Historisch Archief 1877-1940
Tooneel
K. S. Stanislawski: WAARHEIDSGEVOEL EN GELOOF
Fragmenten uit een nieuw boek van den leider van den
Moskouschen Kunstenaarsschouwburg, De Arbeid van den Tooneelspeler aan
zichzelf, dat binnenkort te Moskou verschijnt als een vervolg op Mijn
Leven in de Kunst. De vertaling is van mr. _?. Huijts.
O'
P het tooneel is niet belangrijk of de dolk
van Othello van karton of metaal is, maar
of het innerlijke gevoel van den
tooneelspeler zelf den zelfmoord van Othello rechtvaardigt,
waar, oprecht en echt. Van belang is, hoe de
menschacteur zelf zou optreden, indien de levensvoor
waarden en -omstandigheden van Othello aanwezig
waren en de dolk, waarmee hij zich doorsteekt, echt.
Maakt slechts uit, wat voor u interessanter en
belangwekkender is, waarin ge wilt gelooven:
dat op het tooneel en in het stuk een reëele waarheid
van feiten, gebeurtenissen, van de materieele
wereld aanwezig is, of dat het in de ziel van den
tooneelspeler ontkiemende gevoel, ongeroepen door
een in werkelijkheid niet aanwezig scenisch ver
dichtsel, echt en waar is?
Dat is de waarheid van het gevoel, waarvan wij
op het tooneel spreken. Dat is de scenische waarheid,
welke de auteur op het oogenblik van zijn schepping
behoeft. Er is geen echte kunst zonder zulk een
waarheid en zulk een geloof! En des te rèeler
de uiterlijke gesteldheid op het tooneel is, des te
nader moet de tooneelspeler in de beleving van zijn
rol de organische natuur staan.
Maar dikwijls zien wij op het tooneel iets heel
anders. Men schept daar een realistische gesteld
heid van decors, van dingen, waarin alles naar
waarheid is, maar daarbij vergeet men de echtheid
van het gevoel en de beleving van de uitvoerders
van de rollen zelf."
ARKADIJ Nikolajewitsj zeide:
Ik heb u in zeer algemeene trekken de
beteekenis en de rol van de waarheid in het scheppings
proces verklaard. Thans zullen we spreken over de
onwaarheid, de leugen op het tooneel.
Het is goed het waarheidsgevoel meester te worden,
maar men moet ook gevoel voor de leugen hebben.
Het verbaast u, dat ik deze twee begrippen scheid
en tegenover elkander stel. Ik doe dat omdat het
leven zelf het eischt.
Onder de tooneelleiders, de tooneelspelers, de
toeschouwers en de critici zijn er velen, die op het
tooneel slechts van abstractie, tooneelmatigheid,
leugen houden.
Bij sommigen valt dat te verklaren door een
slechten, ontaarden smaak, bij anderen door
oververzadiging. De laatsten vragen, net als de
gastronomen, op het tooneel het scherpe, pikante:
zij houden van specerijen in de ensceneering en het
spel der acteurs. Zij hebben het bijzondere" noodig,
dat in het leven niet voorkomt. De reëele werkelijk
heid is hun gaan vervelen en zij wenschen haar niet
op de planken te ontmoeten. Vooral niet zooals in
het leven", zeggen zij en om daar aan te ontkomen,
zoeken zij op het tooneel meer breukvlakken.
Dat alles wordt gerechtvaardigd met geleerde
woorden, artikelen, lezingen en bedachte mode
theorieën, die zg. het resultaat zijn van hun uit
gelezen begrip voor de finesses van de kunst Op
het tooneel behoort het schoone !" zeggen zij. Of:
Wij willen uitrusten, vroolijk zijn, lachen over het
schouwspel. Wij willen daar niet lijden en weenen."
Er is al genoeg ellende in het- leven".
In tegenstelling met deze rhenschen zijn er vele
tooneelleiders, tooneelspelers, toeschouwers en cri
tici, die op het tooneel slechts levensvatbaarheid,
natuurlijkheid, realisme, kortom waarheid willen
en erkennen. Deze menschen willen normaal en
gezond voedsel, goed vleesch", zonder pikante
en schadelijke sausen". Zij zijn op het tooneel
niet bang voor krachtige, zielzuiverende indrukken;
zij willen daar weenen> lachen, beleven, zijdelings
deelhebben aan het leven van het stuk. Zij willen
op het tooneel de afspiegeling van het echte leven
?van den menschelijken geest."
Voegt aan het gezegde toe, dat zoowel in het
eene als in het andere geval overdrijvingen
yqorkomen, waardoor déscherpte en de breukvlakken
tot de grenzen van het wanstaltige worden opge
voerd en de eenvoud en natuurlijkheid de grens
van het ultranaturalisménaderen.
Zoowel het eene als het andere uiterste grenzen
aan het slechtst overspelen.
Al het gezegde noopt mij om waarheid van leugen
te scheiden en afzonderlijk over ze te Spreken/'
ARKADIJ Nikolajewitsj zeide:
Weet ge, dat kleine physieke .handelingerj,
kleine physièke waarheden en de geloofsmomenten
'daarin op het tooneel groote beteekenis krijgen niet
alleen op de eenvoudige plaatsen van een rol, maar
ook op de sterkste culminatiepunten bij de beleving
van tragedie of drama. Wat doet bijv. een intieme
vriend of de vrouw van een stervende ? Voor de
rust van den zieke waken, de voorschriften van den
arts opvolgen, de temperatuur opnemen,
compressen, mosterdpleisters aanleggen. Al deze kleine
handelingen krijgen beslissende beteekenis in het
leven van den zieke en worden daarom als plechtige
handelingen verricht, de geheele ziel'wordt erin
gelegd. En dat is niet te verwonderen: in den strijd
met den dood is achteloosheid misdadig, zij kan
den zieke dooden.
Een ander voorbeeld:
Waarmee is Lady Macbeth bezig op het hoogte
punt van de tragedie? Met een eenvoudige physieke
handeling: het afwisschen van een bloedvlek van
haar hand."
Pardon", aldus haastte Goworkow zich voor
Shakespeare op te komen. Heeft de groote schrijver
zijn kunstwerken dan soms geschapen om zijn
helden zich de handen te laten wasschen of andere
naturalistische handelingen te verrichten?"
Nietwaar, wat een ontgoocheling!"
beironiseerde Tortsow. Niet aan het tragische" te denken,
het te stellen zonder de door u geliefde ingespannen
acteursweeën, zonder het overspelen, zonder het
pathos" en de bezieling" tusschen
aanhalingsteekens i Den toeschouwer en den óp hem
gemaakten indruk te vergeten:en inplaats van al dergelijke
acteursverrukkingen zich te beperken tot kleine
physieke, realistische handelingen, tot kleine phy
sieke waarheden en oprecht geloof in hun echtheid !
Tegelijkertijd begrijpt ge, dat dit niet noodig is
voor het naturalisme, maar voor de waarheid van
het gevoel, voor het geloof in zijn echtheid, dat ook
in het leven zelf verheven belevingen zich niet
zelden uiten in de gewoonste kleine naturalistische
handelingen.
Wij tooneelspelers moeten er ruim gebruik van
maken, dat deze physieke handelingen, gesteld
tusschen belangrijke geboden omstandigheden, een
groote kracht verwerven.
Onder deze voorwaarden ontstaat een wisselwer
king van lichaam en ziel, van handeling en gevoel,
waardoor het uiterlijk het innerlijke helpt en het
innerlijke het uiterlijke verwekt: het afwisschen
van een bloedvlek helpt bij de uitvoering van de
eerzuchtige- fantazieën van Lady Macbeth en haar
eerzuchtige fantazieën dwingen haar de bloedvlek
weg te wasschen. Niet voor niets wisselt in den
monoloog van Lady Macbeth de bezorgdheid over
de vlek voortdurend af met de herinnering aan
bepaalde momenten van den moord op Banco. De
kleine, reëele, physieke handeling van het afwis
schen van de vlek krijgt groote beteekenis in het
verdere leven van Lady Macbeth en een groot
innerlijk streven (de eerzuchtige fantazieën) be
hoeft de hulp van een kleine physieke handeling.
MAAR er is nog een eenvoudiger en practischer
reden, waarom de waarheid van physieke
handelingen een belangrijke beteekenis krijgt op
oogenblikken van tragische verheffing. De zaak
is dat in een sterke tragedie de tooneelspeler zich
tot het hoogtepunt van scheppende spanning moet
opwerken. Dat is moeilijk. Inderdaad, welk een ver
krachting om in zichzelf extase op te wekken zonder
natuurlijken wilsdrang ! Valt het gemakkelijk om
tegen .den wil in die verhoogde beleving te ver
krijgen, welke slechts uit scheppingsdrift ontstaat ?
Bij een dergelijke tegennatuurlijke manier van doen
raakt men gemakkelijk van de wijs en inplaats
van een echt gevoel .worden een eenvoudig, am
bachtelijk overspelen van den acteur en spierkramp
te voorschijn geroepen; Het overspelen is gemakke
lijk, bekeridt tot een mechanisch aanwendsel gewor
den. Dat is de weg van den geringsten weerstand.
Oni: zich voor een dergelijke fout te hoeden, moet
men zich aan iets reeels, stevigs, organisch, tast
baars vastklampen. Hier is het dat wij de klare,
duidelijke, opgewonden, maar gemakkelijk uit
voerbare physieke! 'handeling noodig hebben, die
typisch is voor het doorleefde moment. Zij is na
tuurlijk,' richt ons mechanisch langs den juisten
weg en laat ons op voor het scheppen moeilijke
: oogenblikken niet het .pad van den leugen inslaan.
Juist op die oogenblikken van verhoogde bele
vingen van tragedie en drama krijgen eenvoudige,
waarachtige physieke handelingen, waaraan men
gemakkelijk houvast heeft, een door hun belang
rijkheid volstrekt bijzondere beteekenis. Hoe een
voudiger, toegankelijker en uitvoerbaarder zij zijn,
des te gemakkelijker kan men er zich op moeilijke
oogenblikken aan vast grijpen. Een ware taak leidt
naar een waar doel. Dat behoedt den tooneelspeler
voor den weg van den geringsten weerstand, d. w. z.
voor de schablone, voor het ambacht.
WIJ houden van physieke handelingen omdat
zij ons gemakkelijk en ongemerkt in het
eigenlijke leven van onze rol, in de aanvoeling
daarvan brengen. Wij houden ook daarom van phy
sieke handelingen, omdat zij ons behulpzaam zijn
om de aandacht van den tooneelspeler binnen het
gebied van tooneel, stuk en rol te houden en zijn
aandacht richten langs de vaste, krachtig en waar
achtig gestelde lijn van de rol.
Aldus is niet iedere waarheid, welke wij in het
leven kennen, goed voor het tooneel.
De scenische waarheid moet echt zijn, niet over
schilderd, maar gezuiverd van overtollige
levensbijzonderheden. Zij moet reëel waarachtig zijn,
maar gepoëtiseerd door de scheppende verdichting.
De waarheid op het tooneel zij realistisch, rnaar
zij zij ook artistiek en zij verheffe ons.
Ik zal het artistieke in de kunst niet in woorden
trachten te definieeren. Ik ben een man van de
practijk en ik kan u niet met woorden, maar metter
daad helpen beseffen, d. w. z. aanvoelen, wat de
artistieke waarheid is. Maar daarvoor moet ge
u van groot geduld voorzien, omdat ik dat slechts
in het verloop van den geheelen cursus kan of,
beter gezegd, het wordt u vanzelf duidelijk, wanneer
ge het geheele systeem" doorloopt, om dienover
eenkomstig in u zelf den weg te gaan van het ver
wekken, zuiveren en kristalliseeren van de een
voudige levens-, menschelijke waarheid in de artis
tieke waarheid. Dat gebeurt niet ineens, maar in
verloop van het geheele proces van formatie, groei
van een rol. In zichzelf het hoofdzakelijke wezen
opnemend, daaraan den overeenkomstigen,
schoonen, scenischen vorm en uitdrukking gevend, het
overtollige afstootend, maken wij met behulp van
het onderbewustzijn, artisticiteit, talent,
aanvoelingsvermogen, smaak, een rol poëtisch, schoon,
harmonisch, eenvoudig, begrijpelijk, de toeschou
wers veredelend en zuiverend. Al deze eigenschappen
werken ertoe mee dat de tooneelschepping niet
alleen waar en vervuld van waarheid is, maar ook
artistiek.
Maar deze buitengewoon belangrijke aanvoelingen
van het schoone en artistieke kan men niet in een
droge formule definieeren. Zij vereischen gevoel,
practijk, ervaring, eigen weetgierigheid en tijd."
(Ingezonden mededeeling)
JAN HAVICKSZ STEEN 1626?1679
HET GEBED VOOR DEN MAALTIJD.
Tentoongesteld Zomertentoonstelling
FIRMA D. KATZ - DIEREN
TOTEN MET 15 SEPTEMBER.
PAG. II DEGROENE No. 319,