De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 18 december pagina 8

18 december 1937 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

?i DE TOCHT VAN ANDRÉE Dr. Antoii van S August Andrée., een Zweedsch in genieur, te Granna geboren op 18 ? October 1854, vertrok tezamen met zijn landgenooten, den physicus Nils Strindberg en den ingenieur Knut Frankel, op 18 Mei 1897 aan boord van de Zweedsche kanonneerboot Svensksund uit de ha ven van Gothenburg naar het Deneneiland, waar zij Zondagmorgen il Juli daarop volgend per luchtballon opstegen teneinde, als eer«ten, die dit waagden, de Noordpool te bereiken door de lucht. Het twijfel achtige der onderneming kenden zij. Het schrikte hen niet af. Na aan boord van de Svensksund een godsdienstoefening te hebben bijgewoond, gingen zij om elf uur aan wal. De voorkant van het ballonhuis werd afgebroken. Het gieren van den wind dwong Andrée zijn bevelen aan de werk lieden toe te roepen door een scheepsroeper. Snel werd het schuitje vast gemaakt, een mand met postduiven erin geplaatst, een oogenblik later waren de laatste touwen, die den ballon ,,de Ade laar" nog aan den grond bevestigd hielden, doorgesneden, en terwijl de reizigers tot de bemanning van de Svensksund riepen: ,,Groeten thuis, in Zweden !" schoot de ballon de lucht in. Omstanders beweerden later, dat Andrée tranen in de oogen had. Frankel zond nog een groet aan zijn moeder, Strindberg aan zijn verloofde. A ANVANKELIJK bleef de ballon om^\ streeks zestig meter boven de zee zweven. Hij dreigde tegen het rotsachtig voorgebergte aan de oostpunt van de Smeerenbergsond te botsen, daarna trof hem een onverwachte windstoot van boven, waardoor het schuitje gedurende eenigéseconden in zee gedompeld werd, toen hij weer opsteeg en over de scherpe rotsen aan den Noordkant van de Smeeren bergsond moest dreigde opnieuw een bot sing: het schuitje werd slechts op enkele meters hoogte over de rotskam gelicht. Nu eerst had het vliegtuig vrije vaart. Te drie uur precies verdween de rn aan De opstijging von Andree en zijn tochtgenooten van het Denenei/ond in den Noordelijken horizon. Na het vertrek bleek, dat Andrée de sleeptouwen, waarmede hij opdracht om hét te overhandigen aan den Zweed de hoogte van zijn ballon wilde regelen, op het -*- ' -IJ?r""t c c,in,?. Deneneiland had achtergelaten. Vergeten. OP 20 Juli werd in Spitsbergen een postduif opge vangen met een bericht in zeer helder schoonschrift, gedateerd 13 Juli, en meldende, dat de ballon zich bevond boven een ijswoestijn op 82.2 graden N.B. en 15.5 graden O. L. Hij bewoog zich in goede vaart in O.Z.O. rich ting. Hierna werd niets meer van Andrée en zijn makkers vernomen. Hulpexpedities in 1897 en in 1899 vonden niets. Tot 1930 hoorde men niet meer van Andrée. OP 6 Augustus van dat jaar schoot de bemanning van het Noorsche expeditieschip Bratvaag" vlak bij Kvitöy (het Gilleseiland) een walrus. Men besloot op het doorgaans onge naakbare eiland, door den grooten dooi van 1930 toegankelijk geworden, aan wal te gaan om het dier te spekken. Toen zag men iets boven het ijs uitsteken. Dr. Gunnar Horn, geoloog van de Universiteit te Oslo, herkende de slede van Andrée. Twee dagen later ontmoette zijn schip op de hoogte van het Victoria-eiland de Terningen" met kapitein Jensen, aan wien Horn het volgende of f iciëele rapport meegaf naar Tromsömet Onzuivere huid Vetwormpjes, pukkels en uit'i.'og verdwijnen en d« huid wordt jeugdig-frisch, gezond e n ? f'l u wee l zocht door schen consul aldaar, Carl S. Salther: Wij hebben den zesden Augustus op den Zuidwestkant van Kvitöy het lijk ge vonden van den Poolvorscher Andrée. Het lag op ongeveer 150 meter van het strand, in de nabijheid van een rotsspleet. De boot en de slee, die jbij hem) lagen, waren gedeelPUROL zuivtrt ? verzacht ? gen«*il In doBitn 30-40et. Bij Apolh, «n Drog. MUNHAROT telijk ingevroren. Naast het lijk lag een tweede slee. In de boot be vinden zich vermoedelijk de over blijfselen van een mensch, voorts een observatieboek, verscheidene in strumenten en verdere toerusting, alles geteekend: Andrée's poolexpe ditie 1896". Weinig meters van de boot verwijderd lag Andrée zelf met uitrustingsmateriaal bij zich. In zijn binnenzak bevinden zich een dag boek en een potlood. Verder naar het Westen, in een rotskloof, lag het lijk vaneen lotgenoot. Het is gedeeltelijk beschadigd door beren. Andrée heeft oogenschijnlijk nog lang geleefd. Ik heb den doode en zijn uitrusting aan boord van de Bratvaag" gebracht. Daar hij ingevroren lag, was dit moeilijk. Mijn expeditie komt waar schijnlijk in het begin van September in Noorwegen aan. Horn". Om 23 uur 30 minuten in den nacht van 31 Augustus op i September kwtm de Bratvaag aan op Skjaervöy, een eilandje, even ten N.O. van Tromsö. Het had de lijken aan boord van Andrée, Strindberg en Frankel. Slechts het lijk van Andrée kon geïdentificeerd worde^n. Het hoofd was los van den romp, dieper in het ijs, gevonden. Op den rug van Andrée's lijk vond men een in wasdoek gewikkeld wollen hemd. Hierin waren twee notitie-boeken opge borgen, waarvan het eene slechts op enkele bladzijden beschreven aanteekcningen bevatte over de eerste dagen van den tocht, het andere, geheel met potlood beschreven, over het algemeen goed lees bare mededeelingen inhield aangaande het verdere verloop van de reis, de provian deering enz. Ze werden ter onderzoeking in handen gesteld van den Nobelprijs winnaar prof. Svedberg, die er in slaagde, den inhoud te ontcijferen en aldus de mislukte Poolexpeditie van Andrée te reconstrueeren. Nu bleek, dat Andrée met zijn gezellen op 2 October eerst waren aangekomen op Kvitöy, na een ellendigen zwerftocht over het eeuwige ijs. Hun dood moet verschrikkelijk geweest zijn, door ontzettende kwellingen voorafgegaan. DE lijken werden te Tromsöafgehaald door de zelfde kanonneerboot Svensksund, waarmede Andrée en zijn gezellen in Mei 1897 uit Gothenburg vertrokken waren. Op[Maandag 6 October 1930 vond cte Stockholm de plechtige bijzetting ?plaats. Bij den lijkdienst in de Groote Kerk aldaar voerde de aarts bisschop van Zweden, Nathan S derblom] het woord. Matrozen van de Svensksund droegen de kisten naar de katafalk; toen naderde Gustaf, koning van Zweden, en legde een groote krans neer bij het stoffelijk overschot van de wagers. Op elk der drie kisten wierp de pastor primarius een handvol zand. Een der laatste aanteekeningen in het dagboek van Andrée luidt: Wij meenen, dat wij gerust den dood kunnen verbeiden, omdat wij gedaan hebben wat" wij hebben gedaan." . Om deze woorden benijden wij den man, dien wij om zijn ondernemingsdurf bewonderen. Kan het leven ons iets beters geven dan het recht, ze hem na te zeggen? /897 Eerst 33 jaar later, in 1930, werden de resten van de expeditie in het ijs gevonden. Ook onontw/kke/de foto grafische opnamen door Andrée waren zoo lang in het ijs bewaard geweest. Deze foto toont het kamp op het drijf ijs; links de ballonmandt in het midden de boot met een der tochtgenooten en rechts de tent. PAO. M M GROENE N* 1159 ..«??j Zoo meende de Lustige B/atter" in f909 dat de Pool er na eenige jaren zou uitzien Noordpool ontdekt! SEPTEMBER 1909. Rijtuigen, equipages en automobielen, dames met hoog middel, groote hoeden. De kranten zonder vette koppen, effen van typografisch beeld: telegrammen buitenland, binnenland, hofnieuws, raadsverslag, van onzen Deenschen correspondent. Een sensatie ! (met ge wone letters gedrukt): Kopenhagen, i September: De ontdekkingsreiziger Cook heeft op 21 April 1908 de Noordpool bereikt". Vier dagen later komt die ontdekkingsreiziger, Dr. F. A. Cook, te Kopenhagen aan. De overwinnaar der ijzige natuur ! De held van deze eeuw ! De man, die bereikte, wat de wereld reeds drie eeuwen be proefd heeft: de man, die den top dezer aarde met de vlag van zijn land voor Amerika annexeerde ! Zijn groote bescheidenheid nam dadelijk alle menschen voor hem in. Hij is er tevens op voorbereid, dat men hem van Amerikaansche humbug zal be schuldigen". Amerikaansche humbug ? Wie sprak van Ameri kaansche humbug? Toch niet een der jubelende bewonderaars in Kopenhagen, toch niet de Deensche Kroonprins, die Cook met de gouden medaille der Geografische Vereeniging begiftigde? Toch niet het Amerikaansche publiek, dat juicht en trotsch is op dien grooten zoon der natie? Toch niet de bewon derende onderdanen van den Czaar aller Russen, toch niet het Engelsche volk of de opgewonden burgers der groote Fransche Republiek? Niemand sprak van humbug. Niemand. Behalve VIJF heele dagen later. Op de geschiedenis dezer aarde een atoom-van-den-tijd, In den strijd om de pool een seconde. 6 September 1909. Diezelfde rustige kranten: een Reutertelegram: Indian Harbour: ,,De ontdekkingsreiziger R. E. Peary seint naar New York, dat hij op 7 April 1909 de sterren en strepen aan de pool heeft geheschen". De wereld krijgt een schok: Twee maal de pool in den tijd van nog geen jaar ? Is dat mogelijk, is dat waarschijnlijk ? Hoe kan dat, hoe zit dat? Wat beteekent dat? Journalisten varen Robert Peary op zijn tocht naar New York tegemoet. Dan seinen zij Pcary's commentaar de wereld in: ,,Ik geloof niet, dat Dr. Cook de pool bereikt heeft!" Er komt wilde twijfel in de wereld. .Jammer", schrijft de Daily Graphic, ,,dat de beide ontdekkers elkaar aan de pool niet ontmoet hebben". Heeft Peary dan aan de pool niet de vlag van Cook en de oorkonde in de geelkoperen bus gevonden? Zijn zij dan alle twee wel aan de Pool geweest. Is n van hen er wel geweest. Peary of Cook? Of zijn het wel licht beiden bedriegers?" Ik was aan de pool", vertrouwt Cook den onge rust geworden Deenschen Kroonprins toe, ik zal de beide Eskimo's, die er met mij waren tot bewijs naar New York laten komen !" Maar op zijn lezing te Copenhagen, een dag later voor de koninklijke familie, voor het Corps Diplomatique, voor de mannen der wetenschap, weet Cook niet met klem van argumenten te overtuigen van zijn goede trouw. Maar ondanks den twijfel wordt Cook op 9 Septem ber benoemd tot eere-doctor van de Universiteit van Kopenhagen. Op dien negenden September publiceert Peary een eerste deel van zijn reisverhaal: Serieuze onder neming, uitvoerige voorbereiding. Een kwarteeuw van zijn leven gaf Robert Peary aan pooltochten, ZOO HOORDE HET.... AU -ir-% ir^s. x^v ^>k, ir^v TTT T TT Tf* AR DOOR WIE A JL JL^. JL-f A^X ^S JL^ V V JL Jl_-/ "\ «enige K.M. naar 't Noorden en dan regelrecht naar >i zuiden en dat weer i ..Na U, meneer Cook" Na U, meneer Peory Canratiuii «rrr rfrn wrdlnnp naar rfr P finii-li, t . . -Jorüiin waarvan hij er zes ondernam, die hem steeds noor delijker gebracht hadden. Een kenner der pool streken als geen ander. Een groot organisator. Een man, weliswaar van tweeënvijftig jaar toen hij zijn laatsten tocht aanvaardde, maar gehard in de ge bieden waar zijn levensvervulling lag. Ook over Cook spreekt hij: ,,Dr. Cook heeft bij zijn tocht, volgens getuigenis van de beide Eskimo's die hem vergezelden, nooit het land uit het gezicht verloren. De pool, in het midden der barre ijszee, heeft hij nooit benaderd !" Londen zwaait om: Is Cook dan toch ,,koek"?" Berlijn wil slechts aan Cook gelooven: Cook van Duitsche origine door zijn Duitschen vader, die als Dr. Koch naar Amerika emigreerde. Parijs wan trouwt Peary, twijfelt aan Cook en spot: ,,Wie weet, nu het ijs eenmaal gebroken is, komt er nog een derde." Twee partijen in de wereld: Cookisten en Pearysten. Opwinding en debatten overal. Voor de kranten een buitenkansje aan het einde van den komkom mertijd. Voor het publiek een sensatie, Voor de menschen der wetenschap een puzzle. Voor auto riteiten een warwinkel. En voor de helden van dezen strijd ? Een grandioze Köpenickiade of een smartelijke miskenning? VER weg in de troostelooze eenzaamheid ligt de pool. Een onafzienbaar ijsveld, doorbroken door kanalen en geulen, brokken en velden, die zich vormen en samenvoegen, die splijten of ver splinteren. Temidden dier onmetelijke vlakten ligt de pool, een imaginair punt op de oneindigheid. Stormwinden gieren. De barre koude doet open water stollen, doet ijs op ijs vastklinken; de drift van het ijs laat de velden brullen en knarsen. De bleeke zon schijnt over de sneeuwstuivende vlakten met de grauwe en schimmerende, opgestapelde schotsen. Het naaste land is 760 kilometer verwijderd. Daartusschen water, ijs, sneeuw en wind, wind, sneiuw water en ijs. Nimmer nog was hier een menschelijk wezen. De winden gieren, het ijs kruit, brokkelt en stapelt zich op. Daar, tusschen den grijzen hemel en het grijze ijs is beweging van zwarte stipjes. Een handvol menschen, in bontvellen, met sleden en hondenspannen. De dag loopt op zijn eind. Een dag wil zeggen: zij legden een afstand af van dertig of veertig kilometer sinds hun vorig rustpunt; want dag en nacht onderscheiden zich niet meer van elkaar, steeds is het licht, zes maanden lang. Zij kampeeren. Drie hunner bouwen een iglo, een ijshut, die hen de korte uren van den slaap zal herber gen, waarin zij op déspirituskoker hun thee zullen koken en hun gedroogd vleesch en gedroogd fruit zullen nuttigen. Nu zijn zij nog slechts 18 K.M. van de Pool. Dat is 6 April 1909, 10 uur des morgens. Na een korte rustpooze, na een oogenblik van her stellenden slaap zullen zij het uiterste punt dezer aarde bereikt hebben, zullen zij de eersten zijn, die overwinnaars werden op de oneindigheid der verijsde kilte. Na eenige uren wordt een dubbel span honden voor een slede gespannen. En drie mannen gaan in snel tempo de weinige kilometers, die hen nog scheiden van den gosten breedtegraad. Dan wordt halt gehouden. Instrumenten worden opgesteld; het resultaat der waarnemingen toont, dat de pool Be reikt is: men is er zelfs al iets voorbij gekomen. ,,Bijna alles in onze omgeving scheen ons op dat moment te vreemd om het ten volle te kunnen be seffen; het wonderlijkst scheen mij toch het feit, dat ik in een marsch van slechts een paar uren was overgegaan van het Westelijk op het Oostelijk half rond, en dat ik werkelijk den top der aarde bereikt had. Het was moeilijk, zich in te denken, dat wij op dien marsch eerst naar het Noorden en toen naar het Zuiden waren gegaan en toch al dien. tijd in dezelfde richting gelöopen hadden! En als wij nu naar het kamp terugkeerden, gingen we eerst PAG. IS DE GROENE No. 3159 V ^^^ ?++ ** ' " " voor ons niet meer, slechts n richting bleef over: 't Zuiden. Elke wind, die ons in 't gelaat blies was een Zuidenwind, waar hij ook vandaan kwam. Waar wij stonden, was een jaar verdeeld in n dag en n nacht; zoo van die dagen en nachten vormden een eeuw." Eindelijk de Pool ! De prijs van drie eeuwen ! Mijn levensdoel en droom gedurende 20 jaren. Eindelijk overwonnen. Ik kan er mij nog niet in denken. Het schijnt alles zoo eenvoudig en vanzelf sprekend." DAT was de ontboezeming, die R. E. Peary op dat oogenblik in zijn dagboek neerschreef. Dat was de laatste etappe van zijn expeditie, die in Juli van het jaar 1908 van New York was vertrokken met als doel: de pool. Zoo snel mogeijk stoomde het door Peary speciaal ontworpen poolschip naar het Noorden, om voor het invallen van den barren pool nacht het winterkwartier aan de noordelijkste kust ter wereld, te betrekken en vóórdien nog de voor de expeditie onmisbare eskimo's, de hondenspannen en de voorraden proviand aan boord te kunnen nemen. Aan het eind van den winter en daarmede bij het aanbreken van den pooldag, was alles gereed. En op den eersten Maart 1908 ving Peary's tocht over het poolijs aan. De expeditie van 22 man. 133 honden en 19 sleden was verdeeld in afdee'ingen. die achter elkaar zouden marcheeren, steeds zoo. dat de voorgaande van zijn kampement vertrok, als de volgende daar aankwam. Telkens, na vijf dagreizen, keerde de voorste afdeeling om en ging den weg terug, terug naar het schip. Een maand na het vertrek keerde de op een na laatste afdeeling terug ; de expeditie bevond zich toen op 87 46', nog slechts ruim 2 van de pool. de hoogste breedte ooit door menschen bereikt. Nu bleef nog slechts de laatste groep over waar Peary, de eenige blanke, het bevel voerde. Behalve zijn negerbediende Henson, die hem reeds op talrijke vroegere expedities trouw was gevolgd, was hu nog vergezeld van vier der krachtigste en bekwaamste eskimo's, die eveneens reeds verschillende pooltochten met Peary ondernomen hadden. Deze laatste groep, voorzien van de beste honden, de beste uit rusting, en in goede conditie, wijl zij tot nu toe steeds achteraan gereisd hadden, was het gegeven, te zegevieren over de moeilijkheden van strooken open water, van poolstormen, en over de bittere koude. Voortgedreven door de,, in twintig jaar gevoede eerzucht van den leider, gesteund door zijn ervaring, worstelden zij over het ijs, tot aan het doel en het eindpunt der expeditie: de pool. WAT had Cook te stellen tegenover de volle dige opsomming der afgelegde kilometers en behaalde wetenschappelijke resultaten? Zijn aanteekeningen, die hij, na lang aandringen, door zijn secretaris aan de Commissie uit de Deensche Uni versiteit deed aanbieden, bleken geen overtuigende bewijzen te bevatten voor zijn beweringen. Zijn vroegere records, de beweerde beklimming van den top van den MacKinley-berg, werden nu wederom het middelpunt van booze geruchten en na een onderzoek door de Explorers' Club, waarvan Cook op grond van die roemruchte beklimming lid was geworden, bleek het, dat Cook de verklaringen van zijn toènmaligen gids en een meegenomen fotograaf vervalscht had. Hij werd als lid geschrapt.... Een zeekapitein kwam met een aanklacht tegen Cook en met een vordering van 4000 dollar, wegens het verrichten van nautische en astronomische be rekeningen, die er uit moesten zien alsof ze aan de pool verricht waren.... Maar Cook liet zich niet onbetuigd: Peary zou Cook's papieren, die in een zijner depots waren af gegeven, hebben doen vernietigen, om zijn tegen stander daarmede het bewijs onmogelijk te maken." Peary zou Cook's voorradendepóts geplunderd hebben, waardoor Cook bijna van honger omge komen was." (Slot op pag. 26, 2e kolom onder) rfj'^nft

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl