Historisch Archief 1877-1940
C i")
>. »?
KANTTEEKENINGEN
PICCADILLY CIRCUS IS HET PLEIN
dat het centrum uitmaakt van
mondain en sociaal Londen. Dit
deel van de stad, met zijn clubs, hotels
en magazijnen, is langzamerhand het
middelpunt geworden van al wat er ter
wereld aan gratie bestaat. Parijs moet
het erbij afleggen, terwijl New York
daar nog in geen menschenleeftijd aan
toe is. En in het midden troont dan ook
een luchtig standbeeldje van Amor.
Het is misschien wel de eenige plaats
in het Vereenigd Koninkrijk waar van
de Liefde iets naar buiten blijkt. En
daaromheen dondert het verkeer van de
wereldstad.
Van de week heeft Burgin, de mi
nister van verkeer, daar aan den heer
Vanderpant, den burgemeester van
Westminster, een ander monument
overgedragen, een robot", die hij
Little Eva noemde. Het is een
bruingeverfd ijzeren kastje, een automatisch
werkende ijzeren schakelkast, die de
lichtsignalen van alle toegangswegen
tot dit kwartier bedient. Een klein
leger van politiemannen wordt daar
door overbodig....
Het groote wereldverkeer kan het
nog niet zonder die politiemannen stel
len. Daar is het nog steeds een ver
keerschaos. Ieder zoekt zijn doel; men
jaagt dat met een totaal gebrek aan
gard voor de behoeften van anderen
na en stoort zich daarbij al heel weinig
aan de wetten van het verkeer.
Maar kan men het wel buiten die
verkeerswetten stellen? Wordt niet
juist de behoefte daaraan en de
noodzakelijkheid dat men zich ook
aan Ujn verplichtingen houdt uit
het verkeer zelf geboren? Zijn niet de
handel, zoowel als de beschaving, tot
ondergang gedoemd wanneer plechtige
tractaten telkens weer met voeten
getreden worden ?
Wij zijn in internationale zaken nog
heel ver verwijderd van een automa
tische verkeersregeling. Maar dat is
zoo erg niet. De noodzaak van een ver
keersregeling is onweerlegbaar geble
ken. In Europa, aan de Middellandsche
Zee en in het Verre Oosten. En pas uit
de noodzaak wordt het Feit geboren.
Laat ons inzien, dat wij er zonder
verkeerspolitie niet komen en dat het
noodzakelijk is, dat er een wereldpoli
tiemacht komt. Dat wil zeggen: dat er
eenige mogendheden gevonden worden,
die zich voorloopig met deze taak be
lasten.
NIETS ILLUSTREERT ZOOZEER HOE
groot de chaos is, als het feit dat
een reis, zooals die van Lord Halifax
naar Berlijn, noodig is geworden. Voor
de Europeesche politiek is deze reis van
zeer groot belang. Meer dan Berlijns
ruzie met den correspondent van Havas,
en meer dan het onderling bekvechten
van de gevallen grootheden De la;
Rocque en Tardieu. Of het bezoek van
den Belgischen Koning te Londen.
Den laatsten tijd is van Duitsche
zijde maar al te vaak een politiek van
LEYSIN
ZWITSERLAND
CHOOQTE: 1SBO-14BO m)
BEHANDELING VAN ELKEN VORM
| VAN TUBERCULOSE f
INLICHTIGEN: STÉDE DÉVÊLOPPEMENT, LEYSIN
afdwingen zichtbaar geworden. Geheel
in het midden gelaten of er werkelijk
plannen werden gesmeed tegen
TsjechoSlowakije of Oostenrijk, men dreigde
er toch mee. De openlijkheid ervan zou
haast tot de conclusie leiden, dat het
niet serieus was. Maar zoo oppervlak
kig mag men de zaken niet bekijken.
Men was te Berlijn van oordeel dat
avonturen in Centraal Europa Enge
land en Frankrijk wel zouden veront
rusten, maar niet naar de wapenen zou
den doen grijpen. Dit is een vergissing.
Maar hoe het ook zij, men schermde er
met dreigementen om concessies te kun
nen krijgen op het stuk van koloniën.
Eden had zich vroeger reeds negatief
uitgelaten: het was niet zeker dat
Engeland in een Centraal-Europeesch
conflict afzijdig zou blijven. Het moest
nu duidelijker gezegd worden, en posi
tief : onder vier oogen. Vandaar Halifax1
reis. Vandaar dan ook dat juist die
kringen in Duitschland, die een con
flict n iet uit den weg gaan, op het
laatste oogenblik met uiterst ontact
volle publicaties aankwamen. Hun
moet het dan ook zeer onwelkom zijn
wanneer van Engelsche zijde de stel
ling onderstreept wordt, dat onder fat
soenlijke menschen, die eikaars ver
zekerde belangen weten te respectee
ren, over alles gesproken kan worden
misschien zelfs wel over de terug
gave van koloniaal bezit, maar dat
afpersingsmethoden slechts tot een ver
keerd resultaat zullen leiden.
Jammer genoeg is de invloed van de
verantwoordelijke elementen op dit
oogenblik bijzonder groot. Halifax' reis
kan daarom wel eens even leerzaam
zijn, als die van Simon en Eden, drie
jaar geleden.
HEEFT DE WERELD AANVANKELIJK
de portee van de Brusselsche con
ferentie onderschat? Het heeft er allen
schijn van. Op Japans afwijzend ant
woord heeft de conferentie scherp ge
reageerd met een veroordeelende Decla
ratie, waaraan alleen Italiëniet mee
deed. De Scandinavische landen deelden
wel het principe van Japans veroor
deeling, maar teekenden niet omdat
zij daar niet bij betrokken waren". Zij
zijn er ernstiger bij betrokken, dan zij
zich wel realiseeren. Tua res agitur !
Tractatenschennis is een universeele
bedreiging geworden.
Er zijn verschillende feiten, die er op
wijzen dat het in een nabije toekomst
wel degelijk ernst kan worden met het
in de Brusselsche Declaratie vervatte
voornemen om zoonoodig internatio
nale maatregelen te overwegen die een
beëindiging van het conflict kunnen
afdwingen. Daar is allereerst de stout
moedigheid die spreekt uit het optre
den en meer nog uit de intieme
mededeelingen van de
Amerikaansche delegatie. En uit zekere
kenteekenen, dat er een keer dreigt te komen
in de Amerikaansche publieke opinie.
Amerika kon Engeland zeer wel op
sleeptouw gaan nemen.
Dan is er Rusland, dat
zich in den naderenden
winter sterk voelt. Veilig
in Europa, veilig aan de
bevroren Pacific-kust van
Siberiëen paraat tegen
over de verschrikkelijk
lange Japansche verbin
dingslijnen in Noord-Cru.
na. Die zullen nog langer
worden wanneer ook Nan
king bezet zal zijn.
Litwinof is uit Brussel
weggegaan en heeft ge
zegd, dat hij alleen terug
zou komen, als het noo
dig werd. Intusschen is
het bericht opgedoken, dat
het door Rusland gewapende
BuitenMongoliëzich als van de partij van
China zal beschouwen. En wat meer
zegt: in de Spaansche zaak heef t
Sowjet-Rusland zich pijlsnel bij de politiek
van Engeland neergelegd. En dat nog
wel nu het duidelijk wordt dat Engeland
met een mogelijke zege van Franco
rekening houdt en alles doet om in
dat geval op Spaansch gebied niet door
Duitschland en Italiëverdrongen te
worden.
Door lichtzinnigheid in den opzet en
meer nog bij de uitvoering, is twee jaar
geleden de internationale actie tegen
Italiëmislukt. Al droeg die actie weinig
vruchten, zij bloeide onverwacht snel.
Ook ten aanzien van Japans overwel
diging van China kan men een plotse
ling ontstaan van een internationale
politie-actie te zien krijgen. Wel te ver
staan: het kan. Wij profeteeren niet.
Hoe moet dan de houding van Neder
land zijn? Wij kunnen ons voorstellen
dat dat op dit oogenblik reeds een onder
werp van zorg voor de Nederlandsche
regeering uitmaakt. Mogen wij ons a/^
zijdig honden? Neen.
Tractaatschennis en agressie, dat is ook onze zaak.
Vandaar onze opmerking over de drie
Scandinavische landen. Maar aan den
anderen kant: wij mogen niet mee
doen aan een lichtzinnige of fantasti
sche onderneming. Ook zou de Neder
landsche Regeering niet eer mogen be
sluiten tot een solidair optreden met
een nieuwe improvisatie van een
wereld-politie dan nadat zij van de groote
mogendheden, in casu de Vereenigde
Staten en het Britsche Rijk en in
dezen nok Frankrijk vele garantie's
zou hebhen gekregen. Allereerst inzake
ons koloniaal bezit.
Daarbij is n ding duidelijk: dat
wij ook in Indiëparaat moeten zijn.
Want zelfs een zuiver economisch op
gezette actie moet zich van den sterken
arm kunnen bedienen.
En ook daarmee is aan den plicht van
goed overwegen nog niet geheel vol
daan. Want bij dit alles moet men niet
uit het oog verliezen, dat in zekeren zin
Japan een noodsprong doet. Een uit
wijding hierover past echter niet in dit
weekoverzicht.
BIJ DE VOORTZETTING DER
ALGEgemeene Beschouwingen hier te
lande bleek de stemming algemeen wel
gunstig voor een aanzienlijke verster
king van onze weermacht; maar van
alle kanten en in alle gradaties-van
kracht is tegelijkertijd tot uiting
gekomen, dat bijna algemeen bezwaar
wordt gemaakt tegen het unieke"
karakter van de defensie-uitgaven en
dat vrij algemeen beseft wordt dat
op sociaal- en onderwijsgebied onze
volkskracht evenzeer in gevaar is
als op militair gebied. De regeering
heeft hiertegenover geen enkele con
cessie gedaan, maar gepoogd de oppo
sitie af te leiden naar de verschillende
begrootingshoofdstukken; iets wat niet
klopt met haar eisch van een sluitend
budget. Dat dit nu niet bepaald de weg
is om de nieuwe defensie-uitgaven
populair te maken hoeft geen betoog.
Wel meer toelichting vereischen tal
van afzonderlijke posten. Déinner
lijke noodzakelijkheid van den
kruiserbouw voor Indiëin plaats van het
vliegtuigen, en duikbootensysteem
wordt geponeerd, maar niet toegelicht.
Wanneer het noodzakelijk is in ver
verband met een collectief
veiligheidsstelsel in Oost-Azië, kan men wellicht
over de bezwaren heenstappen, die
thans niet weerlegd zijn. Maar Iaat de
regeering dit dan ook eens uitspreken
en niet schermen met
zelfstandigheidsficties. En Wat den verlengden dienst
plicht betreft: het is ook allerminst
bewezen, dat werkelijk de volle elf
maanden noodig zijn om aan het
vereischte van behoorlijke oefening en het
paraat hebben van geoefende troepen
in de grensstreken, te voldoen.
Wat er nu straks zal gebeuren om
de wenschen tot versterking van de
volkskracht ook op ander dan militair
gebied tot uiting te brengen, zal voor
een stuk van de katholieke kamer
fractie afhangen. En dat oud-rninister
Deckers daarvan als opvolger van
den nieuwen Kamervoorzitter Van
Schaik de leider is geworden, geeft
geen waarborgen voor een krachtig
optreden. Hij moge nu al boud ge
sproken hebben, als minister uit het
vorig kabinet kan hij met al zijn erva
ring niet goed maken wat zijn stand
punt aan innerlijke kracht moet missen.
IN ZAKE DE KABINETSFORMATIE KWAM
de regeering al evenzeer met bewe
ringen in plaats van feiten. Waarom
het onmogelijk was de voor vele vrij
zinnigen onaanvaardbare historische
term positief Christendom" te ver
vangen, bleef duister en evenzeer waar
om dr.Colijn aan den nen kant be
weert, dat Oud's hartekreet in Leeuwar
den alles al bedorven" had en hij toch
nog langen tijd in zijn onderhande
lingen met de liberalen bleek te
aarzelen of hij de formule al dan niet
zou handhaven. Tenslotte is ook niet
geheel en al met dr. Deckers uitge
vochten, of het nieuwe kabinet nu
een parlementair kabinet is of niet.
Zeker is voor derden wél, dat de R.K.
fractie een volledige verantwoordelijk
heid draagt voor het lot van dit
ministerie. Zeker is ook, dat het aan
innerlijke spanningen in de nieuwe
combinatie geenszins minder ont
breekt dan het aan andere combinaties
zou ontbreken. Behalve over de inter
pretatie van de typische Christelijke
desiderata, loopt er vermoedelijk ook
een scheidslijn door het kabinet in
handelspolitiek opzicht. Dr. Colijn liet
in zijn antwoord aan zijn partijgenoot
Schouten duidelijk blijken, dat een
consequent-protectionistische politiek
van minister Steenberghe bij andere
ministers op openlijk verzet zou stuiten.
HEEFT DE NIEUWE MINISTER VAN
Justitie, Mr. Goseling de methode
van het k.i.r." (kluitje in het riet) al
tijdens de veelvuldige onderhandelin
gen met dr. Colijn bij de kabinets
formatie van den grijzen premier
afgekeken? Ondanks de zeer uitge
breide memorie van antwoord, die
blijk geeft van dadendrang en enthou
siasme, stuit men toch op tal van
passages, -waarin redelijke wenschen
of gefundeerde kritiek met een nkel
machtswoord worden afgekapt. Van
uitbreiding der echtscheidingsgronden,
tegenover beperking van het bewijs
rechtelijk achterdeurtje, dat practisch
echtscheiding bij onderling goedvinden
mogelijk maakt, zal geen sprake zijn,
evenmin eenigeaantasting van suprema
tie van den man in het civiele recht. Dat
de positie van den vreemdeling in ons
land onbevredigd is, wordt ontkend; dat
aanleiding zou zijn tot een onbehagelijk
gevoel ten aanzien van de zaak van 't
Sant evenzeer.
Tegenover den nieuwen functionaris
van Binnenlandsche Zaken heeft men
een afwachtende houding aangenomen:
de minister is overstroomd met oude
en nieuwe desiderata, hoofdzakelijk
de gemeentelijke autonomie betreffen
de. Het is niet uitgesloten dat de heer
van Boeyen, die als gedeputeerde hét
lot der gemeenten toch iets meer
van nabij heeft gadegeslagen dan zijn
voorganger, ook in dit opzicht wat
soepeler zal zijn.
De jeugd in het Derde Rijk
HET Nationaal-Socialisme weet zeer goed
dat het over de ruggen van de Duitsche
Jeugd tot macht is gekomen, en vergeet
niet, dat het jeugdvraagstuk, ook na den staatsgreep,
het kernvraagstuk van zijn bestaan is.
Adolf Hitler heeft dit in 1934 b'J eer» audiëntie
van ,,Hitlerjeugd"-leiders zeer duidelijk geformu
leerd: Het komt er op aan, de laatsten der komende
generatie in den ban van het nationaal-socialisme
te slaan, daar het nooit de laatsten der levende
generatie diep zal omvatten". Uit deze verklaring
heeft de nationaal-socialistische" jeugdleiding alle
consequenties getrokken. School en Universiteit,
Arbeidsdienst" en Landjahr", S.A. en S.S. zijn,
evenals alle scholingswerk, zelfs bij het vervullen
van den dienstplicht, voortzetting van de met de
staatsjeugd" begonnen opvoeding tot de totaliteit
der nationaal-socialistische wereldbeschouwing".
Uit de in 1925 in Plauen in Vogtland opgerichte
Hitlerjeugd" verdeeld in 3 groepen: Deutsches
Jungvolk" tot en met 14 jaar, de Bund Deutscher
Made!" met zijn kuiken"-organisatie en de eigen
lijke Hitlerjeugd" welks aantal leden in Sep
tember 1934 reeds met 6 millioen werd aangegeven,1
ontstond op grond der Staatsjeugdwetten van
i December 1936 de tegenwoordige Staatsjeugd",
die bijna zonder uitzondering alle jongens en
meisjes vanaf 10 jaar omvat. Buiten deze groote
jeugdgemeenschap van het Duitsche volk staan
alleen de Joodsche kinderen. Van klein kind af, dat
door geen enkele arische" bewaarschool wordt
opgenomen, via de sport-, turn- en
schaakvereeniging, die volgens het Ariërs-principe slechts met
zuiver-ras" mogen werken, tot de school en
hoogeschool toe gaat dit vernederende uitsluiten
der Joodsche jeugd uit alle verèenigingen en
organisaties systematisch verder; en tot zelfs in
de beroepsorganisaties. Voor alle niet-arische"
kinderen zijn alleen Joodsche verèenigingen over
gebleven, waarbij het geduld worden", verboden
worden" en (voor zoover het voorbereiding van
zionistische groepen voor Palestina betreft) gefor
ceerde ondersteuning elkaar afwisselen.
OOK de groote Protestantsche en Katholieke ver
enigingen hebben haar geheele jeugdwerk aan
de Staatsjeugd" moeten overgeven. Daartegenover
staat slechts een zeer beperkte arbeid onder de
rijpere jeugd waarvan het volledig verschrompelen
tengevolge van het moeilijk te winnen en voor een
deel zelfs ontbrekende jongere geslacht slechts een
kwestie van tijd is. De groote Protestantsche organi
saties als de Jugendbund für entschiedenes
Christentum" en de Christelijke Jongemannen Vereeniging
(aangesloten bij de YMCA) zijn nog in stand
gebleven. Dergelijke gedwongen inkrimping tot
zuiver religieusen arbeid onder de rijpere jeugd
naast volledige vernietiging van den
jongerenarbeid, voorzoovere deze door wandelen en sport
tot een werkelijke gemeenschap gebonden was
s wel is waar theoretisch niet van toepassing op
die katholieke jeugdbenden, die onder bescherming
van het Concordaat staan, maar zelfs dit werk
wordt nog overal door locale en speciale verbods
bepalingen bemoeilijkt, ja onmogelijk gemaakt.
Daar ook hier het vraagstuk van het jongere ge
slacht een kernpunt is, waar de geestelijke eischen
der katholieke kerk en het totaliteits-streven van
den Hitlerstaat" in botsing komen, staat in prin
cipe ook deze tak der confessioneel-christelijke
jeugdleiding over korteren of langeren tijd voor het
feit opgeslorpt te worden door de alles, ook op het
schijnbaar particulier terrein der jeugdopvoeding,
dóórdringende officieele jeugdpolitiek van den staat.
Terwijl men dus de Joodsche jeugd gewelddadig
van de overige Duitsche jeugd gescheiden houdt
en de Katholieke en Protestantsche jeugd door
beinvloeding van het nageslacht in zekeren zin
geestelijk laat verhongeren, heeft men alle organi
saties der vrije jeugdbeweging, de zoogenaamde
Bürdische" jeugd, evenals alle politiek georiën
teerde jeugdorganisaties onmiddellijk opgeheven en
verboden. De illegale" voortzetting van deze oude
gemeenschappen is heden in Hitler-Duitschland"
eveneens strafbaar, en kan als hoogverraad bestraft
worden, als de andere oppositioneele" verèeni
gingen. Een deel der jeugdleiders uit de voormalige
Bünde" is in 1933 tot de Hitlerjeugd" over
gegaan met de illusie ook in het verband der
Hitlerjeugd" de traditie en den geest der jeugd
beweging" te vertegenwoordigen en te kunnen
behouden. Maar reeds in 1934 en nog duidelijker
in de daarop volgende jaren, werd de onmogelijkheid
bewezen het nationaal-socialisme" geestelijk verder
om te buigen en zoo zijn thans ook deze krachten
eerst recht in oppositie tegen Hitler gekomen.
Al deze jongeren worden bovendien heden, evenals
voormalige ongeorganiseerden van gelijken leeftijd,
automatisch lid van de Staatsjeugd".
MET deze reorganisatie der Hitlerjeugd" zijn
alle verschillen in stijl, ideologie en gods
dienstige richting natuurlijk niet verdwenen, maar
slechts overgeplaatst in het groote verband.
Natuurlijk zijn er ook nu nog onder het
leiderscorps en in de massa der ,,staatsjeugd"
Protestanten, Katholieken en Bündischen" die dit
verschil veel intenser voelen dan hun
saamhoorigheid in het gedwongen gelijkgeschakelde
Reichsjugendverband". Daarbij komt nog, dat het niet
het slechtste deel der oude Hitlerjeugd" uit de
strijdperiode is, dat aan deze omvorming op massale
basis slechts met groeienden tegenzin meedoet, omdat
zij uit de Hitlerjugend" als ideologische gemeen
schap reeds een staats-rekruteeringsorganisatie en
militaire vooropvoeding zien worden. Hierbij dient
wel is waar opgemerkt te worden, dat deze differen
tiatie ?<?tenminste voor zoover het hier om een
bewust standpunt gaat zich toch vóór alles tot
de eenigszins oudere leiders"groep der Hitler
jeugd" beperkt, die een eigen traditie heeft.
Daarnaast is ongetwijfeld speciaal bij de
millioenen, die heden opnieuw de formaties van de
Duitsche jongeren" doorloopen ? een nieuwe
gemeenschappelijke traditie in wording, waarvan
juist het Jungvolk"j nog menige goede traditie
der oude jeugdbeweging heeft overgenomen, laten
uitgroeien tot zoo iets als een eensgezindheid van
een nationale en socialistische Jeugdbeweging.
In hoever het den half legalen en illegalen groepen
der oude confessioneele en vrije bonden zal ge
lukken, binnen het raam der Staatsjeugd" eigen
ideologieën aan de lagen der jongeren door te geven,
is nog niet te overzien. De kerkstrijd der beide
confessies en ook de strijd der jeugdbeweging voor
de vrijheid omvat steeds breeder lagen der bevolking.
Daarenboven werkt het dagelijksche leven ont
nuchterend en heft gedeeltelijk den roes der nieuwe,
groote massa-gemeenschap op, doen de concrete
levensmoeilijkheden hun werk, terwijl blijkt,
dat gelijkschakeling van wereldbeschouwing nog
geen Staat der Jeugd" schept, die hierdoor blijkt,
dat juist de jeugd bijzondere rechten en deel in de
leiding van het volk heeft. Zoo is thans reeds een
toestand geschapen, waarin, niet alleen uit de oude
tradities der jeugdbeweging, maar ook uit de nieuwe
ondervindingen, in de Duitsche jeugd kernen van
litente oppositie ontstaan. KARL BARTELS
Kamt'ratlM'liut't, Soliriftvit jungfr l>eut*f IMT.
Heft 1. Xov.'Hï(K. v. d. I>i-icM*clu-. Bru**<-l).
HET geluid van de Duitsche jeugdbeweging,
dat in een zoo overvloedig getal geschriften
tot 1933 tot ons kwam, en dat sindsdien
slechts spaarzaam en tusschen de regels door in de
publicaties van de Hitlerjeugd was te hooren, heeft
thans weer een uitingsmogelijkheid gekregen in een
goed geredigeerd maandblad: de (werkïlijk) natio
nale jeugdbeweging spreekt uit het artikel over het
Essener proces; de Roomsch-Katholieke uit dat
over het Roussaint-proces; uitingen van de
Protestantsche en religieus-socialistische jeugd vallen
ook te herkennen. Het blad laat een duidelijk eigen
geluid hooren tegenover het nationaal-socialisme,
dat het noch als nationaal, noch als socialistisch
erkent en toch klinkt het echter Duitsch dan de
woorden, die wij van het cosmopolitisch ingestelde
Deutsche Volksfront" hooren, dat zijn hoofdzetel
te Parijs heeft; in n woord het vertegenwoordigt
die eenheid der Duitsche Jeugd, welke op een
jeugdleidersconferentie in December 1932 in het
Duitsche stadje Soest werd uitgesproken, toen alle
toenmalige jeugdorganisaties, met uitzondering van
de communistische en nationaal-socialistische, het
eens werden over verstrekkende, gemeenschappe
lijke politieke richtlijnen. Een klein deel der
vroegere jeugdleiders bevindt zich in emigratie, het
overgroote deel is drinnen", al blijkt in de laatste
weken de leeftijd der emigranten zich van de ouderen
naar de leeftijdsgroep voor de van i7-tot 25-jarigen
te verplaatsen ; en er bestaat nog een hecht con
tact tusschen beide groepen, zoodat men veilig
kan aannemen, dat dit in het buitenland gedrukte
blaadje de meening weergeeft van de vroegere
georganiseerde Duitsche jeugd. W. V.
i
IIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIlllllllllllllllllllllMIIIIIIIHIIIIIIIIIHIIIintlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Baldadigheid en Speeltuinen
lllllllinillUMIIIHIIIIII IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIII llil'llll
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIUIIIII
L
Mr. G. T. J. DE JONGH
/NDERTIJD, toen Mussolini nog in de wieg
lag, stond ik in de buurt van Genua op de
tram naar Pegli. Het was een paardentram
en tot mijn verbazing zag ik een paar jongens
de sporen van de paarden (cröttina del cauallo?)
van de straat oprapen en onzen wagenbestuurder
hiermee om de ooren smijten, zoodat deze van de
tram sprong en de jongelui met de zweep achterna
holde. Dit lieflijk tafereel herinner ik mij telkens,
als ik in de bladen lees, dat onze jongens in dat
opzicht het record slaan.
Nu hebben zij weer de vernieling van een oud
pakhuis op de Oude-Schans op hun geweten. Ik
ben eens gaan kijken, want die oude pakhuizen
liggen mij na aan het hart en het is meer dan
schandalig, zooals zij huis hebben gehouden.
Het pand daarnaast werd afgebroken en zoo
lagen de projectieten voor de hand. Maar dit is
geen verontschuldiging.
Ik wil niet zoover gaan door '* hun ook nog aan
te rekenen, dat het oude pakhuis op de monu
mentenlijst stond, want ik kan vari die straat
jongens niet verwachten, dat zij'de monumenten
lijst naslaan, vóór zij met hun proeven van
werpkunst beginnen, zoomin als ik van onze geld
baronnen verlang, dat zij de lijsten van gestolen
effecten nakijken, vóór zij hun transacties afsluiten.
Maar dan blijft er nog genoeg te veroordeelen.
Nu is veroordeelen en bestraffen niet zoo een
voudig, want de heeren voeren hun streken uit
als zij zich van de afwezigheid der politie grondig
hebben overtuigd. Bovendien heeft degene, die
geattrapeerd wordt, altijd misgeworpen en ten
slofte is er geen geschikte straf in de wet, waar
mede je die bengels ernstig kunt treffen. Voor
tuchtschool is het geval in den regel niet ernstig
genoeg en geldboete is evenmin op zijn plaats,
daar er eenmaal van een kikker geen veeren te
plukken zijn. Rest: een warme broek, doch dit
is nog niet toegestaan, omdat van dergelijke
straf middelen misbruik wordt gemaakt en de
regel geldt, dat zulke middelen slechts toegestaan
kunnen worden aan kalme en beheerschte per
sonen, die echter om het respect, dat zij inboezemen,
juist deze middelen kunnen ontberen. Wat niet weg
neemt, dat mij zelf ook wel eens den lust bekruipt
om een kwajongen, die'ik iets onaardigs zie doen,
een tik te geven (hetgeen ik dan ook doe).
TN welke richting moet echter de ware oplossing
* gezocht worden? Met mooie praatjes van
onderwijzers en ouders zult gij niet veel op
schieten. Gemopper in de pers evenmin. De
m. "sten, tlie de hand in eigen boezem durven
steken, kijken trouwens den anderen kant uit.
Het eenige, juiste recept is: Neem hun'den wind
uit de zeilen. Die stadsjongens hebben behoefte
hun overtollige energie en activiteit te uiten. Zij
zitten 'een groot deel van den dag op de school
banken. ,,Arie, zit stil"; W/'m leg je hand op
tafel"; ,,Chris, plaag Marietje niet". Eindelijk
slaat de klok, waarop die kwelling is afgeloopen.
Is er gelegenheid om in de buurt van de
OudeSchans even uit de band te springen, is er een
speeltuin of een open terrein?
Ontbreekt deze niet in vele gedeelten van de
stad? Zijn de batdadigheden in die buurten, waar
zich speeltuinen bevinden en de omwonende
ouders zich er mee bemoeien, niet enorm afge
nomen? Komt de vereeniging, die den kinderen de
liefde voor dier en plant bijbrengt, niet de lof toe,
dat zij de activiteit der jeugd goed heeft geleid?
Stadgenooten, denkt toch in de eerste plaats
aan de speelschheid van de jeugd en leg deze
niet mér aan banden, dan noodzakelijk is.
Vergeet niet, wat die kinderen, vooral in de;
oude, dichtbevolkte buurten moeten ontberen,
vooral nu de straat door het drukke auto- en
rijwielverkeer ook nog ongeschikt is geworden
voor kinder ver maak. ,
Bebouw in 's hemelsnaam geen sportterreinen,
zooals wij te Amsterdam in het Museumkwartier
nog hebben, met gebouwen en evenmin met planten
en boonten, maar laat die enkele stukjes grond
aan de jeugd voor hun spet, om hun geest en hun
leden even los te maken an de schoolbanken.
Maak geen misbruik van uw overmacht om hun
het weinige, dat uit uw bouwzieke handen over
bleef, te ontnemen.
iiiitHiiiiiminu tiiiiimiiiiifi!
i
i
i
t
M
< j
PAG. 4 DB GROENE fte. 3055
PAG. 5 Dl GROENE No. 3155
.??» ?*? ._
.,r ?