De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 23 juli pagina 16

23 juli 1938 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

De beroemdste man van -o ALS men nu, in het jaar 1945, achteruit ziet, kan men zich er slechts over verwonderen, dat zooiets eigenlijk niet reeds veel vroeger geschied is. De Vereenigde Staten hadden sinds geruimen tijd ononderbroken en zonder scrupule gewerkt aan de opeenhooping van een hoeveelheid ontplofbare stoffen, die vroeger of later moesten explodeeren. Het moest nl. wel eens gebeuren dat op een dag een nationale held met geweldig lawaai uit de wolken viel, die niet genoeg verstand, niveau en karakter had om tegen de orgieën van roem en eer opgewassen te zijn, waarmee lange-afstandvliegers en wereldvliegers overstroomd werden. Lindbergh en Byrd, Hughes en Corrigan waren, tot geluk, voor de nationale eer en de internationale verstandhouding gentlemen geweest en hetzelfde kan men ook zeggen van andere beroemde vliegers. Zij droegen hun lauriertakken met charme, kwamen den storm der publiciteit te boven, trouwden voor treffelijke vrouwen uit goede familie en trokken zich stil in het particuliere leven terug. Geen incidenten overwaasden hun gedrag op de gevaarlijke hoogten van den roem. Maar de uitzondering op dien regel moest toch eindelijk eens plaats hebben, hetgeen geschiedde in Juli van het jaar 1940, toen Jack (?kameraad") Mist, voordien hulpje van een monteur in een kleine reparatie-inrichting in Westfield, lowa, een tweedehands, eenmotorige Bresthaven Dragon Fly III eendekker in een nonstopvlucht om de geheele aarde stuurde. NOG nooit in de historie der aviatiek had men van een vlucht als die van Mist durven droomen. Toen de monteur, een slecht gebouwde, knorrige, onaangenaam uitziende jonge man van twee en twintig jaar, begin Juli 1940, op een groote tabakspruim kauwend, op het Roosevelt' vliegveld verscheen en verklaarde: Echt vliegen, hè, echt vliegen, nou, dat heb niemand nog kenne zien", toen schreven de kranten over zijn ontworpen veertigduizend kilometervlucht slechts in een kort gekscherend bericht. Men hield het geheel voor een reclametruck: het roestige, verbogen oude vliegtuig zou zeker niet werken. Het geheel was een slechte grap. Mist steeg echter, nadat hij nog bij een jongedame die in de vouwdoozenafdeeling van een kartonnagefabriek werkte, op bezoek geweest was, en die hij later als zijn suikerboontje" betitelde, op dien gedenkwaardigen zevenden Juli 1940 bij zonsopgang gelaten en onverschillig in zijn belachelijk vliegtuig op, spoog een straal tabakssap door de stille lucht en begon met niet meer dan vier liter goedkoope drank en drie kilo salami uitgerust zijn vlucht om de wereld. Toen de auto-monteur over den oceaan verder donderde, moesten de kranten ernstig berichten, dat een onbekende dwaze jongeman zijn naam werd verscheidene malen fout vermeld werkelijk de dolzinnige poging gewaagd had in een gammel, eenmotorig vehikel de wereld om te vliegen waarbij hij zich voorzien scheen te hebben van een of ander systeem van reservebenzinetanken, ontworpen door een wildgeworden professor. Toen het vliegtuig vier dagen later zonder een enkele tusschenlanding, proestend en hoestend weliswaar, maar toch maar geweldig en door een wonder nog steeds in de lucht, boven de baai van San Francisco op dook en koers zette naar New York, kruq brut. t *m..\ r oen. vorst lampacjne; Een verhaal van De Groene door James Thurber groeiden de krantenkoppen, die reeds de geheele rest, zelfs de vermoording van den gouverneur van Illinois door de gangsterbende van Vileti van de eerste pagina's verdrongen hadden, tot nog nooit vertoonde grootte en de reportages begonnen tot vijfentwintig en dertig kolommen te zwellen. Het was echter opvallend, dat de berichten van de vlucht over den vlieger zelf slechts weinig vertelden. Dat lag niet daaraan, dat men over den held als mensch te weinig wist. Integendeel! Het feiten materiaal was veel te nauwkeurig en veel te uit gebreid. De verslaggevers, die zoodra Mist's vliegtuig boven het Fransche kustplaatsje Serly-le-Mer gesignaleerd werd, naar lowa gesneld waren, om de geschiedenis van het leven van den grooten man te onthullen, hadden onmiddellijk de ontdekking gedaan, dat zijn levensgeschiedenis niet gedrukt kon worden. Zijn moeder, een zielige kookster in een armzalig restaurant, had op alle vragen over haar zoon slechts het booze antwoord: Moge de duivel hem halen. Hopelijk verzuipt hij". Zijn vader scheen ergens in een gevangenis te zitten, omdat hij plaids uit auto's gestolen had; zijn jongere broer, een gees telijk onvolwaardige, was eerst voor kort uit een verbeteringsgesticht ontvlucht en werd reeds gezocht door vier staten in het Westen, omdat hij postwissels op postkantoren ontvreemd had. Deze ontzettende ontdekkingen hoopten zich op, terwijl -kameraad Mist, de grootste held van de twintigste eeuw, met moede oogen, halfdood van slaap, zijn krankzinnige kist reeds hoog over het gebied, waarin de beklagenswaardige geschiedenis van zijn leven aan den dag gebracht werd, langs den kortsten weg naar New York en tot grooteren roem stuurde dan nog ooit een mensch van zijn tijd genoten had. DE noodzaak, in de kranten iets over de loop baan en persoonlijkheid van den jongen man te brengen, had een buitengewoon pijnlijke situatie ten gevolge. De feiten prijs te geven was natuurlijk volkomen onmogelijk; reeds toen de jonge man zijn tocht om de aarde afgelegd had, en boven Europa was, had de sympathie der groote massa zich van hem meester gemaakt, die zich nu met de snelheid van een prairiebrand uitbreidde. Hij werd dus tot een bescheiden jongeman, zwijgzaam, blond, be mind bij zijn vrienden, bemind bij de meisjes. De eenige foto van Mist, die hem toonde aan het stuur van een kartonnen automobiel in een goedkoop foto-atelier op een lunapark, werd zoo geretoucheerd dat de kleine plebejer er nog heel toonbaar uitzag. Zijn scheeve grijns werd tot een charmant glim lachje omgestreken. Zoo hield men den ex tatischen enthousiasten landslieden van den jongeman de waarheid voor. Zij konden niet vermoeden, dat Mist's familie door de buren gevreesd en veracht was, konden niet vermoeden, dat de held zelf, door talrijke kwalijkriekende stoute stukjes in Westfield voor een gevaarlijke vagebond gehouden werd. Hij had, naar de reporters ontdekten, eenmaal den hoofdonderwijzer op school een mes in het lijf gestoken, hem weliswaar niet gedood, maar toch met een mes gestoken; en een anderen keer had hij, toen hij verrast werd bij het stelen van een altaar kleed uit de kerk, den koster met een pot lelies op zijn hoofd geslagen; voor ieder van deze wandaden had hij een zekeren tijd in een verbeteringsgesticht moeten doorbrengen. In stilte baden de autoriteiten, zoowel in New York als te Washington, dat een verstandige voor zienigheid, hoe vreeselijk zooiets ook mocht schijnen, onheil over het roestige gedeukte vliegtuig en over zijn beroemden piloot zou brengen. De autoriteiten waren overtuigd, dat het karakter van den thans beroemden vlieger in het schijnwerperslicht van de matelooze bewondering der geheele wereld zich zou ontpoppen als dat van een beroepssuccesjager. Ik hoop", zei de staatssecretaris, bij een der talrijke geheime kabinetszittingen, die over dit nationale dilemma bijeengeroepen waren, ik hoop, dat het gebed van zijn moeder verhoord wordt", waarmee hij doelde op mevrouw Emma Mist's wensch, dat haar zoon zou verdrinken. Maar daarvoor was het reeds te laat. Mist had den Atlantischen en den Stillen Oceaan over gesprongen alsof het een paar plassen waren. Drie minuten na twee uur, des namiddags van den i i-den Juli 1940 zette de monteur zijn belachelijk vliegtuig met een technisch volmaakte landing op het Roosevelt-vliegveld neer. DEN grootsten vlieger der wereldgeschiedenis een bescheiden ontvangst te bereiden zou natuurlijk niet mogelijk geweest zijn. Men ontving hem op het Roosevelt-vliegveld met zoo prachtig voorbereide en veelomvattende plechtigheden, dat de geheele wereld ontroerd was. Gelukkig echter viel de uitgeputte, oververmoeide held prompt flauw, moest uit zijn toestel gedragen worden en werd van het vliegveld weggewerkt, zonder zijn mond een enkele maal geopend te hebben. Zoo kon hij onmogelijk de waardigheid van deze eerste ontvangst verstoren, die vereerd werd met de aanwezigheid van den staatssecretaris van oorlog, de hoogste autoriteiten van de stad en den staat New York en een uitgelezen groep Europeesche diplomaten. Mist was ook niet op tijd hersteld om aan de schitterende plechtigheid deel te nemen, die den volgenden dag in het raadhuis gehouden werd. Hij werd snel in een afgelegen sanatorium gebracht en in bed gestopt. Eerst na negen dagen kon hij, of liever liet men hem opstaan. Den dag, dat de kleine monteur eindelijk verlof kreeg, om op te staan en zich aan te kleeden en sedert twee weken voor het eerst een groote pruim in zijn mond stak, op dien dag mocht hij de journalisten ontvangen. Het doel was, hem op den proef te stellen. Mist wachtte niet op vragen. ,,Zoo, jullie krantenluizen", zei hij de ver tegenwoordiger van de Times" schrok pijnlijk op jullie krantenluizen kunnen de lekkere wereld laten vreten, dat ik hun Lindbergh een oplawaaier heb gegeven. Ja, en ook, wat voor stukken ongeluk die beide knulletjes waren". Met de beide knulletjes" waren twee dappere Fransche vliegers bedoeld, die twee weken te voren bij hun poging om de wereld half om te vliegen boven den oceaan ver dwenen waren. De man van de Times" was flink genoeg, Mist in te lichten over de bij dit soort interviews gebruikelijke vormen. Hij legde hem uit, dat men niets arrogants mocht zeggen, waarmee men de prestaties van andere helden in waarde verminderde, vooral niet, wanneer zij behoorden tot een buitenlandsche natie. Bah, flauwe kul", zei Mist. Ik heb het klaargespeeld, of niet soms? Ik heb het voor mekaar gebracht, ik zal er over praten ook." En hij praatte er over. Van dit vreemde interview werd natuurlijk geen letter gedrukt. Integendeel, de kranten, die reeds onder de vaste leiding van een speciaal voor dit doel geschapen en uit staatslieden en vooraanstaande journalisten samengesteld geheim directorium stonden, verkondigden een in ademlooze span ning verkeerende wereld, dat Jackie", zooals men hem noemde, niet mér wilde zeggen, dan dat hij zeer gelukkig was, en dat ieder in staat geweest zou zijn te doen, wat hij gedaan had. Wat ik gedaan heb, heeftmen, geloof ik, een beetje overdreven", liet het artikel van de Times" hem met een verlegen-bescheiden glimlach protestee ren. Deze berichten werden den held niet ge toond, en dat droeg er geenszins toe bij, zijn steeds groeiende ontstemming te verminderen. De siPAG. 16 DE GROENE No. 3190

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl