De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 25 december pagina 9

25 december 1937 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

/i Een verhaal van De Groene \^ . -«. H*,/ ff E n it d 8 F f v c ?'?*'?? t s Het land zonder seizoenen INDIË! ! In ons hart genieten we allemaal een weinig om de ellende van een ander en daarom vroegen we het ons nog dikwijls af, zoo onder een borrel, of hij nu eigenlijk wel gek was of niet, die arme De Ruiter. De assistent-resident kon dat zoo peinzend en met een warme stem zeggen: die arme De Ruiter", maar intusschen genoot hij van zijn sigaar, met toegeknepen oogjes, en streelde tevreden zijn iets te dikken buik. Alleen de lange, pezige kapitein Valk, met zijn eenzaam gezicht, had eigenaardige theo rieën over krankzinnigheid en waanzin. Er waren veel mannen, die onder elkaar fluister den dat er bij Valk een streepje door liep; de vrouwen vonden hem een charmeur, maar wat jammer was: hij dronk te veel. Die man was heelemaal niet gek, in elk geval minder gek dan jullie of ik en hij had zeker meer intellect dan heel Indiëbij elkaar; hij had téveel intellect en dat is verboden voor een ambtenaar". Waarom was hij gekker dan jullie, die nu al . tien jaar lang bridge spelen en drinken, bijna eiken avond schoppen, harten, ruiter ' ,' uk maken over gror* ?:'??.?!'.:, .it laat in den na :, - ?. ?>> r :zie om krij gen, v -sschen jullie vrouwen uu vervflir.s: en verwaarloozing /erlangen naar een vnend.'" Proost", grijnsde de as sistent-resident die een droc»n van een blonde vrouw had, en hij loerde met zijn gn«zelig, geelig oogwit om zich heen. Valk glimlachte als een mannelijke Mona Lisa, dronk zijn genever met een achte loos gebaar en verre oogen en ging dan weer door: Hij was niets gekker dan wij, bridge-maniakken, drin kers, vrouwenjagers, kroegloopers, biljarters en filisters". Alleen De Ruiter speelde met de seizoenen, zooals jullie met de kaarten; hij deed er niemand kwaad mee, het was een origineele en charmante liefhebberij, maar hij werd naar psychiaters gebracht, geanalyseerd en geobserveerd, en eindelijk op een groote boot gezet, als een zielszieke die naar Eu ropa moet, bewaakt en ver pleegd". Maar hij was niet abnormaler dan jullie of ik, dat is het krankzinnige van het geval". .... een oude Javaans DE Ruiter speelde met de oogen, hem volgde... seizoenen. . In Indië. Hij was tenger en blond, met een vrouwelijk zacht gezicht; zweeg meestal en werkte met een verbluffend intellect. Hij was het type van den eenzame, maar kon soms plotseling in gezelschap onweerstaanbaar en brillant causeeren, nèeen paar glazen genever, over Holland, Europa! Thuis dronk hij nooit alcohol. Een zeer goed ambtenaar dus; voor de vrouwen een beetje zonderling. Maar deze bescheiden, veel te degelijke en sym pathieke mensch had beter gedaan met in Port-Said terug te keeren. Want alles in dien man was Europa en heimwee naar Europa; in zijn blauwe, bijna violette oogen glansden de jaargetijden en de kille trieste regen. Als de vrouw van den resident interessant wilde zijn en geheimzinnig (en dat kon ze zijn), dan draaide zij in haar salon gramophoonplaten met smachtende inlandsche melodieën, even zoet en duister als de bedoeling van haar laag gesneden japon. Maar De Ruiter met zijn vél te vrouwelijken mond zweeg en zijn oogen keken ver weg, misschien naar een bloeienden wilgetak? Tot hij op een dwazen morgen werd overgeplaatst naar den meest eenzamen en moeilijksten post, want hij had de capaciteiten! ? En toen begon hij te spelen met de seizoenen. Hij vertrok in de maand Juli en in November kwamen de berichten naar beneden, geleidelijk aan, met de schepen op de breede rivieren, dat De Ruiter gek was geworden. Niemand geloofde het; er was ook geen reden toe, want in die nuttelooze verlatenheid deed hij niets anders dan wat God niet kon in dit barre land: hij schiep de jaargetijden in zijn eigen tuin en zijn eigen huis, en was er gelukkig mee. Op een laten Septemberdag liet hij koelies komen, primitieve inlandsche werkdieren, bij honderden. En twee dagen later was zijn groote, wijde tuin omschut door een hooge houten omheining. Maar dat was niet genoeg. Het was al ver in September en in Europa maakte de Herfst de menschen be zonken en in zich zelf gekeerd. Dezelfde koelies hakten de klapper- en pisangboomen om in zijn tuin, en toen de zon dien avond onder ging lag er tusschen die hooge houten muren een verlaten grasland, met alleen nog wat grillige heesters en boomen die op beuken zouden kunnen lijken. van October in zijn groote huis werklieden bezig en uit hun bruine handen groeiden schoorsteen mantels en schouwen, onder regie van dien vreem den blanken man. Wie zal zeggen waaraan hij dacht, dien eenzamen avond, die zóó stil was, dat het knappende houtvuur onder den hoogen schouw meezong met de ziel van Chopin die druppelde uit een gramophoon in den hoek. Hij zat daar, met het veel te gevoelige hoofd in zijn. handen onder het lichtende schijnsel der vlammen, met dichte deuren en vensters, zóó roer loos en alleen met zichzelf, dat elke moeder die hem toen gezien had, zou hebben geschreid, zooals een moeder schreien kan om den ondergang van een kind. Buiten stond de lauwe, zweetende, tro pische nacht! Dit was zijn eerste winteravond ! Twee weken later lag er sneeuw in den tuin. De Ruiter vloekte en schreeuwde met een ver wrongen gezicht, toen hij den onwil en angst der koelies bemerkte. Klim in de boomen en doe wat ik je zeg, verdomme, verdomme !" Het was op den morgen daarna dat hij naar buiten kwam, in een dikke win terjas, met wollen hand schoenen en diep ademend door den tuir. liep met op geheven hoofd en verrukte oogen. Op het dak van zijn huis en over het gras lag een kleed, van wit, grijzig poe der; de boomen met hun zwartgeblakerde stammen en takken waren gekalkt en stonden als witte spoken tegen den vroegen, mistigen hemel. Hij liep zacht neuriënd door den tuin, door zijn besneeuwden tuin, met de oogen van een heilige en zag niet dat een oude, grijze Javaansche vrouw, de nige bediende die niet gevlucht was, met haar bijna doode oogen hem volgde als een hond. Dat was ook de dag dat hij zijn werk begon te verwaarloozen, los van de wereld zijn dagen doorbracht bij het houtvuur, en in den tuin.... /"\ c/ie vrouw, c/e een/ge bediende, d/e n/.c t gevlucht was, di'c, met haar bijna doode ? Teeki'tiing voor De Groene door Docvc Op den eersten October flitste er in de oogen der koelies een angstig vragen, toen die blanke man de last gaf onder eiken heester en boom een groot vuur te branden; en terwijl De Ruiter een rapport schreef over belastingmogelijkheden, begon het te herfsten in zijn tuin. Dienzelfden middag, in den eersten schemer van den avond, was hij aandoenlijker dan een zoogende moeder, zooals hij daar zat, tenger en klein, met zijn blonde haren, in een regenjas, oneindig ver laten, in een stoel temidden der naakte, grillige boomen, op het tapijt van verdorde en vergeelde blaren. En het was misschien een glimlach van God dat het juist toen zachtkens begon te regenen? Tusschen de vier hooge, houten muren was het herfst geworden, triester en meer herfst misschien dan in Europa. * een morgen, een week voor Kerstmis, kwam zijn chef op de geruchten af en vond hem, lezend op den divan voor den haard. De Ruiter zag hem binnenko men, maar lette er niet op, bleef lezen. Het was een geniaal moment in het amb tenaar lij ke leven van dezen chef dat hij niet sprak, ook niet toen De Ruiter zwij gend opstond, en zich aan kleedde in zijn winterklee' ren. En toen hij door zijn tuin doolde, aldoor dezelfde paden, met de handen diep in zijn zakken, met het hoofd naar beneden, zacht met zichzelf pratend, verdween de toeschouwer zonder n woord te zeggen. Op den vijf en twintigsten December werd De Ruiter gehaald door twee collega's. Hij stond tegen een boom geleund, met zijn armen om den gekalkten stam, in den duisterenden avond. Zijn verwaarloosd en vermagerd gelaat was niet meer van deze wereld. Hij staarde voor zich uit, ver, ver weg, en in zijn oogen schemerden alle horizonten der aarde. Zijn lippen bewogen, en toen de twee mannen hem genaderd waren, hoorden zij een ontroerend zachte, ijle stem: Klokken, ik hoor geen klokken, kerstklokken !" Indië! l MARTIN BOENGOS DE eerste geruchten van den waanzin begonnen toen hun langen weg naar de beschaafde wereld. Niemand geloofde het. Tot het December werd en winter in den tuin, en er haarden begonnen te gloeien in de warme tropische kamers. Met de bijna melancholieke rust en gelatenheid van het inlandsche volk waren in de laatste week PAG. 10 DE GROENE NO. 3ieo AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt verwent bl| hun bi|dri(«n ten gefrankeerd briefomslag met adres van den afzender in te tlulten. Op het adret van itukken. voo. de redactie be stemd, vermelde men geen namen van personen. PAG. 12 DE GROENE rx<> . J HET B. F. Ensched Directeur van Joh. Enschedé& Zonen, boekdrukkers, lettergieters, uitgevers enz. M. J. Brusse ZOO uit de zware industrie.... naar dat samenstel van oude huizen, in de schaduw van de Haarlemsche Sint Bavo gelegen rondom een binnenplaats, stil en plechtig als een kloosterhof, waar blijkens de kronyken Izaac Enschedézich in 1703, na het afleggen van zijn meesterproef, als drukker, de latere stadsdrukker, ge vestigd heeft. En al is het daar binnen, achter de poor ten, met het bedrijf mee, hier en daar gerestaureerd en gemoderniseerd moeten worden, toch is er nog de deftige sfeer bewaard gebleven, die gevolg is van een in de dynastie der Enschedé's gehandhaafde traditie, om de eerwaardigheid van het drukkersvak door alles heen op voorname wijze te dienen. Op de glazen deur, die uit den binnenhof toegang geeft tot den vleugel, waardoor de bezoekers ook het historisch museum bereiken, staat bij het geschilderd portret van Laurens Janszoon Koster dan ook dit fiere devies gepenseeld: Als Koster hier kon koomen kyken, Syn konst zou wel volmaeckt hem blycken." De heer Enschedébegon met de opmerking, dat in een zoo gecompliceerd bedrijf als deze oude grafische inrichting aan het begrip leiders een vooral niet te positieve beteekenis moet worden gehecht. Om hier metterdaad aan de technische en artistieke werkzaamheden op de beste wijze leiding te geven, zijn er, een ieder op zijn speciale gebied, de goede menschen noodig. De directie heeft dan vooral te zorgen hen onderling verbonden te houden in hun zeer uiteenloopende bemoeiingen. Zij heeft natuur lijk ook de vaak moeilijke keuze van de in hun vak bekwaamste en voor deze onderneming geschiktste medewerkers. Waarbij de omstandigheid van een heel oud bedrijf te zijn een sterke gebondenheid veroorzaakt. Hierbij is het noodig op te wekken tot initiatief, en verantwoordelijkheid te geven. Knappe vakmenschen, die zelf iets ondernemen en hiervoor staan, die willen wij overal hebben. Het wetenschappelijke deel zal hierbij van steeds grooter invloed worden. Wij zijn midden in een overgangstijd, waarin de wetenschap zich gestadig meer ook met het drukken gaat bemoeien. Er is een bewustwording gaande omtrent de vraag wat drukken eigenlijk is, chemisch en mechanisch be schouwd. Het zwaartepunt verplaatst zich naar het laboratorium, waar, van een inrichting als de onze, nu wel de hersens gelegen zijn. Onderzoeken, proeven nemen, research. Dit betreft voornamelijk de drukkerij van bankbilletten voor de Nederlandsche en de Javasche bank, en van postzegels, in het algemeen van geldswaardige papieren, ook voor andere staten. De wenschen van de groote banken en dergelijke opdrachtgevers methodisch uitwerken en technisch nader ontwik kelen. Hiervoor houden wij geregeld contact met Delft, met buitenlandsche instellingen. Ja, inder daad voor den strijd tegen de verva'schers en na makers. Want ook hun technieken worden steeds gevaarlijker.... En eigenlijk is er nog zoo weinig bekend van wat er gebeurt als inkt op papier wordt gebracht. Onze chemici, physici, een Delftsch ingenieur voor de mechanica, houden zich met deze problemen gestadig bezig. Ruim honderd jaar, dat is dus van het begin af, hebben wij het Nederlandsche bankpapier vervaar digd. De eerste postzegels zijn gedrukt aan de rijks munt; door een toeval zijn we, voor ons museum, in het bezit gekomen van de drukplaat, die hierbij gebruikt is. De geldswaardige papieren, ook voor particulieren, zooals obligaties, cheques enzoovoort, stellen aan onze speciale drukkerij hiervoor natuur lijk, behalve het tellen onder verificatieverband, strenge eischen van geheimhouding omtrent de toegepaste methoden en maken een betrouwbare beveiliging noodzakelijk. Gebouw 19" heet de hier voor bestemde aparte inrichting, waarheen veler begeerten gaan. Zooveel mogelijk verschillende procédé's worden hierbij gebruikt, zoowel van het boekdrukken als het ffsetdrukken en plaatdrukken. De fotografie is van groot belang, om ons te wapenen tegen de vervalschers, die juist van de steeds vervolmaakte fototechniek, zoo'n dankbaar gebruik maken. Ook dit moeten wij hun dus bemoeilijken, onder meer door verschillende kleuren over, door en naast elkaar te zetten, opdat zij die niet uit elkaar kunnen halen. Maar de filmtechniek staat niet stil, ook niet ten opzichte van de kleurgevoeligheid. Dit alles noopt ons voortdurend bedacht te zijn op hier6. F. Ensched tegen veiliger gestelde billetten. Er is in den loop van jaren in deze drukkerij dan ook veel veranderd en veel bereikt. In dit opzicht zijn heel wat landen minder actief dan wij in het streven om het zoo moeilijk mogelijk te maken hun bankbiljetten na te drukken. VANZELF moet het hierdoor komen tot een compromis tusschen de technische en de artistieke eischen. Lion Cachet heeft voor deze verzorging veel met ons samengewerkt. Maar het is opmerkelijk, dat betrekkelijk nog zoo weinig deskundige voorlichting van het publiek ten op zichte der bankbilletten in de pers verschijnt. Wat ook jammer is, omdat de menschen, hoe beter zij hierover worden ingelicht, hoe meer hun aandacht hierop wordt gevestigd, zich des te minder valsche papieren in de handen zullen laten stoppen. Deze afdeeling van de drukkerij heeft gemeenlijk jaar op jaar constant werk al is er bij de diepste inzinking van de crisis ook een langdurige stilstand geweest in den aanmaak van bankpapier, en zoo is dit dus in hoofdzaak een doorgaand massabedrijf. De eveneens modern gekoesterde gewone drukkerij geeft hiertegenover altijd nieuw werk, dat veelal de aantrekkelijke variatie van den Kleinkram heeft, met allerlei probeersels, mede verband houdende met den invloed van het klimaat op het papier en ander materiaal, dat je meer en meer als een levende materie gaat beschouwen. De plaatdruk, met zijn verschillende werkmethoden, brengt ons ook in aanraking met grafische kunstenaars, die blijkbaar nog wel graag met ons samenwerken tot een goeden druk, waarin ieder toontje verantwoord is. Dat is inspireerend, wat wel eens noodig is bij het groote risico, dat de kleinste noodlottigheden hier alles kunnen bederven. Ja, een bedrijf als het onze, is wel de sterkste tegenstelling met bijvoorbeeld een automobielfabriek, waar alles gebeurt aan den loopenden band, die het werkstuk kant en klaar buiten brengt. Want hier is de tendenz juist om alles naar binnen te trekken. In de grootindustrie gaat 't om de groote '-. lijnen, bij ons juist om de detail-verzorging, op grond van een oude traditie. De lettergieterij voor ziet hierbij sedert 1743 in het zet-materiaal door een gestadigen aanmaak van ook nieuwe letter typen overeenkomstig het steeds wisselend karakter van den tijd. Bij onze verzameling oude matrijzen tot uit de 156 eeuw, hier geleidelijk opgekocht van Hollandsche en buitenlandsche gieterijen, zooals mijn' oom Mr. Charles Enschedédie historisch beschreven heeft in het standaardwerk Fonderies de caractères et leur matériel dans les Pays-Bas du XVe au XlXe siècle. Hij heeft hiervoor alles met de oude letterproeven, die eveneens in ons bezit zijn, vergeleken. Door middel van deze collectie zijn PAG. 17 DE GROENE No 3160 wij dus steeds nog in staat bijvoorbeeld een boek uit de zestiende eeuw te herdrukken van dezelfde letters. Het werk van Mr. Ch. Enschedézal nu ook in het Engelsch verschijnen. Wel heel zeldzaam in onze historische collectie is ook het materiaal voor uit de hand gezette muzhk. U weet dat muziek gedrukt wordt van gegra veerde platen. Maar in 1766 heeft onze firma een merkwaardig boek uitgegeven, namelijk een ver taling van de Violin Schule", oorspronkelijk ver schenen bij Breitkopf en Hartel, die voor Holland het licht zag onder den titel Grondig onderwijs in de behandeling der viool, ontworpen door Leopold Mozart." Dat was de vader van den grooten com ponist. Welnu, ,,alle muzieknoten en liniën" zijn hiervoor bij ons gegoten. De geschiedenis vermeldt er bij: anderszins waren hiervoor meer dan drie honderd koperen konstplaten noodig geweest." De overlevering wil, dat vader Leopold Mozart in de dagen van de verschijning met zijn wonderkind een concert had gegeven in de groote kerk te Haar lem, en dat een van mijn voorvaderen toen zijn mooie jas heeft aangedaan, om hem plechtig een exemplaar ervan aan te bieden. Maar het bezit van deze muziek-t>pen heeft voor ons groote gevolgen gehad. Het heeft namelijk geleid tot het samenstellen van de zoogenaamde muziekranden om bankpapier. Die waren immers typografisch niet na te maken in hun tijd, toen de fotografie nog in het begin was. Bovendien werd de nasporing van eventueele vervalsching verge makkelijkt door in die randen een paar kleine af wijkingen aan te brengen, van een kapot of weggevijld boogje, enzoovoorts, die dan zorgvuldig in het geheime boek genoteerd werden. De muziek randen worden nog wel gebruikt voor hypotheek banken. Maar het is wel een merkwaardig voorbeeld hoe activiteit in een bepaalde richt ng kan leiden tot onvoorziene opdrachten op een heel ander gebied. PER slot heeft de letter zelf, hoe meer je er mee omgaat en je erin verdiept, iets geheimzinnigs. En behalve vakkennis en smaak, is er toch stellig een bepaalde intuïtie voor noodig om in de letter typen, in den letterdruk, den boekdruk, harmonie te bereiken. Wel, bij ons is het. zooals u weet, de heer J. van Krimpen, die hieraan zijn zorgen wijdt.! En uw eigen opleiding tot dit alles? vroeg ik benieuwd. De heer Enschedévertelde, dat zijn ouders ge woond hebben in het patricische huis aan het Klok huisplein, dat sedert mee is opgenomen in het samenstel van gebouwen voor het bedrijf. Van kind af heeft hij dus van zoo dichtebij meegeleefd in die werkzaamheden, dat. hij als burgerschooljongen al liefhebberij had om op de zetterij mee zijn proefjes te zetten. En dus werd hij, na zijn eindexamen in 1911, als vanzelf, naar zijn wensen, direct in het be drijf tewerk gesteld. Hierdoor maakte hij echter een uitzondering op de traditie der vaderen, om eerst ,,op studie" te gaan. ... En merkte ik glimlachend op op de tradi tie, om Johannes te heeten. Ja, mijn vader was Mr. Johannes, mijn oudste broer is Mr. Johannes, nu al in het zesde geslacht. De uitgeverij behoort ook tot de ondernemin gen van de firma? Niet overwegend. Al is bijvoorbeeld de Odyssee van Bqutens bij ons verschenen, en al zou ik ook nog een aantal belangrijke dichtbundels, onder meer van J. C. Bloem, en onze rijmprenten kun nen noemen. Maar dit is zoo meer de sierlijke franje. Al wordt vooral ook aan deze afdeeling veel zorg besteed, om aan hooge eischen te beantwoorden. En nóg eens, een persoonlijkheid moet hier leiding geven. De heer Van Krimpen is voortdurend bezig aan de verheffing van het aanzien onzer boeken en verdere uitgaven Om niet te vergeten: de Oprechte Haarlemsche Courant! Ja, vorigen zomer twee honderd jaar geleden, zijn wij die gaan drukken en uitgeven. En nog altijd komt hij hier de Wagenpoort uit, zij't dan tegenwoordig om geladen te worden in de auto's. Stellig de oudste courant, die nog bestaat. In het museum ligt nog de curieuse circulaire, waarin Abraham Casteleyn kond doet van de aanstaande verschijning, die op 8 Januari 1656 plaats had. Maar het a8e nummer van den jaargang 1737 ver scheen den 9 July voor het eerst bij I zaak en J oh. Enschedé, stadsdrukkers op de Markt. Zij kwam (Slot op pag. 10, 26 kolom bovenaan) U l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl