Historisch Archief 1877-1940
(Slot van pag. ij!)
noemt ,,a grand habit". De gemiddelde
Amerikaan is praktisch en hij is sen
timenteel ! Allebei bij zijn volle bewust
zijn en met plezier. Hij wacht niet met
bloemen sturen tot er in het leven van
een of andere bevriende vrouw een
crisis van welken aard ook is ontstaan;
hij stuurt ze eerder ! Hij weet bijvoor
beeld dat bloemen in een kale, onper
soonlijke hotelkamer vél noodiger
zijn dan in een gezellig home en hij zal
ze dus sturen aan de vrouw op reis.
Hij brengt haar een revers-bouquetje
als ze den trein instapt. Gaat hij n
avond uit met een meisje, dan vischt
hij de kleur van haar japon uit en ver
eert haar een bijpassend corsage. En
het is volstrekt niet noodig, dat daarin
altijd orchideeën verwerkt zijn !
Het prettige bij bloemengeven is, dat
de prijs er geen zier op aan komt. Is er
iets decoratievers denkbaar dan een
goed-geschikte toef wilde bloemen?
Hebt ge het effect wel eens geprobeerd
van rozentakjes met roode bottels in
een kristallen vaasje op een gedekte
tafel?
Er zijn tijden in het leven van iedere
vrouw, dat ze gén bloemen voor zich
zelf koopt. Ook dat weet de gemiddelde
Amerikaan en hij stuurt ze haar. Mis
schien was ze meer gebaat met drie
paar nette kousen, denkt wellicht de
degelijke Hollandsche heer (zie boven)
die met beide beenen in het werkelijke
leven staat. Het kan zijn ! Maar voor
alsnog zegt men het beter met bloemen
dan met kousen.
HENRIETTE LABOUREUR
^1 /
/ ? /
t'ticitli n ^
t' t \"C C U W
EEN en al verleiding zijn de straten
met de groote winkelruiten.
Zuinigheid, spaarzaamheid, de
gelijkheid zijn onze erkende en door
hoogstaande personen geprezen deug
den, maar zonder eenige schaamte
worden deze roekeloos in gevaar ge
bracht door alles wat het vernuft van
de heeren en dames winkeliers en
handelaars maar kan verzinnen. Dat
mag en dat vindt niemand gek, be
halve misschien een enkele tot wanhoop
gebrachte vrouw. ?
Maar zelfs zij, die de verleiding in
letterlijken zin uit den weg gaat, die
haar huis niet verlaat of, in de tram
gezeten, niet links en niet rechts kijkt,
die wordt nog in den magischen cirkel
van opgewekte verlangens getrokken
door het eenvoudige middel der cata
logi. Zij weet het, zij is erop verdacht,
dat deze ongenoode gasten de vesting
van haar goede voornemens zullen
binnendringen, maar zij onderschat
toch het gevaar. Thuis even die boek
jes doorkijken, dat kan je best doen.
Zóó is er niets geen dwang tot koopen,
geen juffrouw die je misprijzend aan
kijkt. En je mag toch wel weten, wat
er te koop is in de wereld. Dan blijf je
een beetje op de hoogte en kan je er
over mee praten, al heb je het dan
niet."
Met die drogredenen zich paaiend,
opent zij het allerverleidelijkste bun
deltje, dat Metz & Co haar gezonden
heeft en waar een allergezelligste
huisjapon van gewatteerde zijde al dadelijk
een visioen oproept van echt huiselijk
comfort dus iets dat wel mag
in een vorm die ook flatteert. En als
je niet direct zoo iets zou willen koopen,
dan zou je toch misschien naar binnen
kunnen gaan en zoo'n allerliefst klein
knoopje of kettinkje of wat dan ook
uitzoeken, dat eigenlijk maar een paar
stuiver kost en dan zou je meteen eens
kunnen kijken. ..."
STEL ze bezwijkt niet dat blijft
ten slotte mogelijk dan leest zij
eerst achteloos, maar daarna met stij
gende belangstelling, wat de firma
Hirsch haar door een van onze be
kendste journalisten laat voordichten.
Weet je niet dat het zaliger is te geven
dan te nemen en dat het heel gezellig is
om voor een ander cadeautjes te koopen?
En dat je dat met zorg moet doen? Heb
je wel eens gedacht aan al die leuke
dingen die er uit Amerika komen tegen
woordig ? Dat is altijd een beetje anders,
dat heeft allure en is heelemaal niet
zoo duur. Wat denk je van dien
engelachtigen clip met dat groene blaadje?
Zoo murmelt het door den tekst en de
plaatjes, zoodat het een prettige daad
van barmhartigheid gaat lijken om
gauw naar het Leidscheplein te gaan
en geschenken voor anderen uit te
zoeken."
Haast nog geraffineerder zijn de vrij
onoogelijke boekjes, die Perry of Van
Embden de huishoudingen inzenden.
Een reeks van kleine zwarte
afbeeldingkjes die u maar matig bekoren,
maar opeens ziet u tot uw verbazing
dat lage, draaibare model van een
staand lampje dat u al lang zocht, of
die aardige Engelsche koppen, waarvan
u nooit wist waar je ze eigenlijk krijgen
kon. En hoe toegankelijk is het vrou
wenhart voor den kreet van zuivere
vreugd van uw zoon die uitroept:
Oh, Mams, daar heb je net precies
de timmerdoos, die ik altijd wou
hebben!" En dan zoo'n opmerking van
uw heer gemaal, die neerbuigend op
het eind van den avond die rommel"
eens doorbladert en plotseling zeer
geïnteresseerd iets over schijnwerpers
begint voor te lezen?
Past op, vrouwen, deugdzame, dege
lijke vrouwen van Nederland. De ver
leiding is in de straat, de verleiding
komt in uw huis. De vraag is maar:
Moet men haar weerstaan?"
PEGGY VLUG
Kunt u" roosteren, rooster dan mee
R bestaat maar n bezwaar
tegen den grill en dat is de aan
leiding, die hij geeft tot werkzaamhe
den, afwisselend, maar even leelijk,
grillen of grilleeren genoemd. Laten
wij ons dus onmiddellijk tegen dit
taalbéderf verzetten, maar verder
alles doen om deze kookwijze te be
vorderen; ons volkswelzijn kan er
slechts door verhoogd worden.
De aanleiding tot dezen oproep
is het verschijnen op onze markt
van een zeer eenvoudige rooster-in
stallatie, een soort van pan met een
deksel, die zoowel op vuur, gas als
electrische plaat te gebruiken is.
Wij kunnen werkelijk den braven
Zwitserschen kok, die op het
oogenblik met dezen nieuw uitgevonden
rooster, tiiïelior-pan" geheeten,
demonstraties in ons land geeft,
dankbaar zijn. Wie eens een
kalfscarbonaadje van den grill heeft
gegeten, weigert voortaan de gebruike
lijke uitgedroogde draderigheden te
aanvaarden. Ook de tomaat, de
champignon, het spek zijn geroos
terd zooveel geuriger, zooveel
appetijtelijker, dat u zich verbaast, dat u
ze niet altijd zoo hebt gegeten.
Er is met zoo'n rooster nog veel
meer te doen, o.a. bliksemsnel echten
Engelschen toast te maken, maar iets
moet aan uw verbeeldingskracht of
aan het kleine Meiior receptenboekje
worden overgelaten!
LUXE
VERPAKKING
VOOR
HEE R E
Maüonde bonneterie
AMSTERDAM
Kalverstraat .Rotan
Telef. 333OO (4 iii.ierV)
DEN HAAG
Gnoen mankt -Buitenhof
Telef. 1 1184O (4 lijnen)
ZJCHTZENDfNGEN FRANCO
. VAN GELDER & CS
PRINS UENDRIKKADE 25-27 A fj|CTCDRAM
VAN BAERLESTR. 40 (FIL.) AlflO l LKUMlTI
PORGELEIN - AARDEWERK - GLAS- KRISTAL
WIJ VERKOOPEN RECHTSTREEKS AAN PARTI
CULIEREN, OOR OP DE PRINS HENDRIKRADE
U PUFITEERTVAN EENETRADITIE EN ERVARINB VAN RUIM 14 EEUW
i
ST. NICOLAAS GESCHENKEN
HONGAARSCHE KUNSTNIJVERHEID
HANDGEBORDUURDE DAMESKLEEDING
H U NG ARIA
HEERENGRACHT 443 b/h KONINGSPLÉIN
Rultorsport
IS HÉT GEÏLLUSTREERDE
MAANDBLAD VOOR DE
P AAR DEN SPORT!
Proefnummer wordt gaarne toegezonden
ADM.: KNEUTERDIJK 3, DEN HAAG
CREDIETEN
van circa f 1000.?beschikbaar, af
lossing 12, 18 of 24 maanden. Dis
crete afwikkeling, geen kosten vüoruü.
Postzegel voor antwoord bijvoegen.
Credietbank ,,'s-Gravenhage"
Allard Piersonstr. 9<i, Rotterdam, Tel. 33203
KAMPEERWAGENS
Twee occasions: geheet nieuw,
modern type, vier slaap
plaatsen Automatische rem
PRIJS f 250,-EN f
375.Oud Blaricummerweg 34, LAREN N.H.
Volgende 'week Sinterklaas
Nummer n op de ver
langlijst natuurlijk
S a l ka Va l ka"
Uw boekhandelaar heeft het l
PAG. 16 DE GROENE No. 3156
DIEPZEEONDERZOEK
OMSTREEKS 1866 begon de
onsterfelijke kapitein Nemo
met zijn onderzeeër de Nauti
lus zijn wonderlijken tocht naar de
diepten der oceanen. De fantasierijke
schrijver Jules Verne liet de opvarenden
door een geweldig venster in den
romp van het schip de wonderen der
diepzee aanschouwen. In den tijd
tusschen het ontstaan van de boeken
van Verne en den tijd waarin we nu
leven, hebben wetenschap en techniek
een geweldigen vooruitgang gemaakt.
Ook de wereld die kapitein Nemo
bezocht, wordt langzamerhand ont
sluierd. Op alle mogelijke manieren
tracht men in die wondere wereld
af te dalen, of er zich door gevolg
trekkingen een beeld van te vor
men. Men is afgedaald tot ongeveer
900 meter, maar wat zich daaronder
bevindt is nog nooit door
menschenoogen aanschouwd. Slechts door het
visschen met diepzeenetten kan men
een heel klein deel van wat er leeft
in die geweldige diepten, naar de
oppervlakte brengen.
LANGEN tijd heeft een groot deel
der wetenschap in de meening
verkeerd, dat op een diepte van vijf,
zeshonderd meter alle leven ophield.
Totdat men door toevallige vangsten
van dit denkbeeld werd afgebracht.
De voornaamste aanleiding tot inten
sief diepzeeonderzoek was wel het
breken van den telegrafischen kabel
tusschen Frankrijk en Noord-Afrika.
Toen in 1860 de gebroken kabel van
een diepte van 3000 meter omhoog
werd gehaald, bleek deze bedekt te
zijn met een rijke verscheidenheid
levende organismen. Deze en andere
dergelijke vondsten waren aanleiding
voor vele landen expedities uit te
rusten, die zich met diepzee-onderzoek
moesten bezighouden. De belangrijkste,
die zeer veel heeft bijgedragen tot
hetgeen we tegenwoordig van het
diepzeeleven weten, was de
Challengerexpeditie, die in vier jaar tijds, van
1872?1876, een zoo uitgebreid mate
riaal omhoog haalde, dat de geleerden,
die zich met het onderzoek daarvan
belastten, bijna vijftig jaar noodig
hadden om daarmee klaar te komen.
Wat men tot nog toe óf als on
bewoonbaar had beschouwd óf als een
onherbergzaam oord, waar hoogstens
afzichtelijke monsters konden leven,
bleek in werkelijkheid een rijke ver
scheidenheid van wonderlijk gevormde
dieren te bevatten, die geheel waren
aangepast aan het leven op gropte
diepten en die niet uitsluitend tot de
lagere soorten behoorden.
MEN vroeg zich af hoe de dieren in
die groote diepten konden leven.
Immers het zonlicht dringt slechts
eenige honderden meters in het water
door. Er is nog een deel waar schemer
heerscht, doch daaronder heerscht
absolute duisternis, zoodat planten
groei daar niet meer optreedt. Dag en
nacht is daar gelijk, geen
golfstrooming is daar merkbaar, de temperatuur
is niet aan schommelingen onderhevig
en 's zomers en 's winters'eenige graden
boven het vriespunt. Na een
oppervlaktezóne, die rijk is aan leven, treedt
een vrij arm gedeelte in, doch daarna,
in het gebied der eeuwige duisternis,
komen verschillende zone's voor, waar
een rijke verscheidenheid van de
meest vreemdsoortige dieren leven.
Aanvankelijk dacht men, dat hier
alleen carnivoren leefden, die zich dus
in'stand hielden door andere dieren te
verslinden. Inderdaad zijn er dieren
bij, die geweldig vraatzuchtig zijn en
geheel gebouwd tot het verslinden van
groote hoeveelheden dierlijk voedsel.
Velen bestaan uit vrijwel niets anders
dan een reusachtigen bek. Anderen
Een tientol diepzeevisschen, fosforiseerend en uitgerust met te/es:oopooge.i.
zijn weer geschapen met een kleine
mondopening, die men nauwelijks in
staat zou achten genoeg voedsel tot
zich te nemen voor het groote lichaam.
Velen leven van hetgeen er dagelijks
in groote hoeveelheden bezinkt; altijd
door regent het van de hoogere lagen
plantenafval, doode dieren en andere
bézinksels, die slechts opgevangen be
hoeven te worden.
DE dieren die op groote diepten
leven, zijn doorgaans donker van
kleur, de meest voorkomende tinten
zijn zwart en donkerpaars, terwijl vele
schaaldieren, poliepen, koralen, borstel
wormen, zeesterren en inktvisschen
rood zijn. Wat de aantrekkelijkheid
dezer dieren uitmaakt, is dat het
grootste deel de eigenschap bezit te
lichten". Dit lichten is overigens geen
onbekend verschijnsel in de biologie.
We kennen allen het lichten der zee,
veroorzaakt door ontelbare micros
copisch kleine diertjes, die het zeewater
tot een lichtende massa maken. Ook bij
op het land levende dieren komt dit
verschijnsel voor, o.a. bij den glimworm.
Bij de diepzeevisschen zijn er die
geheel lichten, weer anderen hebben
lichten boven de pogen of hebben rijen
lichtjes aan weerskanten van het
lichaam. Ook lagere dieren, zooals
kwallen, zeesterren, koralen enz. zijn
in staat licht uit te stralen. Of alle
diepzeebewoners deze eigenschap be
zitten is moeilijk na te gaan, aangezien
de dieren, die met sleep- of sluitnetten
worden opgehaald, vaak dood boven
komen en dan geen licht meer uit
stralen. De dieren sterven onderweg
door het verschil in temperatuur en
door verandering van het zoutgehalte.
Er zijn zoowel kleine als geweldig
groote dieren die kunnen lichten. Ook
zijn er dieren, zooals krabben en
hoormosselen, die een slijmachtig Vocht
afscheiden, dat de eigenschap bezit.
nktvisschen, die in hoogere lagen een
dankbaar beschermingsmiddel vinden
in de inktachtige vloeistof, die ze
afscheiden, moeten in deze duisternis
een lichtend vocht afscheiden om
hetzelfde resultaat te hebben.
Waarschijnlijk wordt dit licht opge
wekt langs chemischen weg. Door aan
raking met zuurstof, hetzij uit het
water of uit het bloed, wordt in de
blaasjes het licht gevormd. Hieraan
is toe te schrijven, dat de dieren zelf
de uitstraling kunnen regelen. Door
meer bloed naar de lichtorganen toe
te voeren, wordt de lichtsterkte grooter.
De variëteiten van lichtgevende dieren
zijn ontelbaar. Er zijn inktvisschen
gevangen, waarvan de lange armen
geheel met lichtjes waren bezet. Ook
zijn dieren gevangen met een geweldig
lang, slangachtig lichaam, dat aan
weerszijden bedekt was met rijen
lichtjes. De kop bestond uit niet meer
dan een geweldige bek, oogen bezat
het dier niet.
Het doel van de lichtjes is waar
schijnlijk, dat ze de prooi aantrekken.
Proeven hebben aangetoond, dat vis
schen, evenals vele insecten worden
aangetrokken door het licht.
Doorgaans is er een zekere sym
metrie in de plaatsing in het lichaam
en ook heeft men eenvormigheid
opgemerkt wat de plaatsing der lichtjes
betreft bij dieren van eenzelfde soort.
Dit dient voor de dieren waarschijnlijk
ook om vriend van vijand te onder
scheiden. Ook de lichten van de dieren
zelf verschillen echter onderling van
vorm en kleur. Zoo heeft men opge
merkt, dat ieder orgaan van het
lichaam door een ander soort lampje
wordt belicht. Er zijn lampen die
rood, hemelsblauw, donkerblauw en
violet licht uitstralen, weer andere
gaan van hel groen tot geel,
DE oogen loopen bij deze
diepzeedieren zeer uiteen. Er zijn er die
in het geheel geen oogen hebben of
zeer kleine en hiertoe behooren ook
dieren van geweldige afmetingen, weer
anderen hebben oogen zoo groot als
schotels. Zeer bekend zijn de ge
weldige oogen .van sommige inkt
visschen, die met hun starren blik hun
prooi verlammen. Sommige dieren
verloren van geslacht op geslacht het
gezichtsvermogen, bij anderen groeiden
de oogen uit tot kokers. Deze
telescoopoogen komen slechts voor bij acht
onderorden der diepzeevisschen en zijn
tot nog toe nergens anders ter wereld
waargenomen.
Het voordeel dezer oogen is, dat alle
licht wordt geconcentreerd op het
netvlies. Meestal hebben de jonge
dieren nog gewone oogen, die zich
langzamerhand vervormen. Ook zijn
er jonge dieren, die de oogen op lange
stelen hebben zitten, langer soms dan
het lichaam. Zoo kunnen ze hun
oogen naar alle kanten draaien.
Vele dieren die geen oogen hebben,
of waarvan de oogen heel klein
zijn bezitten uiterst gevoelige
tastorganen, die door geen oogen te ver
vangen zijn. De hengelaar is een veel
voorkomende visch, dat op den kop
een orgaan heeft, die aan een
hengel doet denken. Het bezit aan
het einde een aas, dat kleinere
vischsoorten aantrekt. Voor dit echter is
bemachtigd, heeft de geweldige bek
het argelooze dier verslonden. De
hengelaars der diepzee hebben aan
het eind van den hengel een lichtje.
EEN nadeel van het diepzeeonder
zoek met netten is, dat men slechts
kleine en middel grocte dieren kan
? vangen, zoodat men zich geen voor
stelling kan vormen over de afme
tingen tot welke de dieren voorkomen.
Indien de tot nog toe gevonden dieren
in grootere exemplaren voorkomen,
kan men eerst recht van monsters
.spreken. Geen wonder dan ook dat de
mensch het verlangen voelt opkomen,
zelf eens een kijkje daaronder te gaan
nemen. Vooral den laatsten tijd tracht
men met toestellen die den druk van
het water kunnen weerstaan, op
groote diepten af te dalen. De bekend
ste van deze onderzoekers op dit
gebied is wel de directeur van de
afdeeling tropenonderzoek der New
York Zoological Society, William
Beebe, die met zijn bathysphere, een
speciaal door hem geconstrueërden
kogel, tot op een 800 meter afdaalde.
Wanneer men bedenkt, dat op groote
diepten de druk op iedere 10 meter met
n atmosfeer toeneemt, zal men be
grijpen dat aan een tocht onder water
groote gevaren verbonden zijn. Het
toestel moet een ontzagwekkenden
druk weerstaan. Daarom nam Beebe
ook een kogel, die bovendien voorzien
was van een kwartsraam.De gevaren die
hij ondervond, beschrijft hij in een twee
tal boeken, Achthonderd meter onder
den zeespiegel" en Zeegeheimen"
(Scheltens en Giltay, Amsterdam), die
echter meer op de avonturen dan op de
wetenschappelijke onderzoekingen zijn
gebaseerd. Een andere Amerikaan,
J. A. Williamson, ging in zijn
Williamson-tube omlaag, doch bleef dóór een
breede buis van ringen met het schip
verbonden. In zijn boek Mijn avon
turen op den bodem van den Oceaan"
(Scheltens en Giltay) vertelt hij hoe
hij zijn films onder zee opnam. Hij
onthult eerlijk de geweldige trucs die
bij zijn opnamen, die den bioscoopbe
zoeker moeten doen rillen van natuur
lijkheid, worden gebruikt.
En thans staan we voor een nieuwe
phase in het diepzeeonderzoek, althans
wanneer we de persberichten mogen
gelooven. Professor Piccard, die zijn
roern verwierf door zijn tochten in de
stratosfeer, wil het thans met diepzee
onderzoek probeeren. Misschien heeft
hij evenveel succes als in de lucht en
is de tijd niet ver meer dat we een
dagretour naar den bodem van den
oceaan kunnen nemen.
HENK EVERHARD
KUNSTZAAL VAN LIER
ROKIN 126 ? AMSTERDAM
Doorloopend Tentoonstellingen
i k^
K;
i ;??
\
[:'
u ?
r
PAG. I7 DE GROENE No. 3I56