Historisch Archief 1877-1940
'?è.
r; M
\
J»
DE DRAADHARIGE FOX'
WIE de wereld verovert, ver
liest licht zichzelf. Maar eerst
een woord over wie de draad
fox vroeger was. De vos is voor den
boer een goed afnemer, maar slecht
betaler en voor den grondbezitter een
even ijverige, als ongewenschte
jachtgast. Zoolang hij talrijk was, verdelgde
men hem in Engeland dan ook op elke
wijze. Maar toen hij er schaarsch werd
is men begonnen hem te ontzien,
opdat hare vreugde aan hem kon
hebben.
Men volgt te paard en onder leiding
van een Master of Hounds, in dit geval
Master of Foxhounds, de groote honden
welke den rampspoedige achternazetten
in de hoop hem te verscheuren.
Vlucht Reynaert onderweg in een
hol, dan moet hij daaruit verdreven
en voor dit doel zijn terriërs noodig.
Zij volgen de honden, die soms zeer
snel gaan, van voldoende dichtbij om
bij de hand te wezen, wanneer de drift
woedend voor het hol staat, waarin de
roode stakker is gevlucht.
Dan begint het werk om hem er uit
te jagen.
In tegenstelling met de andere
terriërs, heeft de neef, die bij de drift
behoort, dus een dubbelen arbeid. Hij
moet langen tijd hard kunnen loopen
en daarna het eigenlijke terriër-werk
verrichten.
Wél is het veld (de amazones en
ruiters, welke volgen) tegenwoordig
soms zóó groot, dat de jagermeester
uit vrees, dat de terriërs een slag van
een paard zullen oploopen, hen daarom
in de buurt laat brengen, waar, naar
men verwacht, de vos de wijk zal
nemen, of kleine terriërs te paard laat
meevoeren, doch de oorsprong en ook
thans nog het gewone gebruik, is als
boven beschreven.
Foxhounds zijn fel en het gebeurt
wel eens, dat een terriër, die uit het hol
terugkomt, bij vergissing wordt aan
gegrepen. Men begon daarom witte te
gebruiken, wier kleur hun vrijpas is,
behalve natuurlijk, wanneer zij met
aarde bedekt weer in hét daglicht
terugkeeren. Bewick schrijft in 1790,
dat witte terriërs voorkomen en dat er
vraag naar bestaat. In 1795 verhaalt
hij, dat men groote sommen voor witte
besteedt. Sportman's Cabinet" bevat
reeds een teekening van Reinagle van
een witten fox bij twee zwart-bruine en
Sporting Dictionary" eveneens van
Kampioen ,,Fonny Sqeers [of the
Pickwkk Club"
1803, vertelt, dat de Masters of Hounds
vier tot vijf pond voor witte betalen.
Dit waren, wel te verstaan, alle glad
haartjes.
LATER, in den aanvang der ten
toonstellingen, werd de gladharige
foxterrier, die er zich eerst afzijdig
van had gehouden, het leidende ras.
Het leverde soms n vijfde, ja wel n
vierde van het geheele aantal honden.
In 1876 werd een vereeniging voor
het ras gesticht en majoor Harding
Cox, die nog op de Cruft's pleegt te
keuren, was een der oprichters.
Intusschen kwam de ruwharige op.
In 1879 werd hij als afzonderlijke
haarvariëteit erkend. Maar nog in
1907 schrijft Walter Glynn in The
New Book of the Dog", dat, al is er een
verandering ingetreden, de draad nog
steeds de armeluis hond is tegenover
den gladhaar, de aristocratische.
"? Doch daarna verandert het getij.
Eerst in Engeland, dan overal. Geen
dorp, waar ook, of men vindt er
draadjes.
Dit is twintig jaar geleden en nog is
hij op het vasteland de koning en in
Engeland een der gewildste rassen.
Maar als gezegd: wie de wereld ver
overt verliest licht zichzelf. De draad,
de Adonis der tentoonstelling, is een
caricatuur van zichzelf geweest. Lange
kaken met smallen schedel. Dit beet
zoo goed, legde men uit. Maar wan
neer de afstand van neuspunt tot
oog grooter is dan die van oog tot ach
terhoofdsknobbel, bijt
de hond niet krach
tig. De borst moest
nauw, de voorbeenen
vlak naast elkaar staan
en dat voor een ras,
dat vos en honden moet
kunnen volgen! De
nek moest lang wezen.
Men stelle zich zoo'n
zielepoot in het veld'
voor!
Ook de aard leed.
Menige fox is thans
een zenuwpees, een
onrust. Het streven
naar soundness", het
terug naar den ar
beid", in Engeland her
stelde het uiterlijk,
maar men treft nog
heel wat overspannen
dieren aan. Geen won
der. Jan Publiek be
taalt en vraag leidt tot
aanbod, al is niet alles
volwaardig.
DEZE algemeene
waarheden gelden
niet die kennels in ons
land, waar men met
zorg maatschappelijke
honden fokt, met een
lichaam, dat hun in
staat stelt de hounds"
te volgen. Waar men
volgens juiste regels voedt en
grootbrengt, zuinig is op zijn jonge honden
en hen allén aan die huizen afstaat,
waar zij bij de menschen passen. Want
al kan men met tal van zulke geestige,
gezonde terriërs in de kamer rustig
een gesprek voeren, de draad is een
vroolijk, levenslustig iemand j e en hij
moet bij een mensch wonen, die daar
zijn vreugd in vindt of steun uit put.
Waar de fox vandaan gekomen is ?
De een zegt, dat er altijd witte terriërs
hebben bestaan. Wat zeer waarschijn
lijk klinkt. De ander meent door een
kruising van den Adam veler terriërs,
den oud-Engelschen
zwart-roodbruinen, met den foxhound. Zij beroepen
zich op de hound",-kleuren en dito
ooren van sommige foxen. Wat niet te
ontkennen valt en welke kruising de
eerste afkomst niet uitsluit. Later
schijnt een enkele stam met den bulldog
of met den bullterrier gekruist.
Waar de draad vandaan is gekomen ?
Wel, het zat er van oudsher in, doch
men wenschte het aanvankelijk niet.
Hij is thans aldus. De schedel is vlak
en vrij smal, tésmal laat geen
bijtkracht toe. De kaken zijn sterk, er is
weinig stop, het
kleine, V-vormige
oor hangt als door
gaans bij denterrier,
naar voren op de
wang. Oog wat diep
en zooveel moge
lijk rond. Borst meer
diep dan breed, doch
voldoende ruimte
om adem te halen.
Lendenen sterk,
weinig opgetrokken
buik. Rug kort,
recht en sterk.
Kattevoeten. Men let
er streng op, dat de
beenen zich zuiver
voorwaarts
verplaatsen.Haar hard,
Beau Geste ren (achtergrond) Yours
Faithfully of the Pickwick Club, jonge
hondjes ven den oud-internationo/
voetbo//er Dr. J. Thomée, De/ft. Fokster
mevrouw von der Hoeven.
Love Parade of the Pickwick Club,
fokster Mevr. 8. von der Hoeven
de Meyier, Hif/igersberg.
E/genaar de heer M. J. Mout, Rot
terdam. Love Parade opende hoor
loopbaan met een eersten prijs
te Brussel. Werk- en
tentoonste///ngstyf>e.
niet wollig of zijdeachtig. Wit
overheerscht in kleur en de fox kan geheel
wit wezen. Gestroomd, rood, lever
kleurig en leiblauw zijn niet toegestaan.
Het beste gewicht is van ruim zeven tot
ruim acht kilo en de
beste hoogte 39^ cM.
De Maharadjah
van Pithapuram
laat zijo gladharen
den staart gaaf en
zond mij er kiek
jes van. De staar
ten staan zuiverder
omhoog dan me
nige ingekorte. De
draad is een char
meur en wij
verkeeren reeds jaren on
der zijn bekoring,
maar bleven sterk,
doordat wij beloof
den den veroveraar
te weerstaan.
P. M. C. TOEPOEL
Een gouden en een stalen eeuw
D
E tijden zijn
i toch wel veran
derd bij
Nederland's Gouden Eeuw
vergeleken, zoodat je
het nu wel de stalen
eeuw zou kunnen noe
men. Want wat ze toen in goud ver
diend hebben, besteden wij nu in staal
voor kanonnen en dergelijke dingen,
die met brood of geluk niets te maken
hebben. Maar dat zal je toen ook wel
gehad hebben, en misschien hebben
ze toen al dat goud wel gekregen met
de wapenen, en als dat zoo is, gaan we
nu een heerlijken tijd tegemoet met
niets dan opleving en bloei van kunst
n wetenschap net als toen. En daar
denk je onwillekeurig aan, als je hoort,
hoe stevig de 13.659 palen van het
Paleis op den Dam nog zijn, misschien
even stevig als de fundamenten van de
samenleving in den tijd, dat zij het
gebouwd hebben, waar we nu nogal
mee te kampen hebben.
M
AAR niet getreurd (dat zeggen ze
bij ons als er een 'n blad met
glaswerk laat vallen) eens zal het
toch wel beter worden. Al lijkt het er
nog niet erg op. En daarom doet het
je zoo goed, als er dingen zijn die de
eeuwen trotseeren, als daar zijn Artis"
met den Heer Sunier en zijn dieren en
als den Heer Tourniaire van het
tooneel. Ik ken ze allebei, nog van
vroeger, want tegenwoordig loopen ze
niet meer zoo bij ons in en uit. Maar
se<!
Junkert Tronfolger, tentoonstefl/ngstype, in Ouitschfond gefckt.
semevr. 5. von der Hoeven-de Mcyier, Hilligersberg.
PAG. 2üDE GROENE -No. 3153
aan allebei heb ik veel plezier beleefd,
al was het bij meneer Tourniaire mak
kelijker om voor niets binnen te komen
dan bij de beesten van meneer Sunier,
waaruit je zou kunnen concludeeren,
dat een aap meer publiek trekt dan een
acteur. Maar voor meneer Tourniaire
geldt dat niet, want om hem heb ik net
even hard kunnen lachen als om de
apen en hij kan hetzelfde als een
cameleon, en in zijn leven heeft hij al
een heele diergaarde met menschen
geschapen, allemaal anders, en toch
allemaar van hem. En nu ik het daar
toch over heb lijkt het mij, dat je
tegenwoordig beter een dier in den
tuin van den Heer Sunier kan zijn dan
een acteur of een gewone werklooze,
want als je het jaarverslag van het
genootschap ziet staan: De gezond
heidstoestand der dieren laat over het
algemeen weinig te wenschen over.
Aan voeding en verzorging der dieren
werd de grootst mogelijke zorg be
steed" en je leest inplaats van dieren"
werkloozen" dan heb je iets voor
Sociale Zaken en ons allemaal om van
te watertanden, wat ze nu voor de
microfoon doen en in de kranten om
van de menschen hulp te krijgen tegen
het gebrek in die gezinnen.
En net, dat ik dat dacht, hoor ik een
hoeraatje en daar kwam de jubilaris,
de Heer Tourniaire, en ik ging hem
gauw feliciteeren, niet om wat te
krijgen, maar omdat ik het meende;
maar dat zag hij gelukkig, dus toen
viel de fooi flink uit.
PAG. M OE GROENE No. 3133
iffict
MISSCHIEN zou ik op een tentoonstelling dat
schilderijtje voorbijgeloopen zijn, zooals'men
de gemberpotten met judaspenningen, bok
kingstillevens en aronskelken meestal voorbijloopt.
Maar in de eentonige straat van het nieuwe stads
gedeelte deed die verdroomde oude boerenhoeve
met een beetje verkeerd geschilderde boomen er
naast als een openbaring aan. Een openbaring van
frischheid, rust en een sfeer, die zoo heel verschillend
is van alle nieuwe stadsgedeelten. Daarbij stond het
schilderij in een kappersetalage. Kapperswinkels
waren er anders genoeg in die buurt, bijna in
rhytmische afwisseling: een sigarenwinkel, een schoenen
zaak, een kapper, een bloemenwinkel, een radiozaak,
een kapper. In den spiegel naast het schilderij zag ik
dat er wel het een en ander met mijn haar mocht
gebeuren. Binnen was het hetzelfde gedreun en
gedamp als bij alle kappers. Vaag glimlachende
bloemzoete juffrouwen met heerlijk roode en platina
golfkapsels vroegen: Permanent dame, watergolf
dame?" Voor de spiegels zaten
rudimenten van vrouwen- en
meisjeshoofden zich met die waan
zinnige aandacht te bekijken, die
men denkelijk alleen in zenuw
inrichtingen en krankzinnigenge
stichten zal aantreffen.
De kapper zelf keek met zijn
donkere opera-oogen onder de
zwarte kunstenaarslok eerst be
leefd langs me. heen om direct
daarna iemand in een spiegel
antwoord te geven. Nekharen nog
een beetje wegscheren ?" vroeg hij
onverschillig en hij stofte de dame,
die weer heelemaal tot volle schoon
heid en krullen ontplooid was, af
als een beter soort vaas. Na en
kele vreeselijke schroefachtige
knippen en brandapparaten bij
een volkomen beweginglooze ver
schijning opnieuw geordend te
hebben, bleef hij peinzend voor
een der schilderijen staan, waar de
kapperssalon kwistig mee behan
gen was. Er hing van alles:
bananen, witte schalen met toma
ten, brooden met messen en
haringen, maar nergens trof me
de charme van dat vergeten plekje
met de verteekende boomen. Ik
vroeg: Heeft dat schilderij in
de etalage gemaakt?" Duidelijk
rook ik, dat er bij de dame onder
het folterwerktuig iets verkeerd
ging, maar de kapper scheen
ineens geen kapper meer te zijn
hij werd een mensch, een scheppen
de mensch.
Dat was mijn eerste schilderij", antwoordde hij
op mijn vraag, het eerste dat ik met verf gemaakt
heb, het is mijn geboorteplaats, een dorpje in
Brabant, ik zal het er uit halen, dan kan u het
beter zien.... Wilt u geknipt worden?"
Wasschen", zei ik voor alle zekerheid; ik zag
dat de geest over den kapper vaardig was geworden
en dus leek knippen me riskant. Hij had zijn heele
goed beklante zaak vergeten; er kwamen steunende
geluiden uit de beweginglooze verschijning en
ergens zat iemand onder een soort helmapparaat,
dat aan Hieronymus Bosch deed denken, benauwd
met de armen te zwaaien. Maar deze verschrikkin
gen liet hij aan zijn filmachtig personeel ter behan
deling over. Hij was nu hoog boven permanenten en
watergolven verheven.
Dat oude boerenhuis heb ik gevoeld", legde hij
me uit, de boomen zijn een beetje verkeerd, niet,
boomen zijn moeilijk." Ik beaamde, dat boomen
tot het moeilijkste behoorde dat er te schilderen valt,
afgezien van handen.
U weet er meer van af", concludeerde hij uit
deze eenvoudige bevestiging. ;,Boomen en handen",
herhaalde hij voor zich heen, terwijl hij het schilderij
met het brood en de haring in een gunstig licht
plaatste. Daar voelde ik nou niks bij hè, dat schil
derde ik, omdat er niks anders bij de hand was, wat
vindt u ervan?"
Daar hij goddank een goede zaak met gezoem en
lawaai en de nieuwste apparaten had, zei ik niet:
och, houd er nou maar mee op, je hebt eens een
gelukkig oogenblik gehad, bij die boerderij in je
vergeten dorpje en hoe weinig menschen hebben
zelfs dat nog, zulke goede oogenblikken om zoo
argeloos met volkomen verkeerde boomen toch iets
eroepscon
Een verhaal van De Groene
door
Mary Doroa
ontroerends te maken. Houd nu op met al dat
linnen en die haringen en die dure verf wanneer
je eens wist hoe er vroeger brooden met haringen
geschilderd zijn, omdat er niets anders bij de hand
was misschien, maar met welk een aandacht, met
welk een ,,gevoel".
WAT een geluk eigenlijk, dat men toch niet
zoo alles hoeft te zeggen wat men denkt,
want juist toen er een angstgebrul uit de
beweginglooze verschijning kwam, mompelde de kapper voor
zich heen: ,,Dat is mijn alles, daar leef ik voor, de
Kunst." Ik zou hem bijna met mijn stomme eerlijk
heid de illusie van zijn leven ontnomen hebben en
wat zou er dan overgebleven zijn? Een kapper die
erg moet oppassen dat zijn zaak niet verloopt, want
er kwamen woedende woorden uit de beweginglooze
Teekening voor De Groene van Wijnand Grijzen
en naar de brandlucht te oordeelen, moest er iets
ontzettends met dat geplaagde hoofd zijn gebeurd.
Het filmachtig personeel riep wanhopig: ,,Pa,
waar blijft u toch, die mevrouw willos."
De kapper maakte de mevrouw los, zooals men
een oude'auto zou demonteeren; hij trok er zich
geen zier van aan, dat die mevrouw het voornemen
had nimmer in zulk een onserieuse zaak terug te
komen, waar het levensgevaarlijk was een perma
nent te nemen.
Brutaliteit", besloot ze als een korte conclusie
met een boozën blik op mij.
Men moest zich aan zoo iets heelemaal kunnen
wijden", mediteerde de kapper-kunstenaar, zonder
eenige notitie van de beschadigde dame te nemen,
van 's ochtends tot 's avonds met goede modellen;
ik heb zoo genoeg van dit heele gedoe hier."
Het filmpersoneel had Pa" gezegd, dus hij had
een respectabele familie te onderhouden. Welk een
moeilijke combinaties heeft de Schepper gemaakt,
iemand die Pa, kapper en kunstenaar in n persoon
vereenigen moet tot de dood er op volgt.
,,Ik geef mijn kunst nooit op", vertrouwde de
ongelukkige me toe, en ik zag hoe een nieuw
slachtoffer zich niets kwaads vermoedend aan het
folterwerktuig liet vastmaken door de wel fraaie,
doch onhandige kinderen van den kapper.
't zijn allemaal zulke stommelingen hè, ze kunnen
geen plaat uit de bazar van een kunstwerk onder
scheiden, alleen alsmaar zichzelf in de spiegels
bekijken; ik word er misselijk van, wat een vak!
'k Zal u nog eens even wat laten zien, een
oogenblikje".
Ik zat met een grooten witten schuimbol om mijn
hoofd gehoorzaam te wachten. Hier viel niet aan te
ontkomen; alle kunstenaars, al hebben ze maar n
keer in hun leven bijna iets goeds gemaakt, hebben
nu eenmaal iets van bezetenen en deze man had de
ziel van een kunstenaar. Toen ik nog eens goed naar
de haringen en citroenen en geraniums keek, zag
ik eigenlijk niet heel veel verschil tusschen dit werk
en dat wat men meestal op de steeds wederkeerende
kunsttentoonstellingen aantreft. Wat moesten die
anderen beginnen, die geen kapperswinkel hadden ?
Maar deze verontrustende gedachte behoefde ik
niet ten einde te denken. Want er stond een
g<kleurde crayon-teekening voor me van een jongeling
in Zondagscostuum. Zoo iets
buitengewoons konden alleen de heel
geraffineerden Onder de kunst
broeders of de volkomen
eenvoudigen. Een jongmensch in een
lichtgele pullover met groen
wurmenpatroon en lichtbruine
plusfours die niet op de juiste plaats
ophielden en een volkomen
uitdrukkingsloos gezicht met een
bril en glad naar achteren gekamd
en geplakt haar, in de rechter
hand een plechtig opgeheven
tennis-racket.
Waar had ik dien jongen toch
juist nog gezien? Ja, dat is ie",
beaamde de kapper, en ik consta
teerde, dat werkkleeding, ook a'
is het maar een gewone kappersjas,
den uiterlijken mensch verdeelt.
Och," verklaarde de kapper,
hij had juist z'n nieuwe trui aan
en toen heb ik hem daar maar eens
in geteekend."
Volkomen nieuw-zakelijk
Rousseau Ie Douanier alle
wurmen van de pullover stonden
er precies op en dat perdomme
gezicht staarde in een Zondagsche
leegte.
Ik was zoo verrukt van de
teekening, dat ik heelemaal vergat
dat ik in het schuim zat; de
klodders, die kil langs mijn rug
sijpelden, brachten me tot de
werkelijkheid terug. U heeft
talent", zei ik met volle overtui
ging, zoo iets goeds heb ik in
M
IISSCHIEN kan uw dochter me het haar
? ? wasschen", poogde ik te redden wat er dien
dag nog te redden viel een verkeerd gewasschen
hoofd met desnoods wat resten zeep er in en water
langs je hals moest nog een verrukking zijn tegen
een verkeerde permanent.,
Maar de kapper protesteerde: Nee, ik krijg hier
haast nooit iemand om over de kunst te praten;
PAG. 21 DE GROENE No. 3153
lang niet gezien, zoo iets echts vooral."
Toen klonk degil er gebeurde iets met een con
tact en het rook scherp naar verbrand haar en rubber.
Een der beeldschoone dochters van den kapper
kwam op me toe, bleek zelfs onder de schmink en
fluisterde me trillend van narigheid in: Spreekt u
om Gpdswil niet met Pa over kunst, dat is nu de
tweede klant in n middag, komt u dan eens
's avonds op de thee." Ze spoelde mijn haar onvol
doende uit en gaf me een vluchtige behandeling met
de föhn, terwijl haar kunstzinnige vader met watten,
vaseline en technische moeilijkheden de handen vol
had. De permanent-patiënt scheen in bewusteloozen
toestand te verkeeren, want ik hoorde verder niets.
A RTISTENPRIJS", zei de kapper, toen ik
/A betalen wilde een kwartje, wij zijn artisten
onder elkaar." Ik zou haast over die teekening met
de wurmen-pullover onderhandeld hebben r ik
had er echt iets bijzonders mee ontdekt. Maar de
dochters stofte.n me zoo bliksemsvlug af en hielpen
me zoo snel in mijn jas, dat ik het gevoel kreeg een
gevaarlijke misdadiger te zijn. En eigenlijk kan
men dat in alle onschuld worden, wanneer men in
een burgerstraat van het nieuwe stadsgedeelte in
een kappersetalage iets ontdekt dat als een open
baring van frischheid is en een sfeer heeft, die zoo
heel verschillend is,van alle nieuwe stadsgedeelten.
Uw Zenuwen
worden gekalmeerd
en gesterkt en Uw
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten