De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 6 november pagina 3

6 november 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

* l ' - - v . , . ~-f . l ENGELAND WERFT RECRUTEN ?\f IEDER land besteedt in het huidig tijdsgewricht verhoogde aandacht aan zijn weerbaarheid. Naast aanleg van fortificaties, aankoop of aanmaak van gevechtsmateriaal van allerlei soort, komt daarbij in aanmerking de menselijke kracht. Hoe gemecha niseerd leger, vloot en luchtmacht ook mogen worden, mensen kan men nimmer missen. Het is een oud probleem hoe men de mensen moet krijgen, die tenslotte de oorlog moeten voeren. Hoeveel moeite heeft b.v. de Prins van Oranje bij het begin van de opstand niet gehad om aan troepen te komen. Gedurende de tijd der republiek was het werven van troepen een moeilijk bedrijf, waarin misstanden niet ontbraken. In de Napoleontische tijd werd het werfsysteem vervangen door de conscriptie. Alle jonge mannen moesten aan de loting deelnemen. Met uitzondering van hen die vrijlootten of een plaats vervanger konden stellen, moest iedere jongen sol daat worden. De plaatsvervangers zijn afgeschaft, doch overigens geldt dit stelsel hier te lande nog steeds. De krijgsdienst is verplicht. De Nederlandse weermacht bestaat dus uit dienstplichtigen. In lan den met dienstplicht is het inderdaad vrij eenvoudig de beschikking te verkrijgen over de mensen, die de weermacht van node heeft. Men rekent uit hoe veel er ieder jaar nodig zijn en stelt het aantal mensen vast, die jaarlijks tot gewoon dienstplichtige worden bestemd. Dit jaarlijkse contingent bedraagt thans 19500 man, terwijl een wetsvoorstel aanhangig is om dit te verhogen tot 32000. De grens ligt natuur lijk bij het gemiddelde aantal voor de dienst ge schikte i8-jarige jongens (18 jaar is de leeftijd waarop men voor de dienstplicht ingeschreven wordt.)' Dit gemiddelde aantal is hier te lande ongeveer 43000, waarvan men vermoedt dat nog een 10000 minder geschikt zullen zijn voor de dienst. Loting is niet meer nodig, zodra wordt bepaald dat het beschikbare aantal goed geschikte jongens ver plicht is tot het vervullen van werkelijke dienst. In het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplicht wet wordt dan ook voorgesteld de loting af te schaffen. Maar zelfs als dit wetsvoorstel wet wordt is men er nog'niet geheel. Een apparaat van alleen dienstplichtigen, d. w. z. van mensen die, zolang het van hen gevorderd wordt, hun dienst vervullen en dan weer heen gaan, kan natuurlijk niet behoor lijk functioneren. De beroepsmilitairen, de vrij willig dienenden dus, vormen de kern van het leger. Indien zij zich niet in voldoend aantal zouden mel den, zou de weermacht haar ruggegraat verliezen.Bovendien zijn er militairen nodig voor Indië, waar heen de dienstplichtigen te land niet dan met hun toestemming mogen worden gezonden. HET probleem, hoe krijgen we voldoende mensen, is in landen met dienstplicht kleiner dan in landen met een beroepsleger; het bestaat in deze landen echter ook. Daarom is het ook voor een be volking als de onze niet oninteressant eens even stil te staan bij de wijze, waarop Engeland in zijn be hoefte aan recruten tracht te voorzien. Zoals men weet kende Engeland vóór de oorlog geen dienstplicht. Het is zonder dienstplicht de oorlog ingegaan. Daar het front steeds meer mannen vroeg, werden dwangmaatregelen tenslotte onver mijdelijk, zodat in 1916 de dienstplicht moest worden afgekondigd. Dwang past echter zo weinig bij de aard van het Engelse volk en is zo impopulair, dat de dienstplicht later weer moest worden afgeschaft. Zonder bittere noodzaak zijn Engelands zonen niet bereid in de weermacht te dienen. Engeland doet het dus thans weer met een vrijwilligersleger. Om redenen, die bekend verondersteld mogen worden, heeft de Engelse regering het noodzakelijk geoor deeld de weermacht te gaan versterken. Geld wil het land daarvoor wel toestaan (de oorlogsbegro tingen), doch de kunst is om voor dit te versterken apparaat de mensen te krijgen, die nodig zijn. De weg, die onze regering tracht te bewandelen, n.l. verhoging van het jaarlijkse contingent, is daar niet mogelijk: De werving moet met kracht worden ter hand genomen. ' DAT dit inderdaad met kracht gebeurt, bewijzen de reclamebiljetten, die in geheel Engeland zijn aangeplakt. In de omgeving van Londens militaire gebouwen ziet men muren en schuttingen met plak kaat naast plakkaat; op grote borden geplakt, staan ze als verplaatsbare schilderijen tegen de gevels aan. In kleinere plaatsen springt telkens een goed geplaatst aanplakbiljet in het oog en op het platteland straalt u van een schutting of schuur herhaaldelijk het gezicht van een Tommy tegen. Ik wist niets van deze aanplakbiljetten totdat hun oproep: Join the army" mijn nieuwsgierigheid gaande maakte. De eerste keer maakt het geen indruk. In herhaling schuilt echter kracht. Hetzelfde woord, telkens op andere plaatsen gelezen, zette zich vast in mijn gedachten en bracht me ertoe de nog zeer schone en vermoedelijk dus pas kort geleden aangeplakte biljetten nader te gaan beschouwen. Die nadere kennismaking was allesbehalve aangenaam, was laat ik het maar eerlijk zeggen ontstellend. Platen met een joviaal Tommygezicht, dat u toeroept ,,Join the army to keep the country strong" of ,,Join the modern army, it is being mechanised, mate !" zijn er vermoedelijk in een overweldigend aantal. Ze schij nen echter niet voldoende te suggereeren, hoewel ze sprekend en duidelijk genoeg zijn. Kortheid en bondigheid spreken misschien niet krachtig tot dat gedeelte van het publiek, waaruit de recruten ge worven moeten worden. Bovendien is de krijgs dienst impopulair, een eenvoudige oproep tot dienst nemen overreedt niet voldoende. Nadrukkelijker wordt de kreet daarom op een groot, felblauw plak kaat. Zoeklichten spelen door de lucht, op de achter grond een silhouet van Londen met de Towerbridge en St. Paul's cathedral, op de voorgrond een paar soldaten bij afweergeschut. Defend England" en kleiner join the antiaircraft lines of the territorial army". Deze plaat doet een beroep op de vaderlandsliefde, roept op tot verdediging van land en stad tegen luchtaanvallen. Evenals bij de reeds genoemde platen, staat de militaire dienst op de voorgrond. Op meer of minder theatrale wijze roepen alle op tot krijgsdienst. Niemand die deze plakkaten ziet, kan vergeten, dat het doel van een leger tenslotte vechten is. Dat lokt de mensen blijk baar niet en mensen zijn er nodig om het gevechts materiaal te bedienen en de vloot te bevolken. Een volgende plaat lokt de mensen en verdoezelt, dat in een soldatenleven vechten niet tot de onmo gelijkheden behoort. Een Tommy met een lachend gezicht en opgestoken duimen roept uit: ,,It's good to get into the army" en voegt er overredend aan toe: good meals f ree lodging f ree clothes free games free on top of it all pay from the start and a month's leave a year in full pay". Nog meer verbaasd staat men, als men op weer een ander plakkaat leest: The finest job intheworld", work and play all over the globe". Een Tommy staat voor de globe met een grote voetbal in zijn arm. Het join the army" wordt dus voorgesteld als een allerplezierigste manier om wat van de wereld te zien. Zo zijn er een aantal platen, waarvan ik tekening en tekst niet precies heb onthouden. Een van de onwaarachtigste is die waarop een matroos, rijdend op een kameel, verkondigt dat hij zo heerlijk vacantie houdt. Het soldatenleven wordt niet alleen aantrekkelijk voorgesteld, Engeland doet thans ook allerlei om het werkelijk aantrekkelijk te maken. In de hoop dat zij, die de kennismaking beproefden, niet teleur gesteld zullen worden en om hun de eerste stap te vergemakkelijken, verkondigt een der biljetten the new idea": men kan 6 maanden op proef dienst nemen. Dit en andere plakkaten sommen alle voordelen op: pay, meals, housing, clbthing, holidays, recreation, education, trades, pension, alles gespecificeerd. Wie er meer van wil weten, kan aan het postkantoor de brochure The army to day" aanvragen. DE reclame schijnt haar werk te gaan doen. In de derde week van Augustus b.v. (N. R. Ct., 26/8) hadden zich 655 recruten aangemeld, 121 meer dan in de voorafgaande week. De regering gaat voort hét soldatenleven aantrekkelijker te maken, de nieuwe recruten boven de 21 jaar mogen b.v. buiten de kazernes of barakken slapen (N. R. Ct., 3/9). Nog steeds heeft men dus manschappen nodig. Indien dezen zich in voldoende mate zouden melden, zouden immers de hulpmiddelen om hen te trekken overbodig zijn. Het is helemaal normaal dat Engeland met zijn vrijwilligerssysteem reclame moet maken om de mensen te krijgen. Voorzover hier te lande vrijwil ligers nodig zijn, gebeurt dit ook. Hier bestaat een plaat met drie stijf stappende tamboers van het Trots bekijkt een sergeant een van de groote aanplakbiljetten, die in geheel En geland de jongens opwekken dienst te nemen in net Engetsche vrijwilligersleger. Indische leger, welke opwekt dienst te nemen bij het Koninklijke Nederlands Indische, leger. Uit vroeger jaren meen ik mij nog een andere plaat te herinneren, doch die kon ik nergens meer vinden. In ieder geval is deze reclame hier veel bescheidener dan in Engeland en verdoezelt niet dat militaire dienst wordt verlangd. In Engeland is ontstellend niet de reclame, doch de onwaardigheid der reclame. Dikdoenerij en grootspraak zouden er nog mee door kunnen, doch het soldatenleven voorstellen als een best baantje, waarin sport en lekker eten een goed salaris ver schaffen, is toch wel wat al te ver bezijden de waar heid. Niet alleen zullen de recruten zij het mis schien pas na de eerste 6 maanden aan den lijve ondervinden, dat dienst iets anders is dan spel, maar zij zullen ook gaan begrijpen, dat ze bewust met schone doch onware leuzen zijn gelokt. Velen zullen dit in hun hart de regering gaan verwijten en hun loyaliteit een eerste vereiste voor een land zal er niet door toenemen. Wie onoprecht voorgaat, kan moeilijk oprechtheid verwachten. Nu sijpelen er af en toe reeds berichten door over moeilijkheden op de Engelse vloot of in het leger. Wanneer het land op deze wijze zijn recruten vindt, zullen di; moeilijkheden vermoedelijk toenemen. Het is be angstigend, dat juist in een tijd, dat Engeland slechts door kracht zekere staten kan imponeren en dat het in staat is daarvoor het geld te fourneren, zijn be volking maar ternauwernood bereid is uit haar midden aan die kracht de vereiste mensen te leveren. Om hen te krijgen neemt de regering tot lokmiddelen haar toevlucht. Mogelijk vergroot deze methode het aantal soldaten, doch hun innerlijke trouw zal er niet bij winnen. De gedachte van een vrijwilligersleger heeft veel aantrekkelijks voor wie innerlijk nog altijd worstelt met de vraag, of oorlog en oorlogsvoorbereiding zedelijk geoorloofd zijn en voor degene in wie de overtuiging leeft, dat de militaire dienst een on gunstige invloed oefent op de geest der jeugd. In landen met dienstplicht ontkomen slechts weinigen aan die ongunstige invloed. Indien echter het stelsel van een vrijwilligersleger moet uitlopen op zulk een onverkwikkelijk en gevaarlijk werfsysteem, dan stijgt weer de waardering voor de dienstplicht, mits met een behoorlijke en goed toegepaste dienstweigeringswet. J. ZEELENBERG NOVEMBER NEEN, het is zeker geen dankbare taak, over de verloopen jaren terug te denken aan dien gezegenden dag, toen eindelijk de kanonne \ verstomden en een siddering van ver lossing die harten ontroerde. De oeroude weerwolf, oorlog, die, door twaalf millioen lijken nog niet verzadigd, nog kort te voren met open muil naar zijn dagrantsoenen van tienduizenden menschenlevens had gehapt, scheen eindelijk te zijn om gebracht. Op zijn rug, zijn vier pooten in de lucht gestrekt, lag de geweldige hyena tusschen de fron ten en uit hun schuilhoeken kropen, nog verlegen en aarzelend, de tegenstanders, reikten elkaar de vuile, met bloedige aarde besmeurde handen tot een blijden rondedans om het vloekwaardig kreng. Want thans zoo pulseerde de heerlijke droom in aller aderen zou een ieder slechts behoeven om te keeren om terug te marcheeren naar het uit gangspunt, van waar hem het huilen van de hyena opgeschrikt en weggerukt had. Dit langzaam ver vagend happy end, fata morgana van de geduldig wachtende draaibanken, lessenaars en wijd geopen de fabriekspoorten lichtte den zondvloed der terugkeerende troepen voor. In de depots der kazernes lagen, goed opgeborgen, de burgerkleeren: honderd maal per uur beleefden de millioenen geredden druppelsgewijs het komende teruggroeien in het eigen leven aan de zijde der vlug stappende vrouw met haar vochtigen glans van geluk en het ver stolen opflitsende vrouwtjes-begeeren onder de half neergeslagen oogen. De groote, zware handen, die jarenlang slechts gemoord hadden, voorvoelden de warmte van de teedere kinderhandjes. Als jonge hondjes zouden de kleinen vader voor de voeten loopen, mager en bleek, de zwarte schaduw van den honger om de oogen maar dat moest nu vlug verbeteren, omdat de kostwinner weer terug was ! Geen werk zou zoo hard kunnen zijn, als het hurken in de veldjassen, zwaar van het opgezogen water en tot op het lichaam bevroren. Inplaats van de van luizen wemelende aardholen lokten het bed en de geopende armen der vrouw tot rust, en geen fluiten de, ratelende dood, geen wijd geopende scherpgetande muil, die zijn vurigen adem den slapenden in het gezicht blies, zou de droomen meer storen VREDE ! Hoe is het mogelijk, dat twee korte decennieën, korter dan twee ademtochten in de ontwikkelingsgeschiedenis der menschheid, deze uren en dagen van zuiver geluk zoo spoorloos konden wegvagen uit millioenen harten? Niets is goedkooper dan achterwaarts te voorspellen, en toch moeten wij tot ons zelf zeggen, dat wij buiten den waard en de groote spelers van het verloren hazardspel gerekend hebben. Zeker: de kaarten met de ruggen van verschillende kleur werden weer af zonderlijk gesorteerd en in hun kassettes teruggelegd. Maar over den hoog opgetasten berg der twaalf millioen verloren jetons schoven de partners elkaar wederzijds de schuld toe, de ,,grafredes" zweepten de uitgebluschte hartstochten opnieuw op. Men denke slechts aan den zondvloed van lijvige mémoires ! Geen medespeler, veldheer, minister of diplomaat, ja zelfs geen onttroond staatshoofd liet na, zijn uitgespeelde rol in het openbaar uitvoerig te commentarieeren. Kleine zonden tegen de spel regels werden handig verdoezeld, de fouten van de tegenpartij in feestverlichting getoond, en de gevaarlijkste vijanden der menschheid, haar ver geetachtigheid en haar noodlottige sentimenteele hang, steeds den zwakkere van dat oogenblik bij te Andreas Latzko vallen, werden met bewonderenswaarige handig heid als kamerschermen voor de naakte feiten der voorafgegane jaren geschoven. Bemanteld en ver geten waren onmiddellijk weer de tallooze verwoeste dorpen, steden, kasteelen, de kraterlandschappen van Belgiëen het oostelijk deel van Frankrijk, dat, om den Rijn als as omgeklapt en op de landkaart van het Duitsche Rijk gelegd, het geheele kolenen industriegebied, de voedende borst, voor jaren verdord zou hebben. Het verbluffendste en bijna onverklaarbare feit was het vergeten van de rol van den thans overwon nen speler tijdens den bloeitijd zijner mogelijkheden! Niemand haalde den met de sabelpunt gedicteerden vrede van Boekarest te voorschijn, met de clausule: alle petroleum die uit den Roemeenschen bodem te voorschijn welde was Duitsch eigendom, met het recht" voor het Koninkrijk Roemenië, de voor eigen gebruik benoodigde hoeveelheid voor een ,,van jaar tot jaar door de Duitsche regeering vast te stellen prijs" terug te koopen ! Niemand de jube lende legerberichten van den opmarsch naar Brest Litowsk, toen dagelijks duizenden stuks geschut, tienduizenden machinegeweren veroverd" heetten, hoewel geen tegenstander ze meer verdedigde ! Gehypnotiseerd door de blikken vol haat die van onder de borstelige wenkbrauwen van den tijger" Clémenceau bliksemden, zag Engeland slechts het gevaar van een nieuw opgestaan Napoleontisch Frankrijk en was het blind voor den zielstoestand van een natie, die zich reeds lang grondig aan militairen roem overeten had. En zoo speelde het medelijden voor den overwonnene, dat in alle eenvoudige harten klaar lag, zonder weerstand over de verwoeste Fransche aarde het uitgehongerde Duitschland binnen. De treinen met de onschuldig uitgehongerde kinderen kruisten tijdens den uitreis den binnenvloeienden credietstroom, die met ongeschokt vertrouwen gezet werd op de beproefde kaart van den Duitschen vlijt, de Duitsche betrouw baarheid en discipline ZOU het anders hebben kunnen loopen, indien, zooals in den gewonen handel gebeurt, de bankroetiers eerst zelf met hun schuldeischers hadden moeten afrekenen, voordat zij de geheele verantwoor ding af kunnen schuiven op de door machtshonger verblinde opvolgers ? Misschien, wie weet, misschien zouden de dingen een anderen loop genomen hebben, zonder de keizerlijke sociaal-democraten, zonder Noske's grüne Jungen" en de in manschaps uniformen gestoken officiersbataillons, die zich bliksemsnel vóór de zich langzaam vereenigende krachten van een voorbij verleden stelden? Mis schien, misschien had ook het in millioenen exem plaren gereproduceerde facsimile van Ludendorf's laatste bevel aan de Duitsche genietroepen, om alle Belgisch-Fransche kolenmijnen onder water te S " : Prettig scheren! Het is zoo buitengewoon goed na het scheren Witte Ptirol te gebruiken, dan schrijnt de huid niet na en wordt gaaf en geschikt om U eiken dag opnieuw niet genoegen te kunnen scheren. ANTON VAN DUINKERKEN doctor honoris causa T T ET bericht in de bladen,dat de heer W. Asselbergs J[ jf op Zondag 7 November zal promoveeren tot doctor honoris causa aan de R. K. universiteit te Leuven, wekt alleen belangstelling in den tamelijk kleinen kring, die weet dat dit de ware naam van Anton van Duinkerken is, wiens overvloedige, litteraire en journalistieke produc tiviteit waarvan ook onze lezers dankbaar hun deel hebben genoten met dit zinvolle eerbewijs wordt beloond. Maar het is niet alleen de litteraire productiviteit, die hier geëerd wordt, het is vooral den gids op cultureel gebied, den geestelijken leider van een groot aantal Christenen zich-voor-den-Chrütcnnaam-geneerenden Roomsch-Katholieken en niet-Katholieken, den theoloog, die scherp de gevaren van de moderne gedachtenwereld voor het voortbestaan van een beschaafd Europa en de zwakheden van de kerken, de intellectueelen, de menschen van goeden .wille en allerlei bewegingen daartegenover ziet. En niet in1 de laatste plaats van zijn eigen kerk, waarin hij de mystieke traditie van Augustinus, en de traditie van Franciscus' dienende naastenliefde en armoede zeer ver sterkt zou willen zien tegenover Je machtspolitieke en ontgecstelij kende dementen. Van nature traditionalist, uil hij alles liever dan de tra\ De schrijvende Van Duinkerken, zooals hij door Mies Blomsma in het eerstdaags verschijnende boek Wij leven In Holland" is gettekend ditie verstarren : de levende kracht van het geloof en de liefde, moet spreken uit de geheele levenshouding der Christenen. niet een starre moraal, die verdoemt en tot farizeïsme voert De gulle Brabander die de thee en het spttitwater verfoeit en het bier als een familiegoed vereert, heeft den kruisridder, die op een avontuurlijken tocht groote daden doet, maar ook wel eens een zonde en zeker vele pekclzondcn begaat, oneindig veel liever dan den burger, die zijn leven in ont houding van zonden, maar ook van werkelijke offervaar digheid slijt. Maar de traditie werkt wet zoo sterk in hem, dat hij nooit zelf met de Katholieke Kerk zou willen breken: MC, 5 DE GROENE M«. 3153 zetten, de enkele vuisten, die zich reeds aan de geheiligde officierskepi's vergrepen hadden, tot millioenen vermenigvuldigd? Maar al te goed thuis in het gebruik van veroverde bodemschatten, ver zekerde de generaal met deze laatste order, reeds onderteekend boven de schrijftafellade met den donkeren bril en den valschen baard, aan de jonge republiek een eersten winter met koude kachels, stokkend treinverkeer, en vooral gesloten fabrieken. Daarmee voorzag hij zijn vrienden van den hefboom van Archimedes: de leuze: dat is nu alles wat jullie Republiek kan !" Had de woede over dezen goed berekenden klap tegen het eigen volk, het weer opbloeien van het reeds half verstikte heimwee naar de oude ordening kunnen veranderen in eenleeuwensprongvooruit? Voorspellingen achterwaarts zijn niet slechts goedkoop, zij zijn ook zinloos. HETtragischte hoofdstuk is het lot der oprechte, in hun eigen verwachtingen verstrikte droomers, die, in de war gebracht door het knorren van 65 miliioen leege magen, zich op den drempel van een ideeële omwenteling van hun volk waanden. Verleid door het drogbeeld van een vereenigd Europa", dat vluchtig in den morgennevel over de Zwitsersche meren wiegelde, geloofden zij, dat eindelijk het oogenblik gekomen was, dat ook hun geliefde volk, met een vertraging van honderd jaar, den zevenmijlsstap over de nauw getrokken grens lijn van de eigenbelangen heen, voor het menschheidsaltaar van de gemeenschappelijke vrijheids idealen zouden wagen De een na den ander als konijnen neergeschoten, als kevers vertrapt en in hoon versmoord, hebben zij het korte geluk van den schoenen droom meestal met hun leven betaald. Het zou grafschennis zijn, thans nog, en juist thans, aan den grafsteen te raken, die gewenteld werd ook op dat met hartebloed gevoede vlammetje van dien droom: dat er uit het bloedbad der twaalf millioen dooden een van haat, geweld en machtswellust genezen mensch heid zou moeten ontstaan. Maar de natuur kunde leert, dat er geen energie verloren gaat. Les idees végètent de sang humain" zegt Lamartine. Het ergste, veel erger dan de dooden, zijn de verstrooide overlevenden er aan toe. Na het bedwel mende geluksgevoel, uit het kanongebulder der duisternis in het klimmende licht van den nieuwen dag te hebben mogen knipoogen, zitten zij thans met den rug naar het licht, en staren onmachtig naar beneden in den hellekrater tot welks rand de geheele menschheid nader en nader wordt gedreven. En toch! Met het volste recht heeft Romain Rolland, dadelijk bij het begin van den oorlog, Thomas Mann op zijn open vraag, of hij zich niet schaamde voor het verbond met het Rusland van den knoet en de pogroms, ten antwoord gegeven: dat het juist het Rusland van Tolstoi, Gogol, Toergeniew en Dostojewsky was geweest, dat hem het noblesse oblige van den schrijver had geleerd: immer gericht tegen de gewelddadigheid van de heerschende macht, te staan voor het front van de onwetende massa, die doofstom is, zoo lang zij geen voorsprekers vindt. Reeds vaak hebben volkeren zich eeuwen lang verslapen, nog immer echter is het geschied, dat tenslotte toch, zij het na drie maal, na vijf maal twintig jaar, nieuwe werklieden elkaar vonden, om met grootmoedig geopende handen de nieuwe zaden in de bloeddoordrenkte, opengescheurde flank der oude aarde te strooien. Het omgekeerde is eer denkbaar, dat een minder tactvolle leiding of domme menigte geshockeerde burgers hem hel leven in zijn Kerk onmogelijk maakt. Maar voorzoover het van hem zelf afhangt, zal hij binnen zijn Kerk, maar altijd in spanning met het allerdaagsche daarin, leven. En hierin ligt ook zijn groote betcekenis, dat hij trouw blijft aan de groep,, waaraan hij leiding geeft; en 'voor1 de» niet-Roomsche dat hij de levende, waarlijk algemeen-Chris telijke krachten, die ook in de R.K. leven, uitdraagt. Zonder dit verband zou hij worden tot een zooveelsten intercssanten individualist, misschien zelfs tot een consequenter filosoof. en theoloog, maar hij zou niet meer die hoeder van menschenharfen zijn, die hij thans is. Xiet alleen, omdat de trouw van een groot deel van zijn publiek aan hun beider Kerk toch g rooier zou blijken dan de waarheidsdrang ervan en het dus met,,den afvallige" zou breken, maar minstens evenzeer omdat Van Duinkerken zelf voortdurend put uit de levende kracht der kerkelijke traditie en omdat zijn'.geest zou verarmen en onproductief worden, wanneer hij deze bron die hij niet wil dempen of voor andere verruilen, maar alleen maar helderder zou willen zien zou verlaten. Zoo blijven tusschen hem en den Protestant principieelc verschillen staan, maar die verschillen sluiten bewondering en vriendschap allerminst uit. En deze gevoelens worden aangenaam gestreeld door het eerbetoon, dat de Leuvcnschc hoogeschool hem heeft willen toekennen. ir. r. PAU.' lu 06 GROEN* No. JISI

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl