Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
r
If
V.
an
?d'
>roauctiegemeensc
o
M
moderne huwelijk
|AN door hond gebeten", is
geen nieuws, heeft de Engel
sche schrijver Chesterton eens
opgemerkt. Wel echter: Hond door
man gebeten". Evenzoo maakt het
verschil voor de journalisten of een
man dan wel een vrouw iets bijzonders
doet. Men schijnt zulks van een vrouw
niet te verwachten. Velen beschouwden
Madame Curie als een groote figuur,
omdat zij zulke mannelijke eigen
schappen bezat. Over de juistheid of
onjuistheid van dit gezichtspunt zal
hier geen oordeel worden geveld. Wel
mag men opmerken dat het typeerend
is voor de overheerschende positie
die de man in de huidige maatschappij
inneemt. Vrijwel iedereen en vooral:
vrijwel elke vrouw schijnt aan te
nemen dat deze overheerschende positie
«en natuurwet is, star, onveranderlijk,
onverbiddellijk. Dit is vooral duidelijk
waar het het huwelijk betreft. Men
is gewend aan het verschijnsel van
het monogame Christelijke huwelijk en
slechts de ethnologisch-onderlegden
weten dat er geheel andere huwelijks
vormen hebben bestaan en ten deele
nóg bestaan. ledere studie over het
huwelijk, die van een dogmatisch,
niet van een historisch standpunt
uitgaat, moet mislukken door haar
eenzijdigheid. Men moet de sociale ver
schijnselen in hun beweging hebben
gevolgd om ze in rust te kunnen beoor
deel en. Het is een van de verdiensten
van de laatste studie die in Engeland
over het huwelijksvraagstuk versche
nen is, dat zij gebaseerd is op een
ruime kennis van het huwelijk als
maatschappelijk verschijnsel bij andere
?yolkeren en in andere tijden. Wij be
doelen het boek: Verleden en
Toekomst van het Huwelijk" (Marriage,
Past and Present, J. M. Dent and Sons,
Londen), dat onlangs is uitgekomen,
van de hand van een der begaafdste
Engelsche vrouwen vanhet oogenblik:
Margaret Cole, de echtgenoote van
den bekenden hoogleeraar G. D. H.
Cole.
HET huwelijk biedt inderdaad histo
risch tal van merkwaardige aspec
ten. Vroeger nam men aan dat de
.ontwikkeling der menschheid begonnen
?was met een stadium van z.g.
promisicuïteit, waarbij het huwelijk in den
?zin van een duurzame verbintenis
tusschen menschen, volkomen ontbrak.
'Talrijke onderzoekers lieten hierop
een periode volgen, waarin het huwe
lijk reeds voorkwam, en de vrouwen
de oppermacht in de maatschappij in
handen hadden. Hoofdzakelijk zou dat
het gevolg zijn van het feit dat de
vrouw de landbouw beheerschte. Toen
echter de arbeid zwaarder werd
?yooral door het opkomend nomadisme
.?verloor de vrouw haar leidende
positie en brak het tijdperk der
mannen(Overheersching aan, waarin wij nog
?yerkeeren. Zoo dacht men een
vijftigttftl jaren geleden over de ontwikkeling
iRftn het huwelijk en de plaats van de
vrouw in de maatschappij. Het beeld
is nu gecorrigeerd. Vrijwel niemand
is nog aanhanger van de hypothese der
promiscuïteit. Tevens weet men dat
het verschijnsel der
vrouwen-overheer«ching zich tot enkele onbelang
rijke volkjes beperkt heeft. Dat wil
echter niet zeggen dat er geen andere
huwelijksgewoonten bekend zijn dan
de onze. Moet men Demosthenes
gelooven dan had de echtgenoote in
ai
tot
l
e vens gemeensc
o
ai
Een Engelsche vrouw oordeelt over het
de Atheensche maatschappij al een
geheel andere positie dan in de onze.
Wij houden er", zei deze eerzame
redenaar prostituee's op na yoor ons
genoegen, concubines voor de
dagelijksche zorg van ons lichaam en
echtgenooten voor het voortbrengen
van wettige kinderen en de zorg voor
ons huis". Merkwaardiger nog zijn
de gewoonten bij bepaalde volkjes in
Noord- Borneo. Daar verdienen de
vrouwen geld door het maken van
muskieten-netten en moeten de man
nen met de producten op stap gaan.
Daar zij dus van de vrouwen afhanke
lijk zijn, moeten zij zich vriendelijk
en voorkomend toonen tegenover dezen
precies het omgekeerde dus van
de maatschappij die wij kennen en
waarin, zooals Shaw het eens uitdrukte,
de kans van een vrouw om voor de
rest van haar leven kleeding, woning
en voedsel te vinden", afhangt van
de handigheid waarmee zij den man
laat gelooven dat hij de baas is.
DE strijd van de vrouwen voor
grootere politieke zelfstandigheid
is algemeen bekend. Margaret Cole
wijdt er enkele zeer lezenswaardige
bladzijden aan. Merkwaardig is de
aanhaling, die zij vermeldt uit een
brief van koningin Victoria van Enge
land. Deze schreef dat zij alleen al
op het hooren van de term rechten
voor de vrouw" zoo woedend werd,
dat zij haar zelfbeheersching verloor.
De vrouwen zouden, als zij deze
rechten kregen, de afschuwelijkste,
meest hartelooze en monsterlijke
wezens worden. En waar zou de
bescherming der mannen blijven, die
het zwakkere geslacht nu eenmaal
altijd noodig heeft?" Merkwaardige
woorden die wel illustreeren op
hoe grooten tegenstand ieder stuitte
die de positie van de Engelsche vrouw
en de huwelijkswetgeving in het
algemeen wilde wijzigen. Nog een
bewijs daarvoor: in 1850 werd een
wet ingediend waarbij het een weduw
naar werd toegestaan, de zuster van
zijn vrouw te huwen. Eén-en-dertig
maal werd deze wet door het
Hoogerhuis verworpen. Eerst in 1907 werd
zij aangenomen.
KOMT het door dit Engelsch con
servatisme dat de wijzigingen
die Margaret Cole, toch een zeer
vooruitstrevende natuur, voorstaat, in
wezen weinig ingrijpend zijn? Het is
heel wel mogelijk. Zij bepleit ruimere
echtscheidingsvoorwaarden. Zij bepleit
vooral dat de vrouw grootere vrijheid
krijgt. Het huwelijk beschouwt zij
immers niet alleen, zelfs niet in de
eerste plaats als een instelling tot het
opvoeden van kinderen, maar eerder
als een werkelijke levensgemeenschap
van man en vrouw, als een beschut
ting tegen de schrikwekkende eenzaam
heid en barheid van deze wereld".
Hoe zou de vrouw deze levensgemeen
schap kunnen verwezenlijken, als zij
al haar tijd zou moeten geven aan
kousenstoppen en bordenwasschen ?
Vandaar dat Margaret Cole wil, dat de
huishoudelijke werkzaamheden voor
de vrouwen, die er geen pleizier in
hebben, tot het minimum beperkt
worden. Zij wil het eten buitenshuis
laten halen, de kleeren buitenshuis
laten maken en de vaat buitenshuis
laten wasschen. Waarom", zoo vraagt
zij, kan niet de een of andere wel
doener verwarmde schotels brengen,
die goedkoop kunnen zijn, wanneer
deze methode om het diner klaar te
maken, op groote schaal wordt toe
gepast, in plaats dat de huisvrouw
's morgens somber hoeft te kijken naar
een stuk koud vleesch, een paar
abrikozen en een half blikje sardines?"
Eerst wanneer een vrouw meer vrije
tijd heeft en geleerd heeft, deze vrije
tijd met begrip te gebruiken, kan het
huwelijk een werkelijke levensgemeen
schap worden, sinds het zijn oor
spronkelijke functie van productie
gemeenschap verloren heeft.
ER schuilt in alle boeken over het
huwelijk een onbevredigend ele
ment. Margaret Cole mag bij voorbeeld
gelijk hebben, wanneer zij betoogt
dat het wenschelijk is de jaloerschheid
eenigszins af te dempen" zulk een
uiting blijft theoretisch op een gebied
dat bij uitstek practisch is. De fout
zit niet hierin dat men practische
onderwerpen op abstract-theoretische
wijze behandelt men kan ook over
het schillen van aardappelen een
wetenschappelijke verhandeling schrij
ven , maar dat men het doet met
het oog op het practische leven. De
lezer krijgt dan licht den indruk dat het
boek aan den buitenkant blijft staan,
dat het raadgevingen verschaft op een
terrein waar raadgevingen nooit hel
pen, maar alles van binnen uit moet
komen. Natuurlijk moet men niet ver
geten dat het hier om een Engelsch
boek gaat. Niet voor niets schijnt
Engeland het land te zijn met de
grootste huichelarij en de meeste
afwijkingen op sexueel gebied. De
schrijfster behandelt daarom sommige
onderwerpen met den doodelijken ernst
die aantoont dat zij er niet boven staat.
Op het gebied van liefde en huwelijk is
een Fransen chanson vaak wijzer dan
een Engelsch handboek. Niet dat wij
met deze critische opmerkingen
vaag, omdat zij op een persoonlijken
indruk gegrondvest zijn zouden
willen ontraden, Margaret Cole's boek
te lezen. Integendeel. Het getuigt van
helder inzicht, intelligentie en moed.
Eigenschappen die blijkbaar niet be
perkt zijn tot het sterke geslacht, gelijk
wij vaak hoorden beweren door
vrouwen. MARIA REDDINGIUS
llilllllllllllllliiliuillllim
(Joor ctt
e reis
irOOR hen, dit. in de
* nazomer op reis willen
gaan is het reiscomplet zeer
practisch. Deze kleedij ziet
er niet alleen sportief uit,
maar ze is ook sportief.
Zomeravonden zijn wel eens
zoel, maar vaker koel. Een
boottocht kan prachtig zijn,
maar de wind is wel eens
een beetje onbehagelijk. En
ook als men 's avonds op
een terrasje zit kan de cape
uitkomst [brengen. Zonder
cape ziet het complet er niet
incomplet" uit, dan is het
een eenvoudig tailleur. Als
hoofdbedekking kan men
een vilten baret van dezelfde
kleur dragen. Wat de kleur
betreft: kastanjebruin kan
het'gieel goed doen.