De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 30 juli pagina 15

30 juli 1938 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Achter de sluiers van Iraks vrouwen Een Iraksche schoone ANDERS dan in het moderne Turkije wordt in de Arabische landen het familieleven ook nu nog beheerscht door de patriarchale voorschriften van de Koran. De wet van Mohammed is door een man en voor mannen opgesteld. De positie van de vrouw wordt zoo opgevat alsof het voor alles er om ging de betere, maar zwakkere helft van de menschheid als het ware buiten gevecht te stellen. Juist in Irak, het oude Mesopotamië, het schouwtooneel van die verhalen waarvan wij in onze jeugd droomden, het tooverland van trotsche dochters der sultans en van smachtende prinsen...., juist hier gelden voor de vrouw nog oeroude gebrui ken die ons Westerlingen uiterst achterlijk voor komen. Bij de Bedoeïenen en de lagere klassen van de be volking genieten de meisjes zelden eenig onderwijs. Lezen en schrijven is voor hen een curiositeit. Zij trouwen jong, en alles, wat van hen wordt ver langd is dat zij zonen ter wereld brengen, dat zij melken, bakken, boter en kaas bereiden, misschien nog matten en kleeren weven. jONGE mannen zijn gewoonlijk op zeventienJ jarigen leeftijd verloofd, meisjes reeds wan neer zij twaalf zijn. Zij worden verloofd, want over hun eigen verlangens wordt niet gesproken. In de eerste plaats heeft op de hand van een meisje haar oudste neef aanspraak. Derhalve zijn de meeste Arabische huwelijken familiehuwelijken. De jonge man mag ook een ander kiezen. Het meisje echter, vooral in de voorname families, moet haar neef nemen. Op deze wijze blijft het familievermogen intact en het ras in stand. Oudere en geziene vrouwen uit de familie van den man treden in den beginne bij het huwelijks aanzoek als onderhandelaars op. Daarbij wordt de schijn in acht genomen, alsof het meisje en haar mannelijke Tttwanten van niets weten. De afge vaardigden van den toekomstigen bruidegom prij zen zijn bekwaamheden, zijn rijkdom en zijn aan zien, de familieleden van het meisje nemen een preutsche en afwijzende houding aan als een koop man, die voor zijn waar het hoogste bod wil uit lokken. Is de prijs, die geboden wordt, niet aantrek kelijk genoeg, dan maken de familieleden van het meisje aan de onderhandelingen een einde met de woorden: Wij hebben geen huwbare jonge doch ter." Daarmede is men dan uitgepraat. Indien het huwelijk gewenscht schijnt, dan wordt tusschen den vader of den oom van den bruidegom en den vader of den oom van de bruid een overeenkomst gesloten waarin ook de financiën worden geregeld. Gewoonlijk betaalt de bruidegom een vierde tot een derde van den prijs contant. Daarvan koopt de vrouw haar uitzet, het huisraad, eventueel ook zilver, goud, juweelen en, bij de Bedoeïenen, kudden. Het resteerende bedrag behoeft de man slechts dan aan de vrouw te betalen indien hij zich van haar laat scheiden. Is het de vrouw die scheiding ver langt, dan is zij verplicht een zelfde som aan den man te geven. Bij welgestelde families bedraagt de huwelijkssom tienduizenden gulden, bij personen van de armere standen vijftig gulden en zelfs minder. Het is wel gemakkelijk om te scheiden in Irak, maar de financiëele nadeeleh, die daarmede ge paard gaan, zijn een voortreffelijk voorbehoed middel tegen onbedachte besluiten. Feitelijk is het monogame huwelijk in Irak regel. Want slechts de zeer rijken kunnen zich gelijktijdig de vier echtgenooten, die de Koran toestaat, veroorloven. De huwelijksche voorwaarden worden pas rechts geldig wanneer zij door den Mullah aan het meisje drie keer (in Basra, het Balsora van Sindbad, den zeeman, zelfs dertien keer) zijn voorgelezen, opdat elk misverstand uitgesloten zij, en wanneer het meisje in tegenwoordigheid van twee familieleden van den bruidegom zich hiermede accoord heeft verklaard. DE Mohammedaansche vrouwen van goeden huize mogen zich slechts uiterst zelden op straat laten zien. Alle vrouwen, ook die van den laagsten stand, dragen in het openbaar de sluier. Bij de jongere generatie in de grootere steden, vooral in Bagdad, hebben moderne opvattingen ingang gevonden: graag zouden zij op het voorbeeld van Turkije en Europa hun gelaat niet langer om hullen en ook hun echtgenooten zouden daar tegen niet protesteeren. Maar zij durven het niet aan, de familietraditie te braveeren. Bevindt zich een meisje of een vrouw uit Bagdad op reis in een andere stad, dan is zij niet gewoon een sluier te dragen. Maar als zij in de hoofdstad terugkomt, doet zij deze direct weer voor. Wanneer zij een partijtje bezoekt, waar slechts mannen van ander geloof aanwezig zijn, dan beweegt zij zich onge dwongen en zonder sluier. Wel het meest char mante beeld van haar onbevangenheid verkreeg men in de thermen van Hamman AH, waar in den zomer een levendig en voor Oostersche begrippen zelfs verbazingwekkend badleven heerscht. De sluierdwang geldt overigens niet voor de vrouwen der Bedouïenen, die merkwaardig genoeg in velerlei opzicht meer vrijheid dan de stadsbe woonsters genieten. Ontmoet men hen in de steppe, dan staan zij iemand zelfs met een zekere nieuws gierigheid te woord. Publieke vermakelijkheden zooals bioscoop, theater en café's zijn uitsluitend het domein van den man. HET gruwzame zorgvuldigheid wordt de levens wandel van de vrouw door haar mannelijke verwanten bewaakt. De meeste moorden in Irak zijn te wijten aan wraaknemingen op vrouwen, die de familie-eer schenden. Een misstap beteekent den dood door de hand van haar vader, haar broer, ja zelfs door de hand van haar zoon. Een ontrouwe gade wordt door den man met een daarbij passende Bruidegom uit Irak boodschap eenvoudig naar haar familie terug ge stuurd. Daarmede is zijn taak ten einde. Al het andere is zaak van de familie van de vrouw. Volgens een eeuwenoud gebruik wordt de overspeelster de keel doorgesneden. In den modernen tijd stelt men zich ook met een dolkstoot tevreden, mits deze doodelijk is.... Het kost de regeering van Irak groote moeite dit oeroude gewoonterecht of liever onrecht uit te roeien. Het wordt in de steden langzaam vervangen door de meer humane be palingen van de wetboeken. In de woestijn echter onderwerpt men zich niet aan de moderne rechts pleging de op heeterdaad betrapte of zij, die alleen maar in een twijfelachtige situatie wordt aangetroffen, wacht de dood. De rechtbanken staan daar nogal machteloos tegenover. De verdedigers bewierooken in zwierige pleidooien den moordenaar als wreker van de familie-eer, en vertolken daarmede niet slechts de stem van het volk, maar ook de ge voelens van de rechters. De intieme verhouding van den man tot de vrouw mist iedere romantiek, men kan deze haast onpersoonlijk noemen. Het tegendeel leest men slechts. ... in de sprookjes van Duizend en n Nacht. DR. JOZEF TRAKATSCH Handschriftkunde: pennehalen zonder koffiedik HET is een onbetwistbaar feit dat het karakter van den mensch uit zijn handschrift af te leiden is. Alles wat we schrijven is toch in de kleinste bijzonderheden, als bijvoorbeeld de afwisseling tusschen dikke en dunne lijnen, de boogjes, zwaaitjes en haalt j es, karakteristiek voor den schrijver. Óf het handschrift forsch, dan wel peuterig is, of de letters dicht opeengedrongen of wijd uit elkaar staan, of de pen zwaar op het papier gekrast dan wel er luchtig overheen gezweefd heeft, dit alles doet ook een leek het graphologische ver schil zien. Maar hij neemt genoegen met zijn opti sche waarneming en blijft er niet verder bij stilstaan. De handschriftkundige echter, de grapholoog (of soms graphologomaan") wordt juist geboeid bij het zien van die teekens op het papier. Een brief welke een sollicitatie, een liefdesverklaring of een zakelijke mededeeling bevat, laat zien dat de schrijver zijn levenslot op het papier heaft vast gelegd. En plotseling wordt door de reactie van het geschoolde oog een overigens onbeduidende brief tot een document. De bevoegdheid van den grapholoog, er kan niet met genoeg nadruk op gewezan worden , heeft niets uit te staan met moraal prediken. De grapholoog heeft slechts tot taak: de menschen te observeeren zooals ze werkelijk zijn, met al hun tekortkomingen en kwaliteiten, met hun harts tochten en remmen, met hun begaafdheden en minder mooie eigenschappen, zonder zich reken schap te geven van begrippen ais goed" en kwaad". En uit liefde voor zijn vak zal hij er toe komsn de menschen te leeren begrijpsn. ER zijn nog altijd graphologen die het hand schrift zonder mear opvatten als een portret in zwart en wit. Ze tellen de eigenschappen welke ze ontdekt hebben, alsof het een rekensom was, bij elkaar op en karakteriseeren den schrijver naar het aldus verkregen resultaat. Ze zoeken naar bepaalde teekens en verklaren die, zich vastklampende aan regels die ze in boeken geleerd hebben. Zonder psychologische kennis en het daaruit voortvloeiende combinatievermogen is de handschriftkunde niet alleen waardeloos, maar zelfs onmogelijk. Want van deze wetenschap is het de belangrijkste taak om in de diepten van de menschelijke ziel door te dringen, en dat is uiteraard zeer moeilijk en dikwijls ondankbaar. Het handschrift behoort opgevat te worden als een uiting van lichaam en ziel, en niet als uiting van n van de twee. Zelfs de schijnbaar zoo eenvoudige conclusies betreffende artistieke begaafd heid of geschiktheid voor een beroep, vergen een op zijn minst even groot psychologisch inzicht als dat wat noodig wordt geacht in gecompliceerdere gevallen van zielsconflicten. De graphologie heeft niets uit te staan met mystiek, occultisme of waarzeggerij. Het is namelijk uitgesloten dat een grapholoog, al be oefent hij zijn vak zoo serieus als het maar kan, iets kan voorspellen of ook maar hoegenaamd iets van de toekomst kan zeggen. Het doel hetwelk de graphologie nastreeft moet en zal zich moeten blijven beperken tot de zuivere waarneming van een mensch in zijn ziel en karakter. ledere onwillekeurige handbeweging, iedere tril ling in de vingers, welke op het papier geregistreerd wordt, is van belang en draagt bij tot het aan het licht brengen van verborgen eigenschappen. ILSE BLUMENTHAL-WEISZ PAG. 15 DE GROENE Ne. 3191

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl