De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 30 juli pagina 17

30 juli 1938 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Dertigduizend kilometer ie twaalf dagen Het wonder.... en de zeer nuchtere praktijk Melis Stoke SMERIG weer mijn heer, zegt de bar bier, is de stoel zoo goed....?" Ik zijg in bijna horizontalen stand en krijg een handdoek om mijn hals. ,, Hebt u een goeie reis gehad?.... Hoe lang bent u nu weg geweest ? " Voor de zóóveelste maal pre vel ik de magische formule. Tegenwoordig vliegen ze in zes-en-een-halven dag van Am sterdam naar Batavia en vijfen-een-halven dag van Batavia naar Amsterdam terug. Reken nu maar uit. 't Is toch een geweldig ding ....", zegt de kapper, en plonst de kwast op mijn wang. Het is inderdaad een geweldig ding, en hoewel we het in de dienstregelingen lezen, en hoe wel het driemaal in de week metter daad bewezen wordt, is en blijft het iets verbijsterends. We beseffen dat niet als we luchtmailbrieven uit Indiëkrijgen, maar de verbazing ontstaat wanneer we een levend wezen ontmoeten dat werkelijk met die snelheid over dertigduizend kilometer heen-en-weer is gesleurd in twaalf dagen. Zoodra we met het stoffelijke in aanraking komen, zoodra inderdaad iemand dit verbijsterende aan den lijve heeft ondergaan, krijgt de zakelijke formule dien tooverklank. En, als ik vragen mag, hoe is dat nou ?" vraagt de kapper, precies als alle andere menschen. Net-zoo als hier in jouw stoel", zeg ik. Het zijn net zulke stoelen, heel ge makkelijk, en je kunt ze zelf ver stellen". «Tjonge ", zegt de kapper dan, hoewel hij zijn stoelen doodgewoon en op z'n hoogst een beetje prijzig vindt, tjonge nog aan toe " Het wonder zou inderdaad ontstaan wanneer een van die stoelen uit zijn salon als een magisch tapijt over de aarde ging razen. Tapijten en stoelen zijn er voor om hun aangewezen plaats te behouden. Intusschen betrap ik mij-zelf op het grootst-mogelijk egocentrisme: ik heb de emoties van deze reis beperkt tot de naast-mogelijke omgeving: mijn stoel, ongeveer in het midden van het vliegtuig, tusschen de vleugels en boven een benzinereservoir dat, als ik het mij juist herinner, 761 liter brand stof kan bevatten. DE wereld van iemand die over een goed deel van de aarde vliegt, is beperkt tot enkele vierkante meters: binnen die begrenzing vallen zijn stoel, de stoelen van zijn medereizi gers, een kombuis dat voedsel en drank levert en een toiletgelegenheid. Alles wat daarbuiten ligt is griezelige onwerkelijkheid of verboden gebied, zooals de stuurhut die afgesloten is met een deur waarop Verboden Toegang" staat. En zelfs wanneer men den blik be perkt houdt tot dit klein, behagelijk interieur, geschieden er wonderen. Wanneer men de prop uit de waschbak van het toliletkamertje trekt giert daardoor een vreeselijke orkaan, waar door men begrijpt dat daaronder geen afvoerbuis is maar een leegte van eenige duizenden meters. Wanneer men zijn vulpen gebruikt dan spuit de inkt er uit, want de luchtEen groot Boeddhobeefd bij Rongoon druk is binnen grooter dan buiten. En als men een rubber-beestje zou mee nemen om zich kinderlijk mee te amuseeren, dan zou het opzwellen tot een vreeselijk monster en ten slotte ontploffen. Naast je stoel is een raampje en langs dat raampje giert de wereld voorbij: wolken, bergtoppen of ondoor dringbare nacht. Ergens ver beneden ligt een maquette, de mooiste maquette die men zich kan voorstellen, en het wonder van die maquette is dat het werkelijkheid is: buigende kustlijnen, golvende heuvellanden en gebergten, eindelooze woestijnen en kronkelende rivieren met magische namen: de Indus, de Euphraat, de Tigris, de Ganges, de Bramapoetrah, zooals die liggen tusschen de Ringdijk bij Schipen de Tjiliwoeng die bij Tandjong Priok in zee uitloopt. Het raampje is van onsplinterbaar glas dat uitzicht laat op gouden tempeldaken en Jerusalem, en Siameesche paaldorpen, en de haven van Rotterdam, en de Acropolis, de Vesuvius en de Mont Blanc. Wat ge uit die verscheidenheid ziet hangt maar af van het moment waarop ge uw oogen opent of het boek dichtslaat waarin ge verdiept zijt. De Douglas vaart zeer gemoedelijk 4>oven een wollig wit tapijt. Achter in de cabine is een deur. Als ge die zoudt openen om een beetje op dat tapijt te wandelen zoudt ge duizenden meters diep vallen en een gat slaan in vol komen vreemde, wellicht nog nooit door menschenvoeten betreden grond. Het is dus beter in uw fauteuil te blijven zitten en tevreden uit te kijken over den grooten metalen vleugel die u veilig over dat alles heen draagt. Bovendien krijgt ge alles te eten en te drinken wat ge begeert. Zeker is zeker. IN ons allen leeft de lust tot zwerven en de wereld zien. Daartoe kan men van alles ondernemen, tusschen een voetreis naar Italiëen een cruise op een groot schip, de wereld rond. Dat speelt zich allemaal af in een soliede vlak, waarvan de eigenschappen ons bekend zijn. Het vliegen over zeer verre afstanden treedt buiten dat vertrouwde. Want we doen het niet meer, we laten het doen door een paar zoemende motoren, en twee niet-eens-zoo-groot-lijkende meta len vleugels die een gewicht van vele tonnen dragen, en een aantal instru menten waar we geen ver stand van hebben als passagiers. We laten dat wonder maar met ons gebeuren en we ver bazen ons alleen nog maar om de verantwoordelijke bemanning die het geen wonder vindt, die niet gevaren heeft, en die werkelijk, eerlijk gelooft dat Batavia zes dagen van Amsterdam af ligt. Wat het dan ook, al ons ongeloof ten spijt, blijkt te doen. De schijnbare tegenspraak van het feit dat Amsterdam een dag verder van Batavia af ligt wordt aanstonds opgeheven met de nuchtere mededeeling, dat we reizen met het licht, en dus meer vliegtijd hebben. Goed, goed, ik begrijp het, zeg je dan maar, en blijft in den barbiersstoel liggen. En dan kijk je naar de klok en rekent uit dat je nu toch al weer bijna vier uur doet over een traject van elfhonderd kilometer (Amsterdam?Nice ongeveer), terwijl je er zonder tegenwind al lang kon zijn, zoodat die thee in Bagdad, of die lunch in Bangkok, of waar het ergens op de wereld moge zijn dat er weer wat te eten en te drinken valt alweer twintig minuten verschoven wordt. Ja-ja, je wordt ongeduldig in zulk een barbiersstoel. Nog een oogenblik, mijnheer," zegt de kapper, gebruikt u steen?" Jawel", zeg je knorrig en kijkt naar de klok, want je hebt een afspraak op driehonderd meter afstand in een caféen dat is ook nog eenige minuten loopen. Nergens, en onder geen enkele omstandigheid, verliest een mensch zijn eigenschappen. En als je uit den barbierswinkel gaat, zie je door de ruit van splinterbaar glas nog altijd dienzelfde worstwinkel aan den overkant die er daarnet was, en nog dezelfde taschjeswinkel daar naast. En dat vindt je dan vreemd. Net zoo vreemd als de kapper jou ziet, en hoofdschuddend nastaart, en nog eens tegen zijn bediende mompelt wat in alle dienstregelingen zwart op wit staat: Heen en terug naar Batavia in twaalf dagen", 't Is tóch een wonder. flmHNHnHfmHUffmHfmHmnHnmnHIfHfHHHIHIIflflmiHHHIfHHHHHHHHfmHIMHnftltWIim Paindeluxe-brood . DeRotterdamschediergaardeheeft vandaag een nieuwe aanwinst gekre gen." (R.) Het staat vast dat hij onder valsche voorwendsels naar Rotterdam ging." (T.) een bloedbad zonder meer." (H.) Dat men dezen weg niet koos, is z. m. duidelijk." (G.) Op de glibberige paden Er is nog geen vaste kern van we tenden en geloovenden, welke in de vruchtbare aarde, die ons huidige muziekleven schijnt te zijn, zou kun nen uitdijen tot een gezond bolwerk van geloof, hoop en liefde." (Syllabus) Onze uitdragers Het nationaal bewustzijn moet worden uitgedragen." (H.j Een soroptimist is iemand die het besef van te willen dienen uitdraagt in de wereld." (Syllabus) De meerloozen Zoo werd deze plechtige daad tot Naasting ,,\Vie heeft naast Shakespeare de vrouw zoo ziels-diep, zoo bloed-warm geschapen als Goethe?" (Syllabus) ,,De Pithecanthropus was naast zijn onaantrekkelijk uiterlijk ook in het bezit van slechts juist de helft van het menschelijk hersengewicht." (H.) Nauwelijks Hollandsen Het is nauwelijks toevallig dat beide groote dichters zich hierdoor geïnspireerd hebben gevoeld." (Syllabus) Deze oude waarheid lijkt voor dit probleem nauwelijks op te gaan." (H.) Er is nauwelijks iemand die het weet." (Radio-b.) Velen durven nauwelijks iets ten gunste van dit onderwijs doen." (Lib. Wbl.) Het middelpunt, het centrum en het brandpunt ,,De Ku Klux Klan staat weer in het middelpunt d. b. Prinses Juliana en haar gemaal stonden weer geheel in het middelpunt d. b." (H.) Eduard Verkade heeft vele malen in het middelpunt d. b. gestaan." (o. r.) Deze gebeurtenissen hebben onze stad in het centrum d. b. geplaatst." (H. D.) De geschiedenis van Amsterdam bleef voortdurend in het brandpunt d. b." (H.) Correspondentie C. te .1. Ik ben het met u eens dat | men als beschaafd mensch niet be- | leefd mag bedanken of verzoeken. | Maar mag men niet liefst ietwat | ironisch zeggen: ,,lk verzoek je be- f leefd maar dringend dit of dat te | laten."? | Antw. Ironisch mag u alles doen, | ook deze vraag. HiHiiiiiiiiiitMiiimiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiHllmiiiiiiitiiiiiiiMiiiiiiifiiiiitiiininmH PAG. 17 DE GROENE No. 3191

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl