De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 20 november pagina 3

20 november 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

C i") >. »? KANTTEEKENINGEN PICCADILLY CIRCUS IS HET PLEIN dat het centrum uitmaakt van mondain en sociaal Londen. Dit deel van de stad, met zijn clubs, hotels en magazijnen, is langzamerhand het middelpunt geworden van al wat er ter wereld aan gratie bestaat. Parijs moet het erbij afleggen, terwijl New York daar nog in geen menschenleeftijd aan toe is. En in het midden troont dan ook een luchtig standbeeldje van Amor. Het is misschien wel de eenige plaats in het Vereenigd Koninkrijk waar van de Liefde iets naar buiten blijkt. En daaromheen dondert het verkeer van de wereldstad. Van de week heeft Burgin, de mi nister van verkeer, daar aan den heer Vanderpant, den burgemeester van Westminster, een ander monument overgedragen, een robot", die hij Little Eva noemde. Het is een bruingeverfd ijzeren kastje, een automatisch werkende ijzeren schakelkast, die de lichtsignalen van alle toegangswegen tot dit kwartier bedient. Een klein leger van politiemannen wordt daar door overbodig.... Het groote wereldverkeer kan het nog niet zonder die politiemannen stel len. Daar is het nog steeds een ver keerschaos. Ieder zoekt zijn doel; men jaagt dat met een totaal gebrek aan gard voor de behoeften van anderen na en stoort zich daarbij al heel weinig aan de wetten van het verkeer. Maar kan men het wel buiten die verkeerswetten stellen? Wordt niet juist de behoefte daaraan en de noodzakelijkheid dat men zich ook aan Ujn verplichtingen houdt uit het verkeer zelf geboren? Zijn niet de handel, zoowel als de beschaving, tot ondergang gedoemd wanneer plechtige tractaten telkens weer met voeten getreden worden ? Wij zijn in internationale zaken nog heel ver verwijderd van een automa tische verkeersregeling. Maar dat is zoo erg niet. De noodzaak van een ver keersregeling is onweerlegbaar geble ken. In Europa, aan de Middellandsche Zee en in het Verre Oosten. En pas uit de noodzaak wordt het Feit geboren. Laat ons inzien, dat wij er zonder verkeerspolitie niet komen en dat het noodzakelijk is, dat er een wereldpoli tiemacht komt. Dat wil zeggen: dat er eenige mogendheden gevonden worden, die zich voorloopig met deze taak be lasten. NIETS ILLUSTREERT ZOOZEER HOE groot de chaos is, als het feit dat een reis, zooals die van Lord Halifax naar Berlijn, noodig is geworden. Voor de Europeesche politiek is deze reis van zeer groot belang. Meer dan Berlijns ruzie met den correspondent van Havas, en meer dan het onderling bekvechten van de gevallen grootheden De la; Rocque en Tardieu. Of het bezoek van den Belgischen Koning te Londen. Den laatsten tijd is van Duitsche zijde maar al te vaak een politiek van LEYSIN ZWITSERLAND CHOOQTE: 1SBO-14BO m) BEHANDELING VAN ELKEN VORM | VAN TUBERCULOSE f INLICHTIGEN: STÉDE DÉVÊLOPPEMENT, LEYSIN afdwingen zichtbaar geworden. Geheel in het midden gelaten of er werkelijk plannen werden gesmeed tegen TsjechoSlowakije of Oostenrijk, men dreigde er toch mee. De openlijkheid ervan zou haast tot de conclusie leiden, dat het niet serieus was. Maar zoo oppervlak kig mag men de zaken niet bekijken. Men was te Berlijn van oordeel dat avonturen in Centraal Europa Enge land en Frankrijk wel zouden veront rusten, maar niet naar de wapenen zou den doen grijpen. Dit is een vergissing. Maar hoe het ook zij, men schermde er met dreigementen om concessies te kun nen krijgen op het stuk van koloniën. Eden had zich vroeger reeds negatief uitgelaten: het was niet zeker dat Engeland in een Centraal-Europeesch conflict afzijdig zou blijven. Het moest nu duidelijker gezegd worden, en posi tief : onder vier oogen. Vandaar Halifax1 reis. Vandaar dan ook dat juist die kringen in Duitschland, die een con flict n iet uit den weg gaan, op het laatste oogenblik met uiterst ontact volle publicaties aankwamen. Hun moet het dan ook zeer onwelkom zijn wanneer van Engelsche zijde de stel ling onderstreept wordt, dat onder fat soenlijke menschen, die eikaars ver zekerde belangen weten te respectee ren, over alles gesproken kan worden misschien zelfs wel over de terug gave van koloniaal bezit, maar dat afpersingsmethoden slechts tot een ver keerd resultaat zullen leiden. Jammer genoeg is de invloed van de verantwoordelijke elementen op dit oogenblik bijzonder groot. Halifax' reis kan daarom wel eens even leerzaam zijn, als die van Simon en Eden, drie jaar geleden. HEEFT DE WERELD AANVANKELIJK de portee van de Brusselsche con ferentie onderschat? Het heeft er allen schijn van. Op Japans afwijzend ant woord heeft de conferentie scherp ge reageerd met een veroordeelende Decla ratie, waaraan alleen Italiëniet mee deed. De Scandinavische landen deelden wel het principe van Japans veroor deeling, maar teekenden niet omdat zij daar niet bij betrokken waren". Zij zijn er ernstiger bij betrokken, dan zij zich wel realiseeren. Tua res agitur ! Tractatenschennis is een universeele bedreiging geworden. Er zijn verschillende feiten, die er op wijzen dat het in een nabije toekomst wel degelijk ernst kan worden met het in de Brusselsche Declaratie vervatte voornemen om zoonoodig internatio nale maatregelen te overwegen die een beëindiging van het conflict kunnen afdwingen. Daar is allereerst de stout moedigheid die spreekt uit het optre den en meer nog uit de intieme mededeelingen van de Amerikaansche delegatie. En uit zekere kenteekenen, dat er een keer dreigt te komen in de Amerikaansche publieke opinie. Amerika kon Engeland zeer wel op sleeptouw gaan nemen. Dan is er Rusland, dat zich in den naderenden winter sterk voelt. Veilig in Europa, veilig aan de bevroren Pacific-kust van Siberiëen paraat tegen over de verschrikkelijk lange Japansche verbin dingslijnen in Noord-Cru. na. Die zullen nog langer worden wanneer ook Nan king bezet zal zijn. Litwinof is uit Brussel weggegaan en heeft ge zegd, dat hij alleen terug zou komen, als het noo dig werd. Intusschen is het bericht opgedoken, dat het door Rusland gewapende BuitenMongoliëzich als van de partij van China zal beschouwen. En wat meer zegt: in de Spaansche zaak heef t Sowjet-Rusland zich pijlsnel bij de politiek van Engeland neergelegd. En dat nog wel nu het duidelijk wordt dat Engeland met een mogelijke zege van Franco rekening houdt en alles doet om in dat geval op Spaansch gebied niet door Duitschland en Italiëverdrongen te worden. Door lichtzinnigheid in den opzet en meer nog bij de uitvoering, is twee jaar geleden de internationale actie tegen Italiëmislukt. Al droeg die actie weinig vruchten, zij bloeide onverwacht snel. Ook ten aanzien van Japans overwel diging van China kan men een plotse ling ontstaan van een internationale politie-actie te zien krijgen. Wel te ver staan: het kan. Wij profeteeren niet. Hoe moet dan de houding van Neder land zijn? Wij kunnen ons voorstellen dat dat op dit oogenblik reeds een onder werp van zorg voor de Nederlandsche regeering uitmaakt. Mogen wij ons a/^ zijdig honden? Neen. Tractaatschennis en agressie, dat is ook onze zaak. Vandaar onze opmerking over de drie Scandinavische landen. Maar aan den anderen kant: wij mogen niet mee doen aan een lichtzinnige of fantasti sche onderneming. Ook zou de Neder landsche Regeering niet eer mogen be sluiten tot een solidair optreden met een nieuwe improvisatie van een wereld-politie dan nadat zij van de groote mogendheden, in casu de Vereenigde Staten en het Britsche Rijk en in dezen nok Frankrijk vele garantie's zou hebhen gekregen. Allereerst inzake ons koloniaal bezit. Daarbij is n ding duidelijk: dat wij ook in Indiëparaat moeten zijn. Want zelfs een zuiver economisch op gezette actie moet zich van den sterken arm kunnen bedienen. En ook daarmee is aan den plicht van goed overwegen nog niet geheel vol daan. Want bij dit alles moet men niet uit het oog verliezen, dat in zekeren zin Japan een noodsprong doet. Een uit wijding hierover past echter niet in dit weekoverzicht. BIJ DE VOORTZETTING DER ALGEgemeene Beschouwingen hier te lande bleek de stemming algemeen wel gunstig voor een aanzienlijke verster king van onze weermacht; maar van alle kanten en in alle gradaties-van kracht is tegelijkertijd tot uiting gekomen, dat bijna algemeen bezwaar wordt gemaakt tegen het unieke" karakter van de defensie-uitgaven en dat vrij algemeen beseft wordt dat op sociaal- en onderwijsgebied onze volkskracht evenzeer in gevaar is als op militair gebied. De regeering heeft hiertegenover geen enkele con cessie gedaan, maar gepoogd de oppo sitie af te leiden naar de verschillende begrootingshoofdstukken; iets wat niet klopt met haar eisch van een sluitend budget. Dat dit nu niet bepaald de weg is om de nieuwe defensie-uitgaven populair te maken hoeft geen betoog. Wel meer toelichting vereischen tal van afzonderlijke posten. Déinner lijke noodzakelijkheid van den kruiserbouw voor Indiëin plaats van het vliegtuigen, en duikbootensysteem wordt geponeerd, maar niet toegelicht. Wanneer het noodzakelijk is in ver verband met een collectief veiligheidsstelsel in Oost-Azië, kan men wellicht over de bezwaren heenstappen, die thans niet weerlegd zijn. Maar Iaat de regeering dit dan ook eens uitspreken en niet schermen met zelfstandigheidsficties. En Wat den verlengden dienst plicht betreft: het is ook allerminst bewezen, dat werkelijk de volle elf maanden noodig zijn om aan het vereischte van behoorlijke oefening en het paraat hebben van geoefende troepen in de grensstreken, te voldoen. Wat er nu straks zal gebeuren om de wenschen tot versterking van de volkskracht ook op ander dan militair gebied tot uiting te brengen, zal voor een stuk van de katholieke kamer fractie afhangen. En dat oud-rninister Deckers daarvan als opvolger van den nieuwen Kamervoorzitter Van Schaik de leider is geworden, geeft geen waarborgen voor een krachtig optreden. Hij moge nu al boud ge sproken hebben, als minister uit het vorig kabinet kan hij met al zijn erva ring niet goed maken wat zijn stand punt aan innerlijke kracht moet missen. IN ZAKE DE KABINETSFORMATIE KWAM de regeering al evenzeer met bewe ringen in plaats van feiten. Waarom het onmogelijk was de voor vele vrij zinnigen onaanvaardbare historische term positief Christendom" te ver vangen, bleef duister en evenzeer waar om dr.Colijn aan den nen kant be weert, dat Oud's hartekreet in Leeuwar den alles al bedorven" had en hij toch nog langen tijd in zijn onderhande lingen met de liberalen bleek te aarzelen of hij de formule al dan niet zou handhaven. Tenslotte is ook niet geheel en al met dr. Deckers uitge vochten, of het nieuwe kabinet nu een parlementair kabinet is of niet. Zeker is voor derden wél, dat de R.K. fractie een volledige verantwoordelijk heid draagt voor het lot van dit ministerie. Zeker is ook, dat het aan innerlijke spanningen in de nieuwe combinatie geenszins minder ont breekt dan het aan andere combinaties zou ontbreken. Behalve over de inter pretatie van de typische Christelijke desiderata, loopt er vermoedelijk ook een scheidslijn door het kabinet in handelspolitiek opzicht. Dr. Colijn liet in zijn antwoord aan zijn partijgenoot Schouten duidelijk blijken, dat een consequent-protectionistische politiek van minister Steenberghe bij andere ministers op openlijk verzet zou stuiten. HEEFT DE NIEUWE MINISTER VAN Justitie, Mr. Goseling de methode van het k.i.r." (kluitje in het riet) al tijdens de veelvuldige onderhandelin gen met dr. Colijn bij de kabinets formatie van den grijzen premier afgekeken? Ondanks de zeer uitge breide memorie van antwoord, die blijk geeft van dadendrang en enthou siasme, stuit men toch op tal van passages, -waarin redelijke wenschen of gefundeerde kritiek met een nkel machtswoord worden afgekapt. Van uitbreiding der echtscheidingsgronden, tegenover beperking van het bewijs rechtelijk achterdeurtje, dat practisch echtscheiding bij onderling goedvinden mogelijk maakt, zal geen sprake zijn, evenmin eenigeaantasting van suprema tie van den man in het civiele recht. Dat de positie van den vreemdeling in ons land onbevredigd is, wordt ontkend; dat aanleiding zou zijn tot een onbehagelijk gevoel ten aanzien van de zaak van 't Sant evenzeer. Tegenover den nieuwen functionaris van Binnenlandsche Zaken heeft men een afwachtende houding aangenomen: de minister is overstroomd met oude en nieuwe desiderata, hoofdzakelijk de gemeentelijke autonomie betreffen de. Het is niet uitgesloten dat de heer van Boeyen, die als gedeputeerde hét lot der gemeenten toch iets meer van nabij heeft gadegeslagen dan zijn voorganger, ook in dit opzicht wat soepeler zal zijn. De jeugd in het Derde Rijk HET Nationaal-Socialisme weet zeer goed dat het over de ruggen van de Duitsche Jeugd tot macht is gekomen, en vergeet niet, dat het jeugdvraagstuk, ook na den staatsgreep, het kernvraagstuk van zijn bestaan is. Adolf Hitler heeft dit in 1934 b'J eer» audiëntie van ,,Hitlerjeugd"-leiders zeer duidelijk geformu leerd: Het komt er op aan, de laatsten der komende generatie in den ban van het nationaal-socialisme te slaan, daar het nooit de laatsten der levende generatie diep zal omvatten". Uit deze verklaring heeft de nationaal-socialistische" jeugdleiding alle consequenties getrokken. School en Universiteit, Arbeidsdienst" en Landjahr", S.A. en S.S. zijn, evenals alle scholingswerk, zelfs bij het vervullen van den dienstplicht, voortzetting van de met de staatsjeugd" begonnen opvoeding tot de totaliteit der nationaal-socialistische wereldbeschouwing". Uit de in 1925 in Plauen in Vogtland opgerichte Hitlerjeugd" verdeeld in 3 groepen: Deutsches Jungvolk" tot en met 14 jaar, de Bund Deutscher Made!" met zijn kuiken"-organisatie en de eigen lijke Hitlerjeugd" welks aantal leden in Sep tember 1934 reeds met 6 millioen werd aangegeven,1 ontstond op grond der Staatsjeugdwetten van i December 1936 de tegenwoordige Staatsjeugd", die bijna zonder uitzondering alle jongens en meisjes vanaf 10 jaar omvat. Buiten deze groote jeugdgemeenschap van het Duitsche volk staan alleen de Joodsche kinderen. Van klein kind af, dat door geen enkele arische" bewaarschool wordt opgenomen, via de sport-, turn- en schaakvereeniging, die volgens het Ariërs-principe slechts met zuiver-ras" mogen werken, tot de school en hoogeschool toe gaat dit vernederende uitsluiten der Joodsche jeugd uit alle verèenigingen en organisaties systematisch verder; en tot zelfs in de beroepsorganisaties. Voor alle niet-arische" kinderen zijn alleen Joodsche verèenigingen over gebleven, waarbij het geduld worden", verboden worden" en (voor zoover het voorbereiding van zionistische groepen voor Palestina betreft) gefor ceerde ondersteuning elkaar afwisselen. OOK de groote Protestantsche en Katholieke ver enigingen hebben haar geheele jeugdwerk aan de Staatsjeugd" moeten overgeven. Daartegenover staat slechts een zeer beperkte arbeid onder de rijpere jeugd waarvan het volledig verschrompelen tengevolge van het moeilijk te winnen en voor een deel zelfs ontbrekende jongere geslacht slechts een kwestie van tijd is. De groote Protestantsche organi saties als de Jugendbund für entschiedenes Christentum" en de Christelijke Jongemannen Vereeniging (aangesloten bij de YMCA) zijn nog in stand gebleven. Dergelijke gedwongen inkrimping tot zuiver religieusen arbeid onder de rijpere jeugd naast volledige vernietiging van den jongerenarbeid, voorzoovere deze door wandelen en sport tot een werkelijke gemeenschap gebonden was s wel is waar theoretisch niet van toepassing op die katholieke jeugdbenden, die onder bescherming van het Concordaat staan, maar zelfs dit werk wordt nog overal door locale en speciale verbods bepalingen bemoeilijkt, ja onmogelijk gemaakt. Daar ook hier het vraagstuk van het jongere ge slacht een kernpunt is, waar de geestelijke eischen der katholieke kerk en het totaliteits-streven van den Hitlerstaat" in botsing komen, staat in prin cipe ook deze tak der confessioneel-christelijke jeugdleiding over korteren of langeren tijd voor het feit opgeslorpt te worden door de alles, ook op het schijnbaar particulier terrein der jeugdopvoeding, dóórdringende officieele jeugdpolitiek van den staat. Terwijl men dus de Joodsche jeugd gewelddadig van de overige Duitsche jeugd gescheiden houdt en de Katholieke en Protestantsche jeugd door beinvloeding van het nageslacht in zekeren zin geestelijk laat verhongeren, heeft men alle organi saties der vrije jeugdbeweging, de zoogenaamde Bürdische" jeugd, evenals alle politiek georiën teerde jeugdorganisaties onmiddellijk opgeheven en verboden. De illegale" voortzetting van deze oude gemeenschappen is heden in Hitler-Duitschland" eveneens strafbaar, en kan als hoogverraad bestraft worden, als de andere oppositioneele" verèeni gingen. Een deel der jeugdleiders uit de voormalige Bünde" is in 1933 tot de Hitlerjeugd" over gegaan met de illusie ook in het verband der Hitlerjeugd" de traditie en den geest der jeugd beweging" te vertegenwoordigen en te kunnen behouden. Maar reeds in 1934 en nog duidelijker in de daarop volgende jaren, werd de onmogelijkheid bewezen het nationaal-socialisme" geestelijk verder om te buigen en zoo zijn thans ook deze krachten eerst recht in oppositie tegen Hitler gekomen. Al deze jongeren worden bovendien heden, evenals voormalige ongeorganiseerden van gelijken leeftijd, automatisch lid van de Staatsjeugd". MET deze reorganisatie der Hitlerjeugd" zijn alle verschillen in stijl, ideologie en gods dienstige richting natuurlijk niet verdwenen, maar slechts overgeplaatst in het groote verband. Natuurlijk zijn er ook nu nog onder het leiderscorps en in de massa der ,,staatsjeugd" Protestanten, Katholieken en Bündischen" die dit verschil veel intenser voelen dan hun saamhoorigheid in het gedwongen gelijkgeschakelde Reichsjugendverband". Daarbij komt nog, dat het niet het slechtste deel der oude Hitlerjeugd" uit de strijdperiode is, dat aan deze omvorming op massale basis slechts met groeienden tegenzin meedoet, omdat zij uit de Hitlerjugend" als ideologische gemeen schap reeds een staats-rekruteeringsorganisatie en militaire vooropvoeding zien worden. Hierbij dient wel is waar opgemerkt te worden, dat deze differen tiatie ?<?tenminste voor zoover het hier om een bewust standpunt gaat zich toch vóór alles tot de eenigszins oudere leiders"groep der Hitler jeugd" beperkt, die een eigen traditie heeft. Daarnaast is ongetwijfeld speciaal bij de millioenen, die heden opnieuw de formaties van de Duitsche jongeren" doorloopen ? een nieuwe gemeenschappelijke traditie in wording, waarvan juist het Jungvolk"j nog menige goede traditie der oude jeugdbeweging heeft overgenomen, laten uitgroeien tot zoo iets als een eensgezindheid van een nationale en socialistische Jeugdbeweging. In hoever het den half legalen en illegalen groepen der oude confessioneele en vrije bonden zal ge lukken, binnen het raam der Staatsjeugd" eigen ideologieën aan de lagen der jongeren door te geven, is nog niet te overzien. De kerkstrijd der beide confessies en ook de strijd der jeugdbeweging voor de vrijheid omvat steeds breeder lagen der bevolking. Daarenboven werkt het dagelijksche leven ont nuchterend en heft gedeeltelijk den roes der nieuwe, groote massa-gemeenschap op, doen de concrete levensmoeilijkheden hun werk, terwijl blijkt, dat gelijkschakeling van wereldbeschouwing nog geen Staat der Jeugd" schept, die hierdoor blijkt, dat juist de jeugd bijzondere rechten en deel in de leiding van het volk heeft. Zoo is thans reeds een toestand geschapen, waarin, niet alleen uit de oude tradities der jeugdbeweging, maar ook uit de nieuwe ondervindingen, in de Duitsche jeugd kernen van litente oppositie ontstaan. KARL BARTELS Kamt'ratlM'liut't, Soliriftvit jungfr l>eut*f IMT. Heft 1. Xov.'Hï(K. v. d. I>i-icM*clu-. Bru**<-l). HET geluid van de Duitsche jeugdbeweging, dat in een zoo overvloedig getal geschriften tot 1933 tot ons kwam, en dat sindsdien slechts spaarzaam en tusschen de regels door in de publicaties van de Hitlerjeugd was te hooren, heeft thans weer een uitingsmogelijkheid gekregen in een goed geredigeerd maandblad: de (werkïlijk) natio nale jeugdbeweging spreekt uit het artikel over het Essener proces; de Roomsch-Katholieke uit dat over het Roussaint-proces; uitingen van de Protestantsche en religieus-socialistische jeugd vallen ook te herkennen. Het blad laat een duidelijk eigen geluid hooren tegenover het nationaal-socialisme, dat het noch als nationaal, noch als socialistisch erkent en toch klinkt het echter Duitsch dan de woorden, die wij van het cosmopolitisch ingestelde Deutsche Volksfront" hooren, dat zijn hoofdzetel te Parijs heeft; in n woord het vertegenwoordigt die eenheid der Duitsche Jeugd, welke op een jeugdleidersconferentie in December 1932 in het Duitsche stadje Soest werd uitgesproken, toen alle toenmalige jeugdorganisaties, met uitzondering van de communistische en nationaal-socialistische, het eens werden over verstrekkende, gemeenschappe lijke politieke richtlijnen. Een klein deel der vroegere jeugdleiders bevindt zich in emigratie, het overgroote deel is drinnen", al blijkt in de laatste weken de leeftijd der emigranten zich van de ouderen naar de leeftijdsgroep voor de van i7-tot 25-jarigen te verplaatsen ; en er bestaat nog een hecht con tact tusschen beide groepen, zoodat men veilig kan aannemen, dat dit in het buitenland gedrukte blaadje de meening weergeeft van de vroegere georganiseerde Duitsche jeugd. W. V. i IIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIlllllllllllllllllllllMIIIIIIIHIIIIIIIIIHIIIintlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Baldadigheid en Speeltuinen lllllllinillUMIIIHIIIIII IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIII llil'llll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIUIIIII L Mr. G. T. J. DE JONGH /NDERTIJD, toen Mussolini nog in de wieg lag, stond ik in de buurt van Genua op de tram naar Pegli. Het was een paardentram en tot mijn verbazing zag ik een paar jongens de sporen van de paarden (cröttina del cauallo?) van de straat oprapen en onzen wagenbestuurder hiermee om de ooren smijten, zoodat deze van de tram sprong en de jongelui met de zweep achterna holde. Dit lieflijk tafereel herinner ik mij telkens, als ik in de bladen lees, dat onze jongens in dat opzicht het record slaan. Nu hebben zij weer de vernieling van een oud pakhuis op de Oude-Schans op hun geweten. Ik ben eens gaan kijken, want die oude pakhuizen liggen mij na aan het hart en het is meer dan schandalig, zooals zij huis hebben gehouden. Het pand daarnaast werd afgebroken en zoo lagen de projectieten voor de hand. Maar dit is geen verontschuldiging. Ik wil niet zoover gaan door '* hun ook nog aan te rekenen, dat het oude pakhuis op de monu mentenlijst stond, want ik kan vari die straat jongens niet verwachten, dat zij'de monumenten lijst naslaan, vóór zij met hun proeven van werpkunst beginnen, zoomin als ik van onze geld baronnen verlang, dat zij de lijsten van gestolen effecten nakijken, vóór zij hun transacties afsluiten. Maar dan blijft er nog genoeg te veroordeelen. Nu is veroordeelen en bestraffen niet zoo een voudig, want de heeren voeren hun streken uit als zij zich van de afwezigheid der politie grondig hebben overtuigd. Bovendien heeft degene, die geattrapeerd wordt, altijd misgeworpen en ten slofte is er geen geschikte straf in de wet, waar mede je die bengels ernstig kunt treffen. Voor tuchtschool is het geval in den regel niet ernstig genoeg en geldboete is evenmin op zijn plaats, daar er eenmaal van een kikker geen veeren te plukken zijn. Rest: een warme broek, doch dit is nog niet toegestaan, omdat van dergelijke straf middelen misbruik wordt gemaakt en de regel geldt, dat zulke middelen slechts toegestaan kunnen worden aan kalme en beheerschte per sonen, die echter om het respect, dat zij inboezemen, juist deze middelen kunnen ontberen. Wat niet weg neemt, dat mij zelf ook wel eens den lust bekruipt om een kwajongen, die'ik iets onaardigs zie doen, een tik te geven (hetgeen ik dan ook doe). TN welke richting moet echter de ware oplossing * gezocht worden? Met mooie praatjes van onderwijzers en ouders zult gij niet veel op schieten. Gemopper in de pers evenmin. De m. "sten, tlie de hand in eigen boezem durven steken, kijken trouwens den anderen kant uit. Het eenige, juiste recept is: Neem hun'den wind uit de zeilen. Die stadsjongens hebben behoefte hun overtollige energie en activiteit te uiten. Zij zitten 'een groot deel van den dag op de school banken. ,,Arie, zit stil"; W/'m leg je hand op tafel"; ,,Chris, plaag Marietje niet". Eindelijk slaat de klok, waarop die kwelling is afgeloopen. Is er gelegenheid om in de buurt van de OudeSchans even uit de band te springen, is er een speeltuin of een open terrein? Ontbreekt deze niet in vele gedeelten van de stad? Zijn de batdadigheden in die buurten, waar zich speeltuinen bevinden en de omwonende ouders zich er mee bemoeien, niet enorm afge nomen? Komt de vereeniging, die den kinderen de liefde voor dier en plant bijbrengt, niet de lof toe, dat zij de activiteit der jeugd goed heeft geleid? Stadgenooten, denkt toch in de eerste plaats aan de speelschheid van de jeugd en leg deze niet mér aan banden, dan noodzakelijk is. Vergeet niet, wat die kinderen, vooral in de; oude, dichtbevolkte buurten moeten ontberen, vooral nu de straat door het drukke auto- en rijwielverkeer ook nog ongeschikt is geworden voor kinder ver maak. , Bebouw in 's hemelsnaam geen sportterreinen, zooals wij te Amsterdam in het Museumkwartier nog hebben, met gebouwen en evenmin met planten en boonten, maar laat die enkele stukjes grond aan de jeugd voor hun spet, om hun geest en hun leden even los te maken an de schoolbanken. Maak geen misbruik van uw overmacht om hun het weinige, dat uit uw bouwzieke handen over bleef, te ontnemen. iiiitHiiiiiminu tiiiiimiiiiifi! i i i t M < j PAG. 4 DB GROENE fte. 3055 PAG. 5 Dl GROENE No. 3155 .??» ?*? ._ .,r ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl