De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 9 juli pagina 4

9 juli 1938 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

VAN OOSTENRIJK TOT OSTMARK Wat zich achter de schermen heeft afgespeeld O DE geschiedenis is meestal langen tijd bij de werkelijkheid ten achter. Het duurt maan den, zoo geen jaren, eer men weet wat aan de belangrijkste politieke gebeurtenissen vooraf is gegaan. Eerst nu raken wij er dan ook langzamer hand pas mee bekend, wat er op politiek gebied is gebeurd vóór Oostenrijk geannexeerd werd *). Het beeld dat men thans op grond van tal van betrouw bare gegevens kan schetsen, ziet er als volgt uit. REEDS in begin Januari van dit jaar had het geheime Comitévan Zeven", dat de Nazi activiteit in Oostenrijk leidde, een uitgebreid plan opgesteld om Oostenrijk te overrompelen. De secretaris van dit Comité, Dr. Leopold Tavs, zou door een menigte van agents provocateurs" de Duitsche ambassade laten aanvallen en de militaire attachéMuff laten doodschieten. Duitschland zou de schuld hiervan werpen op de legitimistische be weging in Oostenrijk, het Duitsche leger zou on middellijk interveniëeren en de zaak was klaar. Alvorens het plan uit te voeren, werd het voorgelegd aan Heinrich Himmler. Deze raakte in verontwaar diging dat men Muff, die zoo'n fatsoenlijke vent was", van het leven wilde berooven en stelde voor, dat men inplaats van hem, Von Papen zou uitkiezen, toen nog speciaal gezant te Weenen. Dan was men meteen van dien intrigant af. De militaire hulp van Duitsche zijde zou komen van Generaal van Reichenau, wiens troepen reeds van midden-Januari af in de Beiersche Alpen manoeuvreerden. Alles was gereed toen de Oostenrijksche regeering die door middel van spionnen van het plan op de hoogte was gekomen, ingreep. Dr. Tavs werd ge arresteerd. Inmiddels was in Duitsche legerkringen groote oppositie gerezen tegen de annexatie-plannen. Von Fritsch vreesde in de eerste plaats, dat uit de Putsch" een Europeesche oorlog voort zou komen, waarvoor Duitschland niet gereed was. In de tweede plaats had hij aan Generaal Jansa, chef van den Oostenrijkschen generalen staf, zijn eerewoord gegeven, dat hij Oostenrijks' onafhankelijkheid zou eerbiedigen (deze had hem in ruil beloofd, dat het Oostenrijksche leger nooit tegen Duitschland te velde zou trekken). In de derde plaats achtte de Duitsche generale staf een onafhankelijk Oostenrijk van groot belang: in geval van oorlog zou het een doorvoerland zijn voor buitenlandsche grondstoffen; geannexeerd zou het slechts de Duitsche grens met vijfhonderd kilometers verlengen. In Februari verdween deswegen Von Fritsch met zijn naaste medewerkers. Toen men zoover was, kwam plotseling Von Papen die gehoord had van het gevaar dat hem boven het hoofd hing, opdagen te Berchtesgaden. Dat was op 6 Februari. Hij gaf Hitler den raad, Schuschnigg naar Berchtesgades te laten komen en hem daar aan een vorm van third degree" te onderwerpen, tot hij toegaf. Zoo gezegd, zoo gedaan. Von Papen keerde op 8 Februari naar Weenen terug en op den gen kreeg Schuschnigg Hitler's uitnoodiging. Hem werd be loofd, dat men slechts over minder belangrijke zaken zou spreken. Na lange aarzeling nam Schuschnigg op 10 Februari de uitnoodiging aan. Een hoog Oostenrijksch ambtenaar echter, die begreep dat het om de onafhankelijkheid van het land ging, stelde het Italiaansche gezantschap te Weenen van een en ander in kennis. Resultaat was, dat Mussolini op den avond van den lo-en Februari Schuschnigg's plannen kende. Daar hij wist, dat hij zelf geen hulp zou kunnen verleenen?zijn troepen stonden in Abessyniëen Spanje zond hij onmiddellijk een dringend telegram naar Grandi, den gezant te Londen, waarin deze opdracht kreeg Chamberlain mede te deelen, dat het de hoogste tijd was voor onderhandelingen tusschen Engeland en Italië; nu of nooit". Het duurde twee dagen, voor Cham berlain dat vernam. Toen was Schuschnigg reeds in Berchtesgaden.... *) Wy verwijzen in de eerste plaats naar: M. W. Fodor: Finis Austriae", in: Foreign Affairs, New York, Juli 1938. N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK VerkrllgbMr JJf 3'/2°/o pand brieven a 101%^ HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEGEN MATIBE RENTE D* Dlraotle l Mr. J. f. VCKSTEEVCN Mr. H. a. VAN EVERDINGEN wn. dlr. P ii Februari was hij uit Weenen vertrokken. De reis door Duitschland begon met twee slechte voorteekenen. In de eerste plaats kreeg hij geen verlof, zijn persoonlijke lijfwacht van zes detectives mee te nemen; in de tweede plaats bevond hij dat hem als adjudant een zekere kapitein Spitzy was toegevoegd, een S.S.-man, die als Heimwehrofficier uit Oostenrijk gedeserteerd was. Te Berch tesgaden beschuldigde Hitler op scherpen toon Schuschnigg ervan de Duitsche zaak" verraden te hebben. Hij eischte dat Seiss-Inquart onmiddellijk tot minister van binnenlandsche zaken zou worden benoemd. Schuschnigg weigerde, Hitler dreigde met interventie. Bij den lunch werd Schuschnigg stevig aangepakt. Hitler vroeg verschillende keeren aan den nieuwen chef van den generalen staf: Generaal Von Keitel, hoe ver is het van München tot Weenen ? Licht U Dr. Von Schuschnigg even in over de troepen die we aan de grens hebben staan." Hetgeen geschiedde. Elf uur lang werd Schuschnigg onder druk gesteld. Tenslotte beloofde hij, Dr. Miklas, den Oostenrijkschen president, aan te bevelen, SeissInquart in het kabinet op te nemen. Te Weenen teruggekeerd, zocht Schuschnigg onmiddellijk Miklas op. Deze weigerde, SeissInquart de portefeuille van binnenlandsche zaken en openbare veiligheid te geven. De portefeuille van justitie kon hij krijgen meer niet. Dinsdag 15 Februari ultimatum van Duitschland: als SeissInquart niet onmiddellijk tot minister van binnen landsche zaken en openbare veiligheid werd be noemd, zou het Duitsche leger om middernacht de grens overschrijden. Wanhopig belde Schuschnigg Mussolini op. Geen antwoord. Deze wist, dat hij niet helpen kon. Ergo werd Seiss-Inquart benoemd tot minister van binnenlandsche zaken en openbare veiligheid.. .. O' 20 Februari sprak Hitler in den Rijksdag. Hij had Schuschnigg beloofd, in zijn rede Oostenrijks' zelfstandigheid te waarborgen. Geen woord werd in. dien geest gehoord. Op 24 Februari diende ScrjuSohnigg hem daarom van repliek in een moedige speech. Hij was toen reeds van plan een volksstemming te houden. Seiss-Inquart, die on middellijk na zijn benoeming naar Berlijn was gereisd, had nl. instructies mee teruggekregen om in den herfst een volksstemming te doen plaats vinden. Schuschnigg wilde de Nazi's vóór zijn. Onderhandelingen met de arbeidersvertegenwoor digers verliepen gunstig en op 9 Maart maakte Schuschnigg bekend, dat op den I3en een plebisciet zou worden gehouden. Men achtte het zeer waar schijnlijk dat hij 70 pCt. van alle stemmen zou krijgen. Duitschland zette er dus haast achter. Vroeg in den avond van Vrijdag n Maart kreeg Schuschnigg een tweede ultimatum: de volks stemming mocht niet doorgaan. Weer belde hij Mussolini op. Weer geen antwoord. Toen gaf hij toe. Om tien minuten voor acht kondigde hij per radio zijn aftreden aan. Onmiddellijk bezette de Elite Standaard 99" van de S.S. de belangrijkste openbare gebouwen. A LGEMEEN heeft men aangenomen dat de /\ Duitsche troepen nog dienzelfden avond Oostenrijk zijn binnengetrokken. In werkelijkheid overschreden de eerste pas op Zaterdagmorgen om zes uur de Oostenrijksche grens. Vanwaar dit op onthoud? De oorzaak moet men zoeken bij Tsjechoslowakije. De Duitsche regeering was ervan over tuigd dat interventie van Tsjechoslowakije ten bate van Oostenrijk een algemeenen Europeeschen oorlog tengevolge zou hebben, waarin Duitschland alleen zou staan. Vrijdagavond n Maart, 's avonds om negen uur, zocht de Duitsche gezant te Praag, Eisenlohr, daarom den Tsjechoslowaakschen mi nister van buitenlandsche zaken Krofta op, en vroeg hem of de geruchten juist waren, dat Tsjechoslowa kije op het punt stond te mobiliseeren. Krofta ant woordde ontkennend. Om twaalf uur 's avonds en om drie uur 's nachts herhaalde Eisenlohr zijn vraag. Hij kreeg telkenmale hetzelfde antwoord. Toen eerst was Duitschland zeker van de zaak. Het moment was goed gekozen. In Engeland heerschte groote spanning tusschen de aanhangers van Eden en Halifax. In Frankrijk was het kabinet zoojuist afgetreden en nog geen nieuw gevormd. Oostenrijks lot was dus bezegeld. Zaterdagavond was het land door de Duitsche troepen bezet en als Ostmark" ingelijfd bij het Derde Rijk.... Radio-stethoscoop e radio-omroep en de vrede K "AN een achterstand bij het buitenland, die Nederland op verschillend gebied nogal eens wordt aangewreven, soms ook niet zijn gelukkigen weerslag vin den in de gelegenheid, zich zacht te spiegelen aan hetgeen een oogen schijnlijk grootere voortvarendheid elders aan fouten in zich blijkt te dragen? En indien men deze vraag bevestigend wil beantwoorden, wat kan dan de Nederlandsche radioomroep van dien in het buitenland leeren met betrekking tot bevorde ring van den vrede? De Tweede Kamer zal eerlang gelegenheid krijgen zich op deze vraag te bezinnen, wanneer zij zich zal hebben bezig te houden met het ingediende ontwerp tot goedkeuring van het verdrag van 23 September 1936 nopens het gebruik van den radio-omroep in het belang van den vrede; een verdrag, dat reeds door 22 staten is onderteekend, maar nog de ratificatie der betrokken regeeringen behoeft. In beginsel heeft onze regeering van den aan vang Februari 1934 af in stemming betuigd met het ontwerp voor een dergelijk verdrag en men mag dus wel aannemen, dat alleen reeds menschelijkheidsoverwegingen onze volksvertegenwoordiging met het huidige ontwerp, den neer slag der sedert 1934 terzake ge voerde internationale onderhande lingen, accoord zullen doen gaan. Dit verdrag legt in de eerste plaats de regeeringen den plicht op, te zorgen, dat geen uitzendingen zullen plaats hebben, welke de be volking van een of ander land kun nen opwekken tot handelingen in strijd met de binnenlandsche orde of met de veiligheid van het betrok ken grondgebied van een anderen staat". In de tweede plaats zal moeten worden voorkomen, dat uit zendingen aansporen tot oorlog te gen een anderen verdragsstaat". In de derde plaats zullen de staten moeten tegengaan, dat door on juiste beweringen de goede inter nationale verstandhouding in ge vaar worde gebracht". De positieve verplichtingen van het verdrag be palen zich tot de zorg in het bij zonder in tijden van crisis voor uitzending van berichten nopens de internationale betrekkingen, van welke berichten de juistheid zal worden gecontroleerd door degenen, die voor de uitzending verantwoor delijk zijn, terwijl de verdragstaten zich onderling verbinden tot be schikbaarstelling van gegevens ter bevordering van een betere kennis der betrokken landen. "DIJ den tegenwoordigen stand ?D van zaken in den omroep doet dit verdrag min of meer aan als het forceeren van een open deur; afge zien nog van de waarde, die de hui dige opvattingen in de internatio nale politiek in het algemeen aan verdragen doen hechten. Overigens zullen de politieke instanties dezen kant van de zaak hebben te beoordeelen. Maar toch rijst de practische vraag, of de omroep in ver band met dreigende crisissen, geen doeltreffender werk kan doen door het aannemen van een meer posi tieve houding met betrekking tot de mogelijkheid van komende krijgsverwikkelingen. We hebben een Vereeniging voor Luchtbescherming, we experimen teerden met verduisteringsproeven en andere luchtbeveiligings-exer cities. Maar hoeveel burgers weten, wat hun te doen staat ingeval van een luchtbombardement of van een gasaanval? Waar bevinden zich schuilkelders en hoe komen degenen, die daarin voldoende vertrouwen stellen voor hun veiligheid, er bin nen zonder elkander vóór het be treden reeds onder den voet te heb ben geloopen? Hoe beveiligt men zich onder uiteenloopende omstan digheden het doeltreffendst tegen nadeelige gassen? Ziethier eenige der vragen, tot welker oplossing in zoo ruim mogelijken kring juist de radio-omroep zooveel zou kunnen bijdragen. Kan deze omroep, beter dan zijn gebruik in het belang van den vrede", zich niet nuttiger in dienst stellen van voorlichting inzake de gedragingen ingeval van oorlog? Heeft men achteraf niet de pijnlijke les beseft, dat de overrompeling van Oostenrijk nimmer ware gelukt zonder de overrompeling van den Weenschen radio-omroep? Laten wij, beter dan het betrachten van een vredes-ideologie, trachten uit deze les voordeel te trekken en on zen omroep dienstbaar te maken aan de beveiliging tegen oorlogs gevolgen. De vrede is een spook ge worden, dat men oproept om de aandacht af te leiden van het drei gende oorlogsspook. Laat de om roep den vrede niet verwaarloozen, maar werkelijkheidszin toonen! G. K. KROP PAG. 4 DE GROENE No. 3188

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl