Historisch Archief 1877-1940
*
l ' - - v . , .
~-f .
l
ENGELAND
WERFT RECRUTEN
?\f
IEDER land besteedt in het huidig tijdsgewricht
verhoogde aandacht aan zijn weerbaarheid. Naast
aanleg van fortificaties, aankoop of aanmaak van
gevechtsmateriaal van allerlei soort, komt daarbij
in aanmerking de menselijke kracht. Hoe gemecha
niseerd leger, vloot en luchtmacht ook mogen
worden, mensen kan men nimmer missen. Het is
een oud probleem hoe men de mensen moet krijgen,
die tenslotte de oorlog moeten voeren. Hoeveel
moeite heeft b.v. de Prins van Oranje bij het begin
van de opstand niet gehad om aan troepen te komen.
Gedurende de tijd der republiek was het werven van
troepen een moeilijk bedrijf, waarin misstanden niet
ontbraken. In de Napoleontische tijd werd het
werfsysteem vervangen door de conscriptie. Alle jonge
mannen moesten aan de loting deelnemen. Met
uitzondering van hen die vrijlootten of een plaats
vervanger konden stellen, moest iedere jongen sol
daat worden. De plaatsvervangers zijn afgeschaft,
doch overigens geldt dit stelsel hier te lande nog
steeds. De krijgsdienst is verplicht. De Nederlandse
weermacht bestaat dus uit dienstplichtigen. In lan
den met dienstplicht is het inderdaad vrij eenvoudig
de beschikking te verkrijgen over de mensen, die
de weermacht van node heeft. Men rekent uit hoe
veel er ieder jaar nodig zijn en stelt het aantal
mensen vast, die jaarlijks tot gewoon dienstplichtige
worden bestemd. Dit jaarlijkse contingent bedraagt
thans 19500 man, terwijl een wetsvoorstel aanhangig
is om dit te verhogen tot 32000. De grens ligt natuur
lijk bij het gemiddelde aantal voor de dienst ge
schikte i8-jarige jongens (18 jaar is de leeftijd
waarop men voor de dienstplicht ingeschreven wordt.)'
Dit gemiddelde aantal is hier te lande ongeveer
43000, waarvan men vermoedt dat nog een 10000
minder geschikt zullen zijn voor de dienst. Loting
is niet meer nodig, zodra wordt bepaald dat het
beschikbare aantal goed geschikte jongens ver
plicht is tot het vervullen van werkelijke dienst. In
het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplicht
wet wordt dan ook voorgesteld de loting af te
schaffen. Maar zelfs als dit wetsvoorstel wet wordt
is men er nog'niet geheel. Een apparaat van alleen
dienstplichtigen, d. w. z. van mensen die, zolang
het van hen gevorderd wordt, hun dienst vervullen
en dan weer heen gaan, kan natuurlijk niet behoor
lijk functioneren. De beroepsmilitairen, de vrij
willig dienenden dus, vormen de kern van het leger.
Indien zij zich niet in voldoend aantal zouden mel
den, zou de weermacht haar ruggegraat
verliezen.Bovendien zijn er militairen nodig voor Indië, waar
heen de dienstplichtigen te land niet dan met hun
toestemming mogen worden gezonden.
HET probleem, hoe krijgen we voldoende mensen,
is in landen met dienstplicht kleiner dan in
landen met een beroepsleger; het bestaat in deze
landen echter ook. Daarom is het ook voor een be
volking als de onze niet oninteressant eens even stil
te staan bij de wijze, waarop Engeland in zijn be
hoefte aan recruten tracht te voorzien.
Zoals men weet kende Engeland vóór de oorlog
geen dienstplicht. Het is zonder dienstplicht de
oorlog ingegaan. Daar het front steeds meer mannen
vroeg, werden dwangmaatregelen tenslotte onver
mijdelijk, zodat in 1916 de dienstplicht moest worden
afgekondigd. Dwang past echter zo weinig bij de
aard van het Engelse volk en is zo impopulair, dat
de dienstplicht later weer moest worden afgeschaft.
Zonder bittere noodzaak zijn Engelands zonen niet
bereid in de weermacht te dienen. Engeland doet
het dus thans weer met een vrijwilligersleger. Om
redenen, die bekend verondersteld mogen worden,
heeft de Engelse regering het noodzakelijk geoor
deeld de weermacht te gaan versterken. Geld wil
het land daarvoor wel toestaan (de oorlogsbegro
tingen), doch de kunst is om voor dit te versterken
apparaat de mensen te krijgen, die nodig zijn. De
weg, die onze regering tracht te bewandelen, n.l.
verhoging van het jaarlijkse contingent, is daar niet
mogelijk: De werving moet met kracht worden ter
hand genomen. '
DAT dit inderdaad met kracht gebeurt, bewijzen
de reclamebiljetten, die in geheel Engeland zijn
aangeplakt. In de omgeving van Londens militaire
gebouwen ziet men muren en schuttingen met plak
kaat naast plakkaat; op grote borden geplakt,
staan ze als verplaatsbare schilderijen tegen de
gevels aan. In kleinere plaatsen springt telkens een
goed geplaatst aanplakbiljet in het oog en op het
platteland straalt u van een schutting
of schuur herhaaldelijk het gezicht van
een Tommy tegen. Ik wist niets van
deze aanplakbiljetten totdat hun oproep:
Join the army" mijn nieuwsgierigheid
gaande maakte. De eerste keer maakt
het geen indruk. In herhaling schuilt
echter kracht. Hetzelfde woord, telkens
op andere plaatsen gelezen, zette zich vast
in mijn gedachten en bracht me ertoe de nog
zeer schone en vermoedelijk dus pas kort
geleden aangeplakte biljetten nader te gaan
beschouwen. Die nadere kennismaking was
allesbehalve aangenaam, was laat ik het maar
eerlijk zeggen ontstellend. Platen met een
joviaal Tommygezicht, dat u toeroept ,,Join the
army to keep the country strong" of ,,Join the
modern army, it is being mechanised, mate !" zijn er
vermoedelijk in een overweldigend aantal. Ze schij
nen echter niet voldoende te suggereeren, hoewel ze
sprekend en duidelijk genoeg zijn. Kortheid en
bondigheid spreken misschien niet krachtig tot dat
gedeelte van het publiek, waaruit de recruten ge
worven moeten worden. Bovendien is de krijgs
dienst impopulair, een eenvoudige oproep tot dienst
nemen overreedt niet voldoende. Nadrukkelijker
wordt de kreet daarom op een groot, felblauw plak
kaat. Zoeklichten spelen door de lucht, op de achter
grond een silhouet van Londen met de
Towerbridge en St. Paul's cathedral, op de voorgrond een
paar soldaten bij afweergeschut. Defend England"
en kleiner join the antiaircraft lines of the
territorial army". Deze plaat doet een beroep op de
vaderlandsliefde, roept op tot verdediging van land
en stad tegen luchtaanvallen. Evenals bij de reeds
genoemde platen, staat de militaire dienst op de
voorgrond. Op meer of minder theatrale wijze
roepen alle op tot krijgsdienst. Niemand die deze
plakkaten ziet, kan vergeten, dat het doel van een
leger tenslotte vechten is. Dat lokt de mensen blijk
baar niet en mensen zijn er nodig om het gevechts
materiaal te bedienen en de vloot te bevolken.
Een volgende plaat lokt de mensen en verdoezelt,
dat in een soldatenleven vechten niet tot de onmo
gelijkheden behoort. Een Tommy met een lachend
gezicht en opgestoken duimen roept uit: ,,It's good
to get into the army" en voegt er overredend aan
toe: good meals f ree lodging f ree clothes
free games free on top of it all pay from the
start and a month's leave a year in full pay". Nog
meer verbaasd staat men, als men op weer een ander
plakkaat leest: The finest job intheworld", work
and play all over the globe". Een Tommy staat voor
de globe met een grote voetbal in zijn arm. Het
join the army" wordt dus voorgesteld als een
allerplezierigste manier om wat van de wereld te
zien. Zo zijn er een aantal platen, waarvan ik
tekening en tekst niet precies heb onthouden. Een
van de onwaarachtigste is die waarop een matroos,
rijdend op een kameel, verkondigt dat hij zo heerlijk
vacantie houdt.
Het soldatenleven wordt niet alleen aantrekkelijk
voorgesteld, Engeland doet thans ook allerlei om
het werkelijk aantrekkelijk te maken. In de hoop
dat zij, die de kennismaking beproefden, niet teleur
gesteld zullen worden en om hun de eerste stap te
vergemakkelijken, verkondigt een der biljetten the
new idea": men kan 6 maanden op proef dienst
nemen. Dit en andere plakkaten sommen alle
voordelen op: pay, meals, housing, clbthing,
holidays, recreation, education, trades, pension, alles
gespecificeerd. Wie er meer van wil weten, kan
aan het postkantoor de brochure The army to day"
aanvragen.
DE reclame schijnt haar werk te gaan doen. In
de derde week van Augustus b.v. (N. R. Ct., 26/8)
hadden zich 655 recruten aangemeld, 121 meer dan
in de voorafgaande week. De regering gaat voort
hét soldatenleven aantrekkelijker te maken, de
nieuwe recruten boven de 21 jaar mogen b.v. buiten
de kazernes of barakken slapen (N. R. Ct., 3/9).
Nog steeds heeft men dus manschappen nodig.
Indien dezen zich in voldoende mate zouden melden,
zouden immers de hulpmiddelen om hen te trekken
overbodig zijn.
Het is helemaal normaal dat Engeland met zijn
vrijwilligerssysteem reclame moet maken om de
mensen te krijgen. Voorzover hier te lande vrijwil
ligers nodig zijn, gebeurt dit ook. Hier bestaat een
plaat met drie stijf stappende tamboers van het
Trots bekijkt
een sergeant een
van de groote
aanplakbiljetten,
die in geheel En
geland de jongens
opwekken dienst
te nemen in net
Engetsche vrijwilligersleger.
Indische leger, welke opwekt dienst te nemen bij
het Koninklijke Nederlands Indische, leger. Uit
vroeger jaren meen ik mij nog een andere plaat te
herinneren, doch die kon ik nergens meer vinden.
In ieder geval is deze reclame hier veel bescheidener
dan in Engeland en verdoezelt niet dat militaire
dienst wordt verlangd.
In Engeland is ontstellend niet de reclame, doch
de onwaardigheid der reclame. Dikdoenerij en
grootspraak zouden er nog mee door kunnen, doch
het soldatenleven voorstellen als een best baantje,
waarin sport en lekker eten een goed salaris ver
schaffen, is toch wel wat al te ver bezijden de waar
heid. Niet alleen zullen de recruten zij het mis
schien pas na de eerste 6 maanden aan den lijve
ondervinden, dat dienst iets anders is dan spel, maar
zij zullen ook gaan begrijpen, dat ze bewust met
schone doch onware leuzen zijn gelokt. Velen zullen
dit in hun hart de regering gaan verwijten en hun
loyaliteit een eerste vereiste voor een land zal
er niet door toenemen. Wie onoprecht voorgaat,
kan moeilijk oprechtheid verwachten. Nu sijpelen
er af en toe reeds berichten door over moeilijkheden
op de Engelse vloot of in het leger. Wanneer het
land op deze wijze zijn recruten vindt, zullen di;
moeilijkheden vermoedelijk toenemen. Het is be
angstigend, dat juist in een tijd, dat Engeland slechts
door kracht zekere staten kan imponeren en dat het
in staat is daarvoor het geld te fourneren, zijn be
volking maar ternauwernood bereid is uit haar
midden aan die kracht de vereiste mensen te leveren.
Om hen te krijgen neemt de regering tot lokmiddelen
haar toevlucht. Mogelijk vergroot deze methode
het aantal soldaten, doch hun innerlijke trouw zal
er niet bij winnen.
De gedachte van een vrijwilligersleger heeft veel
aantrekkelijks voor wie innerlijk nog altijd worstelt
met de vraag, of oorlog en oorlogsvoorbereiding
zedelijk geoorloofd zijn en voor degene in wie de
overtuiging leeft, dat de militaire dienst een on
gunstige invloed oefent op de geest der jeugd. In
landen met dienstplicht ontkomen slechts weinigen
aan die ongunstige invloed. Indien echter het stelsel
van een vrijwilligersleger moet uitlopen op zulk een
onverkwikkelijk en gevaarlijk werfsysteem,
dan stijgt weer de waardering voor de dienstplicht,
mits met een behoorlijke en goed toegepaste
dienstweigeringswet.
J. ZEELENBERG
NOVEMBER
NEEN, het is zeker geen dankbare taak, over
de verloopen jaren terug te denken aan
dien gezegenden dag, toen eindelijk de
kanonne \ verstomden en een siddering van ver
lossing die harten ontroerde. De oeroude weerwolf,
oorlog, die, door twaalf millioen lijken nog niet
verzadigd, nog kort te voren met open muil naar
zijn dagrantsoenen van tienduizenden
menschenlevens had gehapt, scheen eindelijk te zijn om
gebracht. Op zijn rug, zijn vier pooten in de lucht
gestrekt, lag de geweldige hyena tusschen de fron
ten en uit hun schuilhoeken kropen, nog verlegen en
aarzelend, de tegenstanders, reikten elkaar de vuile,
met bloedige aarde besmeurde handen tot een
blijden rondedans om het vloekwaardig kreng.
Want thans zoo pulseerde de heerlijke droom
in aller aderen zou een ieder slechts behoeven
om te keeren om terug te marcheeren naar het uit
gangspunt, van waar hem het huilen van de hyena
opgeschrikt en weggerukt had. Dit langzaam ver
vagend happy end, fata morgana van de geduldig
wachtende draaibanken, lessenaars en wijd geopen
de fabriekspoorten lichtte den zondvloed der
terugkeerende troepen voor. In de depots der kazernes
lagen, goed opgeborgen, de burgerkleeren: honderd
maal per uur beleefden de millioenen geredden
druppelsgewijs het komende teruggroeien in het
eigen leven aan de zijde der vlug stappende vrouw
met haar vochtigen glans van geluk en het ver
stolen opflitsende vrouwtjes-begeeren onder de half
neergeslagen oogen.
De groote, zware handen, die jarenlang slechts
gemoord hadden, voorvoelden de warmte van de
teedere kinderhandjes. Als jonge hondjes zouden
de kleinen vader voor de voeten loopen, mager en
bleek, de zwarte schaduw van den honger om de
oogen maar dat moest nu vlug verbeteren,
omdat de kostwinner weer terug was ! Geen werk
zou zoo hard kunnen zijn, als het hurken in de
veldjassen, zwaar van het opgezogen water en tot
op het lichaam bevroren. Inplaats van de van
luizen wemelende aardholen lokten het bed en de
geopende armen der vrouw tot rust, en geen fluiten
de, ratelende dood, geen wijd geopende
scherpgetande muil, die zijn vurigen adem den slapenden
in het gezicht blies, zou de droomen meer storen
VREDE ! Hoe is het mogelijk, dat twee korte
decennieën, korter dan twee ademtochten in
de ontwikkelingsgeschiedenis der menschheid, deze
uren en dagen van zuiver geluk zoo spoorloos konden
wegvagen uit millioenen harten? Niets is
goedkooper dan achterwaarts te voorspellen, en toch
moeten wij tot ons zelf zeggen, dat wij buiten den
waard en de groote spelers van het verloren
hazardspel gerekend hebben. Zeker: de kaarten met de
ruggen van verschillende kleur werden weer af
zonderlijk gesorteerd en in hun kassettes
teruggelegd. Maar over den hoog opgetasten berg der
twaalf millioen verloren jetons schoven de partners
elkaar wederzijds de schuld toe, de ,,grafredes"
zweepten de uitgebluschte hartstochten opnieuw op.
Men denke slechts aan den zondvloed van lijvige
mémoires ! Geen medespeler, veldheer, minister of
diplomaat, ja zelfs geen onttroond staatshoofd liet
na, zijn uitgespeelde rol in het openbaar uitvoerig
te commentarieeren. Kleine zonden tegen de spel
regels werden handig verdoezeld, de fouten van de
tegenpartij in feestverlichting getoond, en de
gevaarlijkste vijanden der menschheid, haar ver
geetachtigheid en haar noodlottige sentimenteele
hang, steeds den zwakkere van dat oogenblik bij te
Andreas Latzko
vallen, werden met bewonderenswaarige handig
heid als kamerschermen voor de naakte feiten der
voorafgegane jaren geschoven. Bemanteld en ver
geten waren onmiddellijk weer de tallooze verwoeste
dorpen, steden, kasteelen, de kraterlandschappen
van Belgiëen het oostelijk deel van Frankrijk, dat,
om den Rijn als as omgeklapt en op de landkaart
van het Duitsche Rijk gelegd, het geheele
kolenen industriegebied, de voedende borst, voor jaren
verdord zou hebben.
Het verbluffendste en bijna onverklaarbare feit
was het vergeten van de rol van den thans overwon
nen speler tijdens den bloeitijd zijner mogelijkheden!
Niemand haalde den met de sabelpunt gedicteerden
vrede van Boekarest te voorschijn, met de clausule:
alle petroleum die uit den Roemeenschen bodem
te voorschijn welde was Duitsch eigendom, met
het recht" voor het Koninkrijk Roemenië, de voor
eigen gebruik benoodigde hoeveelheid voor een
,,van jaar tot jaar door de Duitsche regeering vast
te stellen prijs" terug te koopen ! Niemand de jube
lende legerberichten van den opmarsch naar Brest
Litowsk, toen dagelijks duizenden stuks geschut,
tienduizenden machinegeweren veroverd" heetten,
hoewel geen tegenstander ze meer verdedigde !
Gehypnotiseerd door de blikken vol haat die van
onder de borstelige wenkbrauwen van den tijger"
Clémenceau bliksemden, zag Engeland slechts het
gevaar van een nieuw opgestaan Napoleontisch
Frankrijk en was het blind voor den zielstoestand
van een natie, die zich reeds lang grondig aan
militairen roem overeten had. En zoo speelde het
medelijden voor den overwonnene, dat in alle
eenvoudige harten klaar lag, zonder weerstand
over de verwoeste Fransche aarde het uitgehongerde
Duitschland binnen. De treinen met de onschuldig
uitgehongerde kinderen kruisten tijdens den uitreis
den binnenvloeienden credietstroom, die met
ongeschokt vertrouwen gezet werd op de beproefde
kaart van den Duitschen vlijt, de Duitsche betrouw
baarheid en discipline
ZOU het anders hebben kunnen loopen, indien,
zooals in den gewonen handel gebeurt, de
bankroetiers eerst zelf met hun schuldeischers hadden
moeten afrekenen, voordat zij de geheele verantwoor
ding af kunnen schuiven op de door machtshonger
verblinde opvolgers ? Misschien, wie weet, misschien
zouden de dingen een anderen loop genomen hebben,
zonder de keizerlijke sociaal-democraten, zonder
Noske's grüne Jungen" en de in manschaps
uniformen gestoken officiersbataillons, die zich
bliksemsnel vóór de zich langzaam vereenigende
krachten van een voorbij verleden stelden? Mis
schien, misschien had ook het in millioenen exem
plaren gereproduceerde facsimile van Ludendorf's
laatste bevel aan de Duitsche genietroepen, om alle
Belgisch-Fransche kolenmijnen onder water te
S "
:
Prettig scheren!
Het is zoo buitengewoon goed na het scheren
Witte Ptirol te gebruiken, dan schrijnt de huid
niet na en wordt gaaf en geschikt om U eiken
dag opnieuw niet genoegen te kunnen scheren.
ANTON VAN DUINKERKEN
doctor honoris causa
T T ET bericht in de bladen,dat de heer W. Asselbergs
J[ jf op Zondag 7 November zal promoveeren tot doctor
honoris causa aan de R. K. universiteit te Leuven,
wekt alleen belangstelling in den tamelijk kleinen kring,
die weet dat dit de ware naam van Anton van Duinkerken
is, wiens overvloedige, litteraire en journalistieke produc
tiviteit waarvan ook onze lezers dankbaar hun deel
hebben genoten met dit zinvolle eerbewijs wordt beloond.
Maar het is niet alleen de litteraire productiviteit, die hier
geëerd wordt, het is vooral den gids op cultureel gebied, den
geestelijken leider van een groot aantal Christenen
zich-voor-den-Chrütcnnaam-geneerenden
Roomsch-Katholieken en niet-Katholieken, den theoloog, die scherp
de gevaren van de moderne gedachtenwereld voor het
voortbestaan van een beschaafd Europa en de zwakheden
van de kerken, de intellectueelen, de menschen van goeden
.wille en allerlei bewegingen daartegenover ziet. En niet in1
de laatste plaats van zijn eigen kerk, waarin hij de
mystieke traditie van Augustinus, en de traditie van
Franciscus' dienende naastenliefde en armoede zeer ver
sterkt zou willen zien tegenover Je machtspolitieke en
ontgecstelij kende dementen.
Van nature traditionalist, uil hij alles liever dan de
tra\
De schrijvende Van Duinkerken, zooals hij door Mies Blomsma
in het eerstdaags verschijnende boek Wij leven In Holland"
is gettekend
ditie verstarren : de levende kracht van het geloof en de liefde,
moet spreken uit de geheele levenshouding der Christenen.
niet een starre moraal, die verdoemt en tot farizeïsme voert
De gulle Brabander die de thee en het spttitwater verfoeit
en het bier als een familiegoed vereert, heeft den kruisridder,
die op een avontuurlijken tocht groote daden doet, maar ook
wel eens een zonde en zeker vele pekclzondcn begaat,
oneindig veel liever dan den burger, die zijn leven in ont
houding van zonden, maar ook van werkelijke offervaar
digheid slijt. Maar de traditie werkt wet zoo sterk in hem,
dat hij nooit zelf met de Katholieke Kerk zou willen breken:
MC, 5 DE GROENE M«. 3153
zetten, de enkele vuisten, die zich reeds aan de
geheiligde officierskepi's vergrepen hadden, tot
millioenen vermenigvuldigd? Maar al te goed thuis
in het gebruik van veroverde bodemschatten, ver
zekerde de generaal met deze laatste order, reeds
onderteekend boven de schrijftafellade met den
donkeren bril en den valschen baard, aan de jonge
republiek een eersten winter met koude kachels,
stokkend treinverkeer, en vooral gesloten fabrieken.
Daarmee voorzag hij zijn vrienden van den hefboom
van Archimedes: de leuze: dat is nu alles wat
jullie Republiek kan !"
Had de woede over dezen goed berekenden klap
tegen het eigen volk, het weer opbloeien van het
reeds half verstikte heimwee naar de oude ordening
kunnen veranderen in eenleeuwensprongvooruit?
Voorspellingen achterwaarts zijn niet slechts
goedkoop, zij zijn ook zinloos.
HETtragischte hoofdstuk is het lot der oprechte,
in hun eigen verwachtingen verstrikte
droomers, die, in de war gebracht door het knorren van
65 miliioen leege magen, zich op den drempel van
een ideeële omwenteling van hun volk waanden.
Verleid door het drogbeeld van een vereenigd
Europa", dat vluchtig in den morgennevel over
de Zwitsersche meren wiegelde, geloofden zij, dat
eindelijk het oogenblik gekomen was, dat ook hun
geliefde volk, met een vertraging van honderd jaar,
den zevenmijlsstap over de nauw getrokken grens
lijn van de eigenbelangen heen, voor het
menschheidsaltaar van de gemeenschappelijke vrijheids
idealen zouden wagen
De een na den ander als konijnen neergeschoten,
als kevers vertrapt en in hoon versmoord, hebben
zij het korte geluk van den schoenen droom meestal
met hun leven betaald. Het zou grafschennis zijn,
thans nog, en juist thans, aan den grafsteen te
raken, die gewenteld werd ook op dat met
hartebloed gevoede vlammetje van dien droom: dat er
uit het bloedbad der twaalf millioen dooden een
van haat, geweld en machtswellust genezen mensch
heid zou moeten ontstaan. Maar de natuur
kunde leert, dat er geen energie verloren gaat.
Les idees végètent de sang humain" zegt
Lamartine. Het ergste, veel erger dan de dooden, zijn de
verstrooide overlevenden er aan toe. Na het bedwel
mende geluksgevoel, uit het kanongebulder der
duisternis in het klimmende licht van den nieuwen
dag te hebben mogen knipoogen, zitten zij thans
met den rug naar het licht, en staren onmachtig
naar beneden in den hellekrater tot welks rand de
geheele menschheid nader en nader wordt gedreven.
En toch! Met het volste recht heeft Romain Rolland,
dadelijk bij het begin van den oorlog, Thomas Mann
op zijn open vraag, of hij zich niet schaamde voor
het verbond met het Rusland van den knoet en de
pogroms, ten antwoord gegeven: dat het juist het
Rusland van Tolstoi, Gogol, Toergeniew en
Dostojewsky was geweest, dat hem het noblesse oblige
van den schrijver had geleerd: immer gericht tegen
de gewelddadigheid van de heerschende macht, te
staan voor het front van de onwetende massa, die
doofstom is, zoo lang zij geen voorsprekers
vindt.
Reeds vaak hebben volkeren zich eeuwen lang
verslapen, nog immer echter is het geschied, dat
tenslotte toch, zij het na drie maal, na vijf maal
twintig jaar, nieuwe werklieden elkaar vonden,
om met grootmoedig geopende handen de nieuwe
zaden in de bloeddoordrenkte, opengescheurde flank
der oude aarde te strooien.
Het omgekeerde is eer denkbaar, dat een minder tactvolle
leiding of domme menigte geshockeerde burgers hem hel
leven in zijn Kerk onmogelijk maakt. Maar voorzoover het
van hem zelf afhangt, zal hij binnen zijn Kerk, maar altijd
in spanning met het allerdaagsche daarin, leven.
En hierin ligt ook zijn groote betcekenis, dat hij trouw
blijft aan de groep,, waaraan hij leiding geeft; en 'voor1 de»
niet-Roomsche dat hij de levende, waarlijk algemeen-Chris
telijke krachten, die ook in de R.K. leven, uitdraagt. Zonder
dit verband zou hij worden tot een zooveelsten intercssanten
individualist, misschien zelfs tot een consequenter filosoof.
en theoloog, maar hij zou niet meer die hoeder van
menschenharfen zijn, die hij thans is. Xiet alleen, omdat de
trouw van een groot deel van zijn publiek aan hun beider
Kerk toch g rooier zou blijken dan de waarheidsdrang ervan
en het dus met,,den afvallige" zou breken, maar minstens
evenzeer omdat Van Duinkerken zelf voortdurend put uit
de levende kracht der kerkelijke traditie en omdat zijn'.geest
zou verarmen en onproductief worden, wanneer hij deze
bron die hij niet wil dempen of voor andere verruilen,
maar alleen maar helderder zou willen zien zou verlaten.
Zoo blijven tusschen hem en den Protestant principieelc
verschillen staan, maar die verschillen sluiten bewondering
en vriendschap allerminst uit. En deze gevoelens worden
aangenaam gestreeld door het eerbetoon, dat de Leuvcnschc
hoogeschool hem heeft willen toekennen.
ir. r.
PAU.' lu 06 GROEN* No. JISI