Historisch Archief 1877-1940
De tentoonstelling der
Franschen
in het Stedelijk Museum
Albert Plasschaert
WIJ zullen langzamerhand wel minder
achterlijk moeten worden, nu ons de ge
leerdheid per eeuw in eens geschonken
wordt. In Rotterdam krijgen wij vier eeuwen
meesterwerken te bezien waarbij den grooten
nieuwen Vermeer; in Amsterdam n eeuw Fransche
kunst. De Amsterdamsche tentoonstelling is het
gemakkelijkst te overzien (dat spreekt van zelf, ook
daarom, omdat daar uitgegaan is van het standpunt,
niet werken van zooveel mogelijk schilders te doen
zien, maar zooveel mogelijk werken telkens van
n schilder, waardoor de gelegenheid wordt ge
schapen beter wat ik noem den omtrek van een
schildersleven voor zich vast te stellen, beter den
omvang te onthouden van n schilder.)
Dit is wat ik steeds noodig vind, zonder dat kan
toch geen wezenlijk overzicht in details van het
schilderen verkregen worden hoe wenschelijk
ten slotte een overzicht is en hoe noodig. De
Amsterdamsche tentoonstelling heeft ook nog dit
voor, door de periode, die zij omvat, dat 'net getal
der kenners, der belangstellenden procentsgewijze
tusschen de bezoekers betrekkelijk groot moet zijn.
De periode toch die zij vertoont, is nog niet enkel
historie geworden voor de meesten, maar zij heeft
nog de polslag van het leven, van het beleefde, van
dat, waarvoor en waartegen gestreden is, al is die
strijd al weer een tijd gestreden; al kan er voor de
jongste nieuwsgierigen misschien een nieuwen
strijd om ontstaan. Want hoe genieten zij of hoe
genieten zij niet, wat onze jeugd bevangen heeft.
DE tentoonstelling van Franschen, thans in het
Stedelijk Museum is de tentoonstelling van
ongeveer twintig Franschen, vertegenwoordigd door
hun werk, en al zijn zij niet allen uiterst belangrijk
(Pisarro lijkt mij de zwakste) toch is het een ten
toonstelling, die iedereen, wien schilderkunst na aan
het hart gaat, hoort te gaan zien; hij kan er een
aantal van zijn inzichten toetsen, zijn herinne
ring verlevendigen, zijn gevoel voor schakeering
versterken, zijn optische levendigheid rapper maken,
zijn psychische nauwkeurigheid nagaan, hij kan
zijn opvatting der schilderkunst controleeren.
Er is toch (nog eens) allerlei verscheidenheid in
deze eeuw van Fransche kunst!
(Ingezonden mededeeling)
JAN HAVICKSZ STEEN 1626?1679
HET GEBED VOOR DEN MAALTIJD.
Tentoongesteld Zomertentoonstelling
FIRMA D. KATZ - DIEREN
TOTEN MET 15 SEPTEMBER.
Boven : Degas: Portret van Henri Rouart en zijn dochter
Hiernaast: Gauguin. Nafeafaaipoipo" (wanneer trouw je?)
Er zijn zeker scholen, maar toch veel persoonlijk
heden, afzonderlijkheden, die niet alleen in Frankrijk
invloed hadden en hebben. Wij vinden er't werk van
David, die ons, Hollanders, het meest bij blijft door
zijn portretten. Ingres, wiens portretten nauwkeurig
geschilderd, minder eng van makelij zijn dan ge
zoudt denken en wiens vleesch" zinnelijker is dan
u lijkt, wiens geteekende portretten een soort
standaardwerken waren; ge vindt er Delacroix de
bewogene, den weidsche vol dramatische belang
stelling; Daumier, den menschelijke, wiens hart
openbaar was en zijn medelijden, wiens figuur fel
gemodelleerd en ruim gehouden bleef en den wijd
uitvloeienden Daubigny.
Courbet is er met zijn degelijk-voltooide kunst,
naakten en stillevens. Boudin, wiens geestige sier
en ijle luchten soms onderschat worden omdat hij
zoo veel werks naliet. Manet, de verrukkelijk
zuivere bloemenschilder en vrouwenschilder, die
van een Franschman de gratie in zijn kleur, in zijn
schriftuur u kan verklaren; die Isaac Israëls
beinvloedde, Bertha Morisot werkelijk vooruithielp.
Renoir is een zeer natuurlijk, aangenaam zinnelijk
schilder, maar wiens rood-bruin werk de Amerikanen
zeer verrukt en ons dat niet doet; wij gelooven
Hollanders competenter in dit geval, zelfs zonder
eenigen hoogmoed, maar wiens Loge voor ons
een zeer rijk, weelderig werk blijft evenals Monet's
vrouwenportret uit ± 1870 in onze herinnering
staan bleef.
Cézanne kon hier niet ontbreken. Zijn landschap
heeft te veel invloed daarvoor in Holland gehad
(de Wiegmans). Zijn vruchtenstillevens kunnen iets
onsterfelijks hebben, zijn portretten hebben dat
langzame, dat soms verwant is met het eeuwige.
Hij was de natuurlijke tegenstander van Vincent.
Diens hartstocht ontwrong het leven soms een
wrange eeuwigheid, voor Cézanne breidde het
landschap zich uit als een fresco der tijdeloosheid.
Een der rijpste schilderijen, schets ? is de bekende
Deerne van De Toulouse Lautrec waar de materie
der verf een tragische zwaarte gaf aan de voor
stelling (gaarne had ik werk hier herzien). Want
het had een wijziging nog kunnen brengen in de
kenschetsing van dit bitter talent.
TWEE schilders, teekenaars en schilders, wil ik
nog behandelen. Degas en Gauguin, zeer ver
schillend, zooals er hier zooveel verscheidenheden
zijn. Degas de nauwkeurige en de in zijn groepen
van danseressen de rhythmische; in zijn portret
van den graaf Lapic (hier niet te zien) merkwaardig
door de verdeeling en door het accent van het ras
in de figuur, zooals hij dat in zijn paarden kon
wezen. Gauguin, die ons nog pas vlakbij lijkt,
de decoratieve en 't begin reeds van Braque,
de schilder van het portret van Vincent van Gogh
en die later in Tahiti zijn laten roem zou vinden
door wezenlijk decoratieve vlakverdeeling, met
weinig figuren en ruim lijnenspel.
Hiermee eindig ik. Ik heb niet allen genoemd,
noch een overzicht van de eeuw" gegeven, waarin
de Fransche kunst ongetwijfeld de levendste was
en de meest gevarieerde in Europa, toen zij overal
invloed kreeg en van dien tijd af soms nog wel wat
hield.
Zij is in reeksen van werken en in reeksen van be
schouwingen sindsdien met ijver gedefinieerd; ge
deeltelijk vervangen door excessen, waardoor wij
weer heen worstelen naar het ontkende ambacht.
De Fransche kunst die wij hier zien was bovenal een
bewijs van leven en verscheidenheid in leven, meer
dan zorgvuldig uitgewerkte picturale theorieën.
Het heeft haar niet geschaad, zij kende daardoor
weinig de onvruchtbaar makende beperkingen.
N.V. KUNSTHANDEL
P. DE BOER
GROOTE
ZOMER
TENTOONSTELLING
IN DE ZALEN
HEERENGRACHT 474, AMSTERDAM
Dagelijks (behalve Zondags) Geopend van 10-5 uur
PAG. II DE GROENE N* 3190