Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
DE WERELD
EN DE LIEFDE
l
l K weet werkelijk niet, wat ik doen
moet," prevelt Maria voor zich heen
en brokkelt een broos beschuitje in
haar koffie. Ze kijkt op haar pols
horloge. Half twaalf. Over een uur
komt hij."
Maria voelt haar hart in haar keel
kloppen. Alsof ik aan den rand van
een afgrond sta, denkt ze en vindt
zichzelf dwaas en sentimenteel. Ik ben
toch geen kind meer l Een vrouw, die
het leven kent, behoort niet in de war
te raken door een onverwacht huwe
lijksaanzoek, vooral niet, als ze de
vier kruisjes al achter den rug heeft.
Vermoeid leunt ze achterover in het
rieten fauteuiltje, dat de landlady voor
haar in een schaduwrijk hoekje van
de zonnige veranda geschoven heeft.
Voor haar klotst de zee tegen de zwarte
rotsen. Een enkele meeuw scheert
langs het sneeuwwitte schuim van
de branding.
Wat is het heerlijk hier te zijn,
peinst Maria, geen menschen, geen
radio-lawaai, geen auto-geronk. Ze
zucht.
Een lichte weerzin rijst in haar, als
ze denkt aan haar werk, dat thuis
wacht. Zij zou wel in dit kleine, ver
geten badplaatsje, dat alleen op feest
dagen door gasten uit de nabij
gelegen provincie-stadjes bezocht
wordt, willen blijven. Het liefst zit zij
stil met een boek of een handwerkje
in de serre, starend over de eindelooze
zee, die de rotsen van Cornwall bespat.
Ze heeft geen lust uit te gaan. Het
Casino, dat aan de andere zijde van
het dorp ligt en waarin eenige mon
daine, Fransche reizigers logeeren,
mijdt zij zorgvuldig.
NOOIT heeft zij zóó van een
vacantie genoten. Welbewust heeft ze
eindelijk den rug toegekeerd aan het
inspannende, rustelooze leven in Hol
land, dat altijd weer van haar eischt en
haar nimmer iets schenkt.
Vroeger, toen ze jong en eerzuchtig
was, heeft zij met haar prachtige stem
heel wat veroveringen gemaakt. Ze
was al vroeg bekend en heeft veel op
concerten gezongen. Vrienden telde ze
altijd in overvloed.
Toen kwam haar huwelijk, dat een
mislukking bleek te zijn en de dood
van haar eenig kind. Deze dubbele
waarschuwing van het leven heeft
een mènsch van haar gemaakt. Ze
werd stiller, meer in-zich-zelf-gekeerd,
maar tevens milder. Ze verdroeg de
luimen van haar veel ouderen, door
jicht geplaagden echtgenoot een
ambitieus impressario, die vooral haar
roem aanbad en leefde voor haar
kunst.
Toen ze eindelijk als jonge weduwe
alleen achterbleef, wist ze, dat ze geen
droomen meer had. Met een pijnlijke
nauwgezetheid, die haar onstuimige
en romantische persoonlijk in wezen
vreemd was, wierp zij zich op haar
werk.
Men prees haar inzicht, haar toe
wijding, haar hooge kunst-opvatting.
Haar lessen kregen als vanzelf een
cachet van ernst en degelijkheid.
Maar Maria zelf weet, dat die
zuivere vak-belangstelling de leegte in
haar ziel niet vullen kan.
In Cornwall leeft zij op. Ver van het
drukke stadsgerucht, weg uit de
beslommeringen van haar met plichten
overvuld zangeressen-bestaan, bevrijd
van de vleiende, maar lastige belang
stelling van vrienden en kennissen,
voelt zij zich voor het eerst sinds jaren,
dat het niet de bestemming van den
mènsch is, zichzelf te ontvluchten. Ze
was bijna gelukkig in die verrukkelijke
eenzaamheid van zee, rotsen en vogels.
Tot zij Mr. Ellerham, den
Londenschen bankier, ontmoette. Hij logeert
in het Casino en hielp haar eenmaal
de wilde rotsen naar het Zuiden toe,
die haar altijd gefascineerd hadden,
beklimmen. Zij had zich als een roeke
loos kind, bij het baden te ver in zee
gewaagd en op een gegeven moment
zat ze op een zwart, ongenaakbaar
brok steen, midden in de branding.
Mr. Ellerham, die, ondanks zijn sterk
grijzenden krullebol, een uitstekend
zwemmer bleek te zijn, haalde haar
van dat gevaarlijke plekje weg en toen
speelden ze samen Robinson Crusoë",
ze klauterden op de hoogste en
grilligste rotsen en doorsnuffelden de
donkerste grotten.
VAN dat oogenblik af zijn ze vrien
den. Een man, die in letterlijken
zin je leven gered heeft, kun je niet
afwijzen, als hij je bloemen brengt, of
je voor een tochtje in zijn luxueuze
Cadillac uitnoodigt. Bovendien,
Mr. Ellerham is een ideale partner.
Bescheiden, ernstig, vol kleine attenties.
Maria zucht nog eens.
Dat hij haar nu juist ten huwelijk
vragen moest. Het volgende oogenblik
zit hij naast haar.
Well?" Zijn aarzelende glimlach
alleen verraadt zijn onrust. Voor het
overige is hij kalm, beheerscht, correct,
als altijd.
My dear Mr. Ellerham," antwoordt
Maria moeilijk, Ik weet niet...."
Well," zegt hij weer, Bedenk dat
ik in de eerste plaats uw vriend wil zijn.
Zeg mij eerlijk, wat U te zeggen heeft.
Ik ben niet zoo door het leven verwend,
dat ik geen teleurstelling dragen
kan.... Ik zie aan Uw oogen, dat het
neen" is."
Maria buigt haar hoofd.
Ik wist het," zegt Mr. Ellerham
zacht en een beetje bitter. Hij kan
het niet helpen; ondanks z'n
zelfbeheersching, laat hij zich een oogen
blik gaan. 't Is met mij altijd
hetzelfde liedje. Wat ik werkelijk begeer,
ontsnapt aan mijn greep. Als kleine
jongen al, kon ik hunkerend kijken
naar andere, knappere kinderen, die
door hun ouders geliefkoosd werden.
Ik ben altijd leelijk, onhandig,
griezelig-verlegen geweest. Zelfs mijn moeder
was niet trotsch op me. In later jaren
begreep ik, dat er menschen zijn, die
nooit plannen moeten maken en nooit
gunsten aannemen. Het meisje, dat
ik in m'n jeugd aanbad, trouwde niet
een ander, m'n beste vriend liet me
in den steek, omdat hij een kunstenaar
en ik maar een bourgeois satisfait"
was, ik had gehoopt eenmaal een arm,
maar eerlijk schrijver te worden en het
lot heeft een succesvol zakenman van
me gemaakt.
Wij zijn nu eenmaal allen gedreve
nen. ... Maar.... dit zal ik niet
vergeten."
Hij zwijgt abrupt steekt z'n hand
uit.
Maria kijkt naar hem op. Is het
werkelijk waar, dat het leven voor U
een nederlaag beteekent?" vraagt ze
op een eigenaardigen toon.
U gelooft het niet? Denkt u dan,
dat geld eenig werkelijk probleem in
de wereld kan oplossen?"
Neen, dat is waar," mompelt
Maria peinzend. Ze weet: er is maar
n ding, waarvoor ze bang is. Ze
^Jusscfien zomer en herfst
T\TU de herfst langzamerhand dichterbij begint te komen, wordt het
tijd dat we aan onze herfstkleeding gaan denken. Kannen we
ons voor de na-zomer nog iets aanschaffen, of is dat de moeite niet
meer waard? Niemand weet hoelang een nazomer duurt, maar we
weten wel (of misschien ook niet altijd?) wat we uitgeven kunnen.
Als Hollanders zijn we nu eenmaal zoo degelijk dat we waar voor ons
geld willen hebben, en daar hebben we gelijk aan.
Op de foto ziet U iets dat in overeenstemming is met onze degelijk
heid: Een mantel van woltricot die geschikt is voor de nazomer. En
als de herfst zijn intree gedaan heeft, kunt U de knoopsluiting die
tot de taille gaat, door laten loopen tot onder aan de rok, zoodot de
mantel zich dan ontpopt als een middagjapon waaraan geen ster
veling zal zien dat ze vermaakt is, want dat is ze ook niet.
vreest het succes. Ze wantrouwt het
geluk. . . . Alleen met menschen, wien
alles ontglipt, kan men leven.
Nu aarzelt ze, Maria. Zij denkt aan
het kind, dat jaren geleden van haar
weggenomen is. Zij weet, dat alle
bezit een fictie is.
Over dat leed van vroeger kan zij
niet spreken. Nu nog niet.
Maar haar oogen zijn zacht ge
worden.
Als u mij hebben wilt, zooals ik
ben...."
Meen je het.... Mary?" vraagt
Mr. Ellerham. Hij neemt haar in z'n
armen en kust haar.
Maria kijkt hem aan. Als je eens
wist, denkt ze. Ze voelt, dat ze hem
liefheeft, omdat hij is als zij: een ver
latene, een, die toeziet. Er moeten nu
eenmaal in het leven spelers en toe
schouwers zijn. Nu ik weet, dat je
naast mij staat....", zegt ze stil.
GEARMD loopen ze later samen
naar het strand. Kijk," zegt
de deftige, grijze landlady tegen het
bleeke onderwijzeresje, dat het kamer
tje onder de pannen gehuurd heeft,
dat zul je altijd zien: zij, die het
goed hebben, krijgen het steeds beter.
Die bekende zangeres uit Holland
heeft Mr. Ellerham aan den haak
geslagen. Geen slechte vangst. . . . een
vrijgezel met een inkomen van vier
duizend pond. En als ze nu nog jong
en mooi was. ..."
M. BEKKERS-ZÜRCHER
PAG. 12 DE GROENE No. 3193