De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 11 december pagina 8

11 december 1937 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

?* rouwen en vrouwenleven Een Hollandsche huismoeder alleen op reis SEDERT drie weken ben ik op Sicilië. Ik ben naar Siciliëgegaan om de zon te zoeken en om uit te rusten. Ik heb de zon gevonden. Ik heb iederen dag liggen bakken, heb nog kunnen zwemmen in een vrij koude en zeer zoute zee en heb na dat bad een half uur moeten klimmen om mijn woonplaats weer te bereiken. Ik heb flinke wandeltochten onder nomen; op de dagen dat ik niet zwom heb ik zeker 3 a 4 uur gezworven door de heuvels, alleen meestal, of met een anderen hotelgast. Ik ben alleen op reis. Dat op zichzelf was voor mij al aanleiding tot het opdoen van veel nieuwe indrukken en gewaar wordingen, want ik was nog nooit alleen op reis geweest. Ik ben jong getrouwd en heb altijd voor me laten zorgen. Met koffers, kaartjes, paspoorten, fooien, hotelrekeningen, slaapwagenconduc teurs, douanen, kellners had ik mij nog nooit ingelaten, behalve dan misschien eens met een enkelen kellner op een Hol landser! station om een kopje koffie te bestellen. Wisselkantoren, vreemde valuta's, Bescheinigungen voor buitenlahdsche geldswaarden, zooals men die bijvoorbeeld, om door Duitschland te reizen, noodig heeft, waren evenzoovele inhoudslooze klanken voor mijn vrouwelijk brein. Wat mij ertoe gebracht heeft plotse ling het veilige nest alleen te verlaten kan ik niet precies zeggen.?>, Er' was vermoeidheid, maar er was ook een zekere onrust, een gevoel van onbe vredigdheid met het ietwat begrensde leven van de huismoeder waarvoor goed gezorgd wordt. Er was een ver langen om te weten hoe het voelt, om als volwassen mensch heelemaal op je eigen beenen te staan. Duizenden ongetrouwde vrouwen doen al die kleine zakelijke dingen als ze op reis zijn zelf, omdat nu eenmaal niemand anders het doet, en dan doen ze het heel goed. Zouden alle getrouwde vrouwen zich zulke stoethaspels voelen als ik de eerste- dagen? Zouden ze allen liever niet in den eetwagen eten omdat ze een rekening betalen en een fooi geven vervelend vinden? IK reisde achter elkaar door van Amsterdam naar Basel. Daar ging ik in den slaapwagen naar Milaan. Dat eerste stuk van de reis ging heel ge makkelijk, want ik hoefde nergens over te stappen en pas in Milaan zou ik merken, dat ik werkelijk geen woord Italiaansch ken, wat ik wel wist maar nooit ondervonden had. Duitsch en Engelsch, zocht een goed raamplaatsje voor me in Milaan en verdween aldaar eenige uren in het station met een lief oud dametje, dat z'n moeder bleek te zijn die hem kwam afhalen om 6 uur 's morgens om alles over de tournee te hooren. Om 8 uur gingen we weer verder. De moeder knikte vriendelijk en een beetje be vreemd tegen mij op het perron. Ik ging alleen ontbijten en geld wisselen. Het viel allemaal erg mee. We hadden tot Rome 8 uur den tijd om elkaar te leeren kennen. We praat ten over wederzijdsche kennissen, 't leven in Holland, dat hem overheerlijk leek en het leven in Italiëdat evenzeer zijn goedkeuring wegdroeg. Hij was zeer ingenomen met het huidige regiem in eigen land, waarvan hij zei dat het veel tot stand had gebracht maar voegde hij er bij ,,het is natuurlijk nog beter om zooals u in een land te wonen waar dat niet noodig is, waar de menschen vrijheid verdragen en de goede dingen vanzelf komen." Ik was verbaasd en verheugd dit te vernemen. Het merkwaardige is dat ik nadien van vele reizende Duitschers, die hier zijn en van nog andere ontwikkelde Italianen die vreemde talen spreken, hetzelfde te hooren heb gekregen. r l e Rome aangekomen was er nog een klein voorval dat me wat eigen aardig aandeed. Even voor de aan komst werd mijn reisgenoot, die ge durende de heele reis buitengewoon fideel, onbevangen en gewoon was geweest, een beetje Onrustig. Wij hadden allergenoeglijkst ge luncht uit een paar uitnemend samen gestelde lunchpakketten, waarin zelfs kippenkluiven, warme macaroni en wijn, alles te samen voor Lire 8 aan ieder groot station verkrijgbaar. Hij had mij zijn adres in Rome gegeven voor het geval dat ik ergens hulpeloos zou stranden en ik hem het mijne in Amsterdam als tegen-beleefdheid. Nu zei hij plotseling dat hij tot zijn spijt in Rome geen tijd had zich nog met mij te bemoeien: ,,In Milaan had ik zijn moeder gezien nu zou ik zijn vrouw zien". Hij had de heele reis over die vrouw geen woord gezegd, zoodat ik best verbaasd had kunnen zijn dat hij er een had. Bij het uitstappen maakte hij zich zoo gauw de beleefdheid dat toeliet uit de voeten en ik zette hem daartoe nog wat aan door plotseling een groote vastberadenheid aan den dag te leggen, een kruier te roepen, de bagage naar het depot te laten brengen Het geluk was met mij. In Basel en me dusdanig zelfstandig te gekwam in de coupéeen beroemd Ita liaansch kunstenaar, waarvan ik het gezicht herkende. Hij had een tournee door Holland gemaakt en ik had zijn portret in de krant gezjen. Hij had een pak Hollandsche recensies bij zich die hij zelf niet goed kon begrijpen. Hij kwam eigenlijk in onze coupéomdat die vrij leeg was en hij zich ergens hoopte te kunnen uitstrekken. Toen hij hoorde dat ik naar den slaapwagen ging en hij dus mijn bank heelemaal mocht hebben, was hij verrukt. Hij zag er erg vermoeid uit. Mijn moederlijk instinct kwam boven en ik leende hem mijn reiskussentje. Hij zou mij dat dan in Milaan teruggeven. .Dat deed hij ook, maar hij deed nog meer. Hij zorgde allerliefst voor mij tot Rome en ik had een kostelijke reis. Hij sprak vloeiend dragen, dat het kleine donkere vrouwtje, dat me onderzoekend aankeek, geen oogenblik gedacht kan hebben dat haar man onder weg meer tegen me gezegd zou kunnen hebben dan: ,,Zal ik het raampje dicht doen" of zóó iets. Even later reed ik in een open rijtuigje door Rome en soesde in de warme zon na over het wonderbaarlijk gedrag van dezen aardigen man. Iedere even aardige Hollandsche man zou ook tegenover zijn. vrouw in een der gelijke situatie volkomen onbevangen gebleven zijn. Het gewone bleek hier dus ongewoon. Mijn eerste reis-alleen had hij echter zoo aangenaam opge luisterd, dat ik nu vol goeden moed het vervolg onder oogen zag. Er zijn een aantal dingen te leeren maar ook te beleven" was het eindresultaat van mijn overpeinzingen, een heel nuttig recept voor een'goed verzorgde huis vrouw. A. M. B. v. L. H UITERLIJKHEDEN" *ET leek ons alsof over de skibroeken het laatste woord gezegd was. Je zag nog een enkelen keer breeches en verder plusfours en de min of meer wijde klassieke Noorsche beenbekleeding. En zie, een Fransch modehuis brengt ons plus-fours met een opnaaisel! Bruyère ontwierp ook het smaakvolle complet van een lange, warme, effen jas, een niet dikmakende rok-broek: en een jasje waar aan door een techniek die het midden houdt tusschen doorstikken en borduren een gezellig dik-op effect werd gegeven. De kleur is grijs met wijnrooden das en hoed. (Tiico/ine SHP TG1 T TCP T^T 1T^ TCP "17" T TVT TP% 17' I JtL JL iL JN D , Klnlil'li De Groene zal op deze plaats een serie korte opstellen van de hand van E. Lucius het licht doen zien over opvoedkundige pro blemen. Deze bijdragen stoelen op geen enkele theorie en zijn wars van iedere psychologische school". Het zijn dan enkele losse grepen uit het leven, die laten zien, waarom kinderen in een gegeven -geval zus of zoo denken of welke invloed er onder bepaalde omstandigheden van hun ouders op hen uitgaat. E. Lucius stelt zijn herinneringen uit een langjarige praktijk ter be schikking van De Groene die in wezen historisch zijn, doch zoo ^ zijn weergegeven, dat de dramatis personae niet met thans nog levende personen overeenkomen. Dicky en de Rijksdaalder DICKY's tante had een briefje gekregen van den directeur. Óf ze eens op zijn spreekuur wilde komen.' Thuis was Dicky lastig. Maar niet op school. Wel sloot hij zich weinig bij andere jongens aan. Hij was schuw en teruggetrokken, zoodat hij zijn eigen gangetje ging en op zóó'n manier ongezeglijk was, dat je er nauwelijks iets van zeggen kon. Als hij er kans toe zag, glipte hij ongewasschen naar school. Hij was laat, maar nooit te laat. Het was een druk huishouden. Vier meisjes, de jongste negen jaar, even oud als het pleegkind Dicky. De anderen met trapjes van anderhalf jaar zijn meerderen. Hij speelde nooit met zijn nichtjes want hij was een jongen". Dicky was een halve wees; zijn vader was in Indië. Hij werd opgevoed in het gezin van zijns vaders jongeren broer. Zijn moeder was met het ventje uit Indiëgekomen, omdat zij het klimaat niet verdroeg. Maar haar gesloopt gestel had den Hollandschen herfst niet meer kunnen verdragen. Zij was ge storven, toen haar zoontje nog klein was. Zichtbare teekenen van gemis had Dicky nooit getoond. Gelukkig maar, zeiden Oom en Tante. KIJK, mevrouw, zei de directeur, dit is misschien een heel gekke vraag» maar hebt u er ooit iets van gemerkt ja, kan het ooit gebeur.d zijn, dat Dicky zich aan kleine dief stallen heeft schuldig gemaakt ? Het is heel naar, maar .in Dicky's klas is geld weggenomen uit een blikken doosje waarin de kinderen Sinterklaas spaargeld bewaarden. Het is maar een paar gulden en de eenige die meer dan een gulden in zijn portemonnaie-tje had NIEUWS UIT DE VROUWENBEWEGING r^LANDIN, de ex-president van * den Franschen ministerraad, heeft gezegd, dat de Fransche vrou wen onmidde'lijk het kiesrecht moe ten verkrijgen. Het blad de Franf^aise registreer-- deze uitlating met waardeering, maar merkt op : Jam mer dat dergelijke categorische ver klaringen steeds komen van expresidenten. Tot nu toe zijn Poincaréen Blum de eenige premiers geweest, die getracht hebben het vrouwenkiesrecht tijdens hun be wind in te voeren" Over Indi HUISVROUWEN ten plattelande DE Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande, die door haar tallooze cursussen voor plattelandsvrouwen deze laatsten een hulpvaardige en echt vrouwelijke hand heeft toegestoken in de zorgelijke crisisjaren, heeft in een klein pam flet den opzet van haar werk uiteenjreiet. Er worden gegeven 8 verschil lende cursussen, Scherpenzeel in Friesland had juist dezer dagen het voorrecht het eerste dorp te zijn waar de heele serie heeft plaats gevonden 3 betreffende de voeding, 3 over het vervaardigen van kleeding en beddegoed, i in tuinbouw en r in het wasschen. Het aantal vrouwen dat de cursussen, die n week duren, volgt, schommelt om de 20, het totale aantal huisvrouwen dat aan n cursus deelgenomen heeft, zal nu de 50.000 overschrijden. Indien men zeer ruw schat dat er 500.000 plattelandshuisgezinnen zijn, die voor een groot deel voor deze voorlichting in aanmerking komen, dan is hier, dank zij het initiatief van n vrouw, de enthousiaste medewerking van enkele mannen en de energie van een klein lagertje leerkrachten (N.O.'s) een dienst ontstaan ten bate van een algemeen belang, waarop Nederland trotsch kan zijn. Het is nog lang niet genoeg, maar het is een mooi begin J De pamfletjes zijn te krijgen bij de administratie van de stichting, Ruychrocklaan 178, te 's-Gravenhage. De voorgalerij MEVROUW, wij leven in Indi in de Voorgalerij. Ja.... zegt u en uw welwil lende glimlach weet dit allang en ver wacht verdere onthullingen. Mevrouw, er zijn geen verdere ont hullingen: die beginnen en eindigen met de Voorgalerij; de Voorgalerij is ons Leven. Denkt u zich voor n oogenblik hél goed in, dat de straat muur van uw huiskamer wegviel en alles wat zich daar afspeelt, alles wat u daar behandelt, ten aanschouwe van de straat gebeurde: dat de kruidenier en bakker, hun fiets met hun groote teen op 't stoepje in evenwicht houdend, zóó maar in de kamer hun boodschap pen afgaven, dat de stofwolken van voorbijrijdende auto's zich ongehin derd neerlegden over uw meubels, dat u, thuiskomend, geen enkele deur hoefde te ontsluiten, geen gang hoefde door te loopen, maar regelrecht in uw kamer stapte. Gaat u maar door, het is grappig u daar verder in te verdiepen, wat betreft uw Hollandsche huis. De voorgalerij openbaart hoe u 's morgens uw vriendinnen en 's mid dags, na kantoor, uw echtgenoot ont vangt; of u uw rekeningen betaalt of ze terugstuurt. Uw voorgalerij dwingt u flatteuze kimono's te dragen, een ongeschonden theeservies te hebben en glaasjes waarvan de voeten nog heel zijn. U moet gelukkig glimlachen tegen uw echtgenoot en zacht en beschaafd spreken, Want naast u zitten uw buren ook in hun voorgalerij. U moet iedereen zien, die vriendelijk wuivend langs rijdt of uw hek inkomt. En mevrouw, wanneer ik u 's avonds na de avondboterham rondrijd dan treft u vooral in de nieuwe wijken van de stad de rythmische herhaling van dit eene beeld: in den donkeren nacht de afteekening van galerij naast galerij, met het eendere licht van zijn schemer lamp, de eendere houding van meneer en mevrouw achter hun krant, in den lagen rieten stoel. En langs de achter wand schieten met kleine snappende geluidjes de tjiktjaks en de tokèh windt zich op met z'n houten geluid in de stilte die het ritselen van de krant en het tjirpen van de krekels in den avond maken. TOTOK REN PAG. 14 DE GROENE Ne. 3158 is Dicky. De meesten hadden zelfs heolemaal niets. Tante bezwoer bij hoog en laag dat zóó iets uitgesloten was. Nou, goed, h P. d de directeur gezegd. We spreken er niet meer over. Onder het naar huis gaan had Tante er nog eens goed over nagedacht. Ze wist dat ze ontzettend slordig was. Haar taschje lag altijd overal/ Hoeveel geld ze bij zich had, wist ze nooit. Maar het was een royaal huishouden. Het deed er niet veel toe. Maar wat zou Dicky met gestolen kwa rtjes kunnen doen ? Waarvoor zou hij ze ooit kunnen gebruiken ?.... Uitgesloten l MET Nieuwjaar hadden alle kinde ren een Rijksdaalder gekregen van Oma. Dicky had er een mooi zakpotlood voor gekocht en een kompas. De meisjes, meisjes-dingen. Maar Leen t j e, de oudste, die schilderstalent had, spaarde voor een groote pastei-doos. Haar rijksdaalder ging in 't groene varken, dat boven haar opklapbed stond. Toen ze op een goeden dag haar geld eens natelde en alle geldstukken i pp haar bed had uitgeschud centen, j dubbeltjes, zelfs guldens ontbrak de rijksdaalder. Hoeveel er precies wezen moest, wist ze niet. Ze vertelde het terloops aan moeder en zei dat ze zich toch niet kon herinneren het 'AG. 15 DE GROENE No. 3158 geldstuk gewisseld te hebben. Dat zou ze toch zeker wel weten I Gelukkig brak Leentje zich er niet het hoofd over. 's Avonds ging Dicky's tante de bezittingen van den kleinen man eens na, die rustig in zijn eigen kamertje lag te slapen. En jawel, uit zijn beursje kwam een heele rijksdaalder te voorschijn.... DIT ' was het verhaal waarmee Dicky's tante bij me kwam. Dicky had allerlei verklaringen weten te geven. Hij had tien kwartjes ge spaard en die bij een vriendje voor een rijksdaalder geruild. Daaraan hield hij vast. Maar zij geloofde hem niet. Op school hadden ze tóch gelijk gehad. Ze kon hem nu niet meer vertrouwen. En zij had, toen ze na het gesprek met den directeur wat scherper op hem was gaan letten, wél gemerkt dat hij snoepte.... Ik heb, dat kan ik u verzekeren, meer moeite gehad met Tante, dan met Dicky. Of liever: allén met Tante. Gelukkig heeft ze n ding, dat ik haar vroeg, direct gedaan, nl. Leentje niets verteld. Maar ik heb er menig gesprek met haar aan moeten spendeeren om haar tot het inzicht te brengen, dat Dicky de echte moederlijke zorg en koestering veel meer miste, dan de buitenwacht wel begreep. Dan hij misschien zelf wel begreep. En dat hij zich eigenlijk revancheerde voor wat hij, naar zijn gevoel, te kort kwam (Slot op pag. 16) **' HUIK» »*«> is net resultaat van volhardend oefenen en ... 'n goede ski-uitrusting! Doelmatige ski-kleeding voor dames, heeren en kinderen, die bovendien aan mode-eischen welke ook voor de* ski-sport gelden, voldoet en alles wat verder voor de beoefening van deze interessante en gezonde sport noodig is .... ? ... de Bijenkorf neeft 't! 7*oo juist verschenen: Geïllustreerde catalogus uWfce U een aantal modellen toont uit onze collectie ski-kleeding en ski-artikelen. Op aanvrage "enden wij U dit drukwerk gaarne franco toe. deMBijerikor AMSTERDAM Dok op ontvlekken en oppersen PROFITEERT HIERVAN VOOR DE FEESTDAGEN , W.. Meesterlijk boelend ontroerend ? In «lk«n bo*kh*nd«l Ultjtvt: N«d«rl»ndich« K«urbo«ktrfj Amittrdtm l f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl