De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 9 juli pagina 5

9 juli 1938 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

WlLLEM VOGT vijftig jaar H l ALLO, hier Vogt." Meneer Vogt, u spreekt met de redactie van De Groene Amsterdammer". Wij hebben in de dagbladen gelezen dat u binnenkort uw vijftigsten verjaardag hoopt te vieren. Vindt u het goed, dat een van onze redacteuren een dezer dagen bij u komt om een artikeltje te schrijven over uw leven. Heel Nederland kent uw bestaan, maar niemand weet eigenlijk iets van uw levensloop af...." Och meneer waarvoor is dat nu noodig? 't Is niets bijzonders om vijftig jaar te worden ! Ik heb werkelijk liever dat u maar niet komt...." Enfin 't was tóch goed. Dinsdagmorgen om half twaalf op het kantoor van de A.V.R.O., Keizers gracht, Amsterdam. Een nette, betegelde hal met een portier in blauwe uniform, met loopjongens in blauwe uniform met witte riem plus dito bande lier, met een schare luistervinken die hun contri butie komen betalen dan een rappe lift naar boven, derde verdieping, Directie". Tenslotte: de directeur-zélf: W. Vogt. Schrijft u maar op, meneer." HET was in het jaar 1906 dat de Nederlandsche legerleiding belang ging stellen in de draadlooze telegrafie. De genie te Utrecht, waarbij ook een zekere Willem Vogt diende geboren te Den Helder. Lagere School. H. A. S. kreeg opdracht om proefnemingen te doen. Men poogde verbindin gen tot stand te brengen tusschen Utrecht en Groningen, Utrecht en Venlo enz. De bedoeling was om te zien, welke afstand men op die wijze kon overbruggen. Daartoe rukte de proefdienst dage lijks uit met twee karren, n met een benzine motor, n met de electrische apparatuur, de antenne ging aan een grooten vlieger de lucht in, en het seinen begon. Vaak moest men tevens naar de andere proefpost een telegram sturen langs den draad ! Wij seinen. Hoor je ons niet?" Door de wisselvalligheid van het Nederlandsche klimaat bevielen de vliegers echter slecht. Nu eens was er te veel, dan weer te weinig wind. Men ging er daarom toe over, de antenne aan een ballon met waterstofgas te laten stijgen. Een vervaarlijke gele ballon ! Kwam de troep op marsch met den ballon een paard-en-wagen tegen, dan moest men haastig met den ballon gaan schuilen onder aan den dijk of achter boomen, opdat de tegenligger" niet op hol zou slaan. Met dat al ging het goed met de proef nemingen en kwam er bij de genie een aparte radio-af deeling. In dien tijd begon men zich ook in Indiëvoor het nieuwe communicatie-middel te interesseeren en in 1911 kreeg militair telegraf ist Vogt, die al aardig wat ervaring had opgedaan, het ver zoek om als burgerlijk gouvernementsambtenaar naar Indiëte komen. Aldus geschiedde. De Indische regeering was van plan de verbindingen met de buitenbezittingen te verbeteren. Kabeltelegrafie zou duur zijn; dan maar probeeren zonder draad ! Onder leiding van Dr. Ir. De Groot, had men een plan opgesteld waarbij men op Sitobondo (OostJava), op Koepang (Timor) en op Ambon stations zou bouwen voor het uitzenden van morse-tele grammen. Door vertraging met den bouw werd Vogt die zich eerst nog een maand bij Telefunken te Berlijn met de nieuwe apparatuur vertrouwd had gemaakt een jaar te werk gesteld op het telegraaf kantoor te Weltevreden, maar in 1912 kon hij zijn post in de rimboe opzoeken. Koepang was zijn eerste standplaats en de proefnemingen begonnen. Zij hadden zooveel succes dat de van de marine afkomstige luitenant-ter-zee, die het station Ambon bediejide, door een geroutineerd seiner bij gestaan moest worden. Ergo verhuisde Vogt van Timor naar Ambon, waar hij achttien kilometer van de hoofdplaats af kwam te zitten. Vier-en-eenhalf jaar heeft hij daar met acht Europeanen door gebracht en ontving hij er de gouvernements- en scheepvaartberichten. Een klein wereldje, waarin iedereen iedereen kende, waar ook de militaire commandant aan den almachtigen telegram ontvanger wel dorst te vragen, of er nog geen bericht was van zijn benoeming tot overste, en de assistent-resident wel durfde te informeeren of hij U N VIN EXTELIENT kruo brut nog geen resident was geworden. Een eentonig leven, waarin echter de oorlog plotseling spanning bracht. Toen Vogt begin-Juli zijn maandelijksch bezoek aan de hoofdplaats van Ambon bracht, werd hem, als gewoonlijk, gevraagd: Is er nog nieuws uit Europa?" Ja, de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije is vermoord". Zoo, dat is beroerd". Niemand voorzag den oorlog, Zaterdag i Augustus werd niet geseind. Zondag 2 Augustus evenmin. Maandag 3 Augustus vierde men de ver jaardag van de Koningin-Moeder. Dinsdag 4 Augus tus. Sitobondo meldt: Oorlog in Europa".... MEN was in de Oost bang voor Japan. Toen dan ook in begin Augustus brand uitbrak in de alang-alang-velden op Ambon bij het zend station moest men de vaten benzine in zee rollen , meende men dat daar de Japanners achter zaten. Men bereidde zich voor op een mogelijken aanval. Vogt kreeg een kast vol dynamiet in zijn huis en in het bosch werd vast een groot gat gegraven om er de transformator zoo noodig in te verstoppen. Het bleek niet noodig te zijn. Juist was men op Ambon begonnen met enkele aardige proefnemingen men had een sleepdraad-detector gemaakt om ongedempte trillingen te ontvangen en wilde een oude kaasstolp luchtledig maken om er een lamp mee te improviseeren toer^Vogt werd overge plaatst naar Bandoeng. Werkzame jaren onder leiding van Dr. De Groot persoonlijk, volgden. Nieuws uit het buitenland kreeg men niet in Indië. De Gouverneur-Generaal was practisch aan zich zelf overgelaten. We wisten niet, of we in oorlog waren, en zoo ja, met wie". Dientengevolge richtte men bij Bandoeng een ontvanginrichting op met een antenne van vier kilometer lang en iederen nacht zette Vogt zich de koptelefoon op om Europa te beluisteren, vooral de militaire berichten uit Nauen, Lyon, Rome en Carnarvan, opdat de Gouver neur-Generaal bij zijn ontbijt een volledig verslag kreeg van hetgeen de diverse legerleidingen plachten te zeggen. De Indische pers kreeg op speciaal ver zoek een uittreksel uit het nieuws. Gegeven deze, monopolie-positie, bevond Vogt zich in een para dijs voor den journalist". Wie schetst zijn verbazing toen Aneta op 10 November per kabeltelegram bekend maakte, dat de wapenstilstand gesloten was! Had zijn groote concurrent hem geklopt? Neen Aneta's mededeeling was voorbarig geweest. Pas n dag later meldde de Nauensche zender, dat de Duitsche legers in een hopelooze positie ver keerden. So we had to accept. ..." seinden de Duitschers. . . . INMIDDELS had Dr. De Groot door zijn staf een booglampzender laten transporteeren naar de Malabarkloof. Boven deze kloof, die in de richting Nederland verliep, had men met oneindige moeilijk heden een antenne gespannen van zeshonderd meter hoog. Voor de booglamp had men een dynamo van de Electrische Tram te Batavia geleend en, om de dynamo op gang te brengen, een vliegtuig motor van de marine. Daar de luchtkoeling ontbrak, kon men als deze motor liep, er na twee minuten een cigaret aan aansteken. Na een kwartier kon men haar trouwens niet verder laten draaien. De uitzendingen hadden oorspronkelijk niet veel succes, waarop men besloot in Nederland een goede ontvanger neer te zetten. Dat was in 1920. Vogt, die toen met verlof in Den Helder vertoefde en er al drie maanden lang met zijn ziel onder zijn arm liep, kreeg het verzoek om de Indische berichten op te vangen. Fluks werd op de Meent te Blaricum een hutje tusschen de koeien in elkaar gezet; en inderdaad hij slaagde er in de Bandoengsche uitzendingen, die met de onwaarschijnlijke golf lengten van 13, 8 en 6 kilometer werkten, op te vangen. Van Mei tot November zat Vogt 's nachts te luisteren op de Meent. Hollandsche regens zetten het terrein onder water. Hij ging door. Gevolg was, dat de morse-telegrammen begonnen met den aanhef: Ha Noach !" Lang duurde het niet; want toen de Rijkstelegraafdienst zélf ging ont vangen, werd Blaricum" geliquideerd. IN die dagen had de heer Dubois, toen directeur van de Seintoestellenfabriek, nu van de Nozema, het plan opgevat om van de Amsterdamsche Effectenbeurs uit, koersen te zenden naar aange sloten abonné's. Driehonderd bankiers voelden veel voor het plan en de zaak ging door. Ir.Dubois stelde Vogt voor, om niet naar Indiëterilg te gaan, maar bij liem in dienst te komen. Hetgeen geaccepteerd werd. De gewezen indischman werd chef van de afdeeling verkoop, waar overigens weinig te verkoopen was. De toestellenfabriek besloot daarom, een wijder publiek bij de uitzendingen te interes seeren. Echter dan moest men dat publiek ook iets aanbieden ! En zoo ontstond de gewone Nederlandscl»» omroep. Op 16 Juli 1923 klonk Vogt's stem aldus voor de eerste maal door den aether. Men begon met geld te vragen om de programma's te financieren. Directeur Dubois wilde dat het geld door de schenkers zélf beheerd zou worden. Daarom werd de Hilversumsche Draadlooze Omroep (H. D. O.) opgericht. Alles was al even primitief. De mast was zeven meter hoog. Voor de programma's ge bruikte men gewone gramofoonplaatjes. Belang rijke diensten bewees een pianola, die, aangezien het station zijn energie aan het Provinciaal Electrisch Net ontleende, aangediend werd als: recital van den heer Pen. De heer Pen had veel succes, hoewel de Hilversumsche ontvangers langzamer hand wel genoeg kregen van de marche militaire" van Schubert, waarmee men de proefnemingen placht te houden. De radio breidde zich desondanks toch verder uit. De leiding van de H.D.O. had ge dacht dat haar eigen werk provisoir was en dat, gelijk in andere landen geschiedde, de regeering de uitzendingen ter hand zou nemen. Zij kwam bedrogen uit. De uitzendingen werden overgelaten aan het particulier initiatief. Daartoe werd in 1928 de A.N.R.O. en kort daarna de A.V.R.O. opgericht. EN de rest weet u." De rest weten de lezers ook. Maar wat ze misschien niet weten, is, dat in het gebouw van de A.V.R.O. een gebrandschilderd raam hangt, met het devies: Koen in 't Krijt Een tegen Allen Niit ten Spijt lek 'n sal niet vallen". Kunt u raden, aan wien wij moesten denken, toen wij daarlangs liepen? Nog vele jaren, Willem Vogt ! KUNSTTENTOONSTELLINGEN Stedelijk Museum, Fransche schilderkunst (tot 25 Sept.) Kunsthandel P. de Boer, Heerengracht 474. Zomertentoonstelling van schilderijen. Kunsthandel Santee Landweer, Keizers gracht 463. Beeldhouwwerk en teekeningen van Jane Poupeletf; Gouaches en aquarellen van Parijsche schilders (van 4 tot 28 Juli). Kunstzaal van Lier, Rokin 126. Hedendaagsche schilder- en beeldhouwkunst. BUITEN AMSTERDAM: Museum Boymans, Rotterdam. Meesterwerken uit vier eeuwen (1400?1800). Boeren Breugel, Rembrandt, Vermeer, Rubens, Watteau, Duerer, Titiaan (tot 15 October). Firma D. Katz, Dieren. Zomertentoonstelling van schilderijen (tot en met 15 September). Kunstcentrum D'Olde Deel", Putten. Per manente expositie van werken van verschillende schilders. PAG. 5 DE GROENE No.3188

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl