De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 23 juli pagina 12

23 juli 1938 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven Kind eren en sproo les }e nieuwe lijn f f ET is zomervacantie, en wie op reis gaat, staat in twijfel wat hij, jj j£ neen, zij mee zal nemen : een trui, een sweater, een warme mantel en een regenjas, of toch maar alle heerlijkheden die wij modeverslag gevers u geregeld voorspiegelen: shorts, sun-tops", zonnehoeden, gén kousen en vél sandalen, desnoods gecompleteerd met i jurk en i driekwart jas. Een selectie uit beide groepen zal vermoedelijk het beste aan de verschil lende mogelijkheden tegemoet komen; maar in ieder geval zal men aan de Rivièra zoowel als in Koevorden een avondjurk noodig hebben. Mocht iemand nu meenen dat men in Koevorden een andere snit eischt dan aan de Rivièra, dan moeten wij naar onze foto verwijzen: dit model zal in beide oorden des vermaaks tot zijn recht komen. Immers, het is decent, bekoorlijk en uiters modern; het illustreert, in n woord, datgene wat de laatste dagen wel eens als de nieuwe lijn" betiteld wordt: de ruime rok, ontleend aan de stijl japonnen" der afgeloopen seizoenen, maar gezet op een corsage dat, met een souoereine minachting voor alle romantiek, eenvoudig het overhemdmodel nabootst. En zooals in een goed-modern ingerichte kamer een enkel mooi antiek meubel niet detoneert, maar 'integendeel eerst nu tot zijn recht schijnt te komen, zoo vormt dit quasi-zakelijke corsage met de ruischende rok een harmonisch geheel, dat de Koevordenaren niet te gek, en de Rivièra-bewoners net gek genoeg zullen vinden. Niet dat het gemakkelijk in den koffer kan zonder te kreukelen, want het is van piqué, zwart en wit gestreept; maar komaan, als u naar de Rivièra gaat, hebt u koffers genoeg, en is Koevorden uw doel, dan bent u er in een paar uur, en kunt u de jurk dadelijk uithangen. A propos, een japon die wat gekreukeld is, is vaak zonder strijken weer goed te krijgen, als men haar op de badkamer hangt, en haar daar een paar dagen laat. Het lijkt misschien op magie, maar dat is het niet: de waterdamp in de lucht doet het werk van het strijkijzer. niiiiiiiiiiiiiimll imiiimiiiiimiiinn? MIJN vriend Johan kwam op visite. Hij was zeer gedeprimeerd, want hij had thuis een vreeselijkescène gehad met Louise, zijn echtgenoote. En waarom? Omdat Louise de kinderen met alle geweld van Blauw baard had willen vertellen, en omdat Miesje bleek was geworden en erg gehuild had, en omdat Petertje niet kon slapen van opwinding. Een ergerlijke gewoonte is dat van sommige menschen," zei hij, ,,om de onschuldige kinderziel zoo te veront rusten met allerlei lugubere leugens." Je snijdt daar een oude taart aan," zei ik. Ziehier het smakelijke onder werp; mag men kinderen sprookjes vertellen?" Neen," zei Johan. Neen. Ik weet wel wat jij en andere vertegenwoor digers van een zeker ouderwetsche of liever gezegd: zwakkelijk-romantische paedagogie, er van zeggen; dat sprookjes veredelend werken omdat de deugd altijd beloond wordt en zoo, en dat het kind een sprookje als waarheid kan aanvaarden. Maar ik houd mij bij de logica, bij de waarheid en de realiteit. Kinderen hoeven niet den indruk te krijgen, dat er booze mannen en heksen zijn; dat kan hoogstens aanleiding geven tot het ontstaan van een ongezond angst complex, een geestelijke verstarring op n punt. Fataal, zeg ik je, in n woord fataal. En inderdaad moet ik ook aanvoeren, als zoovelen voor mij, dat een sprookje altijd een leugen is, altijd en immer; en mijn kinderen zullen niet het leven ingaan, met een herinnering aan tallooze leugens, die zij al op vroegen leeftijd te verwerken en te ontmaskeren kregen. ..." Goed zoo, Johan," prees ik, je spreekt als een verstandig mensch. Maar " Gén maar," zei Johan streng. Waarom huilde Miesje anders ? Waar om was Petertje zoo opgewonden?" Omdat," zei ik, omdat Louise hun juist het naarste verhaal deed, dat er te bedenken is. Blauwbaard is een idioot verhaal, zoo maar eens een gruwelverhaal, zonder meer; het komt trouwens met veel andere sprookjes van Grimm en van Moeder de Gans hierin overeen, dat het oorspronkelijk niet voor kinderen bestemd is. Maar neem nu eens Sneeuwwitje.. .." Die gaat dood,"zei Johan afkeurend. Of de wolf en de zeven geitjes," hield ik vol. Allemaal dood," sprak Johan somber. Of Roodkapje." Opgegeten." Asschepoester dan." Hm" zei Johan. Flauwe onzin. Toovenarij en zoo." Goed," zei ik. Maar Sneeuwwitje en Roodkapje en de zeven geitjes worden allemaal weer levend, en daarom is het verhaal begonnen; opgegeten worden en doodgaan is niet erg, als je maar weer levend wordt, en dat is het heerlijkste dat er bestaat, tenminste voor een kind. Als een eng verhaal heelemaal goed afloopt, heeft het kind iets gewonnen, het heeft meer vertrouwen in de wereld gekregen, minder angst voor booze mannen en slechte heksen. Want jij, die een wandelend psychologisch handboek bent, behoort te weten, dat vrijwel ieder kind, in zijn angst voor al het onbekende en groote, dat hem omringt, de wereld in gedachten met zwarte reuzen en kwade heksen bevolkt. Bijna ieder kind lijdt aan wat jij een angst complex noemt, en de genezing daarvan is heel moeilijk. Nu weet je zonder twijfel, dat het klassieke sprookje weinig anders is dan een droom, met symbolen die onmiddellijk op het kinderlijke onderbewustzijn inwerken; het is alleen een tendentieuze droom, die de strekking heeft het kind van zijn angsten te bevrijden. Een ouder wetsche, maar doeltreffende heilpaedagogie, Johan." LIEFHEBBER jij tegenwoordig in de psychologie?" vroeg Johan. Neen," zei ik, die wetenschap is veel te gevaarlijk om er in te lief hebberen. Maar ik ben verzot op die uitgedroogde oude taart; kinderen en sprookjes, waarvan dat, wat ik nu juist zei, slechts een psychologisch rozijntje is. Maar weet je, wat voor mij de kers in het midden is? Dat is de Leugen, die wonderlijk-mooie Leugen, die in bijna al deze vertelseltjes te vinden is. ..." Maar...." zei Johan. De waar heid " Zeker," knikte ik, de waarheid, en alles wat er bij hoort; daar weet ik van. Je kunt wel gelijk hebben; maar dan bestaat er ook geen geluk, en zelfs geen lach; want ieder vleugje geluk, en iedere oprechte lach, over komt ons als een wonder. Anders was het immers geen geluk meer, en geen lach meer; dan was het alleen een som die op nul uitkomt. Hoor eens, mijn jongen; die Waarheid van jou is best, maar ondragelijk en je mag haar je kinderen niet opleggen. Laat hen gerust gelooven in de leugen van de toovenarij en van het wonder, maar laat hen er dan zóó vast in gelooven, dat het geloof hen nooit weer verlaat. Dan hebben zij de grootste kans om gelukkig te worden, en te kunnen lachen. Ik geloof er ook in; ik geloof in menschen, die kunnen tooveren, in een wijzen man, die van een leelijk gedrochtje een schoone prins maakt, en in een oud vrouwtje, dat midden in de woestijn een heerlijke bloementuin kan tooveren. ..." Kalm, kalm, kalm," zei Johan. Blijf logisch !" Om je te dienen," sprak ik. Er bestaan honderdduizend en meer ver haaltjes, die door logische, welmeenende menschen geschreven zijn om het sprookje te vervangen; over Marietje, die voor het eerst naar school ging, over een arm poesje, dat Vader en Jantje op straat vonden, over stoute Pieterbaasje en de vriendelijke meneer van school, en over nog veel meer onnoozelheden, die suikerzoete misbaksel-paedagogie-kindert j es graag snoepen. Maar ik geef je die heele rommel cadeau, met je blikken waar heid er bij, voor de koets die Asschepoester's petemoei uit een pompoen en een stelletje ratten tooverde, of voor die eene kus, die Sneeuwwitje uit den dood deed herrijzen." Maar dat is overprikkeling van de fantasie," oordeelde hij somber. Je begaat een misdaad als je de fantasie van je kinderen in slaap laat wiegen met onbenullige slappe aftrek sels van groote-menschen logica en realiteit. Ik wilde, om alles wat ik heb, dat ik de wereld nog, net als vroeger, voor een sprookje aan kon zien. Teleur stelling? Ja, maar het sprookje was de teleurstelling waard.... en ik geloof er immers nóg aan? Het is van zijn plaats gedrongen door een paar onmis kenbare harde groote-menschen reali teiten; zeker, maar ik lach wel eens, ik ben soms gelukkig, ik beleef soms een wonder. Dat is het sprookje, de Leugen...." J. G. TOONDER PAG. 11 DE GROENE No. 3190

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl