Historisch Archief 1877-1940
Van de uutnementheyt der vrouwen"
Gelijkwaardigheid van de vrouw
in de zeventiende eeuw
N het jaar 1639 kwam een boekje
uit van den arts Johan van
Beverwijck Van de uutnementheyt des
vrouwelicken geslachts", dat volgens
uitlatingen van tijdgenooten al eerder
in het latijn verschenen zou zijn.
? Dokter van Beverwijck is een
warm bewonderaar van de vrouwen,
van wie hij niet alleen wil aantoonen,
dat zij gelijkwaardig zijn aan den
man, maar dat zij hem verre over
treffen. Hij zou willen volstaan met
een simpele lofzang van wat zich zóó
boven alle blaam verheven toont,
maar hij moet wel optreden als haar
verdediger tegen eenige omstuimige
gheesten, die een onweder in tong en
penne ruyscht". Er zijn er, die
meenen, dat vrouwen geen menschen
zijn. Aristoteles heeft het wanbegrip
in de wereld gebracht, dat de vrouwen
een misslag van de natuur" zijn,
die slechts als doel heeft het voort
brengen van mannen. Deze meening
heerscht, terwijl de vrouwen toch de
mannen in aantal zooverre overtreffen.
Durft men dan aannemen, dat de
natuur vaker haar doel zal missen dan
bereiken? Trouwens ook de anatomie
maakt het mogelijk vast te stellen,
dat de vrouw superieur aan den man is,
wordt in het eerste deel Van de
natuur der vrouwen" betoogd.
Het tweede deel is opgedragen aan
Anna Maria van Schuurman en han
delt over de geleertheyt en wysheyt der
vrouwen.
VAN nature is de vrouw even ge
schikt voor intellectueelen arbeid
als de man. Zij is nog tot iets anders
dan den spinrocken" geboren, even
goed als hij kan zij verschillende talen
leeren, zich in verschillende kunsten
als dichten en schilderen bekwamen.
Wie en zoude door deze
uytnementheyt niet opgeweckt werden om sijn
selven van de banden der onwetenheyt
losch te maken ende soecken het talent
sijns verstants, na de mate het van
Godt gegeven is, tot wysheyt ende
geleertheyt te besteden? Mij hebben
voorwaer die goddelijcke gaven soo
beweeght, dat ick niet en hebbe met
goede oogen konnen aensien, dat den
goeden geest van myn twee
dochterkens in gemeen Vrouwenwerck zouden
verstickt werden; derhalven onderwyse
ick haar uyt school komende ende
genoegh gespeelt hebbende beneffens
haer broeder, over tafel ende by 't vyer,
wederom als een nieu spel, in de Talen,
die se met grooten lust aennemen ende
onthouden, hoe weynigh jaren sy noch
hebben."
Dokter van Beverwijck toont zich
hierin niet alleen een vrouwenkenner,
maar ook een goed paedagoog.
Het aardige is, dat van Beverwijck,
die voor de zijn theorieën toelichtende
verhalen bijna altijd naar Grieksche en
Romeinsche oudheid teruggrijpt, in dit
tweede boek op vele voorbeelden van
ontwikkelde Noord- of
Zuidnederlandsche vrouwen weet te wijzen. Men
maakt er kennis met Anna Maria van
Schuurman in al haar veelzijdigheid,
met een Roemer Visscher en haar
zuster de begaafde Tesselschade, het
vertelt van Zuidnederlandsche schilde
ressen als b.v. Johanna Othonia van
Gent.
MET instemming haalt hij aan wat
Budaeus, Raad van den
Franschen koning Frans I, van zijn vrouw
vertelde:
Jae dat is mijn huysvrouw, die zoo
neerstigh sorge draeght voor myn
boucken, als voor myn kinderen, om
dat sy siet, dat ick daer veel mede te
doen hebbe". Immers, in het werkelijk
goede huwelijk heeft de vrouw de
leiding niet alleen over de kinderen,
die zij de moedertaal" leert, maar
geeft zij ook leiding aan den man.
Zelfs staatslieden hebben bij het
nemen van beslissingen prijs op het
oordeel van hun vrouw gesteld.
Nog veel andere deugden van de
vrouw" vermeldt het derde boek, dat
daaraan gewijd is. Het schetst de
vrouw bij voorkeur als een trouwe
echtgenoote, die weet van volharding,
maar voor alles eigenlijk een scherp
zinnig, eerder nog een slim wezen is.
Zoo kan men er toe komen, wat
Beverwijck als deugd uitlegt ook eens
anders op te vatten. En dit gebeurde
ook.
Naast de vele bijval, die deze ver
dediger der vrouwen kreeg, meende
ook iemand hem tegen te moeten
spreken. Dat was Daniel Jonctys, die
overigens niet zonder waardeering
voor de vrouw was. Niemand ver
beelde zigh, dat hier een straffen
Vrouwenhaeter ter baen koomt, die dat
vermaekelyk geslacht uit den ry der
menschen uit-stootende, onder de
monsters plaetsen wil.... Wy ver
heugen ons veeleer in den lof, die haer
toekoomt, en in den hoogen luister en
uytmuntende deugden, waerdoor
verscheye vrouwen, als boven haer ge
slacht, hebben uitgesteken". Neen het
is niet tegen het feit dat vrouwen zich
mannen gelijkwaardig kunnen toonen,
dat Jonctys te velde trekt, alleen, dat
sy oock veel bequamer, als de mans
zyn en kan van haer, die de manne
lijke achtbaerheid liefhebben, niet onbe
sproken (onbetwist) blijven", betoogt
hij in zijn boekje Der Mannen
opperwaerdigheijt beweert".
A. STOLP
DEROLFILM
MET DE BESTE RESULTATEN
Een klein geheim,
dat U van ie d er en
dag genieten laat!
Ieder mensch kent die uren
op den dag, waarop plotse
ling alle energie lijkt weg te
ebhen,waarop men eensklaps
lusteloos en zwaar" schijnt
te worden. Ga toch echt ge
nieten van eiken dag . . . van
alle dagen, die het jaar telt!
Leer de opwekking kennen,
die er schuilt in 'n flacon
Eau de Cologne Boldoot. De
fitheid, die 'n paar druppels
U schenken. Den levenslust,
de nieuwe energie!
Vermoeidheid en lusteloos
heid; ze vervliegen met
een paar druppels Eau de
Cologne Boldoot
Impériale
vanaf 25 ets.
Véritable
vanaf 20 ets
Eau de Cologne
NEDERLANDSCH FA B R ( K A A T.
OPRUIMING
IN ALLE
AFDEELINGEN
METZcCO
AMSTERDAM DEN HAAG
CREDIETEN
van circa f 1000.?beschikbaar, af
lossing 12, 18 of 24 maanden. Dis
crete afwikkeling, geen kosten vooruit.
Postzegel voor antwoord bijvoegen.
Credietbank ,,'s-Gravenhage"
Allard Piersonstr. 9d, Hotterdam, Te). 33203
OUD GOUD
JUWEELEN enz. tegen hoogs ten prijs
F* LANGEDIJK
Frederlksplein 11, VMani
Inkoop Gouden Tientjes fl. 12.20?fl. 12.45
Geen Kantoorhuur en toch ...
alle voordeelen van een eigen kantoor of corres
pondentie-adres, met telefooncel, spreekkamer,
gelegenheid tot correspondentie en dupliceerwerk.
Amsterdamsche Kantoren-Centrale. Tel. 46720
Gebouw Candida", N.Z. Voorburgwal 120-126
deze week in de uitkiik":
toegang
18 Jaar
i e 3' i
jaarlijksche vertooningen van
d i e O? groschen op er
scenario : beft brecht muziek: kurt Welll
regie: g. W. pabst
PAG. 13 DE GROENE No. 3190