De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 30 juli pagina 6

30 juli 1938 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEÏV Chamberlain's program: rust.... IN de laatste zitting van het Lagerhuis, Dinsdag j.L, heeft minister-president Chamberlain een uitvoerige uiteenzetting gegeven van zijn buitenlandsche politiek. Hij onderstreepte de nauwe defensieve alliantie met Frankrijk, tikte Mussolini op de vingers, door te verklaren, dat het oogenblik nog niet gekomen was, waarop Engeland met succes in Spanje tusschenbeide kon komen, speelde in de kaart van Mussolini door vast te stellen dat het niet diens schuld was dat Barcelona weer met kracht van zich kon afbijten, stak den Engelschen tegenstanders van Duitschland een hart onder den riem door de officieele mededeeling dat oud minister Runciman als onderzoeker en bemid delaar" naar Tsjechoslowakije zou vertrekken, en zette Hitler een pluim op den hoed, omdat hij de vrede beschermd had door in 1935 een accoord met Engeland te accepteeren, waarbij Duitschland voor Europeesch gebruik een hyper-moderne vloot mocht bouwen ter grootte van n derde van de Engelsche wereldvloot. De Volkenbond had zijn macht verloren. De gewone methoden der diplo matie" ... die in den loop der eeuwen op een eerwaardigen staat van mislukkingen mogen terug zien, moeten den vrede zien te bewaren. Deze redevoering is in Engeland goed ontvangen. Men moet erkennen dat de positie van dezen merkwaardigen, eenigszins autoritairen premier er inderdaad gedurende het laatste halve jaar veel sterker op is geworden. Hij schippert tusschen alle groote mogendheden door, verbindt zich met Frankrijk en streeft tegelijkertijd duidelijk naar een uitgebreid accoord met Duitschland. Wat hij met de linkerhand geeft, neemt hij met de rechter hand weer terug en wij hebben .den indruk dat beide handen van eikaars gedragingen uitstekend op de hoogte zijn ! Zoodra hij de democratische mogendheden in eenig opzicht heeft geholpen, volgt prompt een aanmoediging der dictatoriale staten. De zending van Runciman versterkt onge twijfeld de positie van Tsjechoslowakije. Laat men er niet te veel over juichen: nu Duitschland, dat in Engeland bij de maatschappelijk- en politiekleidende kringen over een belangrijken goodwill" beschikt, zich bij deze bemiddeling heeft neerge legd, mag het op zijn beurt weer eischen stellen. Wij verwachten daarom binnen afzienbaren tijd vergaande concessies van Engeland aan het Derde Rijk". Het is intusschen merkwaardig dat van Rusland in de huidige Engelsche politiek niet meer gerept wordt. Misschien zal men, wanneer nog eens de balans over de Europeesche politiek der laatste jaren wordt opgemaakt, tot de conclusie komen dat het eenig doel dier politiek geweest is: het terugdringen der Sowjet-Unie uit Europa, waarin deze Unie korten tijd een aanzienlijken invloed bezat. De positie van Tsjechoslowakije DIT aspect, het terugdringen, hoofdzakelijk door Engeland, van de Sowjet-Unie dreigt in de Tsjechoslowaaksche quaestie acuut te worden. Engeland heeft nu oud-minister Runciman als arbiter naar Tsjechoslowakije gezonden. Men hechte geen geloof aan de officieele verklaringen dat hij zuiver als particulier is vertrokken en geen verbindingen met de Engelsche regeering onder houdt: deze verklaringen dienen voor binnenlandsch gebruik. Er is in Engeland een sterke strooming die verlangt dat het land zich geheel uit Europa terugtrekt. Met de missie-Runciman demonstreert de Engelsche regeering dat haar alles gelegen is aan een vreedzame oplossing van het hangende geschil. Te Praag ziet men Runciman met gemengde gevoelens komen: aan den eenen kant is men verheugd, dat Engeland zich bindt voor het behoud van de vrede; aan den anderen kant weet men niet of Tsjechoslowakije niet nog meer reden heeft om voor zijn democratische vrienden dan voor zijn dictatorialen vijand bevreesd te zijn. De vrij gunstige wijze waarop Duitschland op het bericht van Runciman's zending gereageerd heeft is het plan tot deze zending soms door kapitein Wiedemann geopperd ? , stemt tot ongerustheid. Het is bekend, dat de Tsjechoslowaaksche regeering in haar ontwerp-nationaliteitenstatuut den Sudeten-Duitschers geen autonomie heeft willen toestaan. Waarop kan de bemiddeling" van Runciman anders neer komen dan op vergrooting van de concessies die men aan de Henleinisten doen moet? Hier ligt dan ook het critieke punt: hoe zal Rusland hierop reageeren? De Tsjechische regeering kan den mogelijken steun der Russische vliegtuigen niet missen. Haar positie is dan ook allesbehalve be nijdenswaardig: aan den eenen kant moet zij het in dezen vrij-pro-Duitsche Engeland, aan den anderen kant het anti-Duitsche Rusland te vriend houden. Daarbij heeft de Duitsche minderheid het met zooveel moeite opgestelde statuut als onaan vaardbaar" gequalificeerd en de Poolsche regeering heeft reeds geprotesteerd dat men aan de eischen der Poolsche minderheid in te geringe mate is tegemoet gekomen.... De Spaansche burgeroorlog HET beste bewijs voor de geduchte kracht waarmee het republikeinsche leger de stel lingen bij Sagunto en Valencia verdedigt, ligt wel hierin dat de rebellen het noodig hebben geoordeeld geheel onverwachts een nieuw offensief te openen op een frontgedeelte waar al anderhalf jaar vrijwel volledige rust heerscht. De rebellentroepen zijn in Estramadoera, ten Zuid-Westen van Madrid tot den aanval overgegaan. De verraste republikeinen hebben zich moeten terugtrekken maar zijn er voorloopig in geslaagd den opmarsch te stuiten. Sterker nog: de regeering te Barcelona was in staat om een interessanten aanval op de vijandelijke stellingen aan de Ebro te doen. Regeeringstroepen staken de Ebro over en zijn er in ge slaagd, enkele plaatsen te heroveren die kort na het groote Arragon-offensief in Maart en April van dit jaar verloren zijn gegaan. Franco heeft haastig belangrijke troepencontingenten op de bedreigde punten moeten samentrekken, die, evenals in Estramadoera het geval was, de opmarsch van den tegenstander spoedig tot staan hebben gebracht. Echter, alleen al het feit, dat de regeering tot het offensief kon overgaan, is teekenend. Het ver hoogt de strijdvaardige stemming in het republi keinsche gebied. Hoe Franco verder nog zal rea geeren op het offensief in den rug van zijn tegen Sagunto optrekkende troepen, is onbekend. Met nieuwe luchtbombardementen ? Het is lang niet buitengesloten. Barcelona heeft inmiddels het plan tot terugtrekking der buitenlandsche vrijwilligers aanvaard. Het wachten is nu op het antwoord van Burgos. Japan bindt in HET grensincident in Mandsjoekwo is met een voor Oost-Aziatisch e verhoudingen verras sende snelheid geregeld tusschen Moskou en Tokio, en dit moet niet aan de Russische maar aan de Japansche regeering toegeschreven worden. De situatie was anders eenvoudig genoeg: Russische troepen hebben een belangrijk strategisch punt in Mandsjoerije bezet. Protest van Japan: de troepen moesten terug. De troepen bleven. Nogmaals protest: Japan kon niet voor de gevolgen instaan. De troepen bleven. En toen opeens het bericht,' dat het Japansche leger er in toestemde dat de regeering deze quaestie verder regelde. Japan legt zich dus practisch neer bij een aperte grensschending van de zijde der Sowjet-Unie. Natuurlijk werd deze niet zonder opzet juist op dit moment uitgevoerd. Rusland heeft, nu de strijd in China voortdurend heftiger vormen aanneemt, Japan een waar schuwing gegeven: wij zijn er ook nog ! De Japan sche legerleiding had stellig gaarne een gedeelte van de keurtroepen die in Mandsjoekwo werkeloos op de nog maar steeds niet komende Russische divisies wachten, naar China getransporteerd om den val van Hankou te bespoedigen en den aanval op Zuid-China te wagen. Het incident van Tsjangkoefeng dwingt deze legerleiding het half millioen troepen in Mandsjoekwo eerder te versterken dan te verzwakken. Een feit van zeer groote beteekenis, des te belangrijker omdat Rusland deze methode om Japan waarschuwend onder druk te zetten, natuurlijk van tijd tot tijd herhalen kan. Japan heeft door dit alles iets van haar vroeger zelfver trouwen verloren. Het zoekt de laatste maanden tegen Rusland opnieuw steun bij Engeland. De Engelsche regeering zal in principe geen bezwaar hebben om dezen steun te verleenen, te minder omdat zij in de gelukkige positie verkeert, haar voorwaarden te kunnen stellen. In de redevoering van minister Chamberlain van j.l. Dinsdag waar over wij boven reeds in ander verband schreven, werd het duidelijk uitgesproken: Japan dient de belangen van Britsche onderdanen in China meer dan tot dusver te ontzien. Wanneer dat het geval is, wanneer de City eenmaal geïnteresseerd is bij den regelmatigen rentedienst op de door Japan overgenomen Chineesche leeningen wat doet de onderdrukking van het Chineeche volk door des Japansche legers er dan nog toe? Op militair gebied is er in de afgeloopen veertien dagen weinig nieuws gebeurd. Het tempo waarin de Japanners naar Hankou oprukken, is niet versneld. Maandag j.l. wisten zij het belangrijke Kioekiang in te nemen. De val van Tsjang-kai-Tsjek's hoofdstad zal echter nog wel eenige weken, zoo niet maanden op zich laten wachten. Het beloofde land " DE toestand in Palestina wordt van week tot week dreigender. De nieuwe spanningen vinden hun oorzaak niet alleen in de houding der Arabische, maar nu ook in die van de Joodsche bevolking. Twee jaar lang heeft deze laatste haar kalmte bewaard en noch op de provoceerende houding der Arabieren, noch op de tallooze relletjes waarbij Joodsche slachtoffers vielen, antwoord ge geven. Bij het uitbreken van de nieuwe reeks incidenten heeft de leiding der Joodsche beweging den volgelingen aangeraden, geen daden van weerwraak te begaan. Het schijnt echter dat zij haar volgelingen steeds minder in haar macht heeft en dat de Joodsche fascisten, de z.g. revisionisten, die practisch altijd voorstanders van een geweldspolitiek tegen de Arabieren zijn geweest, meer invloed krijgen. De gevolgen zijn niet uitgebleven. Veertien dagen geleden verloren elf Arabieren te Jeruzalem het leven ten gevolge van een bom aanslag, Maandag j.l. werden er drie-en-veertig te Haifa op gelijke wijze gedood. Het is natuurlijk niet geheel zeker of zij het slachtoffer van een Joodschen, dan wel van een Arabischen bomaanslag waren. Er is den laatsten veel aan gelegen, den toestand op de spits te drijven. Onafgebroken woedt, al drie weken lang, de terreur der Arabieren op het platteland, tegen de Joodsche kolonies. De Engel sche mandaatsregeering heeft een slagkruiser en kleinere oorlogsschepen alsmede talrijke troepen gestuurd. Veel heeft het nog niet geholpen. Merk waardig is intusschen dat in tegenstelling met wat bij terreurgolven in vorige jaren het geval was, geen Joodsch kolonist of stadsbewoner er aan denkt, het Beloofde Land" te verlaten. De regeering, het werkloosheidvraagstuk er de Christelijk-Historische Unie IN de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot verhooging van het crediet voor de werkverruiming heeft de regeering nogmaals in welgekozen bewoordingen haar standpunt over de werkloosheid uiteengezet. Dat het dringend noodzakelijk" was om de werkloosheid te verminderen, sprak vanzelf. De regeering wil echter slechts in beperkte mate actief ingrijpen. De nieuwe werkgelegenheid moet in de eerste plaats door het normale bedrijfsleven ge leverd worden. Echter zou dit, aldus de regeering, bemoeilijkt kunnen worden wanneer zonder meer voortdurend op loonsverhooging wordt aange stuurd". Vandaar dat de regeering zich voorstelt om in overleg met werkgevers en werknemers naar de beste oplossing" te zoeken, om het be drijfsleven te bevorderen. Waarbij zij vertrouwde, dat de arbeidersstand" volledige medewerking zou verleenen. Laten wij billijk zijn: inzake dejeugdwerkloosheid wordt nu eenige activiteit vertoond. Te Zutfen wordt de officieele proef genomen met het z.g. twee-op-én-stelsel. De arbeiders tusschen veertien en zestien jaar zullen of hun morgen, óf hun middag aan een werkloos persoon van den zelfden leeftijd afstaan. Ieder werkt dus een halven dag. De andere helft worden er cursussen gegeven. Een interessante proefneming, maar, daar het hier om geringe loonbedragen gaat, zal zelfs een goede uitslag weinig verandering brengen voor het gros der werkloozen. Dan is ons de houding der Christelijk-historischen liever dan die der regeering ! Op de conferentie die de Unie in het einde van de vorige week te Lunteren had belegd, zijn inlei dingen over het werkloosheidsvraagstuk gehouden, die van een frissche, actieve mentaliteit getuigden. Ir. J. Th. Westhof f ontwikkelde een interessant plan om honderdduizend arbeiders voor tien jaar werk te verschaffen, afgezien nog van de secundaire en tertiaire werkverruiming. Bewijs te meer, dat er werkgelegenheid op groote schaal ge vonden kan worden. AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt verzocht bij hun bijdragen een gefrankeerd briefomslag met adres van den afzender in ce sluiten. Op het adres van stukken, voor de redactie be stemd, vermelde men geen namen van personen. PAG. 6 DE GROENE No. 3191

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl