Historisch Archief 1877-1940
Schilderkunst
HOLLAND'S KUNSTVERZAMELINGEN
JubileumtentoonsteMng in het Museum Boymans
Dr. N. S. Trivas
ROTTERDAM's traditioneele, telkenjare
terugkeerende kunsttentoonstellingen hebben tot
in de verste uithoeken van Europa belang
stelling en bewondering gewekt. In Gotenburg, in
Zagreb, in Lugano of in Edinburgh, waar men ook
een kunstliefhebber mocht spreken, zoodra het
woord Rotterdam" valt, zult u zeker, naar gelang
van temperament, een waardeerende, een vleiende
of een enthousiaste opmerking te hooren
krijgenoh ja, de Bosch-Tentoonstelling ! de
Vermeer-Tentoonstelling! " Wie er zelf niet
geweest is, heeft wel eens een catalogus gezien
of heeft van vrienden en collega's ervan gehoord.
Die tentoonstellingsbezoekers die in picturaal
opzicht kamermuziek" boven groot orkest" ver
kiezen, zullen nog vele jaren met plezier aan de
intieme Saenredam-Tentoonstelling terugdenken.
OOK dit jaar is Rotterdam zijn traditie trouw
gebleven. In verband met het
regeeringsjubileum heeft de heer D. Hannema, directeur van
het Museum Boymans, een expositie van Meester
werken uit vier eeuwen (1400?1800)" georgani
seerd, waarbij schilderijen en teekeningen welke
gedurende de laatste veertig jaren de Nederlandsche
collecties verrijkt hebben, te zien zijn. Bij de keuze
der objecten heeft vooral het aesthetische moment
den doorslag gegeven. Het mooie", op het eerste
gezicht aansprekende schilderij is boven het kunst
historisch interessante" of problematische kunst
werk verkozen. Bovendien biedt zich op deze
tentoonstelling de zeldzame gelegenheid de nieuw
ere Nederlandsche kunstcollecties als een geheel
te zien en te onderzoeken.
HOE en wat wordt in Nederland verzameld?
Geeft de liefhebber de voorkeur aan schilderijen
of aan teekeningen, aan primitieve" meesters, aan
de zeventiende of aan de achttiende eeuw, aan de
Hollandsche, Vlaamsche, Duitsche of Fransche
school? Geeft de Rotterdamsche tentoonstelling
een juist beeld van de werkelijke verhoudingen en
tendenzen en welke gevolgtrekkingen laten zich
daaruit afleiden?
Numeriek zijn in Rotterdam de teekeningen tegen
over de schilderijen in de meerderheid. Ook kwali
tatief staan ze op een even hoog en soms zelfs
op een hooger peil dan de schilderijen. Het ware
echter verkeerd daaruit de conclusie te trekken,
dat hier te lande evenveel of meer teekeningen dan
schilderijen verzameld worden. Het tegendeel is
waar. De gemiddelde Hollandsche verzamelaar die
het kunstwerk niet enkel als een bron van kunst
genot maar vaak ook als belegging beschouwt,
voelt instinctief meer voor een oud paneel, dan voor
een oud vel papier. Misschien heeft hij in de laatste
jaren te slechte ervaringen met papieren opgedaan,
om ook buiten de beurs zijn geld er in te beleggen....
Het verzamelen en genieten van teekeningen vergt
trouwens in het algemeen een meer ontwikkeld oog
en een verfijnder smaak.
Al zijn dus de teekeningen in Rotterdam in de
meerderheid, de verzamelaars van teekeningen zijn
in Holland vooralsnog verreweg in de minderheid.
Practisch gesproken zijn er maar twee groote ver
zamelingen: de collectie F. Koenigs, een van de
meest omvattende die op het continent te vinden
zijn, en de collectie F. Lugt. Over het algemeen zijn
de verzamelaars van teekeningen vrij eclectisch
ingesteld. In een en dezelfde verzameling vindt
men Hollandsche, Italiaansche, Duitsche en Fran
sche teekeningen, waarentegen de collectionneurs
van schilderijen zich als regel op n bepaalde
school concentreeren. Een eclatante uitzondering
op dezen stelregel is overigens de Rotterdamsche
verzameling D. G. van Beuningen, welke schilde
rijen uit alle scholen en tijdperken omvat.
BIJ den ingang van de tentoonstelling vindt de
bezoeker de primitieve" meesters uit de i5-de
eeuw in een kleine zaal ondergebracht. De belang
stelling voor deze school is nog van betrekkelijk
jongen datum; echte stukken zijn zeldzaam en zeer
kostbaar en hun aantal zoowel in Hollandsche
verzamelingen als op de tentoonstelling is vrij
gering. Een Vrouweportret" van een onbekenden
Franschen meester (collectie Proehl) en Jacopo da
Barbari's Hertog Ruprecht van Mecklenburg"
(collectie J. C. H. Heldring) vallen hier op door
een uitstekende kwaliteit. Langs een kabinet van
16de eeuwsche meesters met o.a. de Toren van
Babel" door P. Brueghel den Ouden (collectie
Van Beuningen), bereikt de bezoeker de Italiaan
sche zaal, waar hij de meesters van het Quattro
cento en van het Cinquecento ver boven hun stand
(in de Hollandsche verzamelingen dan) vertegen
woordigd vindt.
Het hoogtepunt van de tentoonstelling vormen
echter de zalen met de werken van iyde eeuwsche
Hollandsche schilders. Alle belangrijke groepen en
genres" zijn hier door voortreffelijke voorbeelden
vertegenwoordigd. Van Rembrandt is hier voor het
eerst de voor het Museum Boymans nieuw ver
worvene Man met de roode muts" geëxposeerd.
Voor de Hollandsche landschapschilderkunst spreekt
de prachtige groote Watermolen" van M. van
Hobbema (collectie H. E. ten Cate), vroege en late
werken van Jacob en van Salomon van Ruysdael
en het merkwaardige Gezicht boven de roode daken
van een nederzetting dat aan Hercules Seghers, den
zonderlingen leerling van Rembrandt toegeschreven
wordt. Een groot aantal werken van minder be
roemde meesters trekken door kwaliteit en geestige
behandeling van het thema de aandacht. Zoo het
Landschap bij Maastricht met een werkenden
kunstschilder" van J. van der Haagen, en een zeer
Rembrantiek" landschap van den boerenschilder
A. van Ostade. Jan Steen's oeuvre is in alle maten
en schakeeringen aanwezig. Van zijn antipode, den
deftigen societyschilder" G. Terborch, zijn ver
rukkelijke stukjes te zien.
NAAST deze kunstwerken kunnen zich de in
een volgende zaal hangende Vlaamsche
meesters nauwelijks handhaven. Zelfs Rubens
Onbekende Fransche Meester: Damesportret
komt leelijk in 't gedrang, voorzoover het zijn groote
doeken betreft; zijn teekeningen
behooren"daarentegen tot het mooiste wat op deze tentoonstelling
te zien is. Het aantrekkelijkste schilderij van deze
Vlaamsche af deeling is echter een Damesportret"
van den weinig bekenden meester J. Sustermans
(coll. Larsen), dat vooral boeiend is door de zeer
moderne uitdrukking van het model.
Een interessant punt, dat in verband met de
algemeene conclusies nog even aangeduid moge
worden, is het tempo van het verzamelen. Dit
tempo houdt uit den aard der zaak nauw verband
met de algemeene economische situatie. In de
tweede helft der achter ons liggende 4O-jarige
periode was het veel sneller dan in de eerste decen
nia. Een sterke impuls in deze richting kwam van
buiten de landsgrenzen. Het is typeerend, dat ruim
een derde deel der in Rotterdam tentoongestelde
meesterwerken (waaronder de belangrijkste) door
buitenlanders bijeengebracht zijn, die zich in den
loop der jaren hier te lande gevestigd hebben. Zij
hebben de bekoring van de oud-Hollandsche kunst
ondergaan en wederom door hun activiteit en nieuwe
inzichten den Hollandschen verzamelaar bevrucht,
daarmee hun deel bijdragende tot den bloei van
Holland's kunstverzamelingen.
TENTOONSTELLING
FRANSCHE MEESTERS
DER i9e EN zoe EEUW
BOUDIN
COROT
COURBET
DUFY
FANTIN LATOUR
FORAIN
VAN GOGH
MONET
PISSARRO
SISLEY
TOULOUSE LAUTREC
UTRILLO
E. J. VAN WISSELINGH & Co.
ROKIN 78-80 AMSTERDAM
G EO PK N D TOT 4 AUGUSTUS A. S.
ZONDAGS GESLOTEN
P. Breughe/ de Oude: Toren van Babel