Historisch Archief 1877-1940
'V.'-,,
rouwen en vrouwenleven
De fatale vraag:
HOE STAAT ME DAT?
EN.... hoe vind je dat mijn
nieuwe hoed me staat?"
Deze vraag?een fatale vraag !
wordt overal ter wereld in regel
matig weerkeerende perioden gericht
van vrouw tot man. En de vrouw weet
niet half hoe kribbig ze hem daarmee
maakt, die heet heer der schepping te
zijn. Ze weet het niet, want anders
hield ze deze vraag voor zich. Er zijn
nog andere vragen, behoorende tot
dezelfde categorie, die alle in staat zijn
den gemiddelden man een nijdasserig
en teleurstellend antwoord te ont
lokken. Ze luiden:
i. Maakt deze jurk me niet slank?
2. Vind je me nog net zoo aardig
als toen we elkaar voor het eerst ont
moetten ?
3. Ben ik heusch in staat je te
inspireeren ?
4. Hoe staat me dat nieuwe kapsel ?
Er zijn nog wel meer van deze
vragen, maar bovenstaande vier zijn
typeerend. De gemiddelde man vindt ze
hopeloos en geeft er altijd een onbe
vredigend antwoord op, dat ruw ge
schat, den meesten vrouwen een
verklaarbaren lust tot pruilen of
kattigheid schenkt, al naar haar aanleg.
Maar.... ze verdient niet beter.
1
Wijze vrouwen stellen dergelijke vra
gen niet. Wijze vrouwen hoeven niet
met woorden te hooren vertellen wat
haar vrienden, haar verloofde, haar
man van haar of haar kleeren denken.
Wijze vrouwen weten dat.
WANT het is nu eenmaal een
hopeloos geval om van een man
te verwachten, dat hij werkelijk begrip
zal kunnen toonen van de pikante lijn
van eens bepaald hoedje of het een
voudige raffinement van een bepaalde
snit. Zooiets zien mannen niet; het
zit niet in ze ! Hoogstens ontdekken
ze het wanneer een bepaald
kleedingstuk sterk afwijkt van hetgeen de
meeste vrouwen ten deze dragen en
dan zullen ze er bezwaar tegen hebben.
Niet omdat het de draagster wel of aie*
zou flatteeren, maar wel omdat ze
het gevoel hebben voor gek" te loo
pen, als ze daarnaast wandelen. En dit
gevoel is bij den gemiddelden man zeer
sterk ontwikkeld. Eens werd een goed
hartig echtgenoot door zijn energieke
gade gedwongen met haar te gaan
wandelen, toen zij was gedost in een
kanariegelen mantel. De echtgenoot
weigerde kort en bondig. Het kostte
een nieuw eetservies.
Neen, de man zal niet zien, dat we een
hoedje van Fransch model op hebben.
Maar wanneer hij zegt: ,,Ik vind het
toch wel jammer dat vrouwen altijd
zoo zinneloos de mode achterna hol
len !" gaat dan thuis voor uw spiegel
staan en vraagt u af of ge niet een
model hebt uitgekozen, dat niet bij
uw type hoort.
Droevig is verder de omstandigheid,
dat de vrouw pas verneemt dat een of
andere jurk of pakje haar goed stond,
wanneer ze het.... heeft afgedankt!
Ze komt in een gloednieuwe namiddag
japon de kamer in en haar man zegt,
opziend: O, dit keer groen? Dat
donkerblauw-met-wit stond je anders
alleraardigst." Dan zijn er vele vrou
wen, die zoo'n klap niet kunnen
verwerken. Vooral niet als de nieuwe
middagjurk het resultaat van veel
moeite en zuinig-gespaard geld is !
En laten we dit eene onthouden:
wat we ook in ons later leven dragen
mogen, hoe modieus, apart, gedistin
geerd, enfin, neemt wat ge wilt, we er
ook eens zullen uitzien: nooit zal er
voor Den Man in ons leven iets gaan
boven de jurk waarin hij ons voor het
allereerst zag. Die vergeet hij zijn leven
lang niet. Op zijn gouden bruiloft is
hij in staat om te zeggen: ,,Ik wou dat
je nu nog eens een japon nam, die
leek op dat katoentje met die ruit
jes, dat je droeg aan het strand,
dien eersten keer dat we elkaar ont
dekten!"
[H. LABOUREUR-VAN BEYERLAND
UITERLIJKHEDEN"
"\Y7IE over veel koopkracht beschikt, hult zich dit jaar in veel
W bont. Als hèt werkelijk koud wordt, is dat niet zonder nut.
Ook niet zonder charme, als men tenminste naar Paquin kan
gaan, die deze beminnelijke bontcape vervaardigt van bruine
loutre. Maar zelfs met een klein beetje bont kan men er al zeer
modern uitzien, tenminste volgens Suzy, die er een bekoorlijk
postillonachtig hoedj e van maakt meteen meter of zoo fluweelen
lint, dat eerst om den bol gaat en dan om de hals. Dit niet zoo
zeer voor de warmte, als voor wie de juiste bocht weet te treffen,
de flatteusheid. Het archaïsche
voor
horlogetje, op de borst
hoogt het genre
temps"
gedragen,
verle bon vieux
<J[ico
NIEUWS UIT DE
VROUWENBEWEGING
'ET het oude vuur hebben de
feministen mannelijke en
vrouwelijke het goed recht van
de vrouw op arbeid verdedigd. De
twee sterkste argumenten waren welt
dat een ieder recht op arbeid moet
hebben een recht dat onze wet
geving nog niet erkent en vooral
dat, indien men niet meer de per
sonen zelf wil laten beslissen over
het al of niet uitoefenen van een
beroep, de wetgever zich moet mengen
in allerlei huiselijke en financieele
omstandigheden.
de heer Kappeyne
van de Coppello opmerkte, moeten
de vrouwen van een steeds moeilijke,
verdedigende positie overgaan tot
een offensief. Het recht op arbeid
en het recht op een onbespied per
soonlijk leven zijn twte
aanvalspunten, die een dergelijke verande
ring van taktiek mogelijk maken.
Vrouwen op Java
EEN klein postkantoor in een groote
stad op Java: Drie jonge
Javaansche vrouwen, keurig gekleed in
donkerbruine sarong en fijnbebloemd
mousselienen kabaja zóó
primnetjes kunnen alleen Javaansche vrou
wen van standing er uitzien staan
voor het loket en vragen een spaar
bankboekje aan. Dat vergt formalitei
ten en formaliteiten vergen tijd.
Er worden ampele besprekingen in
fluistertoon gevoerd met een
onzichtbaren commies; formulieren worden
heen en weer geschoven.
Den Europeaan, die een postwissel
komt innen, slaat de kleur al rood en
rooder uit boven den kraag van zijn
witte toetoepjas.
Hij kucht.
Hij buigt naar links.
Hij buigt naar rechts.
Tevergeefs; de drie gitzwarte, glan
zend geoliede haarwrongen versperren
volkomen de loketopening.
Het is hem niet mogelijk, langer pas
sief te blijven; zijn laaiend ongeduld
schreeuwt om een woord en een daad:
,,Kom, baboetjes, opschieten l" en met
een forsch gebaar van schouder en elle
boog veegt hij de drie bruine figuurtjes
met formulieren en al weg van voor
't loket.
Zijn breede, rossig behaarde hand
schuift de postwissel door de opening en
blijft wachten op 't geld, dat hem
competeert.
,,Hebt u een legitimatiekaart?"
vraagt de onzichtbare, die de postwissel
aannam.
Heb ik niet noodig," antwoordt de
man buiten 't loket kortaf.
Een paspoort? Of brieven aan u ge
richt?" informeert de stem binnen.
Ook niet."
De postwissel wordt op 't zwarte
marmer van de toonbank teruggëlegd.
Probeert u eens aan 't hoofdpost
kantoor; wij mogen u niet helpen zon
der legitimatie," zegt de commies
vriendelijk-beslist en buigt het gezicht
een pienter blond meisjesgezicht
tot voor de opening.
De Europeaan frommelt zwijgend
het postwisselformulier, in zijn
actetasch; zijn hals ziet paars.
Eén glimlach glijdt over de drie ge
zichten der jonge Javaansche vrouwen.
Dan treden ze met zacht geklikklak van
sloffen nader en buigen zich naar de
loketopening om verder advies om
trent het spaarbankboekje.
C. C. KLAY-LANCEE
l
SCHEMER
in Monte Carlo
DE straat, de menschen, de hoo
rnen en de bloemen beginnen
naar de]jrust van' den komenden
nacht te neigen. De dag is gedaan, de
menschen gaan naar huis door het late
licht, waarin nog een zweem van het
felle goud der overvloedige zonnestra
len van den afgeloopen dag lijkt te zijn
blijven hangen, en ze zijn als motoren,
die op hun laatste benzine loopen, of
als klokken, die bijna afgeloopen zijn.
Ze loopen niet meer vlug en veerkrach
tig, ze drentelen langzaam, stap voor
luien stap, en in hun oogen is alvast
de droom van den avond. Ze blijven,
wat teederder van stemming, staan
voor een ding, dat zij op den nuchteren
dag voorbij zouden zijn gegaan: een
zich sierlijk over de straat rekkende
poes, de overdadige, zwoel lila neer
hangende trossen van een blauwen
regen. Ze zien de wereld met andere
oogen dan toen ze vanochtend opston
den in het helle licht van den morgen;
ze dempen van zelf hun stemmen, die,
warmer van toon en intiemer van klank,
al met het zoele duister van den Zuide
lijken nacht volgeloopen schijnen te
zijn.
Diep onder mij, stilletjes, niet op-"en
niet omkijkend, drentelt een vrouw,
een meisje. Een rood mutsje gloeit
warm in de lichtgrijze straat; onder
een armelijk, wat zielig beige jasje
stappen haar te magere beenen met de
onzekere, een schromelijk gebrek aan
gevoel voor eigenwaarde uitdrukkende,
stappen van een vrouw, aan wie de
menschheid het eens en voor al duide
lijk heeft gemaakt, dat de
wereldjleelijkheid aan een vrouw desnoods nog
vergeven kan, maar dat gebrek aan
charme een zonde is, waarvoor zij haar
heele leven zal moeten boeten. Ze
wacht, kennelijk. Ze wacht al heel
lang, al wel een half uur. Op wie wacht
ze zoo lang? Wie is het, die haar zoo
lang, zoo onaardig, zoo onbeleefd lang
laat wachten ? Op wie is het, dat ze met
zoo'n trouw, zoo'n geduld, zoo'n toe
wijding wacht ? Men komt in deze we
reld helaas gewoonlijk gelukkiger uit,
als men goed op zich kan laten wach
ten, dan als men zelf met liefde en over
gave wacht....
Er komen wat menschen voorbij.
Een knappe jongen in een witte broek
en met een helblauw overhemd aan,
komt bijna dansend de straat af.
Moewel hij haar slechts op den rug heeft
gezien, tracht hij niet eens een glimp
van haar gezicht beet te krijgen. Een
werkman komt haar tegen, als ze haar
twintig meter weer terug drentelt. Zijn
blik glijdt over haar heen, en blijft ge
boeid hangen aan den begroeiden, bloei
enden muur boven haar hoofd. Een
achteruit rijdende auto rijdt bijna tegen
haar op. De bestuurder steekt ver
schrikt zijn hoofd uit het raam naar de
vrouwefiguur, die zoo haastig op zij
sprong, en maakt, als hij haar ziet,
zijn excuses als tegen een ouden heer.
Steeds dieper valt het duister. Hoog
op de huizen rest nog een laatste beetje
goudglans; de geluiden van de voet
stappen, de flarden gepraat doen aan,
alsof ze geen deel meer zijn van het
dagelijksch leven, maar losse, ver
dwaalde klanken in de stilte van den
nacht. Het roode mutsje, nog heel diep
en dof gloeiend, drentelt nog steeds ge
duldig op en neer. Een uur ! Een uur all
Wie doet dat nu ? Een uur wachten !
Laat een uur wachten, maar wacht
niet zelf l
De lantarens flitsen aan, hoog boven
de straat, en in hun vreemd licht staan
de huizen van Monte Carlo als onwer
kelijke, door kunstlicht beschenen cou
lissen óp een modern tooneel. Een
zwarte, lugubere cypres rijst er zwij
gend tusschen omhoog.
(Slot op pag. 16)
PAG. 15 DE GROENE No. 3iss
wij moderniseeren uw interieur
grondig, stijlvol, degelijk
en m er weinig kosten
beipreking geheel vrijblijvend
paul schongs
amstelv.weg 1030 - telef. 22874
moderne meubileering
FA F. SINEMUS
20 Leldschestraat 22
AMSTERDAM C.
GEKL OVERHEMDEN
NAAR MAAT
VANAF Fl. 8.
PRIMA COUPE EN AFWERKING
EIGEN ATELIER
voor liet
goed verzorgde
interieur
tapijten
N.V. KON. VER. TAPIJTFABRIEKEN
R'DAM. A'DAM, DEVENTER, MOORDRECHT
TOONZALEN TE AMSTERDAM:
SINGEL 404
Het beste
wat Holland's
bodem biedt...
deallerfijnste groenten,
peulvruchten e.d. wor
den in MAGGI*
Soepen verwerkt
en wel zó, dat U al
hun gezonde, voed
zame en aromati
sche
eigenschap"pen hierin volledig terugvindt.
Dat is juist zo kenmerkend van
MAGGI1 Soepen!
Dat geeft aan deze soepen zo'n
onmiskenbare, fijne kwaliteit ...
MAGGI-kwaliteit.
Vraagt dus uitdrukkelijk MAGGI1
Soepen en let op de geel-rode
etiketten en de fabrieksmerken: de
naam MAGGI en de Kruisster
MAGGI'soEPEN
JEANNE. DE KAAR.
TEN ZEGGEN, DAT
EEN DONKERE PER.
SOON JE GELUK BE.
DREIGT. HET IS EEN
VROUW.DUSJEMAG
WEL OPPASSEN...
WACHT, EEN
DONKERE VROUW? DAT IS
NATUURLUK BELL A l
IK MOÉT TOEGEVEN
DAT ZE BIJZONDER
AANTREKKELIJK IS.,
?«^^
DAAR GAAT ZE EEN
WINKEL BINNEN.
WAT ZOU ZE TOCH
»OR SCHOON.
HEIDSMIDDE.
LEN KOPEN?
GEEFT U MIJ EEN TUBE
VINOIIA VANISHING
CREAM EN EEN TUBE
VINOLIA COLD CREAM
ALS ZIJ WEG
IS, KOOP IK DIE
CREAMS OOKI
WAT HEBBEN DIE
NIEUWE VINOLIA CREAMS
MIJN TEINT IN KORTE
TIJD VERBE.
TERDI
VCJ 0141
IK GELOOF NIET, DAT
MIJN GELUK ERNSTIG
WORDT BEDREIGD....
Door de nieuwste ervaringen op cosmetisch gebied hebben onze deskundigen een Vanishing
Cream en een Cold Cream van bijzondere hoedanigheid samengesteld. Deze preparaten
zijn door duizenden vrouwen een tijdlang beproefd en allen vertelden ons: Dit is wat
wij reeds jaren hebben verlangd l" V j nol ia Vanishing Cream, door zijn speciale
samenstelling en extra fijne emulgering zonder enige scherpe werking, is uiterst geschikt
voor zelfs de gevoeligste huid en maakt ook de meest glimmende huid onmiddellijk voor
lange tijd mat. Vinolia Vanishing Cream beschermt de huid tegen weer en wind, ook bij
langer verblijf in de buitenlucht, trekt direct in, wrijft gemakkelijk en dun uit en vormt
een ideale basis voor poeder. Vinolia Cold Cream
werkt tot diep in de epidermis, verstopt door haar
speciale bereidingswijze - zelfs de fijnste gelaatsporiën
nooit en wekt de huidcellen op tot verhoogde activiteit,
waardoor de zo gevreesde rimpelvorming wordt voor
komen. Deze twee Vinolia Creams bieden U meer
dan U ooit van gelaatscreams heeft durven verwachten.
Mnöa
VANISHING CREAM - COLD CREAM
GEWONE TUBE 33 CENT - GROTE TUBE 60 CENT - LUXE POT 90 CENT
S T. NICOLAAS GESCHENKEN
HONGAARSCHE KUNSTNIJVERHEID
HANDGEBORDUURDE DAMÊ&KLEEDING
HUNGARIA
HEERENGRACHT 443 b/h KONINGSPLEIN
KUNSTHANDEL SANTEE LANDWEER
EXPOSITIE TOT 3 I>ECEMBKK 1O37
MARTHA FRANCO VAX Bl'fREN
J. C. HOOYKAAS
IVKIZERSURACHT 4O3
(KEI DB C U EST R A AT)
A M 8 T 'E U D AM
PIPE5
CIGARETTE
HOLDERS
\