De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 23 juli pagina 11

23 juli 1938 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

De tentoonstelling der Franschen in het Stedelijk Museum Albert Plasschaert WIJ zullen langzamerhand wel minder achterlijk moeten worden, nu ons de ge leerdheid per eeuw in eens geschonken wordt. In Rotterdam krijgen wij vier eeuwen meesterwerken te bezien waarbij den grooten nieuwen Vermeer; in Amsterdam n eeuw Fransche kunst. De Amsterdamsche tentoonstelling is het gemakkelijkst te overzien (dat spreekt van zelf, ook daarom, omdat daar uitgegaan is van het standpunt, niet werken van zooveel mogelijk schilders te doen zien, maar zooveel mogelijk werken telkens van n schilder, waardoor de gelegenheid wordt ge schapen beter wat ik noem den omtrek van een schildersleven voor zich vast te stellen, beter den omvang te onthouden van n schilder.) Dit is wat ik steeds noodig vind, zonder dat kan toch geen wezenlijk overzicht in details van het schilderen verkregen worden hoe wenschelijk ten slotte een overzicht is en hoe noodig. De Amsterdamsche tentoonstelling heeft ook nog dit voor, door de periode, die zij omvat, dat 'net getal der kenners, der belangstellenden procentsgewijze tusschen de bezoekers betrekkelijk groot moet zijn. De periode toch die zij vertoont, is nog niet enkel historie geworden voor de meesten, maar zij heeft nog de polslag van het leven, van het beleefde, van dat, waarvoor en waartegen gestreden is, al is die strijd al weer een tijd gestreden; al kan er voor de jongste nieuwsgierigen misschien een nieuwen strijd om ontstaan. Want hoe genieten zij of hoe genieten zij niet, wat onze jeugd bevangen heeft. DE tentoonstelling van Franschen, thans in het Stedelijk Museum is de tentoonstelling van ongeveer twintig Franschen, vertegenwoordigd door hun werk, en al zijn zij niet allen uiterst belangrijk (Pisarro lijkt mij de zwakste) toch is het een ten toonstelling, die iedereen, wien schilderkunst na aan het hart gaat, hoort te gaan zien; hij kan er een aantal van zijn inzichten toetsen, zijn herinne ring verlevendigen, zijn gevoel voor schakeering versterken, zijn optische levendigheid rapper maken, zijn psychische nauwkeurigheid nagaan, hij kan zijn opvatting der schilderkunst controleeren. Er is toch (nog eens) allerlei verscheidenheid in deze eeuw van Fransche kunst! (Ingezonden mededeeling) JAN HAVICKSZ STEEN 1626?1679 HET GEBED VOOR DEN MAALTIJD. Tentoongesteld Zomertentoonstelling FIRMA D. KATZ - DIEREN TOTEN MET 15 SEPTEMBER. Boven : Degas: Portret van Henri Rouart en zijn dochter Hiernaast: Gauguin. Nafeafaaipoipo" (wanneer trouw je?) Er zijn zeker scholen, maar toch veel persoonlijk heden, afzonderlijkheden, die niet alleen in Frankrijk invloed hadden en hebben. Wij vinden er't werk van David, die ons, Hollanders, het meest bij blijft door zijn portretten. Ingres, wiens portretten nauwkeurig geschilderd, minder eng van makelij zijn dan ge zoudt denken en wiens vleesch" zinnelijker is dan u lijkt, wiens geteekende portretten een soort standaardwerken waren; ge vindt er Delacroix de bewogene, den weidsche vol dramatische belang stelling; Daumier, den menschelijke, wiens hart openbaar was en zijn medelijden, wiens figuur fel gemodelleerd en ruim gehouden bleef en den wijd uitvloeienden Daubigny. Courbet is er met zijn degelijk-voltooide kunst, naakten en stillevens. Boudin, wiens geestige sier en ijle luchten soms onderschat worden omdat hij zoo veel werks naliet. Manet, de verrukkelijk zuivere bloemenschilder en vrouwenschilder, die van een Franschman de gratie in zijn kleur, in zijn schriftuur u kan verklaren; die Isaac Israëls beinvloedde, Bertha Morisot werkelijk vooruithielp. Renoir is een zeer natuurlijk, aangenaam zinnelijk schilder, maar wiens rood-bruin werk de Amerikanen zeer verrukt en ons dat niet doet; wij gelooven Hollanders competenter in dit geval, zelfs zonder eenigen hoogmoed, maar wiens Loge voor ons een zeer rijk, weelderig werk blijft evenals Monet's vrouwenportret uit ± 1870 in onze herinnering staan bleef. Cézanne kon hier niet ontbreken. Zijn landschap heeft te veel invloed daarvoor in Holland gehad (de Wiegmans). Zijn vruchtenstillevens kunnen iets onsterfelijks hebben, zijn portretten hebben dat langzame, dat soms verwant is met het eeuwige. Hij was de natuurlijke tegenstander van Vincent. Diens hartstocht ontwrong het leven soms een wrange eeuwigheid, voor Cézanne breidde het landschap zich uit als een fresco der tijdeloosheid. Een der rijpste schilderijen, schets ? is de bekende Deerne van De Toulouse Lautrec waar de materie der verf een tragische zwaarte gaf aan de voor stelling (gaarne had ik werk hier herzien). Want het had een wijziging nog kunnen brengen in de kenschetsing van dit bitter talent. TWEE schilders, teekenaars en schilders, wil ik nog behandelen. Degas en Gauguin, zeer ver schillend, zooals er hier zooveel verscheidenheden zijn. Degas de nauwkeurige en de in zijn groepen van danseressen de rhythmische; in zijn portret van den graaf Lapic (hier niet te zien) merkwaardig door de verdeeling en door het accent van het ras in de figuur, zooals hij dat in zijn paarden kon wezen. Gauguin, die ons nog pas vlakbij lijkt, de decoratieve en 't begin reeds van Braque, de schilder van het portret van Vincent van Gogh en die later in Tahiti zijn laten roem zou vinden door wezenlijk decoratieve vlakverdeeling, met weinig figuren en ruim lijnenspel. Hiermee eindig ik. Ik heb niet allen genoemd, noch een overzicht van de eeuw" gegeven, waarin de Fransche kunst ongetwijfeld de levendste was en de meest gevarieerde in Europa, toen zij overal invloed kreeg en van dien tijd af soms nog wel wat hield. Zij is in reeksen van werken en in reeksen van be schouwingen sindsdien met ijver gedefinieerd; ge deeltelijk vervangen door excessen, waardoor wij weer heen worstelen naar het ontkende ambacht. De Fransche kunst die wij hier zien was bovenal een bewijs van leven en verscheidenheid in leven, meer dan zorgvuldig uitgewerkte picturale theorieën. Het heeft haar niet geschaad, zij kende daardoor weinig de onvruchtbaar makende beperkingen. N.V. KUNSTHANDEL P. DE BOER GROOTE ZOMER TENTOONSTELLING IN DE ZALEN HEERENGRACHT 474, AMSTERDAM Dagelijks (behalve Zondags) Geopend van 10-5 uur PAG. II DE GROENE N* 3190

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl