Historisch Archief 1877-1940
~ ?? «u* ?* .*.
_.*?Moderne nomaden
DE stroom van pioniers, burgers van alle
naties, die zich in de laatste helft der vorige
eeuw over het vasteland van Noord-Amerika
stortte en in korten tijd de wildernis herschiep tot
een moderne samenleving, is nog niet heelemaal
tot bezinking gekomen. De invloed van de
frontierdagen op het volkskarakter is o.a. merkbaar in het
nog altijd vaste vertrouwen van den Amerikaan in
den onuitputtelijken rijkdom van zijn land en een
daarmede in verband staande spanning, een voort
durend op den uitkijk staan om van de partij te zijn
bij een volgende land-boom", een plotselinge
stijging der effectenmarkt of het snelle verrijzen
eener nieuwe industrie. Niet doof traditie gebonden
is hij slechts oppervlakkig gehecht aan huis en
haard en kan hij haast even gemakkelijk besluiten
tot verandering van woonplaats als van auto-merk.
De pionier was in de wildernis genoodzaakt van
alles te doen en het vertrouwen op zichzelf is nog
een der voornaamste karaktereigenschappen der
Amerikanen. De mogelijkheid om van alles aan te
pakken, dikwijls gepaard met een zekere zelfover
schatting, heeft de onbestendigheid in de
Amerikaansche samenleving verhoogd, doordat niet
alleen van woonplaats maar ook vaak van beroep
wordt veranderd, vooral in den laatsten tijd van
ver doorgevoerde specialiseering in alle vakken.
Prospectussen van scholen en universiteiten
moedigen dit in zeker opzicht aan. Een Amerikaan
kan niet licht berusten in een eenmaal af gebakenden
levensweg. Deze bewegelijkheid is mede een der
redenen, dat de nieuwe sociale stroomingen tot
dusver in Amerika slechts langzaam veld wonnen.
INDIEN het hem niet lukt op de nieuwe stand
plaats zijn positie te verbeteren of, zooals helaas
vaker gebeurt, berhaupt werk te vinden, dan is
de verleiding groot om maar weer verder te trekken,
langzaam afglijdend op het hellend vlak van het
zwerversleven, meer en meer de werkelijkheid
ontvluchtend in een grijpen naar den regenboog.
Men treft deze rustélooze zielen aan in alle klassen
der maatschappij, rijdend in limousines en Pullman
wagens of in oude Fordjes en goederentreinen;
het grootste aantal zooals van zelf spreekt onder
de geschoolde handwerkslieden, en ongeschoolde
arbeiders. Voor deze laatste groep, hier aange
duid met pick-and-shovel men", is het voort
durend rondtrekken dikwijls een harde noodzaak.
Bij de beperking der productie in een industrie of
de voltooiing van een groot bouwwerk, wordt
onmiddellijk een groot aantal van deze arbeiders op
de arbeidsmarkt losgelaten en zijn zij gedwongen
zich te verspreiden. Zoo trekken zij door het heele
land, van de industriecentra in het Oosten naar den
vruchtenpluk in Californiëen van den graanoogst
in de Middle West naar den bouw van een
irrigatiedam in Washington. Onder aan de ladder staat
tenslotte de groep, die van het zwerven een beroep
maken, de tramps, bums" en hoe zij verder hier
worden betiteld, welbekend uit de Amerikaansche
literatuur.
Dóór ? het toenemend gebruik van machines,
zoowel in den landbouw als bij den aanleg van
wegen, dammen, enz., is het werk voor ongeschoolde
arbeiders steeds schaarscher geworden, terwijl
gedurende de depressie hun aantal enorm is toe
genomen, vooral met jeugdige krachten. Pas van
school, niet in staat werk te vinden en het wachten
moede, trekken die jongens erop uit; the road"
biedt tenminste nog afwisseling. Het klimaat, de
wijde vergezichten onder ijle luchten, de heele
atmosfeer schijnt die Wanderlust" in Amerika te
bevorderen. In groepen van tien, twintig en meer
rijden zij op de doorgaande goederentreinen gratis
door het heele land en de politie en het
treinpersoneel, vrijwel machteloos dit te beletten, doen een
oogje dicht. De gevangenissen zijn toch al overvol.
Langs de wegen staan overal de hitchhikers",
ook meisjes en soms heele families, de automobi
listen met een duimbeweging beduidend, dat zij
graag een eindje zouden willen meerijden. Zoo
snel en zoo ver mogelijk willen zij wegkomen,
onverschillig waarheen.
AAN het einde van een nachtelijken rit, een vier
of vijf honderd kilometer over vlakten en
bergen, vinden zij een stad in alles precies gelijkend
op de plaats, die zij gisteren verlieten en inwoners
met dezelfde taal, kleeding en gewoonten. Zij
hangen rond in poolrooms" (kroegen met een
biljartzaaltje) en plaatsingbureaux, overal van
een gelijke goorheid en trachten een onderdak
te vinden in dezelfde soort smerige flophouses"
(goedkoope slaapgelegenheden). Werk? Ach man,
je kan hier geen baantje koopen. Maar in Arizona
zijn zij begonnen met het oogsten van kropsla en
in Washington met den bouw van een grooten
irrigatiedam! Onderweg leeren zij van de old
timers", g«hard in het vak, hoe zij hun kostje
moeten ophalen zonder te werken. Zij ? worden
echte landloopers en' een nachtasyl of de jungle"
(hun vaste kampeerplaatsen in de nabijheid van
steden en spoorwegen) wordt hun tehuis.
Ook al kunnen zij hun béter-Ik het zwijgen opleg
gen, dan worden de genoegens van dit Leben
voller Wonne" toch bedorven door een voort
durende vrees voor hpnger, koude en niet in 't
minst voor hun eigen kameraden. Onder die zwer
vers verzeilen vele voortvluchtige misdadigers en
ontslagen gevangenen en in de jungles" heerscht
hetzelfde regime als in de beruchte Amerikaansche
gevangenissen. Niemand kan nagaan hoevelen
van hen er spoorloos verdwijnen. De regeering
heeft getracht althans de jongere werkloozen
aan dit leven te onttrekken door werkverschaffing
en door hen in de zoogenaamde C.C.C, kampen te
plaatsen, meestal in de uitgestrekte Staatsparken
gelegen, waar zij te werk worden gesteld aan
wegenaanleg, boschbeplanting, enz., maar dat
heeft slechts gedeeltelijk dit gevaar voor de samen
leving kunnen verhelpen.
Californië, dat land van melk en honing, heeft
altijd velen van die doortrekkenden aangetrokken.
En tot een zekere grens waren zij daar zelfs welkom.
De vruchtenkultuur brengt mede, dat de teeier
gedurende de korte periode van den pluk over veel
werkkrachten moet kunnen beschikken. Daar het
product in hooge mate aan bederf onderhevig is,
is het gewenscht om de kosten zoo laag mogelijk
te kunnen houden, daar , het aanbod van werk
krachten'de vraag overtreft, maar de loonen zijn
in verhouding met andere staten hoog gebleven.
Al naar gelang van het seizoen vereischt de
vruchtenteelt in Californiëvan 40.000 tot 100.000
veldarbeiders. Gedurende de zomermaanden ziet men
overal in de vruchtbare valleien deze plukkers met
een bundeltje op den rug langs de wegen loopen.
De bundel bestaat uit een deken en misschien een
PAG. 6 DE GROENE N0.1155
verschooning in zeildoek gewikkeld; zij worden
daarom hier bundlestiffs" genoemd. Slaapgelegen
heid is dikwijls gebrekkig, slechts de grootere
ranches hebben behoorlijke Bunkhouses". Heele
families nemen aan den pluk deel, in een oud
wagentje van den eenen ranch naar den anderen
trekkend, in tenten kampeerend, vader en zoons
werkend bij den pluk, moeder en dochters bij de
verpakking of het drogen der vruchten in de zon.
Bekwame arbeiders, bekend op de goed betalende
ranches en met den pluktijd der verschillende
vruchten, liefst over een Fordje beschikkend ter
snelle verplaatsing, kunnen op deze wijze een groot
deel van het jaar werk vinden. Het gemiddelde
jaarloon wordt op $700 berekend. Voor de depres
sie werden sommige werkzaamheden door hen ver
smaad als bijv. de zoogenaamde stooplabor"
op de asperges- en kropslavelden, die door duizen
den Mexicanen en Phillipino's werden verricht.
De meesten van hen hebben evenwel geen auto,
zij kunnen daarom niet genoeg verdienen om te
sparen voor de wintermaanden en het Californische
gouvernement heeft in de laatste jaren in toenemende
mate hulp moeten verleenen. Daarbij komt alweer
dat hun aantal onrustbarend is gestegen. Het is
berekend, dat in de laatste drie jaren 200.000
werkzoekenden naar Californiëzijn gekomen,
hoofdzakelijk families uit de zoogenaamde
Dustbowls", uitgestrekte landbouwstreken in de Dakota's
en Oklahoma, die door droogte en daarop gevolgde
zandstormen totaal onbewoonbaar geworden zijn.
Voor al die extra handen was er geen werk, .zelfs
niet in den zomer. De toestand in de kampen, waar
deze menschen neerstreken, is allerellendigst en er
bestaat voortdurend gevaar voor het uitbreken van
besmettelijke ziekten. Sommige families moeten
in de open lucht kampeer en, zonder de noodzake
lijke bedekking en kleeding, levend van afval.
DE regeering van Roosevelt heeft in den aanvang
met milde hand gelden beschikbaar gesteld
voor steunverleening. Burger of vreemdeling,
een ieder werd zooveel mogelijk geholpen. In
Californiëalleen werd aan 10.000 vreemdelingen,
meest Mexicanen, steun uitgekeerd. De Staats
schuld steeg hierdoor onrustbarend en de regeering
zag zich genoodzaakt de steunverleening te beperken.
Men moest toch ook aannemen dat de economische
toestand zoodanig was verbeterd, dat die
steuntrekkenden langzamerhand konden worden opge
nomen in het normale leven. De gemeenten,
counties en staten moesten een grooter aandeel
nemen in de kosten van werkverschaffing enz.
en die begonnen de eischen om daarvoor in aan
merking te komen te verscherpen, o.a. dat men
van een tot drie jaar inwoner moest zijn geweest
om steun te kunnen trekken. De nieuw aangekomen
werkzoekenden waren dus van hulp verstoken.
Het Californische gouvernement heeft hun evenwel
vrije reiskosten aangeboden naar hun plaats van
herkomst. Hierbij stuitte men evenwel op nieuwe
moeilijkheden. Niettegenstaande de pogingen van
de regeering onder Roosevelt om de arbeidscondities
en steunverleening over het heele land op gelijken
voet te brengen, bestaan hierin tusschen de
diverse staten groote verschillen. In Arkansas
bijv. bedraagt de gemiddelde ondersteuning S 9*
per mnd. tegen $ 31.?in Californië. Arbeiders
onder de W.P.A. (werkverschaffing) wordt in
Californië$ 52.?per .mnd. uitbetaald, tsrwïjl in
andere staten dat slechts de helft bedraagt. Die men
schen waren de ellende in hun eigen staat ontvlucht,
kon men hen dwingen daarheen terug te keeren?
Onder het korst je der welvarende samenleving
leven in God's own country" deze nomaden,
zonder tehuis, bezit of toekomst, langzaam zinkend
in het drijfzand van verloren zelfrespect en ambitie,
Het is maar goed dat Amerika zoo groot is, anders
konden zij zich eens vereenigen en door dat korstje
heenbreken. Ach, zelfs in normale tijden zijn er
in Amerika nog ongeveer drie millioen werkloozen,
die menschen willen niet werken! ? Jawel, maar
wanneer wij lezen over den hoogen levensstandaard
in Amerika, over het indrukwekkende aantal auto's,
radio's en badkuipen dat er wordt gebruikt en de
hoogste stuwdammen en langste bruggen die er
worden gebouwd, dan doen wij wel te bedenken,
dat Amerika een land is van uitersten. Dat door
het weelderige Hollywood in sunny California"
honderden families trekken, niet wetend hoe zij
morgen hun kinderen zullen voeden, dat tegenover
elke duizend millionnairs een millioen landloopers
staan, slachtoffers der economische ontwrichting,
voortgedreven door een ijdele hoop, dat het geluk
hen wacht juist om den volgenden hoek.
SAN FRANCISCO, OCTOBER 1937. L- VERHAGEN
(l
CHAMPAGNE
brut
EXQUISE
Een reportage van De Grrv»ne
NAAST de officieele persoonlijk
heden, doorgaans actueele"
staatslieden, wier naam om den
dag en wier karikatuur om de week
In de krant staat, zien wij pardoes
officieuse beroemdheden opduiken in
de head-lines. Daadmannen van over
weldigend formaat, sterren, waar u
voordien nooit van gehoord had en
waar u nadien ook nooit meer wat van
hoort: Rickett, de reus die Mussolini
even telegrafeerde: ,,Duce, Abessyni
is concessionnair van mij, hou er s.v.p.
rekening meel", dan de verslaggever
Donald (Ie journalisme mène a tout),
die in het Rijk van het Midden kalm
den middenweg aangeeft aan 's lands
generale legermachten, Lawrence of
the Arabs, die den onmetelijken Soedan
bezat; Zaharoff, die ineens d
wapenmarkt, dus déoorlogen, dus délanden,
dus dégroote politiek, in z'n stokoude,
rheumatische hand bleek te hebben.
En nu maak ik bij een studie over pool
volken en arctische dieren kennis met:
Pap de Lap en oude Bahr. Nooit
van gehoord natuurlijk! Boeren
Laplanders maar, Zweedsche wilden",
Nicodemus Pap en Old Andrew Bahr.
Ze zijn nu terug van een verschrikke^
lijke reis overland, den gigantischen.
Rendiertrek l een dramatischen tocht
die 66 maanden duurde; een sl/a jari
gen afstandsmarsch door het
alleronherbergzaamste poolland. Zoo'n slor
dige 8000 K.M. door ijsellende en
sneeuwbagger. Zij, Andries en Nicode
mus, werden nl. als cultuurbrengers"
met rendierkudden gezonden naar hun
neven, de huisdierlooze Canadeesche
Eskimo's. Mat duizenden schuwe ren
dieren naar een van 's aardbols uit
hoeken.
Zooals wellicht bekend door
Wegener's zg. Continentaal-Verschuiving.
theorie, ook wel genoemd het legen
darische verdronken Atlantis", waren
destijds de Oude Wereld en de Nieuwe
n, zaten aan mekaar-v ast". De
klomp is schijnbaar in zelfstandige
vastelanden, te weten Amerika en ons
dubbel werelddeel, Europa-Azië, uit
eengevallen of -geschoven of -ge
scheurd. Beide wereldsegmenten heb
ben natuurlijk eenzelfden gehalveerden
diereninventaris. Man kan het zoo ver
gelijken: gesteld Texel valt in tweeën
uiteen, dan zal elke Texelsche helft
zijn Texelsche duinkonijnen meene
men, biologisch hoorend tot een en
dezelfde soort, die echter na verloop
van eeuwen, door klimatologische in
vloeden, hun, .onderling verschillende,
plaatselijke kenmerken per
evolutiezullen aannemen, evenwel nooit veel gaan
'afwijken, zelfs door de
(verre)verwantschap met elkaar vruchtbaar blijven.
Talloos zijn de faunistische spiegel
beelden: onze wisent is hun bison (deze
zijn dan ook kruisbaar), hun Ameri
kaansche wolf is maar even grooter
dan ds Russische, de
Zuid-Amerikaansche grootkat (jagoear) zal de
leek niet onderscheiden van de neven"
species, den Afrikaanschen luipaard
en/of Indischen panter; de in Frankrijk
natuurt escherrr.di Camarguebever klopt
met den Canadeeschen idem; identiek
zijn vossen, bunzingen, zwanen,
bergschapen, koekoeken, herten, kroko
dillen (alligators), zalmen, herten,
slangen, lynxen, apen en bloemen en
kikkers.... alles tout comme chez
nous.
Ze stammen immers van gemeen
schappelijke grondvormen, dateerend
van voor de mundiale scheiding, mo
menteel" met soortelijk-individueele
eigenschappen. Zoo dus ook met het
rendier, ? daar als bekend van de Jack
London en Curwoodsche novellen,
geheeten Cariboo, terwijl hun zg. moose"
het evenbeeld is van onzen
(Pruisischen) elk. Die uitgave van dit zpo on
ontbeerlijke Schip der IJswoestijn heb
ben ze in de Nieuwe Wereld, met name
bij de Eskimo's, niet weten te temmen,
dat jagersvolkje is nooit op het idee
gebracht dit natuur
dier als huisvee te
exploiteeren, bleef het
logisch beschouwen a's
jachtwild, niet anders te benutten dan
per roofbouw met pijl
en boog; terwijl daar
entegen de
Europeesche" Eskimo's en
de Noord-Aziatische
steppevolken er
heelemaal van bestaan.
EEN 40 jaar geleden" zijn "de
Ver. Staten op het protec
tionistische denkbeeld gekomen
hun armelijke
Alaskainboorlingen aan vee te helpen en
hebben wat fokrendieren, ten
einde er een toekomstige vee
stapel voor de noordelijke be
volking uit op te bouwen, uit
de Oude Wereld laten komen,
vanzelfsprekend vergezeld van
rendierkundig personeel Lap
pen. Maar natuurlijk gebeurde
hetzelfde als bij de Sioux .a.
Indianenstammen, toen deze van
buffels werden voorzien (even
eens bedoeld als beginmate
riaal voor latere exploitatie
kudden, daar het oorspronke
lijke bisonbestand immers genade
loos uitgeroeid was) en ook bij de
Zigeuners, toen Maria Teresia deze
ongedurigen, om ze honkvast te lijmen,
aan rijksrunderen hielp: de te
reclasseeren Eskimo's konden onmogelijk
een eetbaren viervoeter anders zien
dan als buit" en begonnen dadelijk
enthousiast op het geïmporteerde kost
bare renvee te knallen. Pas een vol
gende generatie, die van de missie
schoolbanken af onder cultuurhanden
genomen was, kon eenig veeteeltbesef
bijgebracht worden; eerst een rijper"
geslacht begon het te schemeren, dat
zooiets domme harakiri is, daar immers
de jachtvelden inplaats van onuit
puttelijk, uitgeput zijn en de Eskimo's
moet omschakelen van dier-dooder
naar dier-fokker.
Het experiment moest herhaald
worden en in 1919 werden 1280
Siberian Gariboes ingevoerd van het
halftamme ras als de Tjoekten, Toengoezen,
Ostjaken, Samojeden, die ze sinds
eeuwen telen als trek-, last-, slacht-,
Ieder en ander gebruiksbeest. Deze
importdieren hebben zich zeer sterk
vermeerderd; zekere gebrs. Lornen
alleen al bezitten er in West-Alaska
een kwart millioen van. Deze moesten
ergens naar een verloren
hongervolkje gestuurd worden, hoe dan ook.
En dat is de heroïsche, historische
Trek (dat woord, dat de Engelschen
van ons kaapten aan den Kaap).
Bij de rendierfokkerij Lomen klopte
de Canadeesche regeering zes jaar
geleden aan om 3000 stuks ter op
lossing van het vervelende
Eskimovoedselvraagstuk". De Innuïet (dit
beteekent menschen", zoo noemen zij
zichzelf: Eskimo" komt van
Tashimek" en beteekent vreetzak" res
pectievelijk rauwvleeschkauwer", een
naam, hun door buren, dus vijanden,
de arctische pels-Roodhuiden, gegeven,
wegens hun onkieskeurigheid en
onsmakelijken eetlust in desnoods be
dervend rauw vleesch en weerzinwek
kende traanjam) leden aan een stam
men wegvagenden massahongersnood
als gevolg van het wegharpoeneeren van
hun onderhoudsdieren als robben door
de betere" vangmethodes voor seal
electric en moesten aan een blijvend
middel van bestaan geholpen worden.
Maar wie zou dat enorme transport
durven ondernemen? En wie kan dat?
Bahr, 'n soort rendierconsulent en
poolspecialist van ras, kon dat wel
opknappen; Bahr en zijn vriend Pap !
WAT Nicodemus en Bahr met een
Amerikaan en wat eigen volk plus
de drie millioen ijs-koeien zoo hebben
De Belhamel of Vo/gbok van een der Canadeesche rendierkuddes, die na den invoer uit
onze Oude Wcre/d in de Nieuwe, om den inwoners der borre Barren Lands aan wat
Nutvee te helpen, zoo'n overweldigend succes bleken. Onmetelijke kuddes maken nu voor
dien onbewoonbare streken bewoonbaar. Dank zij Pap de Lap en Oude Bahr, die tijdens
hun vijfjarige omzwervingen nabij den pookirke! velen het /eve.i redden,^ werd deze
4-voetige zege tot in het hoogste noorden gebracht ;
meegemaakt, laat zich niet beschrijven,
alhoewel de auteur Max Miller het in
zijn The Great Trek" wel heeft gedaan.
De kudde was geleverd voor een
franco-huis, beter: franco-iglöo"
prijs bij de hongerende Eskimoneder
zettingen a S 200.000 af te leveren;
'n 2000 of meer KM. oostelijk naar
boven. Theoretisch hadden de Lappen
gedacht daarover een 8 maanden
stapvoets te moeten doen, maar de
praktijk was een hellevaart. De dieren
waren bijna niet over rivieren als de
Mackenziemond te krijgen, werden van
alle kanten aangevallen door legers
wolven, die er als de kippen bij waren,
er de heele expeditie lang bijbleven en
er eiken nacht tientallen weghaalden.
Na den eersten winter doorgesukkeld
te zijn, werd het voorjaar voor zoover
het in die streken een lentevreugde" is,
wat ginds neerkomt opeindelooze
dooimodder en glibberigen toendrabodem.
In deze vla zonken de dieren weg.
Af deel ing.. .. halt.
Men moest overzomeren en daar
wat rondnomadeeren tot n sleden n
dieren weer voort konden. De pool
muggen, waarvan Steffansen in Vrien
delijke Arctis" en onze landgenoot
dr. Tinbergen in Eskimoland" zeggen,
dat zij kwellender zijn dan nijpendste
kou, maakten het leven ondragelijk.
De rendieren werden erdoor gek ge
folterd en daarbij onophoudelijk aan
gevallen door de onmogelijk door dat
handjevol herders af te weren roof
dieren. In het boomlooze district,
noordelijk van de plantengrens, kwam
er nog gebrek aan brandstof ook bij.
accent te hebben opgeloopen in de
Vereenigde Staten. Hij heeft een geligen
guitensnuit, raszuivere spleetoogjes,
viezig lang haar, dat aan preiloof doet
denken en sluik en plakkerig langs zijn
mongolenkop hangt. Hij vindt het leuk
dat zijn vriend Gray Owl, de schrijvende
beversternmende half-Indiaan, bij wien
verleden zomer onze landgenoot, dr.
A. W. G. v. d. Sleen, logeerde en er
schrijver dezes merkwaardige foto's van
toonde, voor Miller's reportage een
inleiding geeft geschreven. Nicodemus
is als de tweede held uit het modeboek
beroemd, wordt bij menschen, die
andere kerels van dat uiterlijk voor
een pindaman aanzien, te eten ge
vraagd om dan als de
vent-die-hetweten-kan o zoo interessant te beves
tigen wat op bladzijde 117 staat over
al die nare wolven en muskieten en zoo.
En Bahr?
TOEN de oude Andries in 1926 van
zoo'n ijzig ijselijk klusje in Nie
mandsland te Seattle uit het hooge
Noorden was teruggekomen, had hij
60.000.?overgespaard, een
pleizierige duit voor een zoon van een in
Skandinaviëstaatsgesteund keuter
boerenvolkje, vegeteerend op een ren
dierensubsidie. Hij kocht toen wat
perceelen ook een Mongoloide
veramencaniseert vroeg of (in dit geval)
laat trouwde ook nog even, zou zich
vestigen toen de boodschap aan den
Eskimooschen Garcia kwam. Hij kon
de roepstem van de harde natuur en
van de harde dollars niet weerstaan en
ging. Z'n bijna zesjarige
omzwervinTwintig graden onder nul. Talrijke gen hebben we net gevolgd. Maar nu
dieren kwamen om. Van de 3000 zijn hij terug is en juist per radio zijn door
er maar 300 aangekomen. Een fiasco? Miller te boek gestelde Trek" wordt
omgeroepen, worden de hypotheken
op zijn huizen geëxecuteerd. Maar dat
lapt 'n Lap aan zijn sneeuwlaars.
,,'k Ben erg oud" vertelt hij, ik
geloof zestig, maar het kan best zijn
van zeventig, ik weet het niet precies.
Toch niet.
Bahr werd het te bar en toch begon
nen Pap de Lap en hij het
slakkentempo nog meer te remmen. Hoezoo?
Is de via dolorosa door de onbewoonde
en onbewoonbare districten soms niet
tergend genoeg ? Den sterk door ont- In ieder geval zal ik er straks wel weer
beringen en al het andere gedunden
troep moest de normale tijd gegeven
worden, om onderweg bij te fokken.
Behalve de 300 van de oorspronkelijke
roedel werden er 2070 thuisbezorgd;
geboorten en route.
Nicodemus, geïnterviewd door een
Londenschen vertegenwoordiger van
het Hollandsche blad, schijnt een
neusmet een rendierentransport op uit
moeten, anders zou 'k...."
Van deze mannetjes van stavast,
celebriteiten voor een etmaal, zult u
als The Trek" niet meer trekt, en elke
journalist, met inbegrip van
ondergeteekende, ze ugehad" heeft, wel
nooit meer iets hooren. Uitgerendierd.
DE JOSSELIN DE JONG
i :>
: t
l
PAG. 7 DE GROENE No. 3155
\
4'.