Historisch Archief 1877-1940
C /'/..
Dr. HJALMAR SCHACHT
*«'?«
,,Thev say, best men are mouldcd
out offanits" (Mensure for mensure)
HOE het uiteindelijk met het ontslag van
Dr. Schacht als R«ichs-wirtschaftsminister,
dus als lid der Duitsche Regeering, en
later als Reichsbankpresident (zijn termijn loopt
in April '38 af) zal gaan, is voor den buitenlander
niet meer van heel groot belang. Dat hij binnen
afzienbaren tijd geen invloed meer zal uitoefenen
op de Duitsche economie en vermoedelijk ook niet
meer op het financiewezen van dat land, kan men
wel als zeker beschouwen. Zelfs als hij nog eenige
maanden president van de Reichsbank mocht
blijven, zal zijn invloed spoedig ten einde zijn.
En dat is iets wat geen buitenlander onverschillig
kan laten, .en inzonderheid geen Nederlander,
die zich voor de economische verhouding tusschen
Duitschland en ons land interesseert.
Het verdwijnen van Dr. Schacht, vermoedelijk
eerlang, als machtsfactor uit de Duitsche politiek,
is diep te betreuren. Men zou willen hopen, dat
deze nog bijna jeugdige veerkrachtige, die in doen
? en laten een vijftiger zou kunnen zijn, in plaats
van een vijf en zestiger, later weer zou
terugkeeren, zooals na zijn aftreden in 1930. De
Londensche Spectator" schijnt dat nog mogelijk te
achten, daar hij schrijft: ,,But it is worth
remembering that Dr. Schacht is an expert in knowing
when to leave public life and when to return". Dit
mag in 1930 en '33 waar zijn geweest, thans gaat
het zeker niet meer op. Der Mohr hat seine
Schuldigkeit getan .... "l
Dr Schacht is een hoogst merkwaardig man,
singulier in alles. Dit komt reeds tot uiting in het
feit, dat hij zooveel menschen heeft weten te ergeren.
Want alleen diegenen, waaraan een groot aantal
menschen zich langdurig geërgerd hebben, zijn
voor 's werelds loop van belang gebleken.
En het merkwaardigste is, dat van die geërgerden
een groot aantal óf door nadere kennismaking met
den geweidenaar zelf, óf door dieper inzicht in zijn
bedoeling en methoden, gezien tegen den achter
grond van feiten en machten, waai tegen men deze
nu eenmaal moest zien, hun ergernis allengs
hebben voelen veranderen in waardeering en zelfs
soms in bewondering voor zooveel moed, kracht
en intelligentie als hij bleek te bezitten in de hoogst
bewogen periode, waarin hij aanvankelijk de heele
buitenlandsche wereld en zeker een groot deel van
de Duitsche tegen zich had. Maar hij beschikte
over twee gaven des hemels: volledige onbekom
merdheid ten aanzien van de publieke opinie en een
even volmaakte koelbloedigheid ten aanzien van
persoonlijke gevaren.
De taak, waarvoor Dr. Schacht zich gesteld zag,
toen Hitler hem in 1933 weer op zijn oude plaats
als President van de Reichsbank terugriep, waar
van hij in 1930 was opgestaan, omdat hij niet aan
de uitvoering van het Young-plan wilde mee
werken, was uitermate zwaar. De financieéle
situatie in Duitschland, na de ineenstorting van
een deel van het bankwezen in 1931, was zeer
zorgwekkend, het toen nog onvolmaakte
deviezenregime" en de betalingsbalans eischten groote
.inspanning en het werd al spoedig duidelijk» dat
de man, die dit alles moest redderen, niet alleen
het financieéle, maar ook hét economische dash
board voortdurend voor oogen moest hebben, om
ook invloed te kunnen "uitoefenen op de handels
balans. Vandaar dat in 1934 de leiding van het
Reichswiitschafts-Ministerum ook nog aan hem
werd overgedragen.
De grondstoffen-situatie baarde reeds eerder
groote zorg en toch zou juist op dit punt het grootste
wonder moeten worden verricht, zou het oogmerk,
dat toen reeds achter de schermen alles
overheerschte, de herbewapening, in relatief zeer
korten tijd kunnen worden verwezenlijkt. Het is
niet de bedoeling van dit artikel en het is ook niet
met enkele regels aan te geven, wat aan dit probleem
alleen reeds vastzit l Maar Schacht heeft het
opgelost en dit is zijn onsterfelijke verdienste, van
Duitsch standpunt gezien, en het is ondenkbaar,
dat Hitler dit ooit zou vergeten.
Indien ik mij op dit volkomen objectieve stand
punt tracht te plaatsen, dan is dat niet omdat ik
ook maar n oogenblik van meening ben, dat het
buitenland zich in zijn belangen door de doel
stellingen van Schacht ook maar een haar mér
moest laten benadeelen, dan volstrekt onvermijdelijk
was. Integendeel, maar men kan verdediging a
oütrance van eigen belangen zeer goed vereenigen
met een volkomen appreciatie van hetgeen de
tegenspeler wil bereiken. Ik geloof zelfs, dat men
zonder die tweezijdige instelling nooit een goed
onderhandelaar kan zijn.
jee
IN de internationale bijeenkomsten in die jaren,
vooral in die, waarin met de vertegenwoordigers
der buitenlandsche crediteuren moest worden
onderhandeld, was Dr. Schacht dikwijls van een
onnavolgbaar cynisme, ho«wel dit woord niet
nauwkeurig weergeeft wat ik bedoel. Misschien is
het Duitsche ,,rücksichtlos", gecombineerd met
,,unverfroren" beter, hoewel dit laatste zeer
onhoffelijk klinkt. Nu moet men weten, wat dit
beteekent in een gezelschap, samengesteld uit den
fine fleur der Engelsche en Amerikaansche finan
ciers, om van de Nederlandsche nog niet eens
te spreken. Voor deze heeren gelden, zooals vanzelf
spreekt, onwrikbare regelen van gedrag en op
treden (naar buiten). Een volkomen correcte toon
is ook dan de rigueur, wanneer men helaas genood
zaakt mocht zijn elkaar de financieéle keel meer
of minder dicht te knijpen. Dr. Schacht was dit
uit eigen ervaring zeer wel; hij was jarenlang
verbonden geweest aan de destijds groote
Danatbank en kende de spheer, waarin hij moest op
treden, volkomen. Hij wist dus ook heel goed
hoeveel bittere vijandschap hij zich op den hals zou
halen en, wat bijna nog erger is voor een bankier,
hoeveel wantrouwen en vrees. Doch het belang van
zijn land, zooals hij het zag, was voor hem een
alles overheerschend motief. Hij heeft met zijn
hoogst eigenaardig Draufgangertum" tenslotte
vrij veel bereikt. Van de buitenlanders was niemand
tegen hem opgewassen (It's the misfortune of
worthy people that they are cowards, zegt Emerson
ergens). Hij werd als een soort natuurverschijnsel
beschouwd, in welks bestaan men zich wel moest
schikken, zooals in het bestaan van een
vuurspuwenden berg of van Mussolini. En het is ty
peerend, dat de Engelschen de eersten zijn geweest,
die hun negatieve gevoelens ten aanzien van
Dr. Schacht ten slotte in foutieve, waardeerende
hebben omgezet, later daarin door vele anderen
gevolgd.
HET is de heer Montague Norman, Governor van
de Bank of England geweest, die onder den in
druk hoe dan ook van Schacht's persoonlijk
heid, destijds diens eerste buitenlandsche supporter is
geworden. De invloed van den heer Norman op de
meeste leiders der andere circulatiebanken schijnt
altijd nog al groot geweest te zijn en van
de geregelde bijeenkomsten van deze heeren op
de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel
begon het eerst een veel gunstiger beoordeling
van Dr. Schacht en van zijn bedoelingen in de
wereld door te dringen. Men begon te begrijpen,
dat hij een zeer moeilijken strijd tegen twee fronten
had te voeren, terwijl men aanvankelijk aan het
binnenlandsche front niet voldoende aandacht had
besteed, dat door zeer radicale
nationaal-socialistische theoretici was bezet, die met hun voor het
ruilverkeer wellicht zeer gevaarlijke denkbeelden zoo
spoedig mogelijk wenschten te experimenteeren
en overal de oude" practici aan den dijk wilden
zetten en in de eerste plaats Dr. Schacht, die zelfs
geen lid was van de partij, maar die toch als een
onverzettelijke rocher de bronze hun den weg
versperde.
In een later stadium moest men bovendien wel
bewondering krijgen voor de op zwarte kunst
gelijkende wijze, waarop hij de binnenlandsche
koopkracht van de mark in stand wist te houden,
zónder zich daarbij de exportvoordeelen van een
devaluatie te laten ontglippen. Het was alles
vreemd en zonder precedent. Ieder weet wel iets
van het hoogst gecompliceerde systeem van export
premies, ten deele met behulp van vele soorten
marken van ongelijke waarde in het buitenland.
Het systeem héft iets geniaals. Maar indien een
ander land zulk een financieel talmud had opgezet,
men zou in Duitschland ongetwijfeld hebben
beweerd, dat de wijzen van Zion er de hand in
gehad hadden. Dr. Schacht en enkele van zijn
knappe helpers, waaronder de terecht beroemde
Dr. Hartenstein, hebben daarmede overtuigend
bewezen, dat zuivere Ariërs ook op het gebied der
meest geraffineerde casuïstiek gemakkelijk op
gewassen zijn tegen het bekende misdadige ras.
Voor buitenlandsche deskundigen was allang
duidelijk geworden, dat Dr. Schacht om het
onvriendelijker uit te drukken, dan het bedoeld is
van verschillende kwaden het geringste was. Trots
zijn ongewone methoden bleek hij in den grond der
zaak toch een aanhanger der beproefde en klassieke
financieéle en economische beginselen en hij had
den moed daarvoor ook in een andersdenkende
omgeving zeer duidelijk uit te komen, voor wie
het wilde verstaan. Ik heb eens een lezing van
hem ' over Nationaal-Socialistisch bankwezen"
PAG. 6 DE GROENE No 3154
arn
Dr. Schacht
gelezen, waarin alle
beproefde, klassie
ke beginselen van
banking te vinden
waren en waa-in het
nationaal - socialisme
ongeveer de rol speel
de, die bloemen op
een dinertafel spelen
ten aanzien van de
voeding der gasten.
Als Dr. Schacht
intusschen'' beweert,
zooals hij nog pas in
Bazel gedaan heeft,
dat hij'in zijn econo
mische en financieéle
politiek nimmer'een
andere lijn heeft ge
volgd dan de Führer
en zulks ook in de toekomst niet zal doen, dan schijnt
mij dat volkomen waar, in den specifieken zin van
het chacun sa vérité" van Pirandello. Ieder weet
dat Hitler reeds overbelast moet zijn met de politieke
leiding, zoowel de binnen- als de buitenlandsche,
waarbij dan nog alle representatie komt, die een
staatshoofd nu eenmaal niet kan ontgaan. Even
eens in het zeer bekend, dat de belangstelling van
Hitler altijd naar het politieke en het sociale, maar
nooit naar het f inancieel-economische uitgegaan is.
Men behoeft derhalve niet te twijfelen aan de
eenheid van lijn, maar men moet haar op een
ietwat ongewone wijze interpreteeren. Bij de
beoordeeling van Schacht's verbluffende open
hartigheid, moest men eveneens altijd rekening
houden met het leerstuk der multiple waarheid.
Zijn openhartigheid was even verbazingwekkend
als verkwikkend. En even misleidend. Want hij
was tegenover ieder op een andere wijze open
hartig. Chacun sa vérité! Schacht behoorde niet
tot die dokters, die aspiiine geven voor alle kwalen.
Integendeel: al zijn patiënten hadden dezelfde
kwaal, maar hij gaf elk iets anders. Men begrijpt
de groote gevaren van zijn amusante methode voor
naïeve zielen. Gevaarlijker nog omdat Di. Schacht
zeer brillant en zeer humoristisch kon zijn. Daar
hij met zeer vele mannen van ongewoon formaat
een angemessene" ijdelheid gemeen heeft, houdt
hij ervan zijn geestesgaven niet te verbergen. Zijn
humor en zijn explosies van woede waren gelijkelijk
aanleiding tot veel gepraat en er is altijd veel over
hem in kranten geschreven, rijp en groen. Ik geloof,
dat hem dit heelemaal niet onaangenaam was
(of is) en dat hij het er van harte mee eens is dat
there is only one thir g in the world worse than
being talked about, and that is not being talked
about".
/"SNGETWIJFELD heeft Dr. Schacht een
opVX rechte en groote bewondering voor Hitler
als dynamisch phenorneen van den allereersten
rang. Maar ik vermoed, dat hij van de nat. soc.
Weltanschauung" en van zeer veel dat daaruit
in de praktijk is voortgevloeid, niet veel moet
hebben. De verklaring van de op zich zelf ideo
logisch" wonderlijke loopbaan van Schacht kan
dan ook alleen worden geput uit zijn vurige vader
landsliefde, gecombineerd met een zeer sterk
zelfbewustzijn. Het vaderland had in die duistere
jaren den dienst en de hulp noodig van zijn meest
energieke, wilskrachtige en intelligente zonen.
Hij was zich ervan bewust daartoe te behooren.
Zulke mannen storen zich in zoodanige omstandig
heden noch aan hun eigen verleden, noch aan
partijgrenzen. Hij was als democraat begonnen
en op de vrijwel joodsche Danatbank groot gewor-?
den, volkomen internationaal-financieel en der
halve liberaal georiënteerd. Wat deed het er toe?
Hij was een sterke, hij had de toekomst gepeild,
hij was heerschzuchtig. Maar de republiek van
Weimar had niets van dit alles. Zij was zwak,
doorgrondde de toekomst'niet, kon geen
heerschzuchtigen verdragen. Maar zóó kon Schacht zijn
land niet van den economischen afgrond terug
houden ! Er kwam vervreemding en irritatie, die
tijdens de onderhandelingen over het Yoüngplan
in 1930 haar hoogtepunt bereikte en het tot af
treden van Schacht leidden. Het financieéle on
geluksjaar 1931 stond voor de deur. Het kon zoo
niet doorgaan. De sterke man begon uit te zien
naar andere sterken. De ideologie" was bijzaak
geworden, het ging thans om heel andere dingen
en daarvoor moest men heel wat op den koop
toenemen.
Al wist de heer Schacht toen nóg niet hoeveel.
RIES
S AM Praeger, de laatste Bohémien, de eerste
Dadaïst, de meest on-Amsterdamsche Amster
dammer, de wonderlijkste fantast, muzikant,
grappenmaker, menschelijke mensch, generaties
lang omringd door de bewondering en vereering
van de meest uiteenloopende menschen, centrale
figuur van wat zich, als kunstenaar en er zich voor
houdend, des nachts verzamelde om een uitsmijter
te eten, over kunst te praten en te roddelen, deze
deftige oude heer met zijn bijna Franschen inslag
en negentiende-eeuwsche uiterlijke degelijkheid
van kleeding, is voorgoed verdwenen uit het leven
dat hij zoo menigmaal opfleurde met zijn aan
wezigheid, met een grap, een sarcasme, een gek
verhaal, een herinnering aan vervlogen tijden.
Want hij is drie en tachtig geworden, al wist
niemand vóór Sam's vijf-en-zeventigsten verjaardag
hoe oud hij eigenlijk was. Hij moet een haarmiddel
bezeten hebben uit den tijd der Pharao's en zijn
beste grap was dat hij jong bleef, tot hij opeens
zoo oud werd dat hij het maar niet meer verborg.
Zijn levensjaren waren Indische jarsn hij is
dus meer dan honderd zestig geworden in levens
vreugde en genieting van den dag. Zijn leven was
gevuld met muziek en wanneer deze afbrak in
zijn brein en niet uit zijn vingers stroomde, dan
ving in zijn hersens die kakelbonte dans aan van
beelden het eene grotesker dan het andere. Hij
verhaalde ons die en groepearde de figuren, en zijn
dwaasheden waren werkelijker dan de werkelijk
heid. Een enkele maal greep hij zelf in het wat te
saaie leven in en commandeerde gebeurtenissen
die de lieden waarmede hij speelde in de grootste
moeielijkheden brachten. Hij was jaren lang kapel
meester bij de Nederlandsche Tooneelvereeniging
en wanneer de troep op tournee was, dan bedacht
Sam dingen die de eentonigheid van het bestaan
verbraken. Als dankbare assistent had hij den
vroeggestorven acteur Alex Faassen.
Bezorgt u even twee hooge waterlaarzen bij
meneer Van der Horst", bestelde Sam in een
schoenenwinkel. Meneer moet ze om zes uur in
het hotel hebben".
Er werden sigaren besteld voor een actrice,
rollen zeil voor mevrouw De Boer van Rijk, kisten
met mandarijntjes voor meneer Ternooy Apèl.
Als de Sinterklaas van zijn fantasie liep Sam door
de provinciestad en bestelde, bestelde.
Om zes uur zaten dan Sam en Lex achter de
gordijntjes van een kroegje te wachten op de ont
wikkeling van het stuk. Het hotel begon te vibreeren.
Je moest Ternooy Apèl geen mandarijntjes brengen
die hij niet besteld had en het was gevaarlijk bij
mevrouw De Boer van Rijk aan te komen en haar
te overtuigen dat zij rollen vloerzeil noodig had.
ledereen was even opgewonden en het duurde
nogal tot de dames en heeren er achter kwamen
dat iemand hun een grapje" had aangedaan.
Maar Sam was zeer populair en men eindigde
altijd met hem te vergeven, zoödat Sam telkens
opnieuw zijn kattenkwaad uitvoerde, alleen maar
om het plezier die groote kinderen er telkens te
zien inloopen.
DE kranten hebben zijn biografie gebracht
niet die van Sam, doch van den heer Sam
Praeger, den kapelmeester en leeraar. De vader
van Praeger wilde een goed musicus van hem
maken en op zijn vijftiende jaar kwam de jonge
Praeger bij Coenen hij speelde in het orkest
bij de gebroeders Van Lier en toen ging hij pianoles
nemen en geven. Later is hij clarinettist in het
Paleis, voor Volksvlijt en dan wordt hij concert
meester in den Parkschouwburg. Daar droeg hij
een soort uniform en het was grandioos. Niet dat
de uniform hem vreemd was, want hij had deel
uitgemaakt van het muziekcorps der schutterij,
dat de tafelmuziek verzorgde" wanneer er in het
Paleis feestelijkheden gebeurden. Kriens, de be
roemde clarinettist, was een vriendje van hem en
als zij daar dan zaten achter het palmenarrangement
dat de muziek" van de zaal afsloot, gebeurde het,
dat Kriens of Sam van den een of anderen heer l ij ken
schotel die voorbijgedragen werd, een boutje
snaaiden. Zij stopten den roof onder hun
uniformjassen en wachtten op de pauze om het oneerlijk
verworven goed te verwerken. De lakeien voelden
zich bestolen, doch zij konden moeilijk bonje"
maken waar de koning bij zat.
En bij n van die gelegenheden zijn- Kriens en
Sam op verderen roof uitgegaan en hebben een
roomtaart meegevoerd naar de Burgerzaal, waar
zij heele stukken uit de taart aten en vervolgens
met de rest oneerbiedig mikten op de schaduwen
van het verleden. Er kwam ineens een groote
gouden lakei binnen. Kriens wierp zich ter aarde
en smeekte: genade Sire!"
Ik ben uw koning niet", zei de lakei ver
achtelijk en toch gevleid.
Loop dan naar den bliksem, mosterdjongen",
moet Kriens geantwoord hebben en de twee muzi
kanten zorgden zich met een vaartje in veiligheid
te brengen het meest onwaardige tafereel dat
de Burgerzaal ooit aanschouwd heeft.
Sam was de man die het begrip: Bocht van de
Rustenburgerstraat" had uitgevonden. Hij zei het
op een wijze dat men het verschil niet hoorde met:
Bocht van de Heerengracht. Later woonde hij in
de Pieter Aertszstraat en sprak bij voorkeur van
het rijkste gedeelte van de Pieter Aertszstraat".
Daar woonde hij. Er waren tijden dat Sam aan
den verkeerden kant zat van de rijkdommen, maar
zijn prachtige zelfspot zetten hem daarover heen.
Deze man kon niet arm zijn.
HIJ was dol op de Franschen en veertig jaar
geleden werd zijn ideaal vervuld. Hij ging
naar Frankrijk waar hij pianist-repetiteur werd
van het Nouveau Théitre. Het was een
hongerbestaan, verrijkt en verlicht door een geest van
camaraderie en door den humor van de sof. In
Frankrijk kon je honger lijden, meende Sam en
hij kon dagen lang vertellen van zijn avonturen
hoe hij in een geleenden rok een Italiaansch zanger
moest begeleiden, in een deftig salon. De broek
kwam hem tot aan zijn schouderbladen, maar de
zanger zakte. En dan was er de vader van een
wonderkind, dat door Sam begeleid zou worden
en de afgesproken prijs was dertig francs. Doch
de pa probeerde af te dingen en toen liep Sam kwaad
weg en toen haalde de vader hem terug en na het
einde van dit onderhoud had het karakter van
Sam en diens bereidheid de gansche geschiedenis
in het water te laten vallen het gewonnen: hij
kreeg het dubbele.
Sam ging na een tijd naar Holland terug en
werd kapelmeester bij Kreeft en Budermann
later kwam hij bij Royaards en bij het Vereenigd
Tooneel. Wie kende hem eigenlijk niet, of liever:
wie kende dat hoofd niet met de levendige, donkere
oogen en het zwarte snorretje, dat boven den
orkestbak kwam uitkijken? Praeger was van
Boheemsche afkomst zijn familie was in een
woonwagen naar Holland komen afzakken en van
zijn vader heeft Sam Praeger die liefde voor Frank
rijk geërfd. De oude heer haatte Duitschland en
hij was verder van conservatieve natuur. Zoo wilde
hij zelfs in het heetst van den zomer zijn bontmuts
niet afzetten, die hij ook onder het spelen ophield.
Sam vertelde hoe hij bij Kes les had gehad in
klarinetspelen en dat Kes hem verweet zich niet
genoeg te concentreeren. Hij moest het maar eens
prpbeeren in een bedstee: als je daar oefende kreeg
je een prachttoon. En Sam kroop in de bedstee
en Kes deed de deuren op slot en ging naar zijn
stamcafé. Zoo liep Sam er ditmaal eens in. Hij
beweerde later, de gewenschte tonen aan zijn
clarinet ontlokt te hebben door middel van een
klontje suiker.
HIJ beminde zijn vleugel, hij beminde Parijs en
hij beminde de dieren. Met de menschen kwam
het wel in -orde, maar de dieren hadden zijn groot
gevoel en de dieren speelden in zijn verhalen een
groote rol. Met zijn scherpe, nasale stem kon hij
vertellen van den haring dien hij gedresseerd had:
dat beest liep hem overal na".
En op een goeien dag werd hij zoo flauw en je
zag dat het beest zich niet lekker voelde. Ik heb
hem de temperatuur opgenomen en hij had negen
en tachtig in de schaduw. Nou, je begrijpt dat ik
ongerust was. De dokter zei dat er niets aan te
doen was, maar het arme dier kon me zoo smeekend
aankijken en to'en heb ik hem meegenomen naar
professor Lanz. Die zei: Sam, je had geen half
uur later moeten zijn. Ze hebben hem geopereerd
het was blinde darm. Hij was er met een week
weer boven op en zoo gezellig dat we nou weer
samen praten. Wat zoo'n stom dier je niet ver
tellen kan. Maar toch is het een angstig bezit,
met al die katten in de Bocht van de Rusten
burgerstraat. Heb ik je al verteld wat me gisteren
gebeurd is? Ik loop op het Leidscheplein en daar
zie ik iemand op den hoek van de Marnixstraat
een kou vatten l ?
Moet je hooren. Verleden week loop ik in de
Kalverstraat en daar kom ik mezelf tegen. Ik
groette natuurlijk, maar nou moet je je voor
stellen dat ik mezelf een beetje uit de hoogte
teruggroet, net of ik er niet op gesteld was mezelf tegen
PAG. 7 DE GROENE Ne. 3154
Som Praeger
te komen. Ik werd een beetje kwaad, want waarom
zou ik niet beleefd teruggroeten als ik mezelf
tegenkom en behoorlijk groet"?
En altijd zweeft.... zweefde.... om de lippen
van Sam een halfweemoedig lachje. Om hem heen
kon de lach opgieren, maar het was niet zoo om
te gieren, want men voelde de aanraking met een
man die uit behoefte aan rust en eigen verstrooiing
zichzelf bezig hield met de beelden die zijn fantasie
opriep. Zijn fantasie schiep het Praegertheater, dat
zulke enorme afmetingen had dat de acteurs met
een trein van de eene zijde naar de andere gebracht
moesten worden. En hij heeft een symphonie ge-'
schreven een symphonie die niet begint.
,.Je begrijpt dat Mengelberg hem wou zien, maar
ik kon hem natuurlijk niet laten zien. Want er
was geen begin aan, hé! Nou, hij huilde. Hij vond
ze prachtig en na tien minuten moest ik hem
troosten en hij zat op mijn schoot en mevrouw
Mengelberg kwam binnen en ikzei: pardon, mevrouw!
Hij zat eigenlijk niet op mijn schoot, zie je.
Weet je wat er gebeurd is? Ik vond mijn kamer
zoo naargeestig en tóen dacht ik: ik laat hem be
hangen.' En ik ben wat overijld te werk gegaan,
want toen het behang er op zat zag ik dat de poes
niet meer bij het behang kleurde. Nou heb ik de
kat laten keeren en het gekke is dat ze nou altijd
lacht als ik met een schoteltje melk kom".
De poes van Sam is een wonderdier, dat met
dartele sprongen als achter een wapperend lint
aan door zijn fantasie huppelt.
Ik vind het zoo prettig om jarig te zijn en nou
heb ik een bacil ontdekt om jarig te worden. Het
is een erg klein dier hé, maar het kost twee honderd
duizend gulden. Je kan hem in dezelfde uitvoering
krijgen, maar dan om jarig te worden-met
cadeautjes. Dan kost hij zeven honderd duizend
gulden. Ik heb Sammelientje zoo'n bacil ingegeven
en je gelooft me niet als ik je op mijn eerewoord
verzeker, dat alle katten uit de buurt met stukjes
worst zijn gekomen om Sammelientje te
feliciteeren. En dat gaat iederen dag zoo door".
OP zijn vijf en zeventigsten verjaardag heeft
Amsterdam hem gehuldigd en op zijn tachtigsten
deed men het nog eens over. En iederen keer
brachten de kranten dat scherpe kopje van den
Franschen musicus met den zwarten flambard en
het fijne lorgnetje. Maar hij werd erg oud en voor
een paar weken, toen hij een van zijn naaste
familieleden naar het kerkhof bracht, zette Sam
zich op een bankje en zei in een suprème oplichten
van Praegeriaanschen humor: Zouden we hier
maar niet blijven zitten? Is het nog wel de moeite
om dat heele stuk terug te gaan"?
Zijn biograaf heeft ontbroken. De geduldige
mensch, die uit dit leven alles noteerde de zotte
invallen en fantastische verhalen: De
Praegervertellingen. J. VAN HOORN
fAG. 14 DE GROENE No. 3153