Historisch Archief 1877-1940
?i
DE TOCHT VAN ANDRÉE
Dr. Antoii van
S August Andrée., een Zweedsch in
genieur, te Granna geboren op 18
? October 1854, vertrok tezamen met
zijn landgenooten, den physicus Nils
Strindberg en den ingenieur Knut Frankel,
op 18 Mei 1897 aan boord van de
Zweedsche kanonneerboot Svensksund uit de ha
ven van Gothenburg naar het Deneneiland,
waar zij Zondagmorgen il Juli daarop
volgend per luchtballon opstegen teneinde,
als eer«ten, die dit waagden, de Noordpool
te bereiken door de lucht. Het twijfel
achtige der onderneming kenden zij. Het
schrikte hen niet af. Na aan boord van de
Svensksund een godsdienstoefening te
hebben bijgewoond, gingen zij om elf uur
aan wal. De voorkant van het ballonhuis
werd afgebroken. Het gieren van den wind
dwong Andrée zijn bevelen aan de werk
lieden toe te roepen door een
scheepsroeper. Snel werd het schuitje vast
gemaakt, een mand met postduiven erin
geplaatst, een oogenblik later waren de
laatste touwen, die den ballon ,,de Ade
laar" nog aan den grond bevestigd hielden,
doorgesneden, en terwijl de reizigers tot
de bemanning van de Svensksund riepen:
,,Groeten thuis, in Zweden !" schoot de
ballon de lucht in. Omstanders beweerden
later, dat Andrée tranen in de oogen had.
Frankel zond nog een groet aan zijn
moeder, Strindberg aan zijn verloofde.
A ANVANKELIJK bleef de ballon
om^\ streeks zestig meter boven de zee
zweven. Hij dreigde tegen het rotsachtig
voorgebergte aan de oostpunt van de
Smeerenbergsond te botsen, daarna trof
hem een onverwachte windstoot van
boven, waardoor het schuitje gedurende
eenigéseconden in zee gedompeld werd,
toen hij weer opsteeg en over de scherpe
rotsen aan den Noordkant van de Smeeren
bergsond moest dreigde opnieuw een bot
sing: het schuitje werd slechts op enkele
meters hoogte over de rotskam gelicht.
Nu eerst had het vliegtuig vrije vaart.
Te drie uur precies verdween de rn aan De opstijging von Andree en zijn tochtgenooten van het Denenei/ond in
den Noordelijken horizon. Na het vertrek
bleek, dat Andrée de sleeptouwen, waarmede hij opdracht om hét te overhandigen aan den Zweed
de hoogte van zijn ballon wilde regelen, op het -*- ' -IJ?r""t c c,in,?.
Deneneiland had achtergelaten. Vergeten.
OP 20 Juli werd in Spitsbergen een postduif opge
vangen met een bericht in zeer helder
schoonschrift, gedateerd 13 Juli, en meldende, dat de ballon
zich bevond boven een ijswoestijn op 82.2 graden
N.B. en 15.5 graden O. L. Hij bewoog
zich in goede vaart in O.Z.O. rich
ting. Hierna werd niets meer van
Andrée en zijn makkers vernomen.
Hulpexpedities in 1897 en in 1899
vonden niets. Tot 1930 hoorde men
niet meer van Andrée.
OP 6 Augustus van dat jaar schoot
de bemanning van het Noorsche
expeditieschip Bratvaag" vlak bij
Kvitöy (het Gilleseiland) een walrus.
Men besloot op het doorgaans onge
naakbare eiland, door den grooten
dooi van 1930 toegankelijk geworden,
aan wal te gaan om het dier te
spekken. Toen zag men iets boven
het ijs uitsteken. Dr. Gunnar Horn,
geoloog van de Universiteit te Oslo,
herkende de slede van Andrée. Twee
dagen later ontmoette zijn schip op
de hoogte van het Victoria-eiland de
Terningen" met kapitein Jensen,
aan wien Horn het volgende of f iciëele
rapport meegaf naar Tromsömet
Onzuivere huid
Vetwormpjes, pukkels en
uit'i.'og verdwijnen en d« huid
wordt jeugdig-frisch, gezond
e n ? f'l u wee l zocht door
schen consul aldaar, Carl S. Salther:
Wij hebben den zesden Augustus op
den Zuidwestkant van Kvitöy het lijk ge
vonden van den Poolvorscher Andrée. Het
lag op ongeveer 150 meter van het strand, in
de nabijheid van een rotsspleet. De boot
en de slee, die jbij hem) lagen, waren
gedeelPUROL
zuivtrt ? verzacht ? gen«*il
In doBitn 30-40et. Bij Apolh, «n Drog.
MUNHAROT
telijk ingevroren. Naast het lijk lag
een tweede slee. In de boot be
vinden zich vermoedelijk de over
blijfselen van een mensch, voorts
een observatieboek, verscheidene in
strumenten en verdere toerusting,
alles geteekend: Andrée's poolexpe
ditie 1896". Weinig meters van de boot
verwijderd lag Andrée zelf met
uitrustingsmateriaal bij zich. In zijn
binnenzak bevinden zich een dag
boek en een potlood. Verder naar het
Westen, in een rotskloof, lag het lijk
vaneen lotgenoot. Het is gedeeltelijk
beschadigd door beren. Andrée heeft
oogenschijnlijk nog lang geleefd. Ik
heb den doode en zijn uitrusting aan
boord van de Bratvaag" gebracht.
Daar hij ingevroren lag, was dit
moeilijk. Mijn expeditie komt waar
schijnlijk in het begin van September
in Noorwegen aan. Horn".
Om 23 uur 30 minuten in den nacht van
31 Augustus op i September kwtm de
Bratvaag aan op Skjaervöy, een eilandje,
even ten N.O. van Tromsö. Het had de
lijken aan boord van Andrée, Strindberg
en Frankel. Slechts het lijk van Andrée
kon geïdentificeerd worde^n. Het hoofd
was los van den romp, dieper in het ijs,
gevonden.
Op den rug van Andrée's lijk vond men
een in wasdoek gewikkeld wollen hemd.
Hierin waren twee notitie-boeken opge
borgen, waarvan het eene slechts op
enkele bladzijden beschreven
aanteekcningen bevatte over de eerste dagen van
den tocht, het andere, geheel met potlood
beschreven, over het algemeen goed lees
bare mededeelingen inhield aangaande
het verdere verloop van de reis, de provian
deering enz. Ze werden ter onderzoeking
in handen gesteld van den Nobelprijs
winnaar prof. Svedberg, die er in slaagde,
den inhoud te ontcijferen en aldus de
mislukte Poolexpeditie van Andrée te
reconstrueeren. Nu bleek, dat Andrée
met zijn gezellen op 2 October eerst waren
aangekomen op Kvitöy, na een ellendigen
zwerftocht over het eeuwige ijs. Hun dood moet
verschrikkelijk geweest zijn, door ontzettende
kwellingen voorafgegaan.
DE lijken werden te Tromsöafgehaald door de
zelfde kanonneerboot Svensksund, waarmede
Andrée en zijn gezellen in Mei 1897 uit Gothenburg
vertrokken waren. Op[Maandag 6 October 1930 vond
cte Stockholm de plechtige bijzetting
?plaats. Bij den lijkdienst in de
Groote Kerk aldaar voerde de aarts
bisschop van Zweden, Nathan S
derblom] het woord. Matrozen van de
Svensksund droegen de kisten naar
de katafalk; toen naderde Gustaf,
koning van Zweden, en legde een
groote krans neer bij het stoffelijk
overschot van de wagers. Op elk der
drie kisten wierp de pastor primarius
een handvol zand.
Een der laatste aanteekeningen
in het dagboek van Andrée luidt:
Wij meenen, dat wij gerust den
dood kunnen verbeiden, omdat wij
gedaan hebben wat" wij hebben
gedaan." .
Om deze woorden benijden wij den
man, dien wij om zijn
ondernemingsdurf bewonderen. Kan het leven ons
iets beters geven dan het recht, ze
hem na te zeggen?
/897
Eerst 33 jaar later, in 1930, werden
de resten van de expeditie in het ijs
gevonden. Ook onontw/kke/de foto
grafische opnamen door Andrée waren
zoo lang in het ijs bewaard geweest.
Deze foto toont het kamp op het
drijf ijs; links de ballonmandt in
het midden de boot met een der
tochtgenooten en rechts de tent.
PAO. M M GROENE N* 1159
..«??j
Zoo meende de Lustige
B/atter" in f909 dat de
Pool er na eenige jaren
zou uitzien
Noordpool ontdekt!
SEPTEMBER 1909. Rijtuigen,
equipages en automobielen, dames met
hoog middel, groote hoeden. De
kranten zonder vette koppen, effen
van typografisch beeld: telegrammen buitenland,
binnenland, hofnieuws, raadsverslag, van onzen
Deenschen correspondent. Een sensatie ! (met ge
wone letters gedrukt): Kopenhagen, i September:
De ontdekkingsreiziger Cook heeft op 21 April
1908 de Noordpool bereikt".
Vier dagen later komt die ontdekkingsreiziger,
Dr. F. A. Cook, te Kopenhagen aan. De overwinnaar
der ijzige natuur ! De held van deze eeuw ! De man,
die bereikte, wat de wereld reeds drie eeuwen be
proefd heeft: de man, die den top dezer aarde met
de vlag van zijn land voor Amerika annexeerde !
Zijn groote bescheidenheid nam dadelijk alle
menschen voor hem in. Hij is er tevens op voorbereid,
dat men hem van Amerikaansche humbug zal be
schuldigen".
Amerikaansche humbug ? Wie sprak van Ameri
kaansche humbug? Toch niet een der jubelende
bewonderaars in Kopenhagen, toch niet de Deensche
Kroonprins, die Cook met de gouden medaille der
Geografische Vereeniging begiftigde? Toch niet het
Amerikaansche publiek, dat juicht en trotsch is op
dien grooten zoon der natie? Toch niet de bewon
derende onderdanen van den Czaar aller Russen,
toch niet het Engelsche volk of de opgewonden
burgers der groote Fransche Republiek? Niemand
sprak van humbug. Niemand. Behalve
VIJF heele dagen later. Op de geschiedenis dezer
aarde een atoom-van-den-tijd, In den strijd om
de pool een seconde. 6 September 1909. Diezelfde
rustige kranten: een Reutertelegram: Indian
Harbour: ,,De ontdekkingsreiziger R. E. Peary seint
naar New York, dat hij op 7 April 1909 de sterren
en strepen aan de pool heeft geheschen". De wereld
krijgt een schok: Twee maal de pool in den tijd van
nog geen jaar ? Is dat mogelijk, is dat waarschijnlijk ?
Hoe kan dat, hoe zit dat? Wat beteekent dat?
Journalisten varen Robert Peary op zijn tocht
naar New York tegemoet. Dan seinen zij Pcary's
commentaar de wereld in: ,,Ik geloof niet, dat Dr.
Cook de pool bereikt heeft!"
Er komt wilde twijfel in de wereld. .Jammer",
schrijft de Daily Graphic, ,,dat de beide ontdekkers
elkaar aan de pool niet ontmoet hebben". Heeft
Peary dan aan de pool niet de vlag van Cook en de
oorkonde in de geelkoperen bus gevonden? Zijn zij
dan alle twee wel aan de Pool geweest. Is n van
hen er wel geweest. Peary of Cook? Of zijn het wel
licht beiden bedriegers?"
Ik was aan de pool", vertrouwt Cook den onge
rust geworden Deenschen Kroonprins toe, ik zal
de beide Eskimo's, die er met mij waren tot bewijs
naar New York laten komen !" Maar op zijn lezing
te Copenhagen, een dag later voor de koninklijke
familie, voor het Corps Diplomatique, voor de
mannen der wetenschap, weet Cook niet met klem
van argumenten te overtuigen van zijn goede trouw.
Maar ondanks den twijfel wordt Cook op 9 Septem
ber benoemd tot eere-doctor van de Universiteit
van Kopenhagen.
Op dien negenden September publiceert Peary
een eerste deel van zijn reisverhaal: Serieuze onder
neming, uitvoerige voorbereiding. Een kwarteeuw
van zijn leven gaf Robert Peary aan pooltochten,
ZOO HOORDE HET....
AU -ir-% ir^s. x^v ^>k, ir^v TTT T TT Tf*
AR DOOR WIE
A JL JL^. JL-f A^X ^S JL^ V V JL Jl_-/
"\ «enige K.M. naar 't Noorden en dan
regelrecht naar >i zuiden en dat weer i
..Na U, meneer Cook"
Na U, meneer Peory
Canratiuii «rrr rfrn wrdlnnp naar rfr P
finii-li, t
. . -Jorüiin
waarvan hij er zes ondernam, die hem steeds noor
delijker gebracht hadden. Een kenner der pool
streken als geen ander. Een groot organisator. Een
man, weliswaar van tweeënvijftig jaar toen hij zijn
laatsten tocht aanvaardde, maar gehard in de ge
bieden waar zijn levensvervulling lag.
Ook over Cook spreekt hij: ,,Dr. Cook heeft bij
zijn tocht, volgens getuigenis van de beide Eskimo's
die hem vergezelden, nooit het land uit het gezicht
verloren. De pool, in het midden der barre ijszee,
heeft hij nooit benaderd !"
Londen zwaait om: Is Cook dan toch ,,koek"?"
Berlijn wil slechts aan Cook gelooven: Cook van
Duitsche origine door zijn Duitschen vader, die als
Dr. Koch naar Amerika emigreerde. Parijs wan
trouwt Peary, twijfelt aan Cook en spot: ,,Wie weet,
nu het ijs eenmaal gebroken is, komt er nog een
derde."
Twee partijen in de wereld: Cookisten en
Pearysten. Opwinding en debatten overal. Voor de kranten
een buitenkansje aan het einde van den komkom
mertijd. Voor het publiek een sensatie, Voor de
menschen der wetenschap een puzzle. Voor auto
riteiten een warwinkel.
En voor de helden van dezen strijd ? Een grandioze
Köpenickiade of een smartelijke miskenning?
VER weg in de troostelooze eenzaamheid ligt
de pool. Een onafzienbaar ijsveld, doorbroken
door kanalen en geulen, brokken en velden, die
zich vormen en samenvoegen, die splijten of ver
splinteren. Temidden dier onmetelijke vlakten ligt
de pool, een imaginair punt op de oneindigheid.
Stormwinden gieren. De barre koude doet open water
stollen, doet ijs op ijs vastklinken; de drift van het
ijs laat de velden brullen en knarsen. De bleeke zon
schijnt over de sneeuwstuivende vlakten met de
grauwe en schimmerende, opgestapelde schotsen.
Het naaste land is 760 kilometer verwijderd.
Daartusschen water, ijs, sneeuw en wind, wind, sneiuw
water en ijs. Nimmer nog was hier een menschelijk
wezen. De winden gieren, het ijs kruit, brokkelt en
stapelt zich op. Daar, tusschen den grijzen hemel
en het grijze ijs is beweging van zwarte stipjes. Een
handvol menschen, in bontvellen, met sleden en
hondenspannen. De dag loopt op zijn eind. Een dag
wil zeggen: zij legden een afstand af van dertig of
veertig kilometer sinds hun vorig rustpunt; want
dag en nacht onderscheiden zich niet meer van
elkaar, steeds is het licht, zes maanden lang. Zij
kampeeren. Drie hunner bouwen een iglo, een
ijshut, die hen de korte uren van den slaap zal herber
gen, waarin zij op déspirituskoker hun thee zullen
koken en hun gedroogd vleesch en gedroogd fruit
zullen nuttigen. Nu zijn zij nog slechts 18 K.M. van
de Pool. Dat is 6 April 1909, 10 uur des morgens.
Na een korte rustpooze, na een oogenblik van her
stellenden slaap zullen zij het uiterste punt dezer
aarde bereikt hebben, zullen zij de eersten zijn, die
overwinnaars werden op de oneindigheid der
verijsde kilte.
Na eenige uren wordt een dubbel span honden
voor een slede gespannen. En drie mannen gaan in
snel tempo de weinige kilometers, die hen nog
scheiden van den gosten breedtegraad. Dan wordt halt
gehouden. Instrumenten worden opgesteld; het
resultaat der waarnemingen toont, dat de pool Be
reikt is: men is er zelfs al iets voorbij gekomen.
,,Bijna alles in onze omgeving scheen ons op dat
moment te vreemd om het ten volle te kunnen be
seffen; het wonderlijkst scheen mij toch het feit,
dat ik in een marsch van slechts een paar uren was
overgegaan van het Westelijk op het Oostelijk half
rond, en dat ik werkelijk den top der aarde bereikt
had. Het was moeilijk, zich in te denken, dat wij
op dien marsch eerst naar het Noorden en toen naar
het Zuiden waren gegaan en toch al dien. tijd in
dezelfde richting gelöopen hadden! En als wij nu
naar het kamp terugkeerden, gingen we eerst
PAG. IS DE GROENE No. 3159
V
^^^ ?++ ** ' " "
voor ons niet meer, slechts n richting
bleef over: 't Zuiden. Elke wind, die ons in 't gelaat
blies was een Zuidenwind, waar hij ook vandaan
kwam. Waar wij stonden, was een jaar verdeeld
in n dag en n nacht; zoo van die dagen en
nachten vormden een eeuw."
Eindelijk de Pool ! De prijs van drie eeuwen !
Mijn levensdoel en droom gedurende 20 jaren.
Eindelijk overwonnen. Ik kan er mij nog niet in
denken. Het schijnt alles zoo eenvoudig en vanzelf
sprekend."
DAT was de ontboezeming, die R. E. Peary op
dat oogenblik in zijn dagboek neerschreef. Dat
was de laatste etappe van zijn expeditie, die in Juli
van het jaar 1908 van New York was vertrokken
met als doel: de pool. Zoo snel mogeijk stoomde het
door Peary speciaal ontworpen poolschip naar het
Noorden, om voor het invallen van den barren pool
nacht het winterkwartier aan de noordelijkste
kust ter wereld, te betrekken en vóórdien nog de
voor de expeditie onmisbare eskimo's, de
hondenspannen en de voorraden proviand aan boord te
kunnen nemen.
Aan het eind van den winter en daarmede bij het
aanbreken van den pooldag, was alles gereed. En
op den eersten Maart 1908 ving Peary's tocht over
het poolijs aan. De expeditie van 22 man. 133 honden
en 19 sleden was verdeeld in afdee'ingen. die achter
elkaar zouden marcheeren, steeds zoo. dat de
voorgaande van zijn kampement vertrok, als de
volgende daar aankwam. Telkens, na vijf dagreizen,
keerde de voorste afdeeling om en ging den weg
terug, terug naar het schip.
Een maand na het vertrek keerde de op een na
laatste afdeeling terug ; de expeditie bevond zich
toen op 87 46', nog slechts ruim 2 van de pool.
de hoogste breedte ooit door menschen bereikt.
Nu bleef nog slechts de laatste groep over waar
Peary, de eenige blanke, het bevel voerde. Behalve
zijn negerbediende Henson, die hem reeds op talrijke
vroegere expedities trouw was gevolgd, was hu nog
vergezeld van vier der krachtigste en bekwaamste
eskimo's, die eveneens reeds verschillende
pooltochten met Peary ondernomen hadden. Deze laatste
groep, voorzien van de beste honden, de beste uit
rusting, en in goede conditie, wijl zij tot nu toe
steeds achteraan gereisd hadden, was het gegeven,
te zegevieren over de moeilijkheden van strooken
open water, van poolstormen, en over de bittere
koude. Voortgedreven door de,, in twintig jaar
gevoede eerzucht van den leider, gesteund door
zijn ervaring, worstelden zij over het ijs, tot aan
het doel en het eindpunt der expeditie: de pool.
WAT had Cook te stellen tegenover de volle
dige opsomming der afgelegde kilometers en
behaalde wetenschappelijke resultaten? Zijn
aanteekeningen, die hij, na lang aandringen, door zijn
secretaris aan de Commissie uit de Deensche Uni
versiteit deed aanbieden, bleken geen overtuigende
bewijzen te bevatten voor zijn beweringen. Zijn
vroegere records, de beweerde beklimming van den
top van den MacKinley-berg, werden nu wederom
het middelpunt van booze geruchten en na een
onderzoek door de Explorers' Club, waarvan Cook op
grond van die roemruchte beklimming lid was
geworden, bleek het, dat Cook de verklaringen van
zijn toènmaligen gids en een meegenomen fotograaf
vervalscht had. Hij werd als lid geschrapt....
Een zeekapitein kwam met een aanklacht tegen
Cook en met een vordering van 4000 dollar, wegens
het verrichten van nautische en astronomische be
rekeningen, die er uit moesten zien alsof ze aan de
pool verricht waren....
Maar Cook liet zich niet onbetuigd: Peary zou
Cook's papieren, die in een zijner depots waren af
gegeven, hebben doen vernietigen, om zijn tegen
stander daarmede het bewijs onmogelijk te maken."
Peary zou Cook's voorradendepóts geplunderd
hebben, waardoor Cook bijna van honger omge
komen was."
(Slot op pag. 26, 2e kolom onder)
rfj'^nft