Historisch Archief 1877-1940
VAN SPELERS EN VALSCHSPELERS
uit den gouden eeuw
DE goede oude tijd" het is
een zegswijze die vooral hun
voor in den mond ligt, die den
ouden tijd niet kennen. De mensch ide
aliseert verleden en toekomst. Hij
meent dat de bedroevende verschijn
selen uit zijn eigen tijd iets heel nieuws
zijn. Hij meent het tegenwoordig als
een bewijs voor de z.g.
cultuurvervlakking te mogen aanzien, dat er
zooveel gebridged wordt. Alsof het in
de Gouden Eeuw anders was! Het te
gendeel moeten wij aannemen op
grond van een klacht uit het jaar 1692
dat men tegenwoordig meer speelt als
oyt, en ik geloof dat het geschiedt om
dat men niets te zeggen weet. Men
vind zich verlegen in de beste gezel
schappen, de conversatie verflauwt,
men quijnt er en ennuieert zich, en
die al wel spreken kunnen met
verstant, vinden zoo weynig in 't geen
men haer antwoort, dat zij verplicht
zijn hun toevlucht tot de kaart te
nemen, als tot d'eenigste resource van
d'aengenaeme ommegang." Aldus een
anonymus in een pamflet, getiteld Sa
menspraak tusschen een Amsterdam
mer, Hagenaar en Rotterdammer". De
beide eersten worden er in voorgesteld
als bezoekers van een speelhuis, dat zij
zoojuist verlaten hebben. De
Hagenaer" had flink gewonnen. Vandaar
wellicht de pessimistische woorden die
wij zooeven weergaven en die door den
schrijver van het geschrift den Amster
dammer in den mond gelegd worden.
De Hagenaer" was minder pessimis
tisch. Hij had een opportunistischen
kijk op het spel. Ik zal noyt uyt mijn
keur speelen", zei hij, als ik yet
beters te doen weet, en ik beken ront
uyt dat ik meer van Toneelspel houw,
en inzonderheyd van d'Opera die men
zoo ras uit Amsterdam niet had
behooreh te verdrijven: want dat was
het rechte middel om veel disordre die
het A>el veroorzaakt, te beletten".
Het kaartspel verachtte hij overigens
niet! Ikzie t'aen", betoogde hij, als
de beste school van de werelt om zich
zelven te kennen, en om over anderen
te oordeelen. Elk maekt het portrait
van zijn humeur, en het is de beste
conjuncture, en de scherpste om de
gront en 't binnenste van den mensch
te kennen". Toch was het maar goed
dat men niet overal even grof spelen
mocht. Althans, de Heeren van Am
sterdam" hadden verboden om hooger
te, spelen dan vijf en twintig gulden.
Een maatregel die natuurlijk ontdoken
werd!
DE grofspelers" kwamen
somtijts uyt den Haeg overvliegen,
om onze onnozele Amsterdammers te
foppen", klaagde de Amsterdammer,
en hij noemde met name een zekere
Haegsche Jonker Germain". De Ha
genaer" wist nadere inlichtingen te
verstrekken over dezen beruchten Jon
ker. Hij was een vink", die den Adel
uyt de Wijngertkrans gehaalt had"
Nu was hij opgeblazen genoeg om
Was DE GROENE juist uitverkocht
toen U er naar vroeg?
EEN GOEDE RAAD:
NEEM EEN ABONNEMENT!
zich als een groot Cadet in een koets
met vier Paerden te laten
voorttrecken", maar enkele jaren terug moest
hij de wijnglazen spoelen en oppassen
als een brak". Zijn moeder, die in haer
tijd zeer fraey en niet ongerieflijk was"
liet hem doorgaan voor den zoon van
een Prins inplaats van die van een
Waart". De pseudo-Jonker had de
kunst van het spelen, waarin hij van
jonksaf geconfijt" was, geleerd van
den stalmeester van de prinses, die
hij wederom tot erkentenis verscheyde
melkkoeytjes heeft aangebracht, die
zij te zamen zoo wel gemolken hebben,
dat zij beyde, eerst naekte zwaluwen,
nu als Princen kunnen teeren". Vooral
in Rotterdam had Jonker Germain met
zijn makkers geen kleyne ravage ge
maakt". Speciaal een weduwnaar had
den zij niet weynig gevilt". Een Rot
terdammer, die toevallig langs kwam
kon van deze affaire enkele finesses
mededeelen.
HIJ was er nog zoo ondersteboven
van, dat hij het spel uyt de heele
werelt bannen" wilde, om zijn
pernicieuse en gevaarlijke gevolgen". Ons
Land is", zei hij, God betert, al vol
genoeg van eerlijke dieven, die zich er
morale naar hun zin maeken, en die
zich inbeelden dat er byzondere ge
vallen zijn, waerin het is toegelaeten
een ander mans goet te nemen". Als
daar nu de spelers ook nog bij kwamen!
Hij kende er Rotterdamsche die de
menschen zoo kaal pluyzen dat er
niet een veertje op blijft zitten". Een
zekere Vredenburg had bij het spel
hondertduyzent Rijxdaelders" ver
loren, maer daer zijn harssens, door
het veel wyndrinken al verzwakt wa
ren", had het verlies weinig indruk op
hem gemaakt. Zijn medespelers hadden
hem eenvoudig dronken gevoerd. Zij
schonken hem den wijn in zulk een
overvloei, dat hij dikwels onbequaem
was om de steenen tegen 't bord te
werpen, daer hem dan de hand ge
houden wierd door die gedienstige
vrienden, die hem niet alleen zijn geit
afgewonnen, maer ook heel
uytgezopen hebben". Jonker Germain had ook
ook te Amsterdam geopereerd met
valsche dobbelsteenen! De Amsterdam
mer wist althans te verhalen dat de
quik verscheyde mael uyt zijn steenen
is gevallen": Desondanks nam de
hartstocht waarmee men speelde
voortdurend toe. De Hagenaer" be
aamde dat. Men ziet in alle Saletten
anders niet", vertelde hij, daer dan
dikwijls Joden en Christenen, zonder
onderscheyd, onder malkanderen
loopen als de Schapen en Bokken. Som
migen vrouwen zijn zoo vernikkert op
het spel, dat zij heur hemd zouden
vertuyschen". De Amsterdammer had
die plaetsen" wel aanschouwd. Het
liefst zou hij ze met de Arke Noach's
vergelijken. Gaarne zou hij er wat
breeder van discoureren", maar hij
had geen tijd. Hij moest op bezoek bij
vrienden, waar hem een frissche Roe
mer van den allerbesten Hochemer"
wachtte. Hij zou de Heeren met een
helder glas gedachtig zijn". En wij
zullen u", zeiden de hoffelijke Hage
naar en Rotterdammer, in 't Hof van
Holland met een sappige Peer bescheyc'
doen".
Het moge hun wél bekomen zijn!
PUZ2LE8
De prijswinnaars
Prijswinnaars zijn deze week: Voor het letterraadsel: de heer K. Zwiep,
Kennemerpark 13, Alkmaar; voor het visitekaartje: mevrouw F. Hooykaas, Gordelweg 22la,
Rotterdam.
Voor elke puzzle v/ordt een reproductie naar Vincent van Gogh: Het Korenveld"
uitgeloofd. Inzendingen voor Woensdag op een BRIEFKAART; op de adreszijde
LETTERRAADSEL of VISITEKAARTJE vermelden.
Er wordt prijs gesteld op het gebruik van ZOMERPOSTZEGELS.
Twee nieuwe opgaven
I. Letterraadsel
Van onderstaande lettergrepen moe
ten tien woorden worden gevormd,
welke onder elkaar geplaatst dienen te
worden. Dan vormen respectieveli'k de
eerste en laatste letters van die woor
den, van boven naar onder gelezen,
een regel uit een gedicht van Guido
Gezelle.
ar - bel - bo - de - de - di - er - eu - in
la - na - nold - o - ra - re - rig - tens
val - vel - vo - voor - ijl.
Omschrijving.
i. adreskaartje, 2. hevig, 3. meisjes
naam, 4. gebeurtenis, 5. gebrek, 6.
denkvermogen, 7. voorafgaand, 8.
draadlooze omroep, 9. estafette, 10.
jongensnaam.
II. Visitekaartje
O).
CWeert
Welk beroep heeft deze man ?
Oplossingen van
de vorige week
I. Letterraadsel
Er moeten witte hoeven achter
de room staan
(Paul van Ostaijen)
N OCTURNE
ACCU MULATOR
CONSERVATORIUM
HENGELO
TIMIDE
E V ENEMENT
RESTAURATIE
DEMON
E E R W
Z A M B E S l
OMNIP OTENT
O L I F A N T
E R R I
A T I R I S C
O R P E D
N T I P O D
Z O
U A N C
M
S
T
A
A
N
E
H
O
E
V
E
II. Visitekaart/e
HeJLberoep^van .B.;Bok, Di«ren is:
BOEKBINDER
Het wekelijksche
schaakminiatuur
Probleem van Konrad Er/in
a b c d e f g h
abcdefgh
Mat in drie zetten
jo ZB fr
- '4-frp?f pa 'Z
jo 9B?£
'4 zo £051 -z
Sq
: SuissojdQ
Ingekomen tijdschriften
Gemeentebestuur (Juni?Juli)
Dr. C. van den Berg: Vijf-en-twintig
jaar zorg voor goed drinkwater. Mr. Dr.
L. W. K. van Deventer: Uitvoering
rechtscontrole en vernietiging. Mr. G. J.
ter Kuile: Samenvoeging van gemeenten.
Vakbeweging (4 ? Augustus)
W. Komijn: S. de Wolff zestig jaar.
Dr. F. E. Posthuma: De uitvoering der
ziektewet. C. van der Lende :
Econonomische toestanden in Zuidslavië. C. A.
't Hart: Het scholensysteem van de
moderne arbeidersbeweging. J. v. d.
Kieft: Van Utopie tot wetenschap.
Onze taaltuin (i Augustus)
H. Mandos: Een teekenend spreek
woord van West-Europa; E. de Roy van
Zuydewijn: Het enjambement bij Guido
Gezelle; J. van Ginneken: Sp-kaarten;
J. van Ginneken: Volkskarakters; Joh.
Renders: A. R. Hol: Een Tegenstelling
Noord-Zuid in de praeterita en participia
v. d. sterke werkwoorden.
Dietsche Warande en Belfort
(Juli^?Augustus)
Dr. Rob. van Roosbroeck:
Conscience's Leeuw van Vlaanderen in het tijds
kader; J. D. Bierens de Haan: Verzen;
M. E. Belpaire: Gestalten uit 't verleden;
Albert Westerlinck: Lentelied; Mare
Staels: Het begrijpen; Staf Weyts: De
dood mijner ouders; Dr. L. Landsman:
Bondig overzicht der ideologische ont
wikkeling der Sovjet-Letterkunde; M.
Coole: De vrouw van den dichter.
Opwaartsche wegen (Juii?Augustus)
Maarten Vrolijk: Idylle, Kerstmis van
den eenzamen student, Ontwaken, Het
kort geduld, Bezinning; G. Kamphuis:
Over het werk van J. K. van Eerbeek;
Jan H. Eekhout: Hafische strofen; Ed.
Hoornik: Palmzondag, Nocturne; H. v.
d. Leek: Techniek en Cultuur; Loet
Rombouts: Het kind, De vogel, Het kind
van den gebochelde, Daphne; K. v. d.
Geest: Storm; Roei Houwink: Ter Braak
over Luther; Wouter Paap: Ontaarde
muziek in het Derde Rijk.
PAG. 18 DE GROENE No. 3193