De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 20 augustus pagina 11

20 augustus 1938 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

\ lick T ick aan TER tentoonstelling Flora", die enkele jaren geleden te Heem stede is gehouden, trok een weekendhuis van den Larenschen architect Wouter Hamdorff de aan dacht. Dit gebouwtje week in niet onbelangrijke mate af van hetgeen de landelijke architecten in ons land ge woonlijk voortbrengen. In het algemeen zijn hun land huizen, in het bijzonder wat de uit wendige vormgeving betreft, geïn spireerd door de oude Saksische boer derij, die in de Gooische dorpen en ook elders in ons land nog in enkele gave exemplaren aanwezig is. Toen zij landhuizen in denzelfden geest" trachtten te bouwen, vergaten zij echter, dat het bouwprogramma voor den landhuisbewoner door geheel andere wooneischen wordt bepaald dan dat van de oorspronkelijke be woners der boerderijen. De stedelingen, die zich buiten kwamen vestigen, hadden b.v. be hoefte aan ruime slaapkamers op de verdieping en deze eisch bracht mede, dat de bouwmeesters werden genood zaakt, verschillende essentialia van de schoonheid der oude boerderijen op te offeren. Zoo ging het ongebroken rieten dak, dat de oude Saksische boerderijen zulk een eigenaardige bekoring schenkt, in de meeste gevallen onherroepelijk ver loren, omdat de slaapkamers de aan wezigheid van dakkapellen noodig maakten. Geleidelijk werden de aanvankelijk nog aannemelijke imitaties van het (Ingezonden mededeeling) oude Saksische huis geheel verwrongen en verzwakt en hetgeen thans aan landelijke bouwkunst wordt gepraesteerd wekt dikwijls alleen nog wat de keuze der materialen betreft herinne ringen aan de vroegere landelijke bouwkunst, die in onze dagen van vliegtuig en oceaanschepen meer en meer een anachronisme dreigt te worden. De landelijk geheeten architectuur blijft in ieder geval imitatie van het geen eens geweest is. Wilde men con sequent zijn, dan diende men zich als bewoner van zoo'n met riet gedekt, romantisch geval feitelijk in een antiek Gooisch costuum uit te dossen, alsmede een kudde schapen aan te schaffen, teneinde deze nu en dan bij wijze van tijdverdrijf te hoeden. Doch daarvoor deinst de moderne landhuisbewoner toch terug en zoo ver strekt zich de anachronistische imitatie althans niet uit. HET spreekt vanzelf, dat ook de romantische architecten niet ge heel en al immuun bleven voor de hedendaagsche stroomingen in de architectuur; het weekendhuis ter tentoonstelling legde daar reeds ge tuigenis van af. Het was als een hond van bijna ras; de bedoeling was goed, maar er waren andere overwegingen bij in het spel geweest. De vormgeving van. het huis was geheel anders dan de romantici onder de architecten tot dusver te zien gaven en klaarblijkelijk was dit ontwerp sterk beïnvloed door de opvattingen ./. r/w Geëxposeerd bij de N.V. KUNSTHANDEL P. DE BOER GROOTE ZOMERÏENTOONSTELLING in de zalen Heerengracht 474 Amsterdam dagelijks (behalve Zondags) geopend van 10 5 uur De Huifkof? te 8/oricum, Zuidzijde van de architecten van hetgeen het nieuwe bouwen" wordt genoemd. Ook te Blaricum was reeds vóór de tentoonstelling te Heemstede werd gehouden, volgens hetzelfde recept een neo-romantisch landhuis, De Huifkap, ontstaan, waarin de architect klaar blijkelijk heeft getracht, een synthese tusschen moderne architectuur en romantiek te bereiken, op zichzelf een hachelijke onderneming, daar onver gelijkbare architectuurtijdperken moei lijk zijn te synthetiseeren. Zoo is het verklaarbaar, dat het compromis tusschen verleden en heden, dat de Huifkap materieel uitdrukt, noodzakelijk een dualisme moest wor den. Het min of meer eclectisch karak ter van den landhuizenbouw in het algemeen, impliceert, dat de archi tecten, die er zich mede bezighouden, feitelijk, door de belangrijke stroo mingen van ons tijdperk niet zijn aan geraakt. Ook de poging, de landhuizenarchitectuur te vernieuwen en aan te passen aan de nieuwe mogelijkheden, is in wezen een onzuiver experiment, omdat een mengsel van eclecticisme en moderniteit een onmogelijkheid is, die niet in de geestelijke ervaring kan liggen. Men is innerlijk of romanticus of niet; een kruising is in geen geval rasecht. Wouter Hamdorff nu heeft op het gebied van den romantischen land huizenbouw een respectabelen staat van dienst. Hij heeft een zintuig voor het mooie, of juister gezegd het schilderachtige materiaal, hij is een meester in het gebruik van de rieten overkapping, heeft een typisch landelijk kleurengevoel het contact met de schilders, epigonen van de Haagsche school en van Barbizon is hier duidelijk en, goed-Hollandsche eigenschap, een ge degen vakkennis. In alle opzichten heeft hij getoond, dat de landhuizenromantiek hem ligt. Ook in zijn nieuwste werken, waar van De Huifkap slechts specimen is (onder invloed van het streven der jonge architecten ontstonden er nog vele van gelijken aard) kan hij daar niet vrij van komen en, het behoeft niet met nadruk te worden verklaard want het is duidelijk zichtbaar: hij mist daartoe ook de intentie. p Zijn evolutie is allerminst geestelijk en de neiging tot het abstracte is Hamdorff ook in zijn laatste uitingen geheel en al vreemd. Het blijft allemaal sensueel-aesthetisch, Spielerei in de goede beteekenis van het woord; nabloei van het individualisme, is men geneigd te zeggen. De overgang naar nieuwe vormen is tij hem zuiver for meel, niet innerlijk doorleefd. Er blijkt uit, dat de architect de bouwkuxstige ontwikkeling met be langstelling gadeslaat en met de genoegelijke visie van den landelijken kunstenaar ervan overneemt hetgeen hem te pas komt. Echter blijft de werkwijze on-architectonisch. (Arch. Wouter Hamdorff) Hij modelleert b.v. zijn maquettes in klei, werkt dus in feite niet als een architect, maar als een vrij-scheppende beeldhouwer en komt zoodoende niet tot een nieuwe innerlijke ervaring, maar tot een nieuwe aesthetische vormgeving. Duidelijk is het in ieder geval, dat een van de kenmerken van de nieuwe architectuur voor Ham dorff de dakvorm is. Bij de aanhangers van het nieuwe bouwen vloeit deze dakvorm echter steeds voort uit de architectonische conceptie; bij ge bouwen gelijk deze Huifkap is echter de opzet, in het landschap aesthetisch te werken, duidelijk. In geen. enkel opzicht is de vorm, het exterieur, hier uitvloeisel van de woonfuncties. Men spreekt in de romantische architec tuur trouwens van vormgeumg, dus van een bewust, naar men meent op de aesthetiek gericht proces. TE betreuren valt het, dat zoo'n huis er ontstonden er in het Gooi inmiddels nog vele paradeert als een uiting van de nieuwe architec tuur door een landhuizenarchitect van een ander tijdperk. Dat is het namelijk allerminst. De essentialia van de nieuwe architectuur: veel licht, open heid, lucht, zijn hier klaarblijkelijk gehanteerd als modeverschijnsel. Mys tiek licht, om een voorbeeld te noemen is een hobby van Hamdorff; het onstoffelijke witte licht van de nieuwe architectuur is hem niet sympathiek. Maakt hij dus, gelijk in de Huifkap een raam van uitzonderlijke afme tingen, dan gebeurt dit, omdat men dit artikel vraagt, doch allerminst uit innerlijke behoefte. En soms zien wij dan achter deze groote ramen weer schermen aangebracht, om, naar be hoefte, het licht te kunnen temperen en het mystiek te maken, naarmate de bewoner dit verlangt. Zoo is zelfs de mystiek" in onze dagen in graden verkrijgbaar. Derhalve is de Huifkap een huis met fantasie geworden. En is dat niet het ideaal van velen, die onze vaderlandsche steenwoestijnen vaarwel hebben gezegd? Wat de stedeling buiten zoekt is: een huisje met fantasie. Dat heeft Hamdorff beter ingezien, dan welke van zijn collega's ook en daarom schijnt het ontleenen van verschillende elementen aan de nieuwe architec tuur, echter in een dik-stoffelijke inter pretatie, elementen, die hij niet be grijpt en verkeerd toepast, volkomen overbodig. Al staat dan volgens den heer Paul Citroen de Romantik tief in Kurs, in het knusse Gooi en elders vindt zij nog aanhangers in overvloed, voldoende althans om een landhuizenarchitect gelijk Hamdorff in de ge legenheid te stellen zichzelf te blijven, in plaats van, behendig equilibreerend tusschen romantiek en moderniteit, nieuwe wegen te zoeken in een woud, dat voor hem terra incognita is en welke werkwijze nooit tot verhel'dering van inzicht en zuiverheid van verhoudingen kan leiden. H. BUYS 'SVJ PAC E GROENE No

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl