Historisch Archief 1877-1940
VAN OOSTENRIJK TOT OSTMARK
Wat zich achter de schermen heeft afgespeeld
O
DE geschiedenis is meestal langen tijd bij de
werkelijkheid ten achter. Het duurt maan
den, zoo geen jaren, eer men weet wat aan
de belangrijkste politieke gebeurtenissen vooraf is
gegaan. Eerst nu raken wij er dan ook langzamer
hand pas mee bekend, wat er op politiek gebied is
gebeurd vóór Oostenrijk geannexeerd werd *). Het
beeld dat men thans op grond van tal van betrouw
bare gegevens kan schetsen, ziet er als volgt
uit.
REEDS in begin Januari van dit jaar had het
geheime Comitévan Zeven", dat de Nazi
activiteit in Oostenrijk leidde, een uitgebreid plan
opgesteld om Oostenrijk te overrompelen. De
secretaris van dit Comité, Dr. Leopold Tavs, zou
door een menigte van agents provocateurs" de
Duitsche ambassade laten aanvallen en de militaire
attachéMuff laten doodschieten. Duitschland zou
de schuld hiervan werpen op de legitimistische be
weging in Oostenrijk, het Duitsche leger zou on
middellijk interveniëeren en de zaak was klaar.
Alvorens het plan uit te voeren, werd het voorgelegd
aan Heinrich Himmler. Deze raakte in verontwaar
diging dat men Muff, die zoo'n fatsoenlijke vent
was", van het leven wilde berooven en stelde voor,
dat men inplaats van hem, Von Papen zou uitkiezen,
toen nog speciaal gezant te Weenen. Dan was men
meteen van dien intrigant af. De militaire hulp van
Duitsche zijde zou komen van Generaal van
Reichenau, wiens troepen reeds van midden-Januari af
in de Beiersche Alpen manoeuvreerden. Alles was
gereed toen de Oostenrijksche regeering die
door middel van spionnen van het plan op de
hoogte was gekomen, ingreep. Dr. Tavs werd ge
arresteerd.
Inmiddels was in Duitsche legerkringen groote
oppositie gerezen tegen de annexatie-plannen. Von
Fritsch vreesde in de eerste plaats, dat uit de
Putsch" een Europeesche oorlog voort zou komen,
waarvoor Duitschland niet gereed was. In de tweede
plaats had hij aan Generaal Jansa, chef van den
Oostenrijkschen generalen staf, zijn eerewoord
gegeven, dat hij Oostenrijks' onafhankelijkheid zou
eerbiedigen (deze had hem in ruil beloofd, dat het
Oostenrijksche leger nooit tegen Duitschland te
velde zou trekken). In de derde plaats achtte de
Duitsche generale staf een onafhankelijk Oostenrijk
van groot belang: in geval van oorlog zou het een
doorvoerland zijn voor buitenlandsche grondstoffen;
geannexeerd zou het slechts de Duitsche grens met
vijfhonderd kilometers verlengen.
In Februari verdween deswegen Von Fritsch met
zijn naaste medewerkers.
Toen men zoover was, kwam plotseling Von Papen
die gehoord had van het gevaar dat hem boven het
hoofd hing, opdagen te Berchtesgaden. Dat was op
6 Februari. Hij gaf Hitler den raad, Schuschnigg naar
Berchtesgades te laten komen en hem daar aan een
vorm van third degree" te onderwerpen, tot hij
toegaf. Zoo gezegd, zoo gedaan. Von Papen keerde
op 8 Februari naar Weenen terug en op den gen kreeg
Schuschnigg Hitler's uitnoodiging. Hem werd be
loofd, dat men slechts over minder belangrijke zaken
zou spreken. Na lange aarzeling nam Schuschnigg
op 10 Februari de uitnoodiging aan. Een hoog
Oostenrijksch ambtenaar echter, die begreep dat
het om de onafhankelijkheid van het land ging,
stelde het Italiaansche gezantschap te Weenen van
een en ander in kennis. Resultaat was, dat Mussolini
op den avond van den lo-en Februari
Schuschnigg's plannen kende. Daar hij wist, dat hij zelf geen
hulp zou kunnen verleenen?zijn troepen stonden in
Abessyniëen Spanje zond hij onmiddellijk een
dringend telegram naar Grandi, den gezant te
Londen, waarin deze opdracht kreeg Chamberlain
mede te deelen, dat het de hoogste tijd was voor
onderhandelingen tusschen Engeland en Italië;
nu of nooit". Het duurde twee dagen, voor Cham
berlain dat vernam. Toen was Schuschnigg reeds in
Berchtesgaden....
*) Wy verwijzen in de eerste plaats naar: M. W.
Fodor: Finis Austriae", in: Foreign Affairs,
New York, Juli 1938.
N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
VerkrllgbMr JJf
3'/2°/o pand brieven a 101%^
HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEGEN MATIBE RENTE
D* Dlraotle l
Mr. J. f. VCKSTEEVCN
Mr. H. a. VAN EVERDINGEN wn. dlr.
P ii Februari was hij uit Weenen vertrokken.
De reis door Duitschland begon met twee
slechte voorteekenen. In de eerste plaats kreeg hij
geen verlof, zijn persoonlijke lijfwacht van zes
detectives mee te nemen; in de tweede plaats bevond
hij dat hem als adjudant een zekere kapitein Spitzy
was toegevoegd, een S.S.-man, die als
Heimwehrofficier uit Oostenrijk gedeserteerd was. Te Berch
tesgaden beschuldigde Hitler op scherpen toon
Schuschnigg ervan de Duitsche zaak" verraden
te hebben. Hij eischte dat Seiss-Inquart onmiddellijk
tot minister van binnenlandsche zaken zou worden
benoemd. Schuschnigg weigerde, Hitler dreigde met
interventie. Bij den lunch werd Schuschnigg stevig
aangepakt. Hitler vroeg verschillende keeren aan
den nieuwen chef van den generalen staf: Generaal
Von Keitel, hoe ver is het van München tot Weenen ?
Licht U Dr. Von Schuschnigg even in over de
troepen die we aan de grens hebben staan." Hetgeen
geschiedde. Elf uur lang werd Schuschnigg onder
druk gesteld. Tenslotte beloofde hij, Dr. Miklas, den
Oostenrijkschen president, aan te bevelen,
SeissInquart in het kabinet op te nemen.
Te Weenen teruggekeerd, zocht Schuschnigg
onmiddellijk Miklas op. Deze weigerde,
SeissInquart de portefeuille van binnenlandsche zaken
en openbare veiligheid te geven. De portefeuille van
justitie kon hij krijgen meer niet. Dinsdag
15 Februari ultimatum van Duitschland: als
SeissInquart niet onmiddellijk tot minister van binnen
landsche zaken en openbare veiligheid werd be
noemd, zou het Duitsche leger om middernacht de
grens overschrijden. Wanhopig belde Schuschnigg
Mussolini op. Geen antwoord. Deze wist, dat hij niet
helpen kon. Ergo werd Seiss-Inquart benoemd tot
minister van binnenlandsche zaken en openbare
veiligheid.. ..
O'
20 Februari sprak Hitler in den Rijksdag.
Hij had Schuschnigg beloofd, in zijn rede
Oostenrijks' zelfstandigheid te waarborgen. Geen
woord werd in. dien geest gehoord. Op 24 Februari
diende ScrjuSohnigg hem daarom van repliek in een
moedige speech. Hij was toen reeds van plan een
volksstemming te houden. Seiss-Inquart, die on
middellijk na zijn benoeming naar Berlijn was
gereisd, had nl. instructies mee teruggekregen om
in den herfst een volksstemming te doen plaats
vinden. Schuschnigg wilde de Nazi's vóór zijn.
Onderhandelingen met de arbeidersvertegenwoor
digers verliepen gunstig en op 9 Maart maakte
Schuschnigg bekend, dat op den I3en een plebisciet
zou worden gehouden. Men achtte het zeer waar
schijnlijk dat hij 70 pCt. van alle stemmen zou
krijgen. Duitschland zette er dus haast achter.
Vroeg in den avond van Vrijdag n Maart kreeg
Schuschnigg een tweede ultimatum: de volks
stemming mocht niet doorgaan. Weer belde hij
Mussolini op. Weer geen antwoord. Toen gaf hij
toe. Om tien minuten voor acht kondigde hij per
radio zijn aftreden aan. Onmiddellijk bezette de
Elite Standaard 99" van de S.S. de belangrijkste
openbare gebouwen.
A LGEMEEN heeft men aangenomen dat de
/\ Duitsche troepen nog dienzelfden avond
Oostenrijk zijn binnengetrokken. In werkelijkheid
overschreden de eerste pas op Zaterdagmorgen om
zes uur de Oostenrijksche grens. Vanwaar dit op
onthoud? De oorzaak moet men zoeken bij
Tsjechoslowakije. De Duitsche regeering was ervan over
tuigd dat interventie van Tsjechoslowakije ten bate
van Oostenrijk een algemeenen Europeeschen oorlog
tengevolge zou hebben, waarin Duitschland alleen
zou staan. Vrijdagavond n Maart, 's avonds om
negen uur, zocht de Duitsche gezant te Praag,
Eisenlohr, daarom den Tsjechoslowaakschen mi
nister van buitenlandsche zaken Krofta op, en vroeg
hem of de geruchten juist waren, dat Tsjechoslowa
kije op het punt stond te mobiliseeren. Krofta ant
woordde ontkennend. Om twaalf uur 's avonds en
om drie uur 's nachts herhaalde Eisenlohr zijn vraag.
Hij kreeg telkenmale hetzelfde antwoord. Toen eerst
was Duitschland zeker van de zaak. Het moment
was goed gekozen. In Engeland heerschte groote
spanning tusschen de aanhangers van Eden en
Halifax. In Frankrijk was het kabinet zoojuist
afgetreden en nog geen nieuw gevormd. Oostenrijks
lot was dus bezegeld. Zaterdagavond was het land
door de Duitsche troepen bezet en als Ostmark"
ingelijfd bij het Derde Rijk....
Radio-stethoscoop
e radio-omroep en de vrede
K
"AN een achterstand bij het
buitenland, die Nederland
op verschillend gebied nogal
eens wordt aangewreven, soms ook
niet zijn gelukkigen weerslag vin
den in de gelegenheid, zich zacht te
spiegelen aan hetgeen een oogen
schijnlijk grootere voortvarendheid
elders aan fouten in zich blijkt te
dragen? En indien men deze vraag
bevestigend wil beantwoorden, wat
kan dan de Nederlandsche
radioomroep van dien in het buitenland
leeren met betrekking tot bevorde
ring van den vrede?
De Tweede Kamer zal eerlang
gelegenheid krijgen zich op deze
vraag te bezinnen, wanneer zij zich
zal hebben bezig te houden met het
ingediende ontwerp tot goedkeuring
van het verdrag van 23 September
1936 nopens het gebruik van den
radio-omroep in het belang van den
vrede; een verdrag, dat reeds door
22 staten is onderteekend, maar
nog de ratificatie der betrokken
regeeringen behoeft. In beginsel
heeft onze regeering van den aan
vang Februari 1934 af in
stemming betuigd met het ontwerp
voor een dergelijk verdrag en men
mag dus wel aannemen, dat alleen
reeds
menschelijkheidsoverwegingen onze volksvertegenwoordiging
met het huidige ontwerp, den neer
slag der sedert 1934 terzake ge
voerde internationale onderhande
lingen, accoord zullen doen gaan.
Dit verdrag legt in de eerste
plaats de regeeringen den plicht op,
te zorgen, dat geen uitzendingen
zullen plaats hebben, welke de be
volking van een of ander land kun
nen opwekken tot handelingen in
strijd met de binnenlandsche orde
of met de veiligheid van het betrok
ken grondgebied van een anderen
staat". In de tweede plaats zal
moeten worden voorkomen, dat uit
zendingen aansporen tot oorlog te
gen een anderen verdragsstaat". In
de derde plaats zullen de staten
moeten tegengaan, dat door on
juiste beweringen de goede inter
nationale verstandhouding in ge
vaar worde gebracht". De positieve
verplichtingen van het verdrag be
palen zich tot de zorg in het bij
zonder in tijden van crisis voor
uitzending van berichten nopens
de internationale betrekkingen, van
welke berichten de juistheid zal
worden gecontroleerd door degenen,
die voor de uitzending verantwoor
delijk zijn, terwijl de verdragstaten
zich onderling verbinden tot be
schikbaarstelling van gegevens ter
bevordering van een betere kennis
der betrokken landen.
"DIJ den tegenwoordigen stand
?D van zaken in den omroep doet
dit verdrag min of meer aan als het
forceeren van een open deur; afge
zien nog van de waarde, die de hui
dige opvattingen in de internatio
nale politiek in het algemeen aan
verdragen doen hechten. Overigens
zullen de politieke instanties dezen
kant van de zaak hebben te
beoordeelen. Maar toch rijst de
practische vraag, of de omroep in ver
band met dreigende crisissen, geen
doeltreffender werk kan doen door
het aannemen van een meer posi
tieve houding met betrekking tot de
mogelijkheid van komende
krijgsverwikkelingen.
We hebben een Vereeniging voor
Luchtbescherming, we experimen
teerden met verduisteringsproeven
en andere luchtbeveiligings-exer
cities. Maar hoeveel burgers weten,
wat hun te doen staat ingeval van
een luchtbombardement of van een
gasaanval? Waar bevinden zich
schuilkelders en hoe komen degenen,
die daarin voldoende vertrouwen
stellen voor hun veiligheid, er bin
nen zonder elkander vóór het be
treden reeds onder den voet te heb
ben geloopen? Hoe beveiligt men
zich onder uiteenloopende omstan
digheden het doeltreffendst tegen
nadeelige gassen? Ziethier eenige
der vragen, tot welker oplossing in
zoo ruim mogelijken kring juist de
radio-omroep zooveel zou kunnen
bijdragen.
Kan deze omroep, beter dan zijn
gebruik in het belang van den
vrede", zich niet nuttiger in dienst
stellen van voorlichting inzake de
gedragingen ingeval van oorlog?
Heeft men achteraf niet de pijnlijke
les beseft, dat de overrompeling van
Oostenrijk nimmer ware gelukt
zonder de overrompeling van den
Weenschen radio-omroep? Laten
wij, beter dan het betrachten van
een vredes-ideologie, trachten uit
deze les voordeel te trekken en on
zen omroep dienstbaar te maken
aan de beveiliging tegen oorlogs
gevolgen. De vrede is een spook ge
worden, dat men oproept om de
aandacht af te leiden van het drei
gende oorlogsspook. Laat de om
roep den vrede niet verwaarloozen,
maar werkelijkheidszin toonen!
G. K. KROP
PAG. 4 DE GROENE No. 3188