Historisch Archief 1877-1940
KLEINE HONDENTAAL-WOORDSCHAT
Heusch, mijn hond is echt geen gewone hond. Ik houd er niet van, altijd maar
over een hond te spreken, maar heusch, hebt u ooit een hond gezien, die
komkommersla at? Ja, het is gek, altijd als ik komkommersla eet komt hij net zoo lang bedelen,
tot hij "
En mijn hondje, u kent toch mijn Betsy! Die kan niet slapen als ik 's avonds niet
thuis ben. Dan zit ze bij het voeteneinde van mijn bed te wachten, de stakker! Daarom
ben ik ook altijd een beetje nerveus als ik dan toch eens een keer uitga."
En dan mijn PittJ . Dat is een Schotsche terriër en heeft al drie eerste prijzen ge
wonnen. Maar hij is ook prachtig; hoe trots en gracieus draagt hij zijn ooren."
ja, ik weet, dat juist u den liefsten", besten", mooisten", trouwsten",
schattigsten", bijzondersten", hond van de wereld hebt. Een zeer aparte hond met een buiten
gewoon eigen zieleleven. U hebt den allerliefsten".
Maar] ook ik heb den allerliefsten hond. Dat is een langharige tackel met zulke lange
ooren en zoo intelligent! Hij heeft mij de internationale hondentaai leeren verstaan.
Wat zou het eigenlijk prettig zijn als ook wij menschen een zo e algemeen begrijpe
lijke taal hadden.... Laten we daarom maar vast een beetje hondentaai" gaan leeren.
Hier Is de eerste les:
Mag ik me even voorstel/en : ik ben
een vriendelijke hond en heet joki
Ab er bezoek is: Hè,
feef mij nou ook wat l"
Jij hebt toch al zoo veel schoenen; deze mag ik nu toch wel kapot bijten ?
Vreesef/jk, die vloo .'
Nou ben ik beleedigd
Wat wil je nou weer ?
Gek Is dat; de menschen
kunnen maar niet begrij
pen, dat leveranciers
gebeten moeten worden
Mina ruikt goed, maar waarom
wil ze nu niet met mij' spelen ?