Historisch Archief 1877-1940
C' i')
'l-,'
t
E »1
1
HtfA
!?* ?
NIEUWS UIT DE VROUWENBEWEGING
jE Gereformeerde vrouwen
hehben voor de Vrije Universiteit
een bedrag van ruim drie ton bijeen
gebracht. Een kranige prestatie en
een zeer onzelfzuchtige als men uit
het bedankwoord van den President
Curator de geruststelling hoort, dat
zij met inzamelen van deze gelden
niet het (huis) vrouwelijk terrein
hebben verlaten en dat zij als moeders
van studenten toch een eigen ver
band hebben met het gebied der
wetenschap.
recent nummer van de
Femme Polonaise bevat een
uitstekende samenvatting betreffende
de positie der Pootsche vrouw in
publiek- en privaatrechtelijk opzicht
van de hand van de bekende advo
cate, Mme Grazyna Smurlowa. Dit
tijdschrift is o. m. aanwezig op het
Int, Archief voor de Vrouwen
beweging te Amsterdam.
? N een conservatief provinciaalsch
?* blad lezen we de verzuchting :
,,In het land der persoonlijke vrij
heid, die wij gelukkig in Nederland
nog bezitten, zou b.v, het werken van
de gehuwde vrouw op eigen be
drijfje moeilijk verboden kunnen
worden". Er zijn zelfs menschen,
die' op grond van die persoonlijke
vrijheid, de vrouw het recht willen
laten, zelf te beoordeelen of zij al
of niet zal werken /
A J IET veel menschen zullen weten
^ ^ dat de kooplieden uit
IndoChina, die elk jaar op de Pasar
Gambir te Batavia verschijnen,
onder leiding staan van een
Fransche vrouw, Mme Duport, ambte
nares van het Economisch Museum
te Hanoi. Zij is de
vertrouwensvrouw van alle Tonkineesche venters
en kleine kooplieden, wier belangen
zij vaak met succes heeft verdedigd.
(Slot van pag. 15)
verwonderen als straks de Inlandsche
vrouwen ons vóór zijn in den Gemeente
raad, zooals ze dat ook zijn wat het
kiesrecht betreft, maar dit zonder dat
ze het zelf begeerden.
De Inlandsche vrouw n.l. met eenig
grondbezit, heeft het recht om de
loerah, d.i. het hoofd van de dessa (de
burgemeester) te kiezen. Dus een soort
gemeente kiesrecht! Dit bezat ze reeds
vóór de oprichting van den Volksraad.
Ook heeft de Inlandsche vrouw als
deelgerechtigde van de dessa, het recht
om kiesmannen voor den
Regentschapsraad aan te wijzen, waardoor zij
dus invloed uitoefent zij het ook
indirect op de verkiezing van de
leden van dien Raad.
Dat zij van dit recht weinig gebruik
maakt, en, indien zij dit wél doet, zich
door de mannen laat beïnvloeden, zoo
als men mij verzekert, doet aan het feit
niets af, dat ze een soort kiesrecht
heeft, dat wij, Europeesche vrouwen,
niet bezitten: zij is ons dus vooruit.
INDIËheeft veel aan de Europeesche
vrouw te danken. De beschavende
invloed, die er van haar uitgaat op de
Europeesche bevolking, en de drang
om de Inlanders te helpen en te steu
nen, hebben er veel toe bijgedragen dit
land, dat zijn vollen wasdom nog niet
heeft bereikt, op te voede'n tot een land,
dat nu ree'ds in de rij der beschaafde
naties een plaats heeft mogen innemen.
En nu zou men haar nog niet waardig
keuren de rechten, die een staatsbur
geres toekomen, te bezitten?
De Landvoogd heeft onlangs een
groot deel van Indiëbezocht en gaf zijn
tevredenheid te kennen en zijn bewon
dering over al wat in Indiëtot stand is
gebracht. Zou hij er zich rekenschap
van hebben gegeven, dat de eer daar
van voor een goed deel aan de Euro
peesche vrouw toekomt ? Dat zij het is
geweest en nog is, die den man in staat
stelt om met lust en opgewektheid zijn
werk te verrichten door hem een goed
en prettig tehuis en gezinsleven te be
reiden, door zijn moeilijkheden te hel
pen dragen en zijn zorgen te verlichten ?
Dat de Landvoogd dit bedenke, als
hij straks zijn beslissend woord zal uit
spreken omtrent het actieve vrouwen
kiesrecht. '
S. VAN OVERVOORDE?B IE KART
-DE GROENE
geeft iedere week een
belangwekkende rubriek
VOOR DE VROUW
Dit alleen reeds motiveert het
nemen van een abonnement: en
dan is er bovendien nog zoo heel
veel meer!
, Zie den bon op pag. 23
Kinderen
Bloemen voor moeder
O neen, het was volstrekt geen
Moederdag, noch was Moeder
dag aanstaande. We leefden niet
in den tijd waarin de jeugd beleefdelijk
maar persistent door den
alles-ondernemenden winkelstand wordt gewezen
op het geluk, een moeder te bezitten, welk
voorrecht eens diende te worden uitge
drukt in het aanbieden van taarten,
bloemen, bijoux, enfin, wat-u-wilt....
Het was een doodgewone Dinsdag
en Broer deed een boodschap. Om pre
cies te zijn, hij mocht jam halen. Sinds
eenigen tijd griste Broer met koortsigen
ijver het doen van alle boodschappen naar
zich toe. Het was de eerste ontdekkingsreis
in de reëele wereld waar alles contant
betaald moet worden, die hij deed.
Jam, alzoo. Maar het duurde wel
erg lang eer hij er mee thuis kwam.
Moeder keek-al eens ongerust uit het
raam en haaldezich een serie ongelukken
voor den geest, die mogelijk gebeurd
konden zijn.
Totdat Broer fier en zelfbewust de
stoep opstapte. Geen haar was hem
gekrenkt. Links droeg hij de jam en
rechts...., het leek onwaarschijnlijk
en het was nochtans waar: rechts een
groote bos in vloeipapier gewikkelde
bloemen. Stralend kwam hij binnen en
pootte de jam op tafel. En dit is voor
Moeder! Alsjeblieft, Moeder/" De
bouquet werd overgereikt. Sprakeloos
nam Moeder hem in ontvangst. Broer
werd een beetje ongeduldig. Nou....
is het niet lief van mij? Ik dacht: ik ,
moest 'ns bloemen voor Moeder mee
nemen. Moeder houdt veel van bloemen.
Toen ben ik dien bloemenwinkel inge
gaan, u weet wel, naast den kruidenier.."
Moeder had het papier lösgespeld en
ontdekte kostelijke anjers. Dure anjers.
2e vond haar spraak terug. Maar
Broer...., je had toch geen geld,... /"
,,Hoef de ook niet," zei Broer verge
noegd. Ik zei dat het voor u was,
de juffrouw kent me best. Ze zei dat ik
die f l. /,jo straks maar even moest
komen brengen. Mag ik ze nou brengen?"
En, verwijtend: Ben u er nou niet
blij mee???"
Moeder vermande zich. Dolblij,
Broer. En ze zijn prachtig. Ik zal ze
in een vaas zetten. Maar.... je moet
het toch maar niet weer doen. Geen
andere boodschappen halen dan die
moeder zegt, hoor. Een volgenden keer
kom je misschien nog eens met een
eetservies thuis...."
Heel den dag geurden die anjers zoet
in de kamer en telkens als hij de lucht
opsnoof,zei Broer trotsch: Heb ik voor
Moeder meegebracht. Lief van me, hè?"
Worden mannen heusch door het
leven gevormd of worden zésoms
ook geboren? ERICA
GAS
op iedere minuut!
Op iedere minuut van den dag of den
nacht staat Gas tot Uw beschikking. Even
de gashaard aangestoken ... en Dinnen
'n paar minuten is het behaaglijk warm
in huis. Gas verwarming is voordeelig...
vooral nu de tarieven zoo laag zijn l
Vraagt inlichtingen aan de Afd. Acquisitie
der Gemeentegasfabrieken, Amstel l,
Tel. 45182.
wij moderniseeren uw interieur
grondig, stijlvol, degelijk
en met weinig kosten
bespreking geheel vrijblijvend
paul schongs
amstelv.weg 1030 - telef. 22874
moderne meubileering
FA F. SINEMUS
20 Leidschestraat 22
AMSTERDAM C.
GEKL OVERHEMDEN
NAAR MAAT
VANAF Fl. 8.5
PRIMA COUPE EN AFWERKING
EIGEN .ATELIER
*oor liet
verzorgde
interieur
tapijten
N.V. KON. VER. TAPIJTFABRIEKEN
R'DAM. A'DAM, DEVENTER. MOORDRECHT
TOONZALEN TE AMSTERDAM:
SINGEL 404
PIPES
CIGARETTE
HOLDERS
PAG. 16 DE GROENE Ne. 3153
PAG. M DE GROENE No. 3153
AMSTERDAM BIJ DAG
DRIE kleuren verf
den beurtelings den
zigzagweg van het
bootje door grachten en
haven groen, blauw,
zwart.
Het bootje voer, nu eens
voor de helft, dan
heelemaal schuilgaande onder
de ontelbare bruggen,
stoppend om
eenlaagboordigen lichter voorbij te
laten of een motorbootje,
dat om een hoek opdook.
De vaartuigen bewogen door het water als door de
kelders van de stad. In de hoogte, langs de kaden,
bekleed met matte steenen, marcheerden de boomen,
hun gebladerte hing de straten pot dicht, slechts
zelden keek de gevel van een huis er doorheen,
door de keurigheid van de verf zijn patricische af
komst aanduidend. Hier was het stil, windloos, de
hoornsignalen werden zachtjes gegeven, alles was
doordrongen van achting voor de deftige wijken
en het groen slokte gedienstig, als een tapijt, het
lawaai op, dat het toevallig bereikte.
In de haven ging het yoen der grachten over in
blauw: hoe groot ook de opeenhooping van schepen
was, hoe ook de bontheid van hun aankleeding
sprankelde het water weerkaatste breed en
machtig de heldere kleur van den hemel en rondom
was alles gehuld in blij geschitter. Bij de aanlegstei
gers verdrongen zich de goed onderhouden schepen
van de kustvaartlijnen, uit het noorden, uit de
bleekschemerende verte van het Zeekanaal, doemden de
voorzichtige, trage massa's op van de
oceaanschepen; bruine sleepbooten brachten bedrijvig orde in
de menigten handelsflottiljes bij de oevers, trokken
drijvende kranen, bunkers, zwaar geladen lichters.
Het bootje vermeerderde, de haven binnenloopend,
zijn snelheid, maar de zich verbreedende ruimte ver
zwolg gemakkelijk zijn bezige vaart en den passa
giers leek het, dat de voortgang trager werd dan in
de grachten. En traag, als in een ceremonie, ont
vouwde zich de blauw gewasschen haven.
Toen opeens het blauw snel begon te verdwijnen.
Reeds lang waren de voor excursies opgetuigde
pleiziervaartuigen achtergebleven; evenals het uit het
water opdoemende, van het dreunen der treinen
ziedende station en de van metaalklanken over
stroomde, drijvende dokken, waarin, als in een mand
je, de eivormige, eventjes platgedrukte rompen van
schepen geplaatst waren. .Opnieuw beëngden het
bootje van nabij de steenen wanden van een gracht.
Maar de weg voerde in een bijzondere wereld.
Donkerte hing boven het hoofd, alsof de zon ver
duisterde. De gracht brak in korte bochten, die af
gesloten leken als sluizen. Het was er nauw. En
haast op het gevoel gleed het bootje onder de lage,
dichte, lange brug. Voordat hij onderdook in het
koude roet van dezen vreemden tunnel, gaf de
stuurman een waarschuwingssein en een lange,
trieste toon herinnerde ten afscheid aan het achter
gelaten levensovervloedige blauw van de haven.
Onwillekeurig verstilden de menschen, achter den
motor aan. Uit de donkerte trok hun een muffe
koude tegemoet. Een vochtige, kwalijkriekende
stroom van tocht drong door. Geleidelijk begon
vooruit de doorgang van de brug te schemeren en
schitterde, als gelakt, de weerspiegeling van het
water. En toen begon het door de duisternis ver
drukte, door een wade van uitdampingen overdekte,
een in een moeras gegraven graf gelijkend, weg
rottende, zwart Amsterdam op te doemen.
HIER hoopten zich blind de ruggen, nekken, ach
tergevels op van oude, naar het scheen sedert
de tijden van den Uittocht niet gereinigde, niet
gewasschen gebouwen. De huizen stonden in het water,
met hun grondvesten, fundamenten, de kaden van
de gracht vormend. Ver in de hoogte verdwenen de
muren beschilderd, volgeteekend met arabesken
vantallooze schakeeringen van verrotting, schimmel,
zwammen en mossen. De arabesken leefden hier
en daar op, ontaardden: uit spleten en reten, uit
tochtgaten en tuimelramen kroop, blazen vormend,
nieuwe verrotting, die naar beneden afdroop. Vlak
boven de oppervlakte van de gracht, uit buizen en
afvoeren, die in de muren gaapten, sloegen en spoten
stroomen vuil. De brei, waarover het bootje voer,
herinnerde slechts uit de verte aan water, door haar
dichte massa het werk van de schroef moeizaam
tegenwerkend. Grommend en sidderend haalde de
schroef uit de diepte heele hoopen hal f vergaan afval,'
ros, purperen, lijkblauw, op en als kwallen, uitdijend
en inkrimpend1, dreven ze verder. Daar, waar een
toevallige zonnestraal door de opeenstapeling van
PAG. DE 17 GROENE No. 3 53
Vit den roman van Konstantin Fedin, uit
het Russisch onder den titel De Ontvoe
ring van Europa" in vertaling van Mr. Joh.
Huijts, zoo juist bij Nijgh &> van Ditmar
verschenen, lichtten wij een fragment, dat
ons, en waarschijnlijk ook onzen lezers, zeer
ter harte gaat, wijt het handelt over Amster
dam en een merkwaardige beschrijving geeft
van eenige typisch-Amsterdamsche buurten.
huizen viel, verhieven zich
in zijn licht de tongen der
uitwasemingen als wie
rookdampen. Maar daar
ook, zuinig met dezen
straal, een warme bode
uit een vreemde wereld
speelden meisjes op een
bootje,dat gemeerd lag aan
een steenen goot, met een
pop. Lachend wuifden zij
het bootje toe met haar
bloote magere armen en
bogen hethoofd van de pop,
even kroezig als het hare, voorover, om ook haar de
passagiers te laten groeten. Versteend keken zij naar
de meisjes, niet geloovend, dat op den bodem van het
moerassige graf met een pop gespeeld kon worden.
Versteend keken zij naar de verschoten vodden, op
touwen gehangen, welke ter hoogte van de zolders
tusschen de zeldene ramen gespannen waren. Het
waren wimpels, seinen van ongelukkigen, hopeloos
zwervend op den oceaan van armoede. Versteend
keken de passagiers naar de warrige hoofden van
de kinderen, die uit diezelfde vensters staken,
waaruit de vodden hingen, of roode kussens, of
bepieste matrassen of binnenstbuiten gekeerde broeken.
Versteend keken de passagiers naar den gids, die
voor op het bootje stond, met het gelaat naarde
gasten gekeerd, en onbewogen, als Vergilius in de
Hel van Dante, uitnoodigend zich te verlustigen in
de verschrikkingen van het zwarte riool. En hoewel
de passagiers reisden op zoek naar indrukken en
begrepen, dat de groeve, waardoor het bootje voer,
voor hun heele leven een zeer sterke indruk blijven
zou, keken zij bijna smeekend naar den stuurman,
die al te consciëntieus zijn arbeid verrichtte en uiterst
langzaam het vaartuig voerde: verstikken en zijn ge
voel verliezen wilde zelfs de meest nieuwsgierige niet.
Ten slotte de een na de ander de bochelige bruggen
gepasseerd, kwam het bootje weer in het licht.
Naar het H'aterlooplein
VOOR Rogow en Klawdija Andrejewna openden
zich de kaden en zijstraten, kunstig in een
steenen knoop gewikkeld. Met iederen stap in
de diepte van dezen knoop nam het levens
tempo toe. In gloeiende haast liepen de men
schen uit de huizen, bezaaiden de trottoirs en rij
wegen, reden op fietsen, opgewonden met bellen
ratelend, alsof er ergens in de buurt een ongeluk
gebeurd was. Hier en daar, op kleine pleintjes,
buiten de bedrijvigheid, zwermden kinderen, ge
boeid en ongedwongen, als onder het huiselijke dak,
zich met een spel vermakend. Om een hoek trokken
drie mannen, in draagriemen gespannen, op een
wagen een orgel majestueus, vroom versierd,
als het heiligdom van Jehova. De n greep met bei
de handen het rad van het orgel, de twee anderen
gingen, zonder tijd te verliezen, er met geëmailleerde
kommetjes op af om giften op te halen. Met de
bassenkracht van de pijpen, die als kerkkaarsen aan
het front van het heiligdom waren aangebracht, blies
het orgel een gansch onkerkelijke wals. Joodsche
meisjes, elkaar op vrouwenmanier omarmend, draai
den rond op den rijweg. Het aantal paren nam toe,
haarlokken van alle schakeeringen woeien in de
lucht van inkt-raafzwart totbronzen-rood?-de
munten rinkelden al vroolijk in de bakjes. Voor een
oogenblik ophoudend, en met gevoel uithoestend,
ging het instrument op een Charleston over. De
paren gingen achteruit en vooruit, in iedere bewe
ging de volwassenen nabootsend en voor. een oogen
blik het stukje straat met de opwinding van de dans
zaal vullend. De rose monden gingen open, de onop
gewekte oogen brandden, de kleine heupen trokken.
De passeerende mannen begonnen naar de danse
ressen te kijken. Toen hield het orgel kuisch op. De
bakjes werden onverbiddelijk onder den neus van de
kleurende meisjes gestoken, slokten licht de koperen
munten op, die misschien een minuut geleden voor
hooge doeleinden bestemd waren. Het orgel ging
verder, de kinderen verspreidden zich over de hofjes
en achterstraten.
NIET ver vandaan braken rauw gesteun en
krijten door een borrelend dreunen, dat op een
woedende zeebranding geleek.
De branding begon om den hoek. In de branding
werden, met «en handvol andere toeschouwers,
Rogow en Klawdija Andrejewna geworpen: in de
lengte van de heele Jodenbreestraat strekte zich
voor hen de markt van het ghetto uit.
Wat was hier het voornaamste ? De waren, ver
spreid en uitgelegd op dunpootige tafels? Het
gezouten-rookerige aroma van de gerookte visch, dat
,,Het Rottenest" van het begin der O.Z. Voorburgwal,
het verlengde ven het Oudezijds Kolkje
(Teekening L. \V. R. Wenkebach)
over de heele stad dreef, maar zich hier verdichtte tot
de zwoelte van een rookerij ? Het begeerige vuur van
de zwarte oogen, die een kooper zochten ? Het le
vende mengvoer van de koopers zelf, waarvan ieder
bereid was eerder het laatste vest van zichzelf te
verkoopen dan ook maar een halven cent voor een
inkoop uit te geven ? De oudjes, die met bevende
vingers op de toonbanken de imitatiezijde betastten ?
Of de bijbelsche profeten, in de ketenen van zilveren
baarden, bekroond met pothoeden en onbekommerd
wafels bakkend?
Neen, de hoofdzaak waren de kreten en uitroepen
van de kooplieden. Niet eenige kooplieden jammer
den en zelfs niet een verzameling van afzonderlijke
kooplieden: heel de als het zand van de zee tallooze
koopmanschap van het ghetto weeklaagde. De ar
moede riep de wereld aan, dat het haar moeilijk viel
arm te zijn. De armoede weende, dat de kleeren af
gedragen waren en dat de voetzolen met zweren be
dekt waren en zij nergens heen kon voor de heling
van nietziende oogen.
Een bleeke koopman zong, de oogen dichtknijpend,
van kant tot kant schommelend. Opeens ging hij
over in een gebedachtig mompelen, vervolgens
schreeuwde hij op en uithalend met een doordringend
glazen alt, riep hij de markt op: ,,ko-opt, ko-opt!"
Hij schreeuwde, als een verdrinkende, die nog niet
alle krachten verloren heeft, maar reeds duidelijk den
dood voor oogen ziet. Zijn schreeuw ging over in
een gekrijsch hij wilde, hij moest het koken van
het marktrumoer overschreeuwen, zooals een om
komende het gehuil van wind en golven wil over
winnen. Hij opende voor een wijle de oogleden, om
te zien, of men hem niet te hulp snelde en, niemand
ziende, de oogen weer dichtknijpend, in vertwij
feling en gebed, haast in tranen, zong hij, beminne
lijk en verslagen.
Hij zong ervan, dat het aanstootelijk was, de
gezinsfeestdagen en -gebeurtenissen te vergeten, dat
de goede zeden aandacht voor het grootje vereischen,
dat tachtig jaar wordt, voor de vrienden, die hun zil
veren bruiloft vieren, voor de gelukkige ouders, die
de Heer met nog een jongen gezegend heeft. Kent u
de bruid niet, die dezer dagen gaat trouwen? Of
zoo te zeggen, integendeel den bruidegom, die
van plan is te trouwen ? Voor al deze en o, voor al
dergelijke gevallen zijn er felicitatiekaartjes van
mica, Bristolsch karton, van celluloid. Daar liggen
. ze op tafel, gekleurde, vergulde, met verheven teksten
en teekeningeri. Bevalt deze wonderbare schoonheid
u: een rabbijn leest een gebed over een bruid en
bruidegom onder een karmozijnen baldakijn. En
welk een tekst! ,,Wij wenschen u een gelukkig
leven voor vele jaren l" Je hoeft het alleen maar te
onderteekenen.... Of wendt uw blik naar dat tafe
reel: een jonge moeder, schoon als een zonsopgang,
wiegt haar eersteling en liefhebbend kijken papa en
grootvader, grootmoeder, tantes en ooms ernaar en
het beeld is omkranst met een guirlande van purpe
ren rozen. Het leven bloeit als purperen rozen,
rechtvaardige God, hoe bloeit het!
Koop dan een felicitatiekaart, ko-opt!
De koopman begon weer om hulp te roepen en
op zijn wangen verscheen een blos en zijn
krijschende alt overdekte voor korten tijd de kreten van
zijn buurlieden en zijn verdroogde lippen hielden
naar het scheen uit alle macht het meest passende
woord tegen: ik ver-drink!
De koopmanschap verdronk, zich voor de oogen
van het heele ghetto zinloos vastklampend aan den
stroohalm van haar uitroepen. En met
meedoogenlooze onverschilligheid dreigde de branding van de
markt, spelenderwijs, de toonbanken met koopwaar
te grijpen en ze als oeversteenen in den afgrond te
werpen....