Historisch Archief 1877-1940
?*
rouwen en vrouwenleven
Een Hollandsche huismoeder
alleen op reis
SEDERT drie weken ben ik op
Sicilië. Ik ben naar Siciliëgegaan
om de zon te zoeken en om uit te
rusten. Ik heb de zon gevonden. Ik heb
iederen dag liggen bakken, heb nog
kunnen zwemmen in een vrij koude
en zeer zoute zee en heb na dat bad
een half uur moeten klimmen om
mijn woonplaats weer te bereiken.
Ik heb flinke wandeltochten onder
nomen; op de dagen dat ik niet zwom
heb ik zeker 3 a 4 uur gezworven door
de heuvels, alleen meestal, of met een
anderen hotelgast.
Ik ben alleen op reis. Dat op zichzelf
was voor mij al aanleiding tot het opdoen
van veel nieuwe indrukken en gewaar
wordingen, want ik was nog nooit alleen
op reis geweest. Ik ben jong getrouwd en
heb altijd voor me laten zorgen. Met
koffers, kaartjes, paspoorten, fooien,
hotelrekeningen, slaapwagenconduc
teurs, douanen, kellners had ik mij nog
nooit ingelaten, behalve dan misschien
eens met een enkelen kellner op een Hol
landser! station om een kopje koffie
te bestellen. Wisselkantoren, vreemde
valuta's, Bescheinigungen voor
buitenlahdsche geldswaarden, zooals men die
bijvoorbeeld, om door Duitschland te
reizen, noodig heeft, waren
evenzoovele inhoudslooze klanken voor mijn
vrouwelijk brein.
Wat mij ertoe gebracht heeft plotse
ling het veilige nest alleen te verlaten
kan ik niet precies zeggen.?>, Er' was
vermoeidheid, maar er was ook een
zekere onrust, een gevoel van onbe
vredigdheid met het ietwat begrensde
leven van de huismoeder waarvoor
goed gezorgd wordt. Er was een ver
langen om te weten hoe het voelt, om
als volwassen mensch heelemaal op
je eigen beenen te staan. Duizenden
ongetrouwde vrouwen doen al die
kleine zakelijke dingen als ze op reis
zijn zelf, omdat nu eenmaal niemand
anders het doet, en dan doen ze het heel
goed. Zouden alle getrouwde vrouwen
zich zulke stoethaspels voelen als ik de
eerste- dagen? Zouden ze allen liever
niet in den eetwagen eten omdat ze een
rekening betalen en een fooi geven
vervelend vinden?
IK reisde achter elkaar door van
Amsterdam naar Basel. Daar ging
ik in den slaapwagen naar Milaan. Dat
eerste stuk van de reis ging heel ge
makkelijk, want ik hoefde nergens over
te stappen en pas in Milaan zou ik
merken, dat ik werkelijk geen woord
Italiaansch ken, wat ik wel wist maar
nooit ondervonden had.
Duitsch en Engelsch, zocht een goed
raamplaatsje voor me in Milaan en
verdween aldaar eenige uren in het
station met een lief oud dametje, dat
z'n moeder bleek te zijn die hem kwam
afhalen om 6 uur 's morgens om alles
over de tournee te hooren. Om 8 uur
gingen we weer verder. De moeder
knikte vriendelijk en een beetje be
vreemd tegen mij op het perron. Ik
ging alleen ontbijten en geld wisselen.
Het viel allemaal erg mee.
We hadden tot Rome 8 uur den tijd
om elkaar te leeren kennen. We praat
ten over wederzijdsche kennissen, 't
leven in Holland, dat hem overheerlijk
leek en het leven in Italiëdat evenzeer
zijn goedkeuring wegdroeg. Hij was
zeer ingenomen met het huidige regiem
in eigen land, waarvan hij zei dat het
veel tot stand had gebracht maar
voegde hij er bij ,,het is natuurlijk
nog beter om zooals u in een land te
wonen waar dat niet noodig is, waar
de menschen vrijheid verdragen en de
goede dingen vanzelf komen." Ik was
verbaasd en verheugd dit te vernemen.
Het merkwaardige is dat ik nadien
van vele reizende Duitschers, die hier
zijn en van nog andere ontwikkelde
Italianen die vreemde talen spreken,
hetzelfde te hooren heb gekregen.
r
l e
Rome aangekomen was er nog
een klein voorval dat me wat eigen
aardig aandeed. Even voor de aan
komst werd mijn reisgenoot, die ge
durende de heele reis buitengewoon
fideel, onbevangen en gewoon was
geweest, een beetje Onrustig.
Wij hadden allergenoeglijkst ge
luncht uit een paar uitnemend samen
gestelde lunchpakketten, waarin zelfs
kippenkluiven, warme macaroni en
wijn, alles te samen voor Lire 8 aan
ieder groot station verkrijgbaar. Hij
had mij zijn adres in Rome gegeven
voor het geval dat ik ergens hulpeloos
zou stranden en ik hem het mijne in
Amsterdam als tegen-beleefdheid. Nu
zei hij plotseling dat hij tot zijn spijt
in Rome geen tijd had zich nog met
mij te bemoeien: ,,In Milaan had ik
zijn moeder gezien nu zou ik zijn vrouw
zien". Hij had de heele reis over die
vrouw geen woord gezegd, zoodat ik
best verbaasd had kunnen zijn dat hij
er een had. Bij het uitstappen maakte
hij zich zoo gauw de beleefdheid dat
toeliet uit de voeten en ik zette hem
daartoe nog wat aan door plotseling
een groote vastberadenheid aan den
dag te leggen, een kruier te roepen, de
bagage naar het depot te laten brengen
Het geluk was met mij. In Basel en me dusdanig zelfstandig te
gekwam in de coupéeen beroemd Ita
liaansch kunstenaar, waarvan ik het
gezicht herkende. Hij had een tournee
door Holland gemaakt en ik had zijn
portret in de krant gezjen. Hij had een
pak Hollandsche recensies bij zich die
hij zelf niet goed kon begrijpen. Hij
kwam eigenlijk in onze coupéomdat
die vrij leeg was en hij zich ergens
hoopte te kunnen uitstrekken. Toen hij
hoorde dat ik naar den slaapwagen ging
en hij dus mijn bank heelemaal mocht
hebben, was hij verrukt. Hij zag er erg
vermoeid uit. Mijn moederlijk instinct
kwam boven en ik leende hem mijn
reiskussentje. Hij zou mij dat dan in
Milaan teruggeven. .Dat deed hij ook,
maar hij deed nog meer. Hij zorgde
allerliefst voor mij tot Rome en ik had
een kostelijke reis. Hij sprak vloeiend
dragen, dat het kleine donkere vrouwtje,
dat me onderzoekend aankeek, geen
oogenblik gedacht kan hebben dat
haar man onder weg meer tegen me
gezegd zou kunnen hebben dan: ,,Zal
ik het raampje dicht doen" of zóó iets.
Even later reed ik in een open
rijtuigje door Rome en soesde in de
warme zon na over het wonderbaarlijk
gedrag van dezen aardigen man. Iedere
even aardige Hollandsche man zou
ook tegenover zijn. vrouw in een der
gelijke situatie volkomen onbevangen
gebleven zijn. Het gewone bleek hier
dus ongewoon. Mijn eerste reis-alleen
had hij echter zoo aangenaam opge
luisterd, dat ik nu vol goeden moed
het vervolg onder oogen zag. Er zijn
een aantal dingen te leeren maar ook
te beleven" was het eindresultaat van
mijn overpeinzingen, een
heel nuttig recept voor
een'goed verzorgde huis
vrouw.
A. M. B. v. L.
H
UITERLIJKHEDEN"
*ET leek ons alsof over de skibroeken
het laatste woord gezegd was. Je zag
nog een enkelen keer breeches en verder
plusfours en de min of meer wijde klassieke
Noorsche beenbekleeding. En zie, een
Fransch modehuis brengt ons plus-fours
met een opnaaisel! Bruyère ontwierp
ook het smaakvolle complet van een
lange, warme, effen jas, een niet
dikmakende rok-broek: en een jasje waar
aan door een techniek die het midden
houdt tusschen doorstikken en borduren
een gezellig dik-op effect werd gegeven. De
kleur is grijs met
wijnrooden das en hoed.
(Tiico/ine
SHP TG1 T TCP T^T 1T^ TCP "17" T TVT TP% 17'
I JtL JL iL JN D , Klnlil'li
De Groene zal op deze plaats
een serie korte opstellen van de
hand van E. Lucius het licht
doen zien over opvoedkundige pro
blemen. Deze bijdragen stoelen
op geen enkele theorie en zijn
wars van iedere psychologische
school". Het zijn dan enkele losse
grepen uit het leven, die laten
zien, waarom kinderen in een
gegeven -geval zus of zoo denken
of welke invloed er onder
bepaalde omstandigheden van
hun ouders op hen uitgaat.
E. Lucius stelt zijn herinneringen
uit een langjarige praktijk ter be
schikking van De Groene die in
wezen historisch zijn, doch zoo ^
zijn weergegeven, dat de dramatis
personae niet met thans nog
levende personen overeenkomen.
Dicky en de Rijksdaalder
DICKY's tante had een briefje
gekregen van den directeur. Óf
ze eens op zijn spreekuur wilde
komen.'
Thuis was Dicky lastig. Maar niet
op school. Wel sloot hij zich weinig bij
andere jongens aan. Hij was schuw en
teruggetrokken, zoodat hij zijn eigen
gangetje ging en op zóó'n manier
ongezeglijk was, dat je er nauwelijks
iets van zeggen kon. Als hij er kans
toe zag, glipte hij ongewasschen naar
school. Hij was laat, maar nooit te laat.
Het was een druk huishouden. Vier
meisjes, de jongste negen jaar, even
oud als het pleegkind Dicky. De anderen
met trapjes van anderhalf jaar zijn
meerderen. Hij speelde nooit met zijn
nichtjes want hij was een jongen".
Dicky was een halve wees; zijn vader
was in Indië. Hij werd opgevoed in het
gezin van zijns vaders jongeren broer.
Zijn moeder was met het ventje uit
Indiëgekomen, omdat zij het klimaat
niet verdroeg. Maar haar gesloopt
gestel had den Hollandschen herfst niet
meer kunnen verdragen. Zij was ge
storven, toen haar zoontje nog klein
was. Zichtbare teekenen van gemis
had Dicky nooit getoond. Gelukkig
maar, zeiden Oom en Tante.
KIJK, mevrouw, zei de directeur,
dit is misschien een heel gekke
vraag» maar hebt u er ooit iets van
gemerkt ja, kan het ooit gebeur.d
zijn, dat Dicky zich aan kleine dief
stallen heeft schuldig gemaakt ? Het is
heel naar, maar .in Dicky's klas is
geld weggenomen uit een blikken
doosje waarin de kinderen Sinterklaas
spaargeld bewaarden. Het is maar een
paar gulden en de eenige die meer dan
een gulden in zijn portemonnaie-tje had
NIEUWS UIT DE
VROUWENBEWEGING
r^LANDIN, de ex-president van
* den Franschen ministerraad,
heeft gezegd, dat de Fransche vrou
wen onmidde'lijk het kiesrecht moe
ten verkrijgen. Het blad de
Franf^aise registreer-- deze uitlating met
waardeering, maar merkt op : Jam
mer dat dergelijke categorische ver
klaringen steeds komen van
expresidenten. Tot nu toe zijn
Poincaréen Blum de eenige premiers
geweest, die getracht hebben het
vrouwenkiesrecht tijdens hun be
wind in te voeren"
Over Indi
HUISVROUWEN
ten plattelande
DE Stichting voor Huishoudelijke
Voorlichting ten Plattelande, die
door haar tallooze cursussen
voor plattelandsvrouwen deze laatsten
een hulpvaardige en echt vrouwelijke
hand heeft toegestoken in de zorgelijke
crisisjaren, heeft in een klein pam
flet den opzet van haar werk
uiteenjreiet. Er worden gegeven 8 verschil
lende cursussen, Scherpenzeel in
Friesland had juist dezer dagen het
voorrecht het eerste dorp te zijn waar
de heele serie heeft plaats gevonden
3 betreffende de voeding, 3 over het
vervaardigen van kleeding en
beddegoed, i in tuinbouw en r in het
wasschen.
Het aantal vrouwen dat de cursussen,
die n week duren, volgt, schommelt
om de 20, het totale aantal huisvrouwen
dat aan n cursus deelgenomen heeft,
zal nu de 50.000 overschrijden. Indien
men zeer ruw schat dat er 500.000
plattelandshuisgezinnen zijn, die voor
een groot deel voor deze voorlichting
in aanmerking komen, dan is hier, dank
zij het initiatief van n vrouw, de
enthousiaste medewerking van enkele
mannen en de energie van een klein
lagertje leerkrachten (N.O.'s) een dienst
ontstaan ten bate van een algemeen
belang, waarop Nederland trotsch kan
zijn. Het is nog lang niet genoeg, maar
het is een mooi begin J
De pamfletjes zijn te krijgen bij de
administratie van de stichting,
Ruychrocklaan 178, te 's-Gravenhage.
De voorgalerij
MEVROUW, wij leven in Indi
in de Voorgalerij.
Ja.... zegt u en uw welwil
lende glimlach weet dit allang en ver
wacht verdere onthullingen.
Mevrouw, er zijn geen verdere ont
hullingen: die beginnen en eindigen
met de Voorgalerij; de Voorgalerij is
ons Leven. Denkt u zich voor n
oogenblik hél goed in, dat de straat
muur van uw huiskamer wegviel en
alles wat zich daar afspeelt, alles wat
u daar behandelt, ten aanschouwe van
de straat gebeurde: dat de kruidenier
en bakker, hun fiets met hun groote
teen op 't stoepje in evenwicht houdend,
zóó maar in de kamer hun boodschap
pen afgaven, dat de stofwolken van
voorbijrijdende auto's zich ongehin
derd neerlegden over uw meubels, dat
u, thuiskomend, geen enkele deur
hoefde te ontsluiten, geen gang hoefde
door te loopen, maar regelrecht in uw
kamer stapte. Gaat u maar door, het
is grappig u daar verder in te verdiepen,
wat betreft uw Hollandsche huis.
De voorgalerij openbaart hoe u
's morgens uw vriendinnen en 's mid
dags, na kantoor, uw echtgenoot ont
vangt; of u uw rekeningen betaalt of
ze terugstuurt. Uw voorgalerij dwingt
u flatteuze kimono's te dragen, een
ongeschonden theeservies te hebben
en glaasjes waarvan de voeten nog
heel zijn. U moet gelukkig glimlachen
tegen uw echtgenoot en zacht en
beschaafd spreken, Want naast u zitten
uw buren ook in hun voorgalerij. U
moet iedereen zien, die vriendelijk
wuivend langs rijdt of uw hek
inkomt.
En mevrouw, wanneer ik u 's avonds
na de avondboterham rondrijd dan
treft u vooral in de nieuwe wijken van
de stad de rythmische herhaling van
dit eene beeld: in den donkeren nacht de
afteekening van galerij naast galerij,
met het eendere licht van zijn schemer
lamp, de eendere houding van meneer
en mevrouw achter hun krant, in den
lagen rieten stoel. En langs de achter
wand schieten met kleine snappende
geluidjes de tjiktjaks en de tokèh windt
zich op met z'n houten geluid in de
stilte die het ritselen van de krant en
het tjirpen van de krekels in den
avond maken.
TOTOK
REN
PAG. 14 DE GROENE Ne. 3158
is Dicky. De meesten hadden zelfs
heolemaal niets.
Tante bezwoer bij hoog en laag dat
zóó iets uitgesloten was. Nou, goed,
h P. d de directeur gezegd. We spreken
er niet meer over. Onder het naar huis
gaan had Tante er nog eens goed over
nagedacht. Ze wist dat ze ontzettend
slordig was. Haar taschje lag altijd
overal/ Hoeveel geld ze bij zich had,
wist ze nooit. Maar het was een royaal
huishouden. Het deed er niet veel toe.
Maar wat zou Dicky met gestolen
kwa rtjes kunnen doen ? Waarvoor zou
hij ze ooit kunnen gebruiken ?....
Uitgesloten l
MET Nieuwjaar hadden alle kinde
ren een Rijksdaalder gekregen van
Oma. Dicky had er een mooi zakpotlood
voor gekocht en een kompas. De
meisjes, meisjes-dingen. Maar Leen t j e,
de oudste, die schilderstalent had,
spaarde voor een groote pastei-doos.
Haar rijksdaalder ging in 't groene
varken, dat boven haar opklapbed
stond.
Toen ze op een goeden dag haar
geld eens natelde en alle geldstukken
i pp haar bed had uitgeschud centen,
j dubbeltjes, zelfs guldens ontbrak
de rijksdaalder. Hoeveel er precies
wezen moest, wist ze niet. Ze vertelde
het terloops aan moeder en zei dat ze
zich toch niet kon herinneren het
'AG. 15 DE GROENE No. 3158
geldstuk gewisseld te hebben. Dat zou
ze toch zeker wel weten I Gelukkig
brak Leentje zich er niet het hoofd over.
's Avonds ging Dicky's tante de
bezittingen van den kleinen man eens
na, die rustig in zijn eigen kamertje
lag te slapen. En jawel, uit zijn
beursje kwam een heele rijksdaalder
te voorschijn....
DIT ' was het verhaal waarmee
Dicky's tante bij me kwam.
Dicky had allerlei verklaringen weten
te geven. Hij had tien kwartjes ge
spaard en die bij een vriendje voor een
rijksdaalder geruild. Daaraan hield hij
vast. Maar zij geloofde hem niet. Op
school hadden ze tóch gelijk gehad. Ze
kon hem nu niet meer vertrouwen. En
zij had, toen ze na het gesprek met
den directeur wat scherper op hem was
gaan letten, wél gemerkt dat hij
snoepte....
Ik heb, dat kan ik u verzekeren,
meer moeite gehad met Tante, dan
met Dicky. Of liever: allén met Tante.
Gelukkig heeft ze n ding, dat ik haar
vroeg, direct gedaan, nl. Leentje niets
verteld. Maar ik heb er menig gesprek
met haar aan moeten spendeeren om
haar tot het inzicht te brengen, dat
Dicky de echte moederlijke zorg en
koestering veel meer miste, dan de
buitenwacht wel begreep. Dan hij
misschien zelf wel begreep. En dat hij
zich eigenlijk revancheerde voor wat
hij, naar zijn gevoel, te kort kwam
(Slot op pag. 16)
**' HUIK»
»*«>
is net resultaat
van volhardend
oefenen en ... 'n
goede ski-uitrusting!
Doelmatige ski-kleeding
voor dames, heeren en
kinderen, die bovendien aan
mode-eischen welke ook voor
de* ski-sport gelden, voldoet
en alles wat verder voor de
beoefening van deze interessante
en gezonde sport noodig is ....
? ... de Bijenkorf neeft 't!
7*oo juist verschenen:
Geïllustreerde catalogus uWfce U een aantal
modellen toont uit onze collectie ski-kleeding
en ski-artikelen. Op aanvrage "enden wij
U dit drukwerk gaarne franco toe.
deMBijerikor
AMSTERDAM
Dok op ontvlekken en oppersen
PROFITEERT HIERVAN
VOOR DE FEESTDAGEN
, W..
Meesterlijk boelend ontroerend
?
In «lk«n bo*kh*nd«l
Ultjtvt: N«d«rl»ndich« K«urbo«ktrfj Amittrdtm
l
f