De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 20 augustus pagina 12

20 augustus 1938 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

rouwen en vrouwenleven Hoe zeggen ze het? Aon verschillende vrouwen, die op dit gebied eenige ervaring hebben, heeft Lilliput gevraagd, hoe ze allerlei mannen hun liefde hebben hooren verklaren. Ziehier het resultaat: KINDEREN Een schooljochle: Je mag wel afkijken; en wil je mijn tooverbal P De H.B.S.-ser: Je bent nog zoo gek niet, al ben je dan nog maar een bakvisch. Een pedante student ln.de reehten: Zonder eenig vooroordeel zweer ik hierbij en bevestig, dat aangezien mijn neiging tot en mijn gevoelens voor U welke niet a priori doch noodzakelijker wijs onderworpen zijn aan zekere, nader te omschrijven beperkingen, zoowel voor mij als voor U van mo menteel moeilijk te taxeeren impor tantie zijn, en er van mijn kant geen reden is om niet over te gaan tot het opmaken van een huwelijkscontract, behoudens eventueele bezwaren Uwer zijds, ik met U in het huwelijk zou willen treden, behoudens voornoemde en nog nader te noemen omstandig heden. De schilder: Engel van mijn droomen, ik zal je eeuwig trouw blijven.... geestelijk, welteverstaan. De rijke man: Voor geen geld van de wereld zou ik je charmante onafhankelijkheid willen verstoren. De arme man: Ik zou wel een millioen voor je willen uitgeven. Een werkman: Ik heb dat baantje gekregen aan 't fabriek, twintig piek in de week. Wat zou je er van zeggen als we eens een huisje namen in die nieuwe straat? Ik zie jou er al in. Ja, en mezelf ook. Ken kantoorbediende: En wat zullen we Zaterdag doen, lieveling? We zullen het er weer eens van nemen, vind je ook niet? |Ja, ik had zoo gedacht.... Do Iiypochonder: Het is vreemd dat mijn slapeloosheid zoo verergerd is, sinds ik je heb leeren kennen. F-en handelsreiziger: Ik vind het niet zoo belangrijk hoe oud je bent. Ik vind je mooi, en ik vind niet dat je 30 jaar bent. Ik vind dat je er uitziet als 27, in ieder geval niet ouder dan 29. !><? makelaar: De meeste vrouwen, en mijn eigen vrouw in het bijzonder, geven zich er geen rekenschap van dat ik toch min of meer een idealist ben. De dichter: Natuurlijk zou geen enkele vrouw ter wereld in al mijn behoeftes kunnen voorzien. Ik ben nu eenmaal veelzijdig. Maar je inspireert me. De redacteur: Uw stukjes kan ik niet gebruiken, maar u heeft talent. Komt u nog eens langs om er over te spreken. Een zakenman: Ik zou je graag aan mijn vrouw willen voorstellen. Het is grappig dat je zoo op haar lijkt. Het treft nu juist slecht dat ze met de kinderen een paar dagen de stad uit is. De doodgewone mini: Het is een hopeloos afgezaagde fraze. Elke keer als je naar de bioscoop gaat, zie je een gezicht dat meer dan levensgroot is en dat in de woorden schijnt te zwemmen. In de radio hoor je aldoor maar weer die strooperige crooners die je iets over maneschijn en zoo willen voorspiegelen. En de roman schrijvers schijnen nog geen boeken ge noeg geschreven te hebben. Liefste, ban ik dan zóó anders, dat ik niet weet hoe ik zeggen moet hoeveel ik van je hou? WE dronken thee op 't voorerf onder den grooten regenboom. Het was 't heerlijke uur van den Indischen namiddag, waarin men, pas gebaad en met frissche kleeren aan, zich behagelijk strekt in een rottanstoel, genietend van thee en een sigaret: het uur, waarin men, mét de hitte, de beslommeringen van den langen drukken dag voelt weg glijden en denkt Indiëis toch een goed land". Het uur der lichamelijke en geestelijke tevredenheid. Wij hadden ons derde kopje thee gedronken en juist dacht ik er over Sidin te bellen, om het theegerei op te ruimen, toen de van Santens het hek binnenkwamen. Haastig schoot mijn man de schoone witte jas, die hij gemakshalve op een stoelleuning had gehangen, aan en ging hen 't grasveld over tegemoet. Ik moffelde de geladderde kous, die ik bezig was te verstellen, onder de opengevouwen krant en volgde met uitge stoken hand. Wij kennen de van Santens niet erg goed. Zij wonen drie breede erven van ons af, en ik heb nooit getracht, dien afstand kleiner te maken, door 's mor gens eens over te wippen. Onze Zusje speelt graag met hun Lili, dat 's de eenige band tusschen huize van Santen en ons. Zoodra de heer en mevrouw van Santen gezeten waren, voelde ik, dat er een bedoeling school achter hun bezoek; mijn man presenteerde sigaren, ik bood een koele dronk aan, maar het gesprek wilde niet op dreef komen. Het is een plezier, om Lili en Zusje samen met de poppen te zien spelen" zei ik, zoekend naar een onderwerp, dat ons gelijkelijk zou interesseeren. Mevrouw van Santen ging rechtop in haar stoel zitten en haar man brak het gesprek over de benzineprijzen, dat hij met mijn man voerde af en kauwde zenuwachtig op z'n sigaar. 't Is juist over Zusje, dat wij komen spreken" begon mevrouw, wij hebben tot onzen spijt gemerkt, dat Zusje niet eerlijk is en we vinden, dat u en uw man op de hoogte moeten worden gebracht." Mijn hart begon driftig te kloppen: onze blonde vierjarige Zusje kon niet iets bedreven hebben, dat dat ijskoude vonnis niet eerlijk" rechtvaardigde. Maar ik ving een blik op van mijn man, sloot m'n lippen en luisterde zwijgend naar wat mevrouw van Santen vertelde: Zusje en Lili waren dien morgen aan 't spelen, toen me vrouw zich klaarmaakte om naar toko Betawi te gaan. De meisjes, belust op het ritje in de dogcar en de zuurtjes, die de vriendelijke Chinees van toko Betawi pleegt toe te geven, hadden gevraagd, mee te mogen gaan. En de dag bleek bij aankomst in de toko nog beter dan de kleintjes hadden ge droomd, want er was een zending gummi speelgoedhondjes aangekomen, die, voorzien van een bescheiden reclame, werden uitgedeeld aan de kinderen der klanten. De meisjes waren verrukt. Lili had beleefd be dankt, maar Zusje had gevraagd om nog een hondje", wat de Chinees vriendelijk had afgewimpeld. Niet waar? Eén voor elk kind. Toen was mevrouw achter in de toko iets gaan uitzoeken en kort daarop waren ze naar huis gereden. Zusje was erg stil geweest onderweg; ze hield het re clamehondje stijf op haar schoot, en daaronder puilde haar jurkje uit met 'n vreemde bult, alsof er iets onder IN INDIE verborgen was. Mevrouw van Santen had toen al haar vermoedens gehad, maar niets gezegd. Thuisgekomen had Zusje gevraagd, dadelijk naar moeder te mogen gaan", maar mevrouw had haar mee naar binnen getroond om een glaasje stroop te drinken. En Zusje was gevolgd, loopend met vreemde, stijve pasjes en met haar handjes tegen haar buik gedrukt. En steeds was er die vreemde bult onder 't jurkje. En toen dit was een list had mevrouw haar het glas lekkere koele stroop vóór gehouden en Zusje, dorstig na den rit in den heeten morgen, had begeerig toegegrepen met beide hand jes. Daardoor had ze het verborgen ding onder haar jurkje losgelaten en... een tweede hondje was op den grond gevallen, precies als Zusje al had. Mevrouw vermoedde het reeds, de kleine heks had dat, wat ze niet goed schiks had kunnen krijgen, eenvoudig genomen ! Mevrouw was toen direct met haar teruggegaan naar de toko. 't Had tranen en verzet gegeven van Zusje's zijde, maar ze had haar gedwongen het hondje terug te geven. De vrien delijke Chinees was er zelf verlegen mee geweest, en had gemompeld soedah, niet noodig", maar nietwaar, een dergelijke leelijke trek moest in den aanvang systematisch worden onderdrukt. Ze zou het ook bij haar Lili hebben gedaan, maar goddank had ze bij Lili nog nooit iets dergelijks gemerkt. Had Zusje mij niets van het geval verteld? Nee? Wel den heelen middag hangerig geweest ? 't Liet zich begrijpen. Enfin, ik was nu op de hoogte, en 't werd hun tijd om op te stappen. Wij lieten de van Santens uit tot het tuinhek, bedankten nogmaals voor hun bemoeienis en liepen langzaam het breede pad naar de voorgalerij terug. Begrijp jij, hoe Zus dat kon doen ?" vroeg mijn man. Nee", zei ik, ik moet er nog eens over denken, vóór ik...." Ada toewan Tjina di blakang" meldde Sidin, die op de galerij stond, er is een Chineesche heer achter." Achter, bij den overloop naar de bijgebouwen, wachtte de dikke Chinees van toko Betawi met een pakje in zijn hand. Voor Non Zusje, ik vraag om het haar zelf te mogen geven." Zusje, die bij 't hooren van haar naam de speelkamer uit was gekomen, bleef met een hooge kleur staan, maar de Chinees stak haar het pakje toe. Non", zei hij, vanmorgen heb ik niet begrepen, maar ik heb troes-door gepiekerd, en nu begrijp ik. Nonnie vroeg nog een hondje voor Non Annie, betoel, zoo is het?" En Zus, al haar Maleisch bijeengrabbelend, te blij om verlegen te zijn, hakkelde: Ja, ja, betoel, omdat Annie pigi scola tida bisa pigi toko, omdat Annie naar school gaat.... niet naar de toko kan gaan." De dikke Chinees lachte en knikte, nam zijn fiets en ging heen. Zusje maakte het pakje open en stond n moment stil naar het gummihondje-voor-Annie te kijken. Toen holde ze 't huis binnen, de gang door, de open voorgalerij op, en juist toen de Chinees het hek uitf ietste, schalde haar stemmetje over het erf: Trimakassih ! Dank u wel !" C. C. KLAY?LANCEE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl