De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 20 november pagina 4

20 november 1937 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

~ ?? «u* ?* .*. _.*?Moderne nomaden DE stroom van pioniers, burgers van alle naties, die zich in de laatste helft der vorige eeuw over het vasteland van Noord-Amerika stortte en in korten tijd de wildernis herschiep tot een moderne samenleving, is nog niet heelemaal tot bezinking gekomen. De invloed van de frontierdagen op het volkskarakter is o.a. merkbaar in het nog altijd vaste vertrouwen van den Amerikaan in den onuitputtelijken rijkdom van zijn land en een daarmede in verband staande spanning, een voort durend op den uitkijk staan om van de partij te zijn bij een volgende land-boom", een plotselinge stijging der effectenmarkt of het snelle verrijzen eener nieuwe industrie. Niet doof traditie gebonden is hij slechts oppervlakkig gehecht aan huis en haard en kan hij haast even gemakkelijk besluiten tot verandering van woonplaats als van auto-merk. De pionier was in de wildernis genoodzaakt van alles te doen en het vertrouwen op zichzelf is nog een der voornaamste karaktereigenschappen der Amerikanen. De mogelijkheid om van alles aan te pakken, dikwijls gepaard met een zekere zelfover schatting, heeft de onbestendigheid in de Amerikaansche samenleving verhoogd, doordat niet alleen van woonplaats maar ook vaak van beroep wordt veranderd, vooral in den laatsten tijd van ver doorgevoerde specialiseering in alle vakken. Prospectussen van scholen en universiteiten moedigen dit in zeker opzicht aan. Een Amerikaan kan niet licht berusten in een eenmaal af gebakenden levensweg. Deze bewegelijkheid is mede een der redenen, dat de nieuwe sociale stroomingen tot dusver in Amerika slechts langzaam veld wonnen. INDIEN het hem niet lukt op de nieuwe stand plaats zijn positie te verbeteren of, zooals helaas vaker gebeurt, berhaupt werk te vinden, dan is de verleiding groot om maar weer verder te trekken, langzaam afglijdend op het hellend vlak van het zwerversleven, meer en meer de werkelijkheid ontvluchtend in een grijpen naar den regenboog. Men treft deze rustélooze zielen aan in alle klassen der maatschappij, rijdend in limousines en Pullman wagens of in oude Fordjes en goederentreinen; het grootste aantal zooals van zelf spreekt onder de geschoolde handwerkslieden, en ongeschoolde arbeiders. Voor deze laatste groep, hier aange duid met pick-and-shovel men", is het voort durend rondtrekken dikwijls een harde noodzaak. Bij de beperking der productie in een industrie of de voltooiing van een groot bouwwerk, wordt onmiddellijk een groot aantal van deze arbeiders op de arbeidsmarkt losgelaten en zijn zij gedwongen zich te verspreiden. Zoo trekken zij door het heele land, van de industriecentra in het Oosten naar den vruchtenpluk in Californiëen van den graanoogst in de Middle West naar den bouw van een irrigatiedam in Washington. Onder aan de ladder staat tenslotte de groep, die van het zwerven een beroep maken, de tramps, bums" en hoe zij verder hier worden betiteld, welbekend uit de Amerikaansche literatuur. Dóór ? het toenemend gebruik van machines, zoowel in den landbouw als bij den aanleg van wegen, dammen, enz., is het werk voor ongeschoolde arbeiders steeds schaarscher geworden, terwijl gedurende de depressie hun aantal enorm is toe genomen, vooral met jeugdige krachten. Pas van school, niet in staat werk te vinden en het wachten moede, trekken die jongens erop uit; the road" biedt tenminste nog afwisseling. Het klimaat, de wijde vergezichten onder ijle luchten, de heele atmosfeer schijnt die Wanderlust" in Amerika te bevorderen. In groepen van tien, twintig en meer rijden zij op de doorgaande goederentreinen gratis door het heele land en de politie en het treinpersoneel, vrijwel machteloos dit te beletten, doen een oogje dicht. De gevangenissen zijn toch al overvol. Langs de wegen staan overal de hitchhikers", ook meisjes en soms heele families, de automobi listen met een duimbeweging beduidend, dat zij graag een eindje zouden willen meerijden. Zoo snel en zoo ver mogelijk willen zij wegkomen, onverschillig waarheen. AAN het einde van een nachtelijken rit, een vier of vijf honderd kilometer over vlakten en bergen, vinden zij een stad in alles precies gelijkend op de plaats, die zij gisteren verlieten en inwoners met dezelfde taal, kleeding en gewoonten. Zij hangen rond in poolrooms" (kroegen met een biljartzaaltje) en plaatsingbureaux, overal van een gelijke goorheid en trachten een onderdak te vinden in dezelfde soort smerige flophouses" (goedkoope slaapgelegenheden). Werk? Ach man, je kan hier geen baantje koopen. Maar in Arizona zijn zij begonnen met het oogsten van kropsla en in Washington met den bouw van een grooten irrigatiedam! Onderweg leeren zij van de old timers", g«hard in het vak, hoe zij hun kostje moeten ophalen zonder te werken. Zij ? worden echte landloopers en' een nachtasyl of de jungle" (hun vaste kampeerplaatsen in de nabijheid van steden en spoorwegen) wordt hun tehuis. Ook al kunnen zij hun béter-Ik het zwijgen opleg gen, dan worden de genoegens van dit Leben voller Wonne" toch bedorven door een voort durende vrees voor hpnger, koude en niet in 't minst voor hun eigen kameraden. Onder die zwer vers verzeilen vele voortvluchtige misdadigers en ontslagen gevangenen en in de jungles" heerscht hetzelfde regime als in de beruchte Amerikaansche gevangenissen. Niemand kan nagaan hoevelen van hen er spoorloos verdwijnen. De regeering heeft getracht althans de jongere werkloozen aan dit leven te onttrekken door werkverschaffing en door hen in de zoogenaamde C.C.C, kampen te plaatsen, meestal in de uitgestrekte Staatsparken gelegen, waar zij te werk worden gesteld aan wegenaanleg, boschbeplanting, enz., maar dat heeft slechts gedeeltelijk dit gevaar voor de samen leving kunnen verhelpen. Californië, dat land van melk en honing, heeft altijd velen van die doortrekkenden aangetrokken. En tot een zekere grens waren zij daar zelfs welkom. De vruchtenkultuur brengt mede, dat de teeier gedurende de korte periode van den pluk over veel werkkrachten moet kunnen beschikken. Daar het product in hooge mate aan bederf onderhevig is, is het gewenscht om de kosten zoo laag mogelijk te kunnen houden, daar , het aanbod van werk krachten'de vraag overtreft, maar de loonen zijn in verhouding met andere staten hoog gebleven. Al naar gelang van het seizoen vereischt de vruchtenteelt in Californiëvan 40.000 tot 100.000 veldarbeiders. Gedurende de zomermaanden ziet men overal in de vruchtbare valleien deze plukkers met een bundeltje op den rug langs de wegen loopen. De bundel bestaat uit een deken en misschien een PAG. 6 DE GROENE N0.1155 verschooning in zeildoek gewikkeld; zij worden daarom hier bundlestiffs" genoemd. Slaapgelegen heid is dikwijls gebrekkig, slechts de grootere ranches hebben behoorlijke Bunkhouses". Heele families nemen aan den pluk deel, in een oud wagentje van den eenen ranch naar den anderen trekkend, in tenten kampeerend, vader en zoons werkend bij den pluk, moeder en dochters bij de verpakking of het drogen der vruchten in de zon. Bekwame arbeiders, bekend op de goed betalende ranches en met den pluktijd der verschillende vruchten, liefst over een Fordje beschikkend ter snelle verplaatsing, kunnen op deze wijze een groot deel van het jaar werk vinden. Het gemiddelde jaarloon wordt op $700 berekend. Voor de depres sie werden sommige werkzaamheden door hen ver smaad als bijv. de zoogenaamde stooplabor" op de asperges- en kropslavelden, die door duizen den Mexicanen en Phillipino's werden verricht. De meesten van hen hebben evenwel geen auto, zij kunnen daarom niet genoeg verdienen om te sparen voor de wintermaanden en het Californische gouvernement heeft in de laatste jaren in toenemende mate hulp moeten verleenen. Daarbij komt alweer dat hun aantal onrustbarend is gestegen. Het is berekend, dat in de laatste drie jaren 200.000 werkzoekenden naar Californiëzijn gekomen, hoofdzakelijk families uit de zoogenaamde Dustbowls", uitgestrekte landbouwstreken in de Dakota's en Oklahoma, die door droogte en daarop gevolgde zandstormen totaal onbewoonbaar geworden zijn. Voor al die extra handen was er geen werk, .zelfs niet in den zomer. De toestand in de kampen, waar deze menschen neerstreken, is allerellendigst en er bestaat voortdurend gevaar voor het uitbreken van besmettelijke ziekten. Sommige families moeten in de open lucht kampeer en, zonder de noodzake lijke bedekking en kleeding, levend van afval. DE regeering van Roosevelt heeft in den aanvang met milde hand gelden beschikbaar gesteld voor steunverleening. Burger of vreemdeling, een ieder werd zooveel mogelijk geholpen. In Californiëalleen werd aan 10.000 vreemdelingen, meest Mexicanen, steun uitgekeerd. De Staats schuld steeg hierdoor onrustbarend en de regeering zag zich genoodzaakt de steunverleening te beperken. Men moest toch ook aannemen dat de economische toestand zoodanig was verbeterd, dat die steuntrekkenden langzamerhand konden worden opge nomen in het normale leven. De gemeenten, counties en staten moesten een grooter aandeel nemen in de kosten van werkverschaffing enz. en die begonnen de eischen om daarvoor in aan merking te komen te verscherpen, o.a. dat men van een tot drie jaar inwoner moest zijn geweest om steun te kunnen trekken. De nieuw aangekomen werkzoekenden waren dus van hulp verstoken. Het Californische gouvernement heeft hun evenwel vrije reiskosten aangeboden naar hun plaats van herkomst. Hierbij stuitte men evenwel op nieuwe moeilijkheden. Niettegenstaande de pogingen van de regeering onder Roosevelt om de arbeidscondities en steunverleening over het heele land op gelijken voet te brengen, bestaan hierin tusschen de diverse staten groote verschillen. In Arkansas bijv. bedraagt de gemiddelde ondersteuning S 9* per mnd. tegen $ 31.?in Californië. Arbeiders onder de W.P.A. (werkverschaffing) wordt in Californië$ 52.?per .mnd. uitbetaald, tsrwïjl in andere staten dat slechts de helft bedraagt. Die men schen waren de ellende in hun eigen staat ontvlucht, kon men hen dwingen daarheen terug te keeren? Onder het korst je der welvarende samenleving leven in God's own country" deze nomaden, zonder tehuis, bezit of toekomst, langzaam zinkend in het drijfzand van verloren zelfrespect en ambitie, Het is maar goed dat Amerika zoo groot is, anders konden zij zich eens vereenigen en door dat korstje heenbreken. Ach, zelfs in normale tijden zijn er in Amerika nog ongeveer drie millioen werkloozen, die menschen willen niet werken! ? Jawel, maar wanneer wij lezen over den hoogen levensstandaard in Amerika, over het indrukwekkende aantal auto's, radio's en badkuipen dat er wordt gebruikt en de hoogste stuwdammen en langste bruggen die er worden gebouwd, dan doen wij wel te bedenken, dat Amerika een land is van uitersten. Dat door het weelderige Hollywood in sunny California" honderden families trekken, niet wetend hoe zij morgen hun kinderen zullen voeden, dat tegenover elke duizend millionnairs een millioen landloopers staan, slachtoffers der economische ontwrichting, voortgedreven door een ijdele hoop, dat het geluk hen wacht juist om den volgenden hoek. SAN FRANCISCO, OCTOBER 1937. L- VERHAGEN (l CHAMPAGNE brut EXQUISE Een reportage van De Grrv»ne NAAST de officieele persoonlijk heden, doorgaans actueele" staatslieden, wier naam om den dag en wier karikatuur om de week In de krant staat, zien wij pardoes officieuse beroemdheden opduiken in de head-lines. Daadmannen van over weldigend formaat, sterren, waar u voordien nooit van gehoord had en waar u nadien ook nooit meer wat van hoort: Rickett, de reus die Mussolini even telegrafeerde: ,,Duce, Abessyni is concessionnair van mij, hou er s.v.p. rekening meel", dan de verslaggever Donald (Ie journalisme mène a tout), die in het Rijk van het Midden kalm den middenweg aangeeft aan 's lands generale legermachten, Lawrence of the Arabs, die den onmetelijken Soedan bezat; Zaharoff, die ineens d wapenmarkt, dus déoorlogen, dus délanden, dus dégroote politiek, in z'n stokoude, rheumatische hand bleek te hebben. En nu maak ik bij een studie over pool volken en arctische dieren kennis met: Pap de Lap en oude Bahr. Nooit van gehoord natuurlijk! Boeren Laplanders maar, Zweedsche wilden", Nicodemus Pap en Old Andrew Bahr. Ze zijn nu terug van een verschrikke^ lijke reis overland, den gigantischen. Rendiertrek l een dramatischen tocht die 66 maanden duurde; een sl/a jari gen afstandsmarsch door het alleronherbergzaamste poolland. Zoo'n slor dige 8000 K.M. door ijsellende en sneeuwbagger. Zij, Andries en Nicode mus, werden nl. als cultuurbrengers" met rendierkudden gezonden naar hun neven, de huisdierlooze Canadeesche Eskimo's. Mat duizenden schuwe ren dieren naar een van 's aardbols uit hoeken. Zooals wellicht bekend door Wegener's zg. Continentaal-Verschuiving. theorie, ook wel genoemd het legen darische verdronken Atlantis", waren destijds de Oude Wereld en de Nieuwe n, zaten aan mekaar-v ast". De klomp is schijnbaar in zelfstandige vastelanden, te weten Amerika en ons dubbel werelddeel, Europa-Azië, uit eengevallen of -geschoven of -ge scheurd. Beide wereldsegmenten heb ben natuurlijk eenzelfden gehalveerden diereninventaris. Man kan het zoo ver gelijken: gesteld Texel valt in tweeën uiteen, dan zal elke Texelsche helft zijn Texelsche duinkonijnen meene men, biologisch hoorend tot een en dezelfde soort, die echter na verloop van eeuwen, door klimatologische in vloeden, hun, .onderling verschillende, plaatselijke kenmerken per evolutiezullen aannemen, evenwel nooit veel gaan 'afwijken, zelfs door de (verre)verwantschap met elkaar vruchtbaar blijven. Talloos zijn de faunistische spiegel beelden: onze wisent is hun bison (deze zijn dan ook kruisbaar), hun Ameri kaansche wolf is maar even grooter dan ds Russische, de Zuid-Amerikaansche grootkat (jagoear) zal de leek niet onderscheiden van de neven" species, den Afrikaanschen luipaard en/of Indischen panter; de in Frankrijk natuurt escherrr.di Camarguebever klopt met den Canadeeschen idem; identiek zijn vossen, bunzingen, zwanen, bergschapen, koekoeken, herten, kroko dillen (alligators), zalmen, herten, slangen, lynxen, apen en bloemen en kikkers.... alles tout comme chez nous. Ze stammen immers van gemeen schappelijke grondvormen, dateerend van voor de mundiale scheiding, mo menteel" met soortelijk-individueele eigenschappen. Zoo dus ook met het rendier, ? daar als bekend van de Jack London en Curwoodsche novellen, geheeten Cariboo, terwijl hun zg. moose" het evenbeeld is van onzen (Pruisischen) elk. Die uitgave van dit zpo on ontbeerlijke Schip der IJswoestijn heb ben ze in de Nieuwe Wereld, met name bij de Eskimo's, niet weten te temmen, dat jagersvolkje is nooit op het idee gebracht dit natuur dier als huisvee te exploiteeren, bleef het logisch beschouwen a's jachtwild, niet anders te benutten dan per roofbouw met pijl en boog; terwijl daar entegen de Europeesche" Eskimo's en de Noord-Aziatische steppevolken er heelemaal van bestaan. EEN 40 jaar geleden" zijn "de Ver. Staten op het protec tionistische denkbeeld gekomen hun armelijke Alaskainboorlingen aan vee te helpen en hebben wat fokrendieren, ten einde er een toekomstige vee stapel voor de noordelijke be volking uit op te bouwen, uit de Oude Wereld laten komen, vanzelfsprekend vergezeld van rendierkundig personeel Lap pen. Maar natuurlijk gebeurde hetzelfde als bij de Sioux .a. Indianenstammen, toen deze van buffels werden voorzien (even eens bedoeld als beginmate riaal voor latere exploitatie kudden, daar het oorspronke lijke bisonbestand immers genade loos uitgeroeid was) en ook bij de Zigeuners, toen Maria Teresia deze ongedurigen, om ze honkvast te lijmen, aan rijksrunderen hielp: de te reclasseeren Eskimo's konden onmogelijk een eetbaren viervoeter anders zien dan als buit" en begonnen dadelijk enthousiast op het geïmporteerde kost bare renvee te knallen. Pas een vol gende generatie, die van de missie schoolbanken af onder cultuurhanden genomen was, kon eenig veeteeltbesef bijgebracht worden; eerst een rijper" geslacht begon het te schemeren, dat zooiets domme harakiri is, daar immers de jachtvelden inplaats van onuit puttelijk, uitgeput zijn en de Eskimo's moet omschakelen van dier-dooder naar dier-fokker. Het experiment moest herhaald worden en in 1919 werden 1280 Siberian Gariboes ingevoerd van het halftamme ras als de Tjoekten, Toengoezen, Ostjaken, Samojeden, die ze sinds eeuwen telen als trek-, last-, slacht-, Ieder en ander gebruiksbeest. Deze importdieren hebben zich zeer sterk vermeerderd; zekere gebrs. Lornen alleen al bezitten er in West-Alaska een kwart millioen van. Deze moesten ergens naar een verloren hongervolkje gestuurd worden, hoe dan ook. En dat is de heroïsche, historische Trek (dat woord, dat de Engelschen van ons kaapten aan den Kaap). Bij de rendierfokkerij Lomen klopte de Canadeesche regeering zes jaar geleden aan om 3000 stuks ter op lossing van het vervelende Eskimovoedselvraagstuk". De Innuïet (dit beteekent menschen", zoo noemen zij zichzelf: Eskimo" komt van Tashimek" en beteekent vreetzak" res pectievelijk rauwvleeschkauwer", een naam, hun door buren, dus vijanden, de arctische pels-Roodhuiden, gegeven, wegens hun onkieskeurigheid en onsmakelijken eetlust in desnoods be dervend rauw vleesch en weerzinwek kende traanjam) leden aan een stam men wegvagenden massahongersnood als gevolg van het wegharpoeneeren van hun onderhoudsdieren als robben door de betere" vangmethodes voor seal electric en moesten aan een blijvend middel van bestaan geholpen worden. Maar wie zou dat enorme transport durven ondernemen? En wie kan dat? Bahr, 'n soort rendierconsulent en poolspecialist van ras, kon dat wel opknappen; Bahr en zijn vriend Pap ! WAT Nicodemus en Bahr met een Amerikaan en wat eigen volk plus de drie millioen ijs-koeien zoo hebben De Belhamel of Vo/gbok van een der Canadeesche rendierkuddes, die na den invoer uit onze Oude Wcre/d in de Nieuwe, om den inwoners der borre Barren Lands aan wat Nutvee te helpen, zoo'n overweldigend succes bleken. Onmetelijke kuddes maken nu voor dien onbewoonbare streken bewoonbaar. Dank zij Pap de Lap en Oude Bahr, die tijdens hun vijfjarige omzwervingen nabij den pookirke! velen het /eve.i redden,^ werd deze 4-voetige zege tot in het hoogste noorden gebracht ; meegemaakt, laat zich niet beschrijven, alhoewel de auteur Max Miller het in zijn The Great Trek" wel heeft gedaan. De kudde was geleverd voor een franco-huis, beter: franco-iglöo" prijs bij de hongerende Eskimoneder zettingen a S 200.000 af te leveren; 'n 2000 of meer KM. oostelijk naar boven. Theoretisch hadden de Lappen gedacht daarover een 8 maanden stapvoets te moeten doen, maar de praktijk was een hellevaart. De dieren waren bijna niet over rivieren als de Mackenziemond te krijgen, werden van alle kanten aangevallen door legers wolven, die er als de kippen bij waren, er de heele expeditie lang bijbleven en er eiken nacht tientallen weghaalden. Na den eersten winter doorgesukkeld te zijn, werd het voorjaar voor zoover het in die streken een lentevreugde" is, wat ginds neerkomt opeindelooze dooimodder en glibberigen toendrabodem. In deze vla zonken de dieren weg. Af deel ing.. .. halt. Men moest overzomeren en daar wat rondnomadeeren tot n sleden n dieren weer voort konden. De pool muggen, waarvan Steffansen in Vrien delijke Arctis" en onze landgenoot dr. Tinbergen in Eskimoland" zeggen, dat zij kwellender zijn dan nijpendste kou, maakten het leven ondragelijk. De rendieren werden erdoor gek ge folterd en daarbij onophoudelijk aan gevallen door de onmogelijk door dat handjevol herders af te weren roof dieren. In het boomlooze district, noordelijk van de plantengrens, kwam er nog gebrek aan brandstof ook bij. accent te hebben opgeloopen in de Vereenigde Staten. Hij heeft een geligen guitensnuit, raszuivere spleetoogjes, viezig lang haar, dat aan preiloof doet denken en sluik en plakkerig langs zijn mongolenkop hangt. Hij vindt het leuk dat zijn vriend Gray Owl, de schrijvende beversternmende half-Indiaan, bij wien verleden zomer onze landgenoot, dr. A. W. G. v. d. Sleen, logeerde en er schrijver dezes merkwaardige foto's van toonde, voor Miller's reportage een inleiding geeft geschreven. Nicodemus is als de tweede held uit het modeboek beroemd, wordt bij menschen, die andere kerels van dat uiterlijk voor een pindaman aanzien, te eten ge vraagd om dan als de vent-die-hetweten-kan o zoo interessant te beves tigen wat op bladzijde 117 staat over al die nare wolven en muskieten en zoo. En Bahr? TOEN de oude Andries in 1926 van zoo'n ijzig ijselijk klusje in Nie mandsland te Seattle uit het hooge Noorden was teruggekomen, had hij 60.000.?overgespaard, een pleizierige duit voor een zoon van een in Skandinaviëstaatsgesteund keuter boerenvolkje, vegeteerend op een ren dierensubsidie. Hij kocht toen wat perceelen ook een Mongoloide veramencaniseert vroeg of (in dit geval) laat trouwde ook nog even, zou zich vestigen toen de boodschap aan den Eskimooschen Garcia kwam. Hij kon de roepstem van de harde natuur en van de harde dollars niet weerstaan en ging. Z'n bijna zesjarige omzwervinTwintig graden onder nul. Talrijke gen hebben we net gevolgd. Maar nu dieren kwamen om. Van de 3000 zijn hij terug is en juist per radio zijn door er maar 300 aangekomen. Een fiasco? Miller te boek gestelde Trek" wordt omgeroepen, worden de hypotheken op zijn huizen geëxecuteerd. Maar dat lapt 'n Lap aan zijn sneeuwlaars. ,,'k Ben erg oud" vertelt hij, ik geloof zestig, maar het kan best zijn van zeventig, ik weet het niet precies. Toch niet. Bahr werd het te bar en toch begon nen Pap de Lap en hij het slakkentempo nog meer te remmen. Hoezoo? Is de via dolorosa door de onbewoonde en onbewoonbare districten soms niet tergend genoeg ? Den sterk door ont- In ieder geval zal ik er straks wel weer beringen en al het andere gedunden troep moest de normale tijd gegeven worden, om onderweg bij te fokken. Behalve de 300 van de oorspronkelijke roedel werden er 2070 thuisbezorgd; geboorten en route. Nicodemus, geïnterviewd door een Londenschen vertegenwoordiger van het Hollandsche blad, schijnt een neusmet een rendierentransport op uit moeten, anders zou 'k...." Van deze mannetjes van stavast, celebriteiten voor een etmaal, zult u als The Trek" niet meer trekt, en elke journalist, met inbegrip van ondergeteekende, ze ugehad" heeft, wel nooit meer iets hooren. Uitgerendierd. DE JOSSELIN DE JONG i :> : t l PAG. 7 DE GROENE No. 3155 \ 4'.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl