Historisch Archief 1877-1940
'c
'/1._
«. Se
'VA
KANTTEEKENINGEN
TEGEN HET EINDE VAN DE
vorige week vernamen wij van
een opmerkelijk debat in het
Lagerhuis. Luitenant-kolonel
Muirhead, de onder-staatssecretaris voor
luchtvaart, kon een aanstormende zee
van klachten over de achterlijkheid
der Engelsche burgerlijke luchtvaart
niet anders afweren, dan door den
afgevaardigde Perkins toe te zeggen,
dat een ministerieele commissie van
onderzoek zou worden ingesteld om
den stand van zaken eens te vergelijken
met wat er alzoo in het buitenland te
zien was en maatregelen tot verbete
ring voor te stellen. Het sprak wel
haast vanzelf dat de K.L.M, er weer
bij te pas kwam. Het Nederlandsche
vliegwezen is de internationale stan
daard voor vergelijking geworden. Dat
is overigens niets nieuws.
De reden voor deze atrophieering
van de burgerlijke luchtvaart in Enge
land, is het forceeren van de militaire
luchtmacht. Voor commercieel ge
bruik schoten er tot nu toe slechts
oude toestellen en ouderwetsche vlieg
velden over. Dat is geen gezonde toe
stand. Intusschen is men ook nog niet
geheel tevreden over het tempo waar
mee de militaire luchtvaart tot wasdom
komt. Het accres der bewapening in
het algemeen wordt door de Britsche
regeering niet geheel voldoende geacht.
Het vlootbouw-programma voor het
komende jaar is wér grooter. Zoo
stijgt de Engelsche bewapening als
een meetkundige reeks. Dat dwingende
financieele redenen deze steeds scher
per oploopende lijn binnen
afzienbaren tijd weer naar beneden zouden
buigen, is iets dat Engelands prospec
tieve vijanden zich wel uit het hoofd
mogen zetten, al zijn zij op dit
oogenblik misschien nóg zoo vervuld van het
gevoel vrij spel te hebben tot de Brit
sche herbewapening perfect is.
LORD CECIL, DE GROOTE
VOLKENbonds-idealist, verwierf den No
belprijs. Er doemt menige vraag op
voor hem, die dit korte stukje wereld
geschiedenis, dat het leven van den
Volkenbond uitmaakt, gadeslaat. Cecil
is in de oppositie gegaan". Niet alleen
politiek. Veeleer uit idealistische over
wegingen. Volgens hem verzaakte de
Britsche regeering de vredesidealen en
den ontwapeningsplicht.
Zelfs al zien wij nu in den achter
uitkijkspiegel, die het dagelijks gebeu
ren is voor de afgeloopen
geschiedperiode, dat de rampen van den dag
juist hebben plaats gevonden omdat de
Engelschen niet sterk genoeg gewapend
waren en zij dientengevolge de ont
wikkeling van den toestand met pas
siviteit moesten aanzien ??zelfs al
overwegen wij dat alles, dan loont het
nog de moeite ons in Cecil's stelling
te verdiepen. Wie weet? Wanneer een
proef immers nooit genomen is, mag
men niet met zekerheid aannemen, dat
zij tóch niet gelukt zou zijn.
De gulden middenweg, die men ten
slotte gekozen heeft, blijkt in ieder ge
val verkeerd. Dat toont het verloop van
de BRUSSELSCHE CONFERENTIE, waar
men het wel eens geworden was over
een scherpe, veroordeelende motie,
maar waar men verder niet weet wat
men moet doen, omdat men de con
sequenties nog niet recht aandurft.
INTUSSCHEN VOND ER TOCH EEN
l politiek voorval van belang plaats,
dat tot de gebeurtenissen in het Verre
Oosten en de spanning in Europa in
direct verband staat: het afsluiten van
een nieuw Engelsch-Amerikaansch
handelsverdrag en de hervatting
hoezeer dan ook slechts symbolisch
van Engelands schuldenbetaling.
Ongetwijfeld is het allereerst van
economisch belang. Maar het is mér
dan dat. Het brengt (op het oogenblik
dat Lord Halifax' reis aantoont, hoe
zeer een verbetering in de relatie met
Duitschland tot de vrome wenschen
behoort) Amerika wér meer naar
voren. En het verdrag plaveit den weg
voor oorlogscrediet en -leveranties.
Zou er nu iets dergelijks ook van
Franschen kant te wachten zijn?
HET IS NIET ALLEEN OM HET
WEDERvaren van Lord Halifax te ver
nemen, dat Chautemps en Delbos naar
Londen vertrokken zijn. Wat er van
de Duitsche eischen bekend geworden
is, is zóó verbluffend, dat eenige
twijfel, of hetgeen daarover bericht is,
wel juist kan zijn, op zijn minst ge
nomen gerechtvaardigd is.
Chamberlain heeft er dan ook op gewezen dat
de berichten niet ,,exact" waren.
Men moet dit zóó opvatten: de
Duitsche verlangens gaan ongetwijfeld
uit naar Oostenrijk en het
Duitschsprekend deel van Tsjecho-Slovakije,
naar hegemonie in Europa en naar
Gleichberechtigung inzake koloniaal be
zit. Maar dat deze verlangens als
eischen geformuleerd zijn, is ondenk
baar. Staat men echter de oude
taktiek volgend van den vrede te willen
bewaren door middel van compromis
sen toe, dat ook maar een klein deel
van het Duitsche programma gereali
seerd wordt, dan is men op het hellend
vlak. Van ,,autonomie" der
Sudetenlanden komt inlijving bij Duitschland.
Van Gleichberechtigung komt regel
recht koloniaal bezit, net als er volle
dige her-bewapening kwam.
Door nu tot iederen prijs den vrede
te willen bewaren, zou men tot den
verschrikkelijksten oorlog verglijden.
Door den moed te hebben ,,neen" te
zeggen, kan men in werkelijkheid den
vrede bewaren. Dit zullen de Fransche
ministers haar Engelsche collega's wel
duidelijk maken. Er zit echter ook een
specifiek Britsche kant aan de zaak:
de strijd in het Oosten. Het is de vraag,
of de Engelschen nu wel het besluit
zullen nemen, dat zij zouden moeten
nemen. De toestand herinnert aan
7 Maart 1936, toen Hitler van de
Europeesche moeilijkheden met Itali
gebruik maakte om het Rijnland te
bezetten en Locarno op te zeggen.
DE HEER SPAAK, DIE NU DE
CONferentie van Brussel heeft ver
daagd (eigenlijk: gesloten totdat de
mogendheden wellicht zullen besluiten
de besprekingen te heropenen, om dan
werkelijke maatregelen te beramen,
die een eind kunnen maken aan den
oorlog in China) de heer Spaak heeft
deze weinig verheffende plechtigheid
kunnen verrichten als herbenoemd
minister van buitenlandsche zaken.
Aan de eeuwige Belgische crisis is
eindelijk een eind gekomen. Een kabi
net Janson is opgetreden, dat weinig
in kleur verschilt van het kabinet
Van Zeeland. De socialist de Man is
weer benoemd tot minister van Finan
ciën. Het zijn nog steeds de drie groote
partijen, katholieken, liberalen en
socialisten, die samen regeeren. Een
andere oplossing was er niet.
IN FRANKRIJK WINDT DE
SuretéGénérale een
wonderlijke kluwen op.
Reeds vele weken lang
verrichtte men arrestaties,
maar van het waarom
lekte niet veel uit. Het
waren eenlingen, nette
menschen", die plotseling achter
slot en grendel werden gezet. Naar
het schijnt waren het vrijwel alle
leden van rechts-radicale organisaties,
verboden vereenigingen als de Croix
de Feu of getolereerde als de Action
Francaise. Maar de politie ontdekte
meer: geheime wapenvoorraden,
kazematten in quasi-onschuldige wo
ningen, particuliere telefoonlijnen,
geheime radiozenders.
Er is meer dan eens sprake geweest
van de mogelijkheid dat het in Frankrijk
tot opstanden zou komen. Buiten
Frankrijk werd van zekere zijde soms
het gerucht gelanceerd dat in bepaalde
gebieden (b.v. in het Zuiden) het
uitbreken van een bolsjewistische
revolutie" verwacht werd. In
rechtsradicale milieu's schijnt men zich, met
de voortvarende organisatie-woede die
dezen kringen eigen is, reeds grondig
voorbereid te hebben op de taak om in
de ure des gevaars het dierbare vader
land te redden door zich van het gezag
meester te maken d. w. z. door de
burgerij te terroriseeren en de machts
middelen van dien staat eenvoudig
buit te maken. Dit heet tegenwoordig
het vormen van een nationale regeering.
Van den Hertog van Guise was het
niet verstandig, dit moment uit te
kiezen om zijn aanspraken op den
Franschen troon nog eens te
onderstreepen. De Zwitsersche autoriteiten
hebben zijn zoon, den Graaf van Parijs,
die op Zwitsersch gebied een propa
ganda bijeenkomst georganiseerd had,
aangezegd het land te verlaten.
Overigens was de Hertog van Guise
zoo wijs om iedere relatie met de Action
Fran9aise te loochenen.
Natuurlijk is een fascistische coup in
een land als Frankrijk slechts Don
Quichotterie. Het gevaar ligt
intusschen hierin, dat de rechts-radicale
broeders in de eerste plaats zélf plegen
te bepalen wanneer de ure des
gevaars" gekomen is de Geschiedenis
leert dat zij er niet voor terugdeinzen
om het feit, dat hen noopt naar de wa
pens te grijpen, te provoceeren of te
ensceneeren en dat deze nationa
listen" in de tweede plaats vaak niet
meer blijken dan het werktuig van
buitenlandsche machten en invloeden.
Zoo ook hier. De gevonden wapenen
schijnen voor een zeer groot deel af
komstig uit Italiëen Duitschland,
waar wapenindustrie staatsindustrie is.
DE TWEEDE KAMER WERKT DE
begrootingen thans onder de be
kende hoogspanning van middag- en
avondvergaderingen afzonderlijk af:
Justitie, Financiën,
Binnenlandschcen Sociale Zaken zijn thans welhaast
gereed. De hoofdklacht bij Financiën
was het groote overwicht der indirecte
belastingen, die met de draagkracht
geen rekening houden en de al te groote
schuchterheid ten opzichte van het
bankgeheim en de ondernemerswinst,
waarvan reeds is berekend dat de groote
N.V.'s de helft niet hebben uitgekeerd
en dus aan dividend- en tanti
mebelasting voor een belangrijk bedrag
ontkomen. Minister de Wilde sloeg
zich door deze aanvallen met zijn
gewone vlotheid heen door het eerste
bezwaar volmondig te erkennen en het
tweede als een deugd te beschouwen.
BIJ JUSTITIE WAREN DE
ECHTSCHEIding en de vreemdelingen de
topics of the day". Mr. Goseling geeft
de neiging de leer van zijn kerkgenoot
schap in sterke mate aan zijn anders
denkenden landgenooten op te leggen;
voor hem is het huwelijk ook het tot
een caricatuur geworden' huwelijk
in elk opzicht onverbrekelijk; de in de
wet erkende echtscheidingsgronden zal
hij niet aantasten, maar overigens wil
hij tegenover zijn voorgenomen ver
zwaring van het bewijsrecht zelf niet
PAG. 4 DE GROENE No. 31W
ingaan op de zelfs door zijn coalitie
broeder jhr. de Geer zachtkens gesugge
reerde toevoeging van ongeneeslijke
krankzinnigheid aan de gronden en
verkorting van den termijn van de voor
afgaande scheiding van tafel en bed
die in sommige gevallen vereischt
wordt, van vijf tot drie jaar..
Op de vreemdelingenkwestie komen
wij nog in een afzonderlijk artikel terug.
Slechts zij vermeld, dat tegen den
Fichtebund en het terroriseeren van
rustige, onpolitieke Duitschers door
vurige partijgangers, gewaakt zal wor
den. En dat de heer Rost van Tonnin
gen op n dag zijn tamelijk goede
reputatie als financier en jurist heeft
verspeeld door de gewone Vo Va "-non
sens ook in het Parlement te herhalen.
DE ZONDAGWET, HET ANDERE
PAradepaardje der
positief-christelijke" combinatie, draaft ook al wat
minder door dan het van stal is gehaald.
Sprak minister van Boeyen in de
Memorie van Antwoord nog over een
rustig afdwingen" van deze totaal ver
ouderde wet van 1815 (die bijv. in
Limburg niet geldt omdat dat gewest
toen nog bij den Duitschen Bond be
hoorde, en volgens jwelkévoor de
treinen bij elk bestuur der gemeenten
die ze passeeren schriftelijk toestem
ming voor verkeer op Zondag zou
moeten worden gevraagd), thans zal
het gebrek aan weerklank op z'n
zachtst in het katholieke en vrijzinni
ge volksdeel beide, er wel toe leiden, dat
deoverwegendorthodoxegemeentennog
eens een extra aanmoediging krijgen,
en dat enkele speciaal hinderlijke dingen
voor de morgen godsdienstoefeningen
wat meer worden tegen gegaan, maar
dat overigens alles bij het oude blijft.
OOK DE GROOTE GEMEENTEN
BEginnen thans aan hun
begrootingsdebatten. Deze zijn tot een kleine frac
tie terug gebracht van de wijdloopige
discussies die zij vroeger plachten
te ontlokken aan de vroede vaderen.
En dat ligt ook voor de hand: de grens
der uitgaven en zelfs de verdeeling
daarvan is zoozeer aan banden gelegd
door de Rijksoverheid, dat van autono
mie, van een zelfstandige beschikkings
macht, bijna geen sprake is, vooral als
het gemeenten betreft, zooals Amster
dam, waar zeer veel crisisslachtoffers
zijn. De toon in den Raad van onze
hoofdstad was er dan ook een van
moedeloosheid en hier en daar van wan
trouwen tegenover de regeering. Veel
waardeering was er echter voor de
respectabele lijst openbare werken in
de laatste jaren door de gemeente
als werkvefschaffings- en
werkverruimingsobject uitgevoerd. In den
Haag, dat er op grond van hun sociale
structuur veel beter voorstaat was de
toon optimistischer, daar durfde men
zelfs even van belastingverlaging te
kikken. De goede stemming werd nog
verhoogd door het vieren van den 75sten
verjaardag van den nestor der Neder
landsche sociaal-democratie, Vliegen,
het levend symbool van wat de strijd
voor de bevrijding van den arbeiders
stand aan cultureele winst kan brengen.
Rectificatie
VINCENT J, M. BRAS
HET artikel van M. J. Brusse over
Kopstukken van het Bedrijfs
leven in ons vorig nummer, dat gewijd
was aan den directeur van Lips" te
Dordrecht, den heer Vincent J. M.
Eras, is het voorwerp geweest van een
zeer onaangename vergissing.
De voornaam van den heer Eras
werd nl. foutief vermeld. De redactie
stelt er prijs op, alsnog den correcten
naam, Vincent J. M. Eras, te vermelden
Zij biedt voor deze vergissing haar
verontschuldigingen aan.
'- '' -Mc Mn. U"
KLOOSTERS
vam
RECHTSPRAAK
in
OlJD-LONDEN
The Temple, een der beide
groote Londensche /nns of Court
ER zijn in iedere groote stad steeds een paar
plaatsen en hoekjes waar een stille bekoring
van uitgaat. De Place Dauphine op het He de
la Citéof de binnenplaats van het Palais Royal, te
Parijs. Er zijn zulke plekjes in Brussel, in Den Haag,
in alle plaatsen met een eigen karakter.
Maar hoe komt het toch dat het leelijke Londen,
die onherbergzaamste, zelf-ingenomenste en onge
twijfeld meest cliché-achtige van alle
wereldhoofdsteden, den aandachten speurder telkens weer
oogenblikken van ontroering bezorgt ??meer dan
eenige andere levende stad ? Het rondneuzen
in museum-steden, in Venetiëof in Florence, telt
eigenlijk niet voor den chten jager naar
stedenschoon. Want het moet levend zijn, een onderdeel
van een gonzend, jagend en kloppend geheel. Vol
met oude herinneringen maar nooit die van het
kerkhof. Antieke gevels, maar met electrisch licht
en porceleinen isolatoren.
ZOODAT het eigenlijk nog zoo verwonderlijk
niet is dat juist Londen den fijnproever de
grootste verrassingen biedt. Is niet Engeland de
belichaming van het nooit-afgeschafte, van de ver
menging van den ouden tijd en den nieuwen, van
ouderwetsch gepruikte rechters, die er een oordeel
vellen over de ingewikkeldste vragen van modern
vennootschapsrecht ?
Het bekoorlijkste Oud-Londen, het nog levende,
vindt ge dan ook in die kloosters der Rechtspraktijk,
die Inns of Court heeten.
De pas in ons geslacht tot aanzien gekomen
Samuel Pepys wandelde met zijn vrouw in Temple
Gardens in den tijd dat de Hollanders de Medway
opvoeren. Ge kunt er nog nét zoo wandelen,
maar de Medway interesseert ons, Hollanders, niet
meer zoo bijzonder, zij het dan dat ongeveer daar
boven onze vliegtuigen hun koers veranderen om
ten Zuiden van de Theems landinwaarts te vliegen.
Maar om op den beganen grond en de Inns of Court
terug te komen, deze stille binnenplaatsen die van
alle kanten toegankelijk zijn uit de drukke
verkeersaders tusschen de City en het Westen er
straalt een warmte en een wijsheid uit de oude
baksteenen muren, die nergens anders te vinden is.
Zij hebben hun oorsprong aan geestelijke orden te
danken, deze Inns. Toch zijn zij van heel verschil
lende origine, Al dienen zij tegenwoordig n doel
en al zijn zij nu alle op gelijke wijze georganiseerd,(
nl. als zelfstandige private corporaties van be
oefenaren en studenten der rechtspraktijk, die daar
hun bibliotheken en hun chambers" vinden (soms
niet meer dan kantoren, vaak ook kamers"), die
daar ? vooral de studenten plegen dat te doen
in den Hall hun maaltijd kunnen gebruiken of in
den Chapel hun godsdienstige plichten kunnen
nakomen. Soms wonen er ook anderen. Uitsluitend
echter lieden van studieuze professie.
De beide groote Inns of Court, The Temple en
Lincolns Inn, omsluiten de Law Courts, het Paleis
van Justitie. Men kan er de edelgrootachtbaren in
toga en poederpruik zien heen-en-weer loopen naar
hun bureau's.
THE Temple bestaat eigenlijk uit twee Inns, de
Middle en de Inner Temple. Inderdaad was dit
vroeger de zetel van de Tempelieren, van de orde
der Kruisridders. Temple Church is dan ook een
Prettig scheren!
Het is zoo buitengewoon goed na het scheren
Witte Purol te gebruiken, dan schrijnt de huid
niet na en wordt gaaf en geschikt om U eiken
dag opnieuw met genoegen te kunnen scheren.
Een groep roodsfieeren, na hun btëcdiging
van de alleroudste Londensche kerken, Normandisch
(wij zouden zeggen: romaansch) van bouw, althans
wat het ronde, oudste, deel betreft. Men ziet er nog
de grafzerken dier oude kruisridders. Uit marmer
gehouwen rusten zij er in marmeren wapenrusting.
Dit deel van de Inns is nog geheel middeleeuwsch.
De belendende behuizingen zijn echter uit de
gouden Eeuw". De vroegere wereldlijke gebouwen
waren immers grootendeels van hout. Zij bestaan
niet meer.
Shakespeare's drama Hendrik de Zesde leert dat in
Temple Gardens de Witte en de Roode Roos geplukt
werden, de emblemen van de strijdende partijen
York en Lancaster. Waarom zou het niet waar zijn ?
Na de Tempeliers huisden er de Johanniters.
Reeds toen, in het midden van de vijftiende eeuw,
ontwikkelde zich de rechtspraktijk zoozeer dat zij
uit handen van de geestelijke orden en haar kler
ken" overging in handen van gestudeerde juristen.
Uit dien tijd dateeren de corporaties van Middle
en Inner Temple, die dan ook bleven bestaan toen
de Orden opgeheven werden. Wel werden hun
statuten vaak gewijzigd, maar in principe zijn het
de oude corporaties, die nu nog voortleven.
Mannen der letteren plachten er ook te wonen,
Fielding, Charles Lamb en de zonderlinge poëet
Cowper, beroemd om zijn Mr. Gilpin. Oliver
Goldsmith ligt in Temple Garden begraven. Dr. Johnson
woonde in Staple Inn. Als Inn of Chancery bestaat
het niet meer. De merkwaardige oude gebouwen in
Holborn zijn nu in het bezit van een verzekerings
maatschappij. Hoeft het ons te verwonderen dat
Dickens er zijn romanfiguren inkwartierde en dat
men daar vlak bij, waar vroeger Symond's Inn
was, in den grootsten ernst het huis laat zien, waar
Mr. Vholes, de grijpvingerige advocaat uit Bleak
House, troonde?
Het is alles een vreemde mengeling van historie,
legende en realiteit. Een plechtig voortschrijdende
figuur in toga en pruik brengt u het gevoel bij dat
al deze gestalten uit lang vervlogen dagen hier nog
leven. Een poortje leidt van Fleet Street onder een
ouden kapperswinkel door naar den Inner Temple.
In den muur van den winkel staat gebeiteld, dat hier
het paleis van Hendrik VIII was en van Kardinaal
Wolsey. In Middle Temple staat de oude Hall nog
overeind met zijn glas-in-lood en zijn prachtige
eiken zoldering uit den tijd van Elisabeth. In looi
werd hier voor de Koningin en haar hofhouding
Twelfth Night opgevoerd. Het is de eenige nog
bestaande zaal in Londen waar Shakespeare gespeeld
is in zijn eigen tijd.
De herinnering aan Ben Jonson, de dramaturg in
wiens stukken Shakespeare als acteur placht op
te treden, is met een anderen beroemden Inn
geassocieerd.
ER zijn er namelijk vier. De kleinere instellingen,
zooals Cliffords Inn, heeten Inns of Chancery.
Behalve de beide Temple Inns maken nog Grays Inn
en Lincolns Inn aanspraak op den naam Inns of
Court. Zij zijn iets minder oud dan The Temple
veel scheelt het niet en iets klaarder van archi
tectuur. Ons zullen deze gebouwen direct doen
denken aan de oude gebouwen van de Leidsche
universiteit, of aan den binnenhof van het tegen
woordige Amsterdamsche Stadhuis, het vroegere
Admiraliteitshuis.
De legende verhaalt, dat Ben Jonson, een arme
metselaarsjongen, door eenige groote heeren werd
aangetroffen, toen hij bezig was bij het optrekken
van het poortgebouw van Lincolns Inn met een
troffel in de eene en Horatius in de andere hand".
Het is waar dat Ben Jonson als metselaar in dienst
van zijn vader is geweest en, dank zij de hulp van
eenige lieden die belang in hem stelden, kon
studeeren en zijn leven aan de letteren wijden. Maar
in den dichter van Volpone zat rusteloos bloed. Het
staat vast dat hij juist in de jaren waarvan hier
sprake is, van huis was weggeloopen en onder
Leicester in Holland diende. Pas daarna is hij in
Oxford opgedoken.
Het letterkundig leven heeft zich in onze jaren
geheel uit de Inns of Court weggetrokken. De
oorzaak daarvan zal wel zijn, dat de Inns gebleven
zijn, wat zij waren: tehuizen voor hen die
jurisprudentie beoefenen. De gespecialiseerdheid
van het vak is het, die de poëzie verjaagt. Nu ratelen
er schrijfmachines, dossiers spreken er in kolommen
van cijfers en een zoo nuchter vak als de accoun
tancy krijgt er stem in het kapittel. Maar in wezen
zijn het dezelfde menschen die er heen en weer
loopen om elkander te raadplegen, de zelfde pro
blemen die ieder nieuw geslacht krijgt op te lossen,
de zelfde vragen van recht en vaak van politiek.
De traditie der geslachten blijft. Het is de sfeer van
Galsworthy's ,,In Chancery".
Toch is niet alles het zelfde. De oude gebouwen
staan er om droomerige binnenplaatsen, waarin het
gerucht van de wereldstad niet doordringt. Wanneer
het donker wordt, werpen de lantaarns hun laag
schijnsel onder de poorten door, zoodat het juist de
verlichting is, die het oude karakter der stijlvolle
gebouwen versterkt. Binnen, in de Chambers, leeft
en werkt een nieuwe generatie in een eigen
gedachtenwereld. Der partijen raadslieden mogen er'
nóg .zulke gepassioneerde conferenties en debatten
houden zoo hoog als in vorige eeuwen, toen
men er niet voor terugdeinsde den degen te trekken,
loopen de golven nooit. En al mogen daar ook
nog steeds politieke plannen gemaakt worden,
staatsgevaarlijke complotten zullen er althans
onder de bezadigde bewoners der Inns of Court
niet meer worden gesmeed.
Dat was vroeger anders. In een der behuizingen
van Lincolns Inn woonde CromwelPs adviseur,
John Thurloe. De groote man zocht hem daar op
een goeden avond op om met hem het plan te be
spreken de prinsjes, de zoons van Karel I, op te
lichten en gevangen te zetten. Tot hun schrik be
merkten de beide heeren dat er een klerk in het
achterkantoor was blijven zitten, die daar in slaap
was gevallen. Zou hij misschien door de open deur
hebben afgeluisterd, wat er besproken was ?
Cromwell wilde den klerk op staanden voet dooden, maar
Thurloe overtuigde den Lord Protector dat de man
werkelijk sliep, door een dolk- eenige malen óver
zijn gezicht te halen. De klerk verroerde geen
ooglid. Men liet hem rustig slapen.
Maar toen de heeren weg waren gegaan, wist
de man de koninklijke familie nog bijtijds te waar
schuwen K. VAN WA VEREN
.1
l