 1930 op honderd procent wordt
gesteld, de exploitatie-inkomsten schommelden van
zoo op 84, 68, 53, 55, 51, 57. De uitgaande lading
van zoo op 62, 44, 34, 35, 38, 48. Het uitgaand pas
sagiersvervoer van zoo op 95, 71, 57, 68, 74, 83.
Dat het personeel verminderde van 4953 in 1930
tot 3390 in '35 en sedert langzaam weer toe
nemende is. Dat behalve de velen, die ontslagen
moesten worden, er talrijken in rang teruggesteld
j. F. van Hengel
werden. En dat de gezamenlijke inkomsten voor alle
rangen in deze zeven jaren geleidelijk voor '35 en
'36 tot op de helft verminderd is.
De oudste van den raad van directeuren ant
woordt onbewogen op mijn vraag: wij kunnen nu
wel zeggen, dat het, dank zij den opofferingen en de
plichtsbetrachting van de hoogsten tot de laagsten
in dienst van ,,De Nederland" gelukt is, onze maat
schappij financieel ongeschonden en zonder reorga
nisatie door den moeilijken tijd heen te loodsen."
Onze maatschappij", meneer Van Hengel,
wilt u mij van den groei en de beteekenis op het
oogenblik een voorstelling geven ?
De Maatschappij Nederland is de eerste ree
derij, die, in '70, de geregelde verbinding van
ons land met de Oost Indische koloniën tot stand
gebracht heeft. Met zeilschepen was een regelmatige
vaart niet mogelijk geweest. De opening van het
Suez-kanaal in '69 heeft er den stoot toe gegeven.
Er is begonnen met schepen van 2600 tot drie
duizend ton. Zij voeren naar Genua in acht tot tien,
en van Genua in ongeveer 25 dagen. De eerste
uitreis heeft veertig, de thuisreis 45 dagen geduurd.
In '74 waren zeven schepen gebouwd voor een
dienst om de twee weken.
Nu bestaat onze vloot uit 31 schepen van ge
zamenlijk ruim 275.000 bruto registerton en bijna
312.000 ton draagvermogen. Twee schepen zijn in
aanbouw. Tezamen met den Rotterdamschen Lloyd
onderhouden wij een wekelijkschen postdienst. Ons
nieuwe schip zal van Genua af in vijftien dagen de
reis doen,
Is De Nederland" door dit alles de grootste
reederij van ons land?"
In registertonnen en draagvermogen wel. In
aantal schepen niet."
EN hoe is uw opleiding geweest, om tot de
directie over deze maatschappij te geraken ?
Ik kom voort uit een scheepvaartfamilie. De
scheepvaart is van jongs af mijn voorkeur geweest.
Toen heb ik eerst in Amsterdam de Openbare Han
delsschool doorloopen. Vervolgens ben ik op het
voortreffelijke leer-kantoor geweest van Gustaaf
Briegleb en daarna, op x Januari 1909, opgenomen
als firmant in de zaak van mijn voorvaderen, de
cargadoors B. J. van Hengel. Ruim tien jaar later,
op i Augustus '19, kwam ik hier bij de
Stoomvaartmaatschappij Nederland. Na een half jaar werd ik
benoemd in den raad van directeuren, van wie ik
nu de oudste geworden ben.
Wat is daar uw taak?
Het bedrijf rendeerend te maken.
- Hoe doet u dat? Welke kwaliteiten zijn hier
voor noodig ?
Je moet het bedrijf doof en door kennen, op
alle onderdeelen letten, heel hard werken om het
kostenpeil laag en het overschot van inkomsten
en uitgaven zoo groot mogelijk te maken. - Wat
ik alle dagen weer aan doe ? Steeds maar weer mij
bezig houden met alle factoren. En zoo houdt ons
college van directeuren de zaken gaande. Er moet
ook veel gereisd worden. Ieder jaar gaat een van
PAG. IS DE GROENE Na. 3151
ons naar Indië. Ik ben daar drie maal geweest en
bereid juist weer mijn vierde Indische reis voor.
Het is interessant de ontwikkeling van het rijk
buiten de grenzen waar te nemen. En het is zeer
noodzakelijk, door eigen aanschouwen een juistcn
blik te krijgen op de verhoudingen daar, de belangen
van het bedrijf en het personeel ook in het Oosten
persoonlijk te leeren kennen.
Welke factoren beheerschen het rendement?
De inkomsten en de uitgaven.
Waaruit ontstaan die ?
Uit het vervoer van passagiers en van goederen.
Wat brengt 't meeste op ?
Zij zijn beide heel belangrijk.
Het vervoer van de mail hebt u voor een heel
groot deel moeten afstaan aan de luchtvaart ?
Hierdoor is Nederlandsch Indiëook dichter
bij gekomen. En al is iedere vermindering van
inkomsten te betreuren, dit is geen
periculum.... Maar u moet in acht nemen, dat onze
maatschappij niet alleen de verbinding vormt van
Europa met N.I. Zij bevordert ook het vervoer van
N.I. naar Noord Amerika, naar de beide kusten van
den Atlantischen Oceaan en de Pacific en naar de
Golf van Mexico. Van Britsch Indiënaar N.I., van
de Perzische Golf naar N.I. Tusschen de Pacific en
N.I., van de Pacific naar Afrika, van Britsch Indi
naar de Philippijnen en de kust van Noord Amerika.
Een heel net van lijnen dus. En het behoort tot onze
taak, aan Nederlandsch Indiëdeze verbindingen,
die het noodig heeft, te geven.
Wij doen dit samen met den Rotterdamschen
Lloyd. Ook hebben wij nog overeenkomsten met
andere maatschappijen. Zoo voor de verbinding
van N.I. met Australië, met Zuid Afrika, China en
Japan, waarin de Paket, de China-Japan- en de
Java-China-Japan-lijnen voorzien. Onze maat
schappij en de Lloyd hebben hiertoe krachtig mee
gewerkt door de oprichting van de Nederlandsche
Scheepvaart Unie, waarin wij administratief
vereenigd zijn."
HOE bevordert u het passagiers- en het vracht
vervoer voor uw schepen?"
Daar werken we heel hard voor. Agenten
in binnen- en buitenland houden zooveel moge
lijk contact met het reizend publiek, met de
reisbureaux. Eén bepaalde categorie passagiers
moet óver, in verband met hun werkkring. Maar
verder bevorderen we het reizen. Indiëis een
uiterst interessant land voor het tourisme. Waarom
zou het publiek, dat Madeira bezoekt en de
Canarische eilanden, in den winter niet naar het verre
Oosten, naar N.I. gaan? Deze trek van pleizierreizen
neemt dan ook toe, We hebben een afdeeling voor de
reclame, ons maandschrift Nederland Mail",
posters, folders.... En voor de vracht onder
houden speciale agenten de verbindingen met
handel en industrie.
Inderdaad zijn voor een reederij als de onze
alle verhoudingen van belang, maar natuurlijk
allereerst de economische. Dit blijkt wel uit de
cijfers betreffende de crisisjaren. En nog steeds zijn
de uitgaande vervoeren veel te gering. Daarentegen
moeten déproducten, die Indiëvoortbrengt, grooten
deels altijd weg. Of de welvaart daar nu weef
toeneemt? De moeilijke omstandigheden voor de
inlanders zijn hier en daar wel wat afgenomen, wat
verband houdt met een aanvang van welvaart in
sommige deelen, met name in de rubberstreek.
Indiëheeft nu eenmaal zeer veel bodemproducten,
is een agrarisch land, en wat er groeit, moet meest
uitgevoerd worden. Maar wanneer de omstandig
heden ongunstig zijn, kan de inlander niets koopen,
kunnen de fabrieken niet verbeterd worden, kan
niets nieuws ondernomen worden. En drukt dit het
uitgaande vervoer zoo terug. Al zijn er een tijd lang
zeer billijke producten geïmporteerd.
Ons land zendt ervan alles heen: zoowel kunst
mest, als spijkers, knoopen, proviand, textiel....
Ik wilde alleen maar dat het iets meer was. En de
thuisvracht bestaat voor hét grootste deel uit kopra.
Ja, de prijzen van de kolen, en meer nog van de
olie voor onze motorschepen, zijn van belang voor
de exploitatie. Zij zijn nu oploopend. Maar vooral ook
de, havenkosten. En verder de omstandigheid, dat
bijvoorbeeld een schip als de Marnix voor iedere
doorvaart door het Suez-kanaal.... 743.000 tol
moet betalen, 't Is een monopolie. En de prijzen zijn
nog hooger geweest.
Nee, de verbinding met onze koloniën gaat niet
f
;|
4
PAG, 12 DE GROENE Ne. JISI
,^_U_^&^~ ??? ? ? ? M J
»;._... .il-.