Historisch Archief 1877-1940
l t
V/1
rouwen en vrouwenleven
DE .SCHILDER
EN DE VROUW
(\aur mutlt'htlnu; «lei*
trcttcu oi> «Ie
Van Dongen in hot Stedelijk
Museum)
Die Frau verrat ihrCeheimnis nicht."
DE Parijsche schilder Van Dongen
is in het land. Ik weet niet, of hij
zijn palet en penseelen heeft
meegebracht, maar ik zou het graag
willen weten. Zónder deze wapenen is
de heer Van Dongen een zachtaardig en
beminnelijk man. Wat hij is, wanneer
hij ze hanteert, kunt u op zijn tentoon
stelling in het Stedelijk Museum zien:
u zult het dan wel met mij eens zijn,
dat de schilder Van Dongen nog zoo
ongevaarlijk niet is, althans niet voor
het vrouwelijk zelfbewustzijn.
Maar waarschijnlijk vermeerdert dat
zijn groote aantrekkingskracht op het
vrouwelijk publiek. Is er nog wel een
ander dienaar der vormen tn kleuren,
die degeen, welke hij op het doek brengt,
zoo transparant maakt, zoo genadeloos
blootstelt? En is het niet juist de
vrouw, die haar beteekenis zoo graag van
de meening der anderen laat afhangen,
een spannende sensatie om zich door
dezen geraffineerden kenner te laten
wegen en niet te licht te worden be
vonden? Dit laatste in figuurlijken zin.
Want te licht werd de Dame in het Wit
door den schilder symbolisch Me
vrouw Mensch genoemd zeker niet
bevonden, doch integendeel te zwaar,
veel te zwaar. De beklagenswaardige
schoone, die reeds vele brillante creaties
van Van Dongen bewonderd had, heeft,
toen zij haar conterfeitsel bestelde, een
vergissing begaan.
MEN zou, van Van Dongen uitgaan
de, een heele psychologie der sexen
kunnen opbouwen. Het is aardig om te
vergelijken, hoe deze schilder de man
nen en hoe hij de vrouwen ziet, en met
welk gemak hij deze laatsten opbouwt
uit niet s anders dan haar toevalligheden.
Hij raadt, welke beteekenis zij juist aan
dit toiletje, aan die bijóux, die corsage
heeft gehecht en hij kijkt door haar
meest onschuldige poses dadelijk heen.
Het is zijn omvangrijke kennis van de
ijdelheid in al haar nuances, die Van
Dongen zooveel vat op zijn vrouwelijke
patiënten geeft. Natuurlijk zijn ook de
mannelijke patiënten ijdel, alleen niet
op een terrein, waar de schilder het zoo
luchtig in kleuren vertalen kan.
Ik zeg: patiënten, en dat woord is
niet van mij. Van Dongen zelf heeft ver
klaard zich tegenover degenen, wier
evenbeeld hij op het doek moet bren
gen, als een dokter te voelen (en zijn
witte schildersjas zal daarvan wel niet
de eenige reden zijn). Maar ik wil er nog
wel wat bij doen: hij voelt zich als een
psychiater. Daar komen de
over-gecultiveerde Parisiennes met haar allerper
soonlijkste, de Amerikaansche met haar
poppige gezichten, beide categorieën
feilloos en peperduur en wenschen
niets minder dan haar portret. En de
schilder kijkt haar aan met zijn ontwa
penend glimlachje en intusschen vol
trekt zich in zijn lichte, kleine oogen,
zoo blauw als het water op een
Hollandschen lentedag de straalbreking van de
wufte ziel, daar vóór hem. Misschien is
het voor menig slachtoffer een zoet ge
voel, daar maar te poseeren en zwijgend
doorlicht te worden. Men zegt, dat psy
chiaters op vrouwen zooveel meer vat
hebben dan op hun sexegenooten en
ik zou dat kunnen verklaren. Het aan
tal onbegrepen vrouwen is legio,
hetPAG. 12 De GROENE Nn 3160
geen, indien het motto hierboven
waarheid bevat, ook wel niemand verwon
deren zal. Tenslotte leven wij in een
zakelijken tijd en de wereld heeft nog
meer belangen, dan het Geheim in elk
vrouwenhart opnieuw te ontraadselen.
Deze rol, die vroeger door de ridderlijke
bewonderaars werd waargenomen, is
tegenwoordig voor een deel door de
psychiaters overgenomen. Nu, sommi
gen kwijten er zich dan ook met succes
en groote nauwgezetheid van, en de
schilder Van Dongen is zeker niet de
slechtste onder hen.
NIET de slechtste want ondanks
zijn meedoogenlooze eerlijkheid
weet hij op goeden voet met de aan flar
den gereten ziel te blijven. Van Dongen
heeft iets, waardoor hij de vrouwen ver
zoent met de naakte analyse, die hij
haar in olieverf presenteert. Het komt
alles maar op de manier aan. Men kan
een ijdel hart met dezelfde uitspraak
vernietigen of complimenteeren. C'est
Ie ton, qui fait la chanson.
Ik heb eens een Franchise de opmer
king hooren maken: ,,Het is niet erg om
niet meer jong te zijn, het is niet eens
erg om leelijk te zijn, maar een ding is
absoluut noodig: il faut avoir du chic."
Kijk, dat weet de schilder en het redt
zijn betrekking tot de vrouw. Ook hij
weet de ,,chic" te waardeeren. Ook hij
kan zweigen in de pracht, waarmee de
vrouw van de wereld zich omgeeft. Hij
kent het land van geneugten, dat tegen
woordig voor zooveel mannenoogen ge
sloten blijft maar waardoor haast elke
vrouw verlangend heendwaalt, in wer
kelijkheid of in gedachten: de soepele,
glinsterende stoffen, die een tengere
gestalte nog kostbaarder maker, de f
Ionkering van juweelen op teer vüeejch, de
krasse kleur van een geslaagde make-vp ?
En dat is hetgeen, waar de vrouw, die
zich door dezen Parijschen schilder
laat vereeuwigen, op rekent. Wat doet
het ertoe, dat zij hem niet imponeeren
kan, dat hij koel en critisch blijft? Wat
doet het er zelfs toe, dat hij een heime
lijk, spotter is, en zich niet schroomt
om in de taal der kunst een weinig
kwaad van zijn modellen te spreken?
Daar zet vooral een vrouw zich met
luchthartigheid overheen. Niet iedereen
verstaat deze taal en ontraadselt de iro
nische hieroglyphen in een zoo ver
bluffend werk als-dat van Van Dongen.
En verder.... Die Frau verrat ihr
Geheimnis nicht, laten we het wat vrij
vertalen door: de vrouw laat zich niet
graag in de kaart kijken. En eraan toe
voegen : wanneer iemand haar tóch in
de kaart kijkt, dan zijn er twee moge
lijkheden. Of zij voelt zich vernietigd,
of zij voelt zich gevleid. Dat is alles, e3n
kwestie van nuance....
En hierin bestaat nu de grootheid van
den schilder Van Dongen als vrou
wenkenner, dat hij geen catastrophes
laat intreden. Wanneer hij een
wereldsche ziel binnenste buiten gekeerd en
al haar behaagzucht en kleine trucs
te kijk stelt, dan weet hij haar tegelijk
zoo virtuoos weer samen te vatten, dat
de somma van haar feilen niets dan
schoonheid is....
MARION LAUDY
Boven : Kees van Dongen Mevrouw
Mensch"
Hiernaast: Damt met aronskelken"
\^
i
i
9*' «f
f'
J
?t-fc
KERSTAVOND van een
DEENSCHEN SCHEEPSJONGEN
op den INDISCHEN OCEAAN
HET was in den Indischen
Oceaan, en er stond een hevige
storm. Hij raasde in de takelage
en de enkele stukken zeil, die de
schuit nog dragen kon; hij floot door
het strak gespannen touwwerk en
veegde tusschen schooien en brassen
door; hij kwam in felle vlagen aan
zetten en joeg watervallen van regen
en schuim over het dek. Golven, hoog
als bergen, stonden er om het door den
storm omzweepte schip: hun kammen
waren wit, zij blonken of in het
donker, met een glans als van fosfor.
Arm schip ! Als een levend wezen ver
weerde het zich tegen de onbarm
hartige golven, het slingerde en stamp
te, het hief zijn reeling aan de
windzijde hoog ten hemel, als om zich
tegen een slag te beschermen. Maar
de golven bleven aanstuwen en sloegen
met een klets neer op den boeg.
IK stond bij het roer, allén op het
dek, een eenzame jongen, nog maar
veertien jaar oud, en ik staarde het
donker in; schuim en regen sloegen
mij striemend in het gezicht.
Maar het was niet alleen de storm,
die maakte, dat er tranen in mijn
oogen waren, neen de tranen liepen
over mijn wangen, ik voelde me zoo
allén, zoo heel klein tegenover de
machtige natuur. En dood, leeg en
verlaten scheen de geheele schuit
mijn wereld. Verbeeld je, dat er
niemand komt, dat je nu allén aan
boord bent! Misschien is er iets
gebeurd, ze kunnen wel allemaal dood
zijn, zonder dat ik daar iets van weet!
Er gebeuren zulke vreemde dingen op
? zee. Toch is het beter, maar stil te zijn,
want als er niets gebeurd is, lachen de
anderen me maar uit, en dan krijg ik
misschien slaag op den koop toe en
niets van het lekkere eten daarginds in
de kamer, omdat ik ze naar dek
gejaagd heb.
Het waren geen plezierige gedach
ten, en het laatste wat men tegen mij
gezegd had, toen ik den oudsten ma
troos bij het vallen van de duisternis
.?EEN RECEPT VAN DE BROENF,, tuiin
De pudding na den
kerstkalkoen
vorige
jaar is hier |
te zelfder plaatse |
een pleidooi ge-f
voerd om in het |
Kerstdiner den |
gewichtigen kal-1
koen door een |
eendje met
olij! yen tevervangen. Dengenen, die hier- |
| toe niet konden besluiten, wordt nu in f
| overweging gegeven de Kerstpudding, J
| die eveneens een zwaar gewicht voorJ*
| onzen reeds overbelasten inwendigen f
| dienst beteekent, plaats te laten maken f
Ivoor een veel lichter gerecht, dat |
i eventueel uitsluitend naar het hoofd\
| kan stijgen. f
| Het recept is afkomstig uit het huis |
| van een van Amsterdams meest
| bekende gastvrouwen, waar deze
toe| spijs reeds menigmaal het gelukkige
| slot van een ernstig heerendiner
l heeft mogen uitmaken. Het is dus |
| niet geschikt voor geheelonthouders. |
l Een halve flesch punch van Arak |
| wordt vermengd met een halve flesch |
| punch van rhum, het sap van drie =
| citroenen en drie a vier blaadjes |
| witte gelatine, van te voren opgelost |
| in wat punch van arak. Goed roeren, f
| laten bekoelen en serveeren met wat |
| geslagen room en kattetongen. Let f
| wel! Vermijd zorgvuldig eiken |
i druppel water en lke korrel suiker, i
5 s
Tiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiminiiiiiiiimmïi
PAG. 13 DE GROENE No 3160
bij het roer afloste, was ook niet op
wekkend: ,,Vroolijke Kerstmis, en
let goed op, terwijl wij anderen eten,
anders gaan we met ons allen naar de
haaien".
En ik klampte me aan het roer vast
en dacht met angst aan die waarschu
wing. Dit was mijn eerste reis, en
waarschijnlijk drukte daarom de
verantwoordelijkheid, die ik niet
kende, zoo zwaar op me.
EN dan was het nog wel Kerst
avond.
Ik dacht aan Kerstavond thuis bij
vader en moeder. Ach ja, nu is het
zeven uur, de rijstebrij is al gegeten,
en de gans staat op tafel. Vader staat
op en begint te snijden, stuk na stuk
heerlijk ganzenvleesch komt er op
den schotel te liggen. Ik zoek in
gedachten een lekker stuk uit. O, wat
zal dat smaken, en om de tafel zit
een heele troep kinderen, wier oogen
stralen bij de gedachte aan de gans en
wat daarna komt, den kerstboom, de
cadeautjes.
Nu zijn ze klaar met gans eten, de
tafel is afgehaald en alle kinderen
staan zoo dicht mogelijk bij de deur
van de huiskamer, zij vechten om een
plaats bij het sleutelgat, want dan
kunnen zij vader en moeder de laatste
hand aan alles zien leggen en de kaar
sen zien aansteken.
De deur gaat open, en de kinderen
stormen naar binnen; er wordt een
kring om den kerstboom gevormd,
vaders bas en moeders lieve stem zetten
in, en wij kinderen zingen mee:
,,Vroolijke Kerstmis, heerlijke Kerstmis".
Maar het was slechts een droom.
De werkelijkheid was storm, duisternis
en regen, en de tranen liepen me over
de wangen. ,,Moeder, moeder, ik ver
lang zoo !" Het was de eerste Kerst
avond dat ik niet bij vader en moeder
was.
ER weerklonk een lawaai in het
donker, een klap, een zwiepend
geluid. Ik hief mijn hoofd op, er kwam
leven op het dek. De kapitein en de
beide stuurlieden kwamen de kajuit
uitschieten, tegelijk met een heerlijke
etenslucht, zware voetstappen klonken
er op het dek: Naar boven, jongen,
en kijken wat er aan de hand is."
Mijn tranen waren gedroogd, zij
mochten niet zien, dat ik huilde, mijn
honger moest ik nog een korten tijd
bedwingen, eerst het want in, hooger
en hooger, in het donker boven me
kon ik zien, dat het bramzeil los en
aan flarden geslagen was.
O, niks anders" was het lakonieke
antwoord van den kapitein, toen ik
weer beneden kwam en vertelde wat
er gebeurd was. ,,Weer naar boven,
jongen, en het vastmaken, daarna
kan je eten". En ik moest met een
paar kameraden weer naar boven,
de ra in, en een uur hadden we werk.
Weer stond ik op het dek, en ik keek
den stuurman vragend aan, Ja, nu
kan je gaan schaften, maar haast je
een beetje". Dat hoefde hij geen twee
maal te zeggen. Geruchten hadden er
geloopen over het heerlijke kerst-eten,
een varken was er geslacht, aard
appelen, de laatste, waren er gekookt,
we zouden brij met vruchtensap er bij
krijgen, echt kerst-eten. En dan had
ik zelf nog een kist met lekkere
dingen van moeder, ik had die wegge
stopt, ofschoon de verleiding om er
in te kijken vele malen heel groot
geweest was.
Maar ach, welk een teleurstelling.
De tafel stond vol vuile borden, de
theepot was omgegooid, de vloer lag
vol water, zeelairzeh en klompen,
(Slot volgende pagina,
ie kolom onderaan)
-nige
w van de
i zoveel
'tird was
?i op dit
111 "" ?*?^""**""""^"""'""^ue en
i
overorden.
'^ma's
F. VAN GELDER fc£
PRINS HCHDRIKKAD6 25-27 A |UI CTC D h UK
VAN BAERLLSTR, 40 (FIL.I AIYlO l LKUHh
PORCfLEIN - AARDEWERK - GLAS - KRISTAI
WIJ VCRKOOPEN RECHTtTKEEKS »*N P>
CUtltdtN, OOK OP Ot PRINS HEKDBll-41
U PUmCERT VAN EEKt TRADITIE EN ERVARINB «AN BUI. De
N
CREDIETEN
van circa f 1000.?beschikbaar, af
lossing 12, 18 of 24 maanden. Dis
crete afwikkeling, geen kosten vooruit.
Postzegel voor antwoord bijvoegen.
Credietbank ,,'s-Gravenhage"
Allard Piersonstr. 9d, Rotterdam, Tel. 33203
Voor goed
maatwerk
H. IIKmi 134
Tel. 28271
l-tKA'
OUD GOUD
VERKOOPEKl IS EEN
VERTROUWENSZAAK. DAAROM VERKOOPE MEN 0U
Fa LANGE DIJK
P R EDE RIKS P LEI N II
Vraagt U ook eens een
^roefnummer van
en overtuigt
waarde van dit
de PAARDE NS P
KNEUTERDUK3 'i-GRAVENHAGE
KAMPEERWA
Twee occasion j: geh«*^9'
modern type, vi«£ _3r<y
plaatsen. 'Automa
PRIJS
f250.-ENi;f375.Oud Bliricummtrwig 34, LAREN N.H.
Zijt gij het eens met Sven Heiin's boek:
Duitschland en de
wereldvrede''
of hebt gij het nog iet eens ge
lezen? De beschouwingen *9o..J-«
»?roemden Zweed over het
voortebuitengewoon belangrijke ac^jj
wachten in een geautoriseerd,-n t
uit het Zweedsch van lee^
Posthumus bij U w boekha^a -te
op Uw critiek. Iets bizoi
Verschijning in Duitschla-tg
opgeschort".
deze week in de uitkijk":
kerstpremière
danlelle darrieux en albert préjean in
Quella dróle da go*M!...."
regie: leo [oannon scenario: yves mirando
op werkdaten te
2.30. 7.30. 9.30
beide kerstdaten te
1.30, 3.30, 7.30, 9.30
toet- 14 |aar
eit
l