De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 25 december pagina 7

25 december 1937 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

l t V/1 rouwen en vrouwenleven DE .SCHILDER EN DE VROUW (\aur mutlt'htlnu; «lei* trcttcu oi> «Ie Van Dongen in hot Stedelijk Museum) Die Frau verrat ihrCeheimnis nicht." DE Parijsche schilder Van Dongen is in het land. Ik weet niet, of hij zijn palet en penseelen heeft meegebracht, maar ik zou het graag willen weten. Zónder deze wapenen is de heer Van Dongen een zachtaardig en beminnelijk man. Wat hij is, wanneer hij ze hanteert, kunt u op zijn tentoon stelling in het Stedelijk Museum zien: u zult het dan wel met mij eens zijn, dat de schilder Van Dongen nog zoo ongevaarlijk niet is, althans niet voor het vrouwelijk zelfbewustzijn. Maar waarschijnlijk vermeerdert dat zijn groote aantrekkingskracht op het vrouwelijk publiek. Is er nog wel een ander dienaar der vormen tn kleuren, die degeen, welke hij op het doek brengt, zoo transparant maakt, zoo genadeloos blootstelt? En is het niet juist de vrouw, die haar beteekenis zoo graag van de meening der anderen laat afhangen, een spannende sensatie om zich door dezen geraffineerden kenner te laten wegen en niet te licht te worden be vonden? Dit laatste in figuurlijken zin. Want te licht werd de Dame in het Wit door den schilder symbolisch Me vrouw Mensch genoemd zeker niet bevonden, doch integendeel te zwaar, veel te zwaar. De beklagenswaardige schoone, die reeds vele brillante creaties van Van Dongen bewonderd had, heeft, toen zij haar conterfeitsel bestelde, een vergissing begaan. MEN zou, van Van Dongen uitgaan de, een heele psychologie der sexen kunnen opbouwen. Het is aardig om te vergelijken, hoe deze schilder de man nen en hoe hij de vrouwen ziet, en met welk gemak hij deze laatsten opbouwt uit niet s anders dan haar toevalligheden. Hij raadt, welke beteekenis zij juist aan dit toiletje, aan die bijóux, die corsage heeft gehecht en hij kijkt door haar meest onschuldige poses dadelijk heen. Het is zijn omvangrijke kennis van de ijdelheid in al haar nuances, die Van Dongen zooveel vat op zijn vrouwelijke patiënten geeft. Natuurlijk zijn ook de mannelijke patiënten ijdel, alleen niet op een terrein, waar de schilder het zoo luchtig in kleuren vertalen kan. Ik zeg: patiënten, en dat woord is niet van mij. Van Dongen zelf heeft ver klaard zich tegenover degenen, wier evenbeeld hij op het doek moet bren gen, als een dokter te voelen (en zijn witte schildersjas zal daarvan wel niet de eenige reden zijn). Maar ik wil er nog wel wat bij doen: hij voelt zich als een psychiater. Daar komen de over-gecultiveerde Parisiennes met haar allerper soonlijkste, de Amerikaansche met haar poppige gezichten, beide categorieën feilloos en peperduur en wenschen niets minder dan haar portret. En de schilder kijkt haar aan met zijn ontwa penend glimlachje en intusschen vol trekt zich in zijn lichte, kleine oogen, zoo blauw als het water op een Hollandschen lentedag de straalbreking van de wufte ziel, daar vóór hem. Misschien is het voor menig slachtoffer een zoet ge voel, daar maar te poseeren en zwijgend doorlicht te worden. Men zegt, dat psy chiaters op vrouwen zooveel meer vat hebben dan op hun sexegenooten en ik zou dat kunnen verklaren. Het aan tal onbegrepen vrouwen is legio, hetPAG. 12 De GROENE Nn 3160 geen, indien het motto hierboven waarheid bevat, ook wel niemand verwon deren zal. Tenslotte leven wij in een zakelijken tijd en de wereld heeft nog meer belangen, dan het Geheim in elk vrouwenhart opnieuw te ontraadselen. Deze rol, die vroeger door de ridderlijke bewonderaars werd waargenomen, is tegenwoordig voor een deel door de psychiaters overgenomen. Nu, sommi gen kwijten er zich dan ook met succes en groote nauwgezetheid van, en de schilder Van Dongen is zeker niet de slechtste onder hen. NIET de slechtste want ondanks zijn meedoogenlooze eerlijkheid weet hij op goeden voet met de aan flar den gereten ziel te blijven. Van Dongen heeft iets, waardoor hij de vrouwen ver zoent met de naakte analyse, die hij haar in olieverf presenteert. Het komt alles maar op de manier aan. Men kan een ijdel hart met dezelfde uitspraak vernietigen of complimenteeren. C'est Ie ton, qui fait la chanson. Ik heb eens een Franchise de opmer king hooren maken: ,,Het is niet erg om niet meer jong te zijn, het is niet eens erg om leelijk te zijn, maar een ding is absoluut noodig: il faut avoir du chic." Kijk, dat weet de schilder en het redt zijn betrekking tot de vrouw. Ook hij weet de ,,chic" te waardeeren. Ook hij kan zweigen in de pracht, waarmee de vrouw van de wereld zich omgeeft. Hij kent het land van geneugten, dat tegen woordig voor zooveel mannenoogen ge sloten blijft maar waardoor haast elke vrouw verlangend heendwaalt, in wer kelijkheid of in gedachten: de soepele, glinsterende stoffen, die een tengere gestalte nog kostbaarder maker, de f Ionkering van juweelen op teer vüeejch, de krasse kleur van een geslaagde make-vp ? En dat is hetgeen, waar de vrouw, die zich door dezen Parijschen schilder laat vereeuwigen, op rekent. Wat doet het ertoe, dat zij hem niet imponeeren kan, dat hij koel en critisch blijft? Wat doet het er zelfs toe, dat hij een heime lijk, spotter is, en zich niet schroomt om in de taal der kunst een weinig kwaad van zijn modellen te spreken? Daar zet vooral een vrouw zich met luchthartigheid overheen. Niet iedereen verstaat deze taal en ontraadselt de iro nische hieroglyphen in een zoo ver bluffend werk als-dat van Van Dongen. En verder.... Die Frau verrat ihr Geheimnis nicht, laten we het wat vrij vertalen door: de vrouw laat zich niet graag in de kaart kijken. En eraan toe voegen : wanneer iemand haar tóch in de kaart kijkt, dan zijn er twee moge lijkheden. Of zij voelt zich vernietigd, of zij voelt zich gevleid. Dat is alles, e3n kwestie van nuance.... En hierin bestaat nu de grootheid van den schilder Van Dongen als vrou wenkenner, dat hij geen catastrophes laat intreden. Wanneer hij een wereldsche ziel binnenste buiten gekeerd en al haar behaagzucht en kleine trucs te kijk stelt, dan weet hij haar tegelijk zoo virtuoos weer samen te vatten, dat de somma van haar feilen niets dan schoonheid is.... MARION LAUDY Boven : Kees van Dongen Mevrouw Mensch" Hiernaast: Damt met aronskelken" \^ i i 9*' «f f' J ?t-fc KERSTAVOND van een DEENSCHEN SCHEEPSJONGEN op den INDISCHEN OCEAAN HET was in den Indischen Oceaan, en er stond een hevige storm. Hij raasde in de takelage en de enkele stukken zeil, die de schuit nog dragen kon; hij floot door het strak gespannen touwwerk en veegde tusschen schooien en brassen door; hij kwam in felle vlagen aan zetten en joeg watervallen van regen en schuim over het dek. Golven, hoog als bergen, stonden er om het door den storm omzweepte schip: hun kammen waren wit, zij blonken of in het donker, met een glans als van fosfor. Arm schip ! Als een levend wezen ver weerde het zich tegen de onbarm hartige golven, het slingerde en stamp te, het hief zijn reeling aan de windzijde hoog ten hemel, als om zich tegen een slag te beschermen. Maar de golven bleven aanstuwen en sloegen met een klets neer op den boeg. IK stond bij het roer, allén op het dek, een eenzame jongen, nog maar veertien jaar oud, en ik staarde het donker in; schuim en regen sloegen mij striemend in het gezicht. Maar het was niet alleen de storm, die maakte, dat er tranen in mijn oogen waren, neen de tranen liepen over mijn wangen, ik voelde me zoo allén, zoo heel klein tegenover de machtige natuur. En dood, leeg en verlaten scheen de geheele schuit mijn wereld. Verbeeld je, dat er niemand komt, dat je nu allén aan boord bent! Misschien is er iets gebeurd, ze kunnen wel allemaal dood zijn, zonder dat ik daar iets van weet! Er gebeuren zulke vreemde dingen op ? zee. Toch is het beter, maar stil te zijn, want als er niets gebeurd is, lachen de anderen me maar uit, en dan krijg ik misschien slaag op den koop toe en niets van het lekkere eten daarginds in de kamer, omdat ik ze naar dek gejaagd heb. Het waren geen plezierige gedach ten, en het laatste wat men tegen mij gezegd had, toen ik den oudsten ma troos bij het vallen van de duisternis .?EEN RECEPT VAN DE BROENF,, tuiin De pudding na den kerstkalkoen vorige jaar is hier | te zelfder plaatse | een pleidooi ge-f voerd om in het | Kerstdiner den | gewichtigen kal-1 koen door een | eendje met olij! yen tevervangen. Dengenen, die hier- | | toe niet konden besluiten, wordt nu in f | overweging gegeven de Kerstpudding, J | die eveneens een zwaar gewicht voorJ* | onzen reeds overbelasten inwendigen f | dienst beteekent, plaats te laten maken f Ivoor een veel lichter gerecht, dat | i eventueel uitsluitend naar het hoofd\ | kan stijgen. f | Het recept is afkomstig uit het huis | | van een van Amsterdams meest | bekende gastvrouwen, waar deze toe| spijs reeds menigmaal het gelukkige | slot van een ernstig heerendiner l heeft mogen uitmaken. Het is dus | | niet geschikt voor geheelonthouders. | l Een halve flesch punch van Arak | | wordt vermengd met een halve flesch | | punch van rhum, het sap van drie = | citroenen en drie a vier blaadjes | | witte gelatine, van te voren opgelost | | in wat punch van arak. Goed roeren, f | laten bekoelen en serveeren met wat | | geslagen room en kattetongen. Let f | wel! Vermijd zorgvuldig eiken | i druppel water en lke korrel suiker, i 5 s Tiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiminiiiiiiiimmïi PAG. 13 DE GROENE No 3160 bij het roer afloste, was ook niet op wekkend: ,,Vroolijke Kerstmis, en let goed op, terwijl wij anderen eten, anders gaan we met ons allen naar de haaien". En ik klampte me aan het roer vast en dacht met angst aan die waarschu wing. Dit was mijn eerste reis, en waarschijnlijk drukte daarom de verantwoordelijkheid, die ik niet kende, zoo zwaar op me. EN dan was het nog wel Kerst avond. Ik dacht aan Kerstavond thuis bij vader en moeder. Ach ja, nu is het zeven uur, de rijstebrij is al gegeten, en de gans staat op tafel. Vader staat op en begint te snijden, stuk na stuk heerlijk ganzenvleesch komt er op den schotel te liggen. Ik zoek in gedachten een lekker stuk uit. O, wat zal dat smaken, en om de tafel zit een heele troep kinderen, wier oogen stralen bij de gedachte aan de gans en wat daarna komt, den kerstboom, de cadeautjes. Nu zijn ze klaar met gans eten, de tafel is afgehaald en alle kinderen staan zoo dicht mogelijk bij de deur van de huiskamer, zij vechten om een plaats bij het sleutelgat, want dan kunnen zij vader en moeder de laatste hand aan alles zien leggen en de kaar sen zien aansteken. De deur gaat open, en de kinderen stormen naar binnen; er wordt een kring om den kerstboom gevormd, vaders bas en moeders lieve stem zetten in, en wij kinderen zingen mee: ,,Vroolijke Kerstmis, heerlijke Kerstmis". Maar het was slechts een droom. De werkelijkheid was storm, duisternis en regen, en de tranen liepen me over de wangen. ,,Moeder, moeder, ik ver lang zoo !" Het was de eerste Kerst avond dat ik niet bij vader en moeder was. ER weerklonk een lawaai in het donker, een klap, een zwiepend geluid. Ik hief mijn hoofd op, er kwam leven op het dek. De kapitein en de beide stuurlieden kwamen de kajuit uitschieten, tegelijk met een heerlijke etenslucht, zware voetstappen klonken er op het dek: Naar boven, jongen, en kijken wat er aan de hand is." Mijn tranen waren gedroogd, zij mochten niet zien, dat ik huilde, mijn honger moest ik nog een korten tijd bedwingen, eerst het want in, hooger en hooger, in het donker boven me kon ik zien, dat het bramzeil los en aan flarden geslagen was. O, niks anders" was het lakonieke antwoord van den kapitein, toen ik weer beneden kwam en vertelde wat er gebeurd was. ,,Weer naar boven, jongen, en het vastmaken, daarna kan je eten". En ik moest met een paar kameraden weer naar boven, de ra in, en een uur hadden we werk. Weer stond ik op het dek, en ik keek den stuurman vragend aan, Ja, nu kan je gaan schaften, maar haast je een beetje". Dat hoefde hij geen twee maal te zeggen. Geruchten hadden er geloopen over het heerlijke kerst-eten, een varken was er geslacht, aard appelen, de laatste, waren er gekookt, we zouden brij met vruchtensap er bij krijgen, echt kerst-eten. En dan had ik zelf nog een kist met lekkere dingen van moeder, ik had die wegge stopt, ofschoon de verleiding om er in te kijken vele malen heel groot geweest was. Maar ach, welk een teleurstelling. De tafel stond vol vuile borden, de theepot was omgegooid, de vloer lag vol water, zeelairzeh en klompen, (Slot volgende pagina, ie kolom onderaan) -nige w van de i zoveel 'tird was ?i op dit 111 "" ?*?^""**""""^"""'""^ue en i overorden. '^ma's F. VAN GELDER fc£ PRINS HCHDRIKKAD6 25-27 A |UI CTC D h UK VAN BAERLLSTR, 40 (FIL.I AIYlO l LKUHh PORCfLEIN - AARDEWERK - GLAS - KRISTAI WIJ VCRKOOPEN RECHTtTKEEKS »*N P> CUtltdtN, OOK OP Ot PRINS HEKDBll-41 U PUmCERT VAN EEKt TRADITIE EN ERVARINB «AN BUI. De N CREDIETEN van circa f 1000.?beschikbaar, af lossing 12, 18 of 24 maanden. Dis crete afwikkeling, geen kosten vooruit. Postzegel voor antwoord bijvoegen. Credietbank ,,'s-Gravenhage" Allard Piersonstr. 9d, Rotterdam, Tel. 33203 Voor goed maatwerk H. IIKmi 134 Tel. 28271 l-tKA' OUD GOUD VERKOOPEKl IS EEN VERTROUWENSZAAK. DAAROM VERKOOPE MEN 0U Fa LANGE DIJK P R EDE RIKS P LEI N II Vraagt U ook eens een ^roefnummer van en overtuigt waarde van dit de PAARDE NS P KNEUTERDUK3 'i-GRAVENHAGE KAMPEERWA Twee occasion j: geh«*^9' modern type, vi«£ _3r<y plaatsen. 'Automa PRIJS f250.-ENi;f375.Oud Bliricummtrwig 34, LAREN N.H. Zijt gij het eens met Sven Heiin's boek: Duitschland en de wereldvrede'' of hebt gij het nog iet eens ge lezen? De beschouwingen *9o..J-« »?roemden Zweed over het voortebuitengewoon belangrijke ac^jj wachten in een geautoriseerd,-n t uit het Zweedsch van lee^ Posthumus bij U w boekha^a -te op Uw critiek. Iets bizoi Verschijning in Duitschla-tg opgeschort". deze week in de uitkijk": kerstpremière danlelle darrieux en albert préjean in Quella dróle da go*M!...." regie: leo [oannon scenario: yves mirando op werkdaten te 2.30. 7.30. 9.30 beide kerstdaten te 1.30, 3.30, 7.30, 9.30 toet- 14 |aar eit l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl