Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
Hoe zeggen ze het?
Aon verschillende vrouwen, die op dit gebied eenige ervaring hebben, heeft Lilliput gevraagd, hoe
ze allerlei mannen hun liefde hebben hooren verklaren. Ziehier het resultaat:
KINDEREN
Een schooljochle:
Je mag wel afkijken; en wil je mijn
tooverbal P
De H.B.S.-ser:
Je bent nog zoo gek niet, al ben je
dan nog maar een bakvisch.
Een pedante student ln.de reehten:
Zonder eenig vooroordeel zweer ik
hierbij en bevestig, dat aangezien mijn
neiging tot en mijn gevoelens voor U
welke niet a priori doch noodzakelijker
wijs onderworpen zijn aan zekere,
nader te omschrijven beperkingen,
zoowel voor mij als voor U van mo
menteel moeilijk te taxeeren impor
tantie zijn, en er van mijn kant geen
reden is om niet over te gaan tot het
opmaken van een huwelijkscontract,
behoudens eventueele bezwaren Uwer
zijds, ik met U in het huwelijk zou
willen treden, behoudens voornoemde
en nog nader te noemen omstandig
heden.
De schilder:
Engel van mijn droomen, ik zal je
eeuwig trouw blijven.... geestelijk,
welteverstaan.
De rijke man:
Voor geen geld van de wereld zou ik
je charmante onafhankelijkheid willen
verstoren.
De arme man:
Ik zou wel een millioen voor je
willen uitgeven.
Een werkman:
Ik heb dat baantje gekregen aan
't fabriek, twintig piek in de week.
Wat zou je er van zeggen als we eens
een huisje namen in die nieuwe straat?
Ik zie jou er al in. Ja, en mezelf ook.
Ken kantoorbediende:
En wat zullen we Zaterdag doen,
lieveling? We zullen het er weer eens
van nemen, vind je ook niet? |Ja, ik
had zoo gedacht....
Do Iiypochonder:
Het is vreemd dat mijn slapeloosheid
zoo verergerd is, sinds ik je heb leeren
kennen.
F-en handelsreiziger:
Ik vind het niet zoo belangrijk hoe
oud je bent. Ik vind je mooi, en ik
vind niet dat je 30 jaar bent. Ik vind
dat je er uitziet als 27, in ieder geval
niet ouder dan 29.
!><? makelaar:
De meeste vrouwen, en mijn eigen
vrouw in het bijzonder, geven zich er
geen rekenschap van dat ik toch min
of meer een idealist ben.
De dichter:
Natuurlijk zou geen enkele vrouw
ter wereld in al mijn behoeftes kunnen
voorzien. Ik ben nu eenmaal veelzijdig.
Maar je inspireert me.
De redacteur:
Uw stukjes kan ik niet gebruiken,
maar u heeft talent. Komt u nog eens
langs om er over te spreken.
Een zakenman:
Ik zou je graag aan mijn vrouw
willen voorstellen. Het is grappig dat
je zoo op haar lijkt. Het treft nu juist
slecht dat ze met de kinderen een paar
dagen de stad uit is.
De doodgewone mini:
Het is een hopeloos afgezaagde
fraze. Elke keer als je naar de bioscoop
gaat, zie je een gezicht dat meer dan
levensgroot is en dat in de woorden
schijnt te zwemmen. In de radio hoor
je aldoor maar weer die strooperige
crooners die je iets over maneschijn en
zoo willen voorspiegelen. En de roman
schrijvers schijnen nog geen boeken ge
noeg geschreven te hebben. Liefste, ban
ik dan zóó anders, dat ik niet weet hoe
ik zeggen moet hoeveel ik van je hou?
WE dronken thee op 't voorerf
onder den grooten
regenboom. Het was 't heerlijke
uur van den Indischen namiddag,
waarin men, pas gebaad en met frissche
kleeren aan, zich behagelijk strekt in
een rottanstoel, genietend van thee
en een sigaret: het uur, waarin men,
mét de hitte, de beslommeringen van
den langen drukken dag voelt weg
glijden en denkt Indiëis toch een
goed land". Het uur der lichamelijke
en geestelijke tevredenheid. Wij hadden
ons derde kopje thee gedronken en
juist dacht ik er over Sidin te bellen,
om het theegerei op te ruimen, toen de
van Santens het hek binnenkwamen.
Haastig schoot mijn man de schoone
witte jas, die hij gemakshalve op een
stoelleuning had gehangen, aan en
ging hen 't grasveld over tegemoet.
Ik moffelde de geladderde kous, die ik
bezig was te verstellen, onder de
opengevouwen krant en volgde met uitge
stoken hand.
Wij kennen de van Santens niet erg
goed. Zij wonen drie breede erven van
ons af, en ik heb nooit getracht, dien
afstand kleiner te maken, door 's mor
gens eens over te wippen. Onze Zusje
speelt graag met hun Lili, dat 's de
eenige band tusschen huize van Santen
en ons. Zoodra de heer en mevrouw
van Santen gezeten waren, voelde ik,
dat er een bedoeling school achter hun
bezoek; mijn man presenteerde sigaren,
ik bood een koele dronk aan, maar het
gesprek wilde niet op dreef komen.
Het is een plezier, om Lili en Zusje
samen met de poppen te zien spelen"
zei ik, zoekend naar een onderwerp,
dat ons gelijkelijk zou interesseeren.
Mevrouw van Santen ging rechtop in
haar stoel zitten en haar man brak
het gesprek over de benzineprijzen,
dat hij met mijn man voerde af en
kauwde zenuwachtig op z'n sigaar.
't Is juist over Zusje, dat wij
komen spreken" begon mevrouw, wij
hebben tot onzen spijt gemerkt, dat
Zusje niet eerlijk is en we vinden, dat
u en uw man op de hoogte moeten
worden gebracht."
Mijn hart begon driftig te kloppen:
onze blonde vierjarige Zusje kon niet
iets bedreven hebben, dat dat ijskoude
vonnis niet eerlijk" rechtvaardigde.
Maar ik ving een blik op van mijn
man, sloot m'n lippen en luisterde
zwijgend naar wat mevrouw van
Santen vertelde: Zusje en Lili waren
dien morgen aan 't spelen, toen me
vrouw zich klaarmaakte om naar toko
Betawi te gaan. De meisjes, belust op
het ritje in de dogcar en de zuurtjes,
die de vriendelijke Chinees van toko
Betawi pleegt toe te geven, hadden
gevraagd, mee te mogen gaan. En de
dag bleek bij aankomst in de toko nog
beter dan de kleintjes hadden ge
droomd, want er was een zending
gummi speelgoedhondjes aangekomen,
die, voorzien van een bescheiden
reclame, werden uitgedeeld aan de
kinderen der klanten. De meisjes
waren verrukt. Lili had beleefd be
dankt, maar Zusje had gevraagd om
nog een hondje", wat de Chinees
vriendelijk had afgewimpeld. Niet
waar? Eén voor elk kind. Toen was
mevrouw achter in de toko iets gaan
uitzoeken en kort daarop waren ze
naar huis gereden. Zusje was erg stil
geweest onderweg; ze hield het re
clamehondje stijf op haar schoot, en
daaronder puilde haar jurkje uit met
'n vreemde bult, alsof er iets onder
IN INDIE
verborgen was. Mevrouw van Santen
had toen al haar vermoedens gehad,
maar niets gezegd. Thuisgekomen had
Zusje gevraagd, dadelijk naar moeder
te mogen gaan", maar mevrouw had
haar mee naar binnen getroond om een
glaasje stroop te drinken. En Zusje
was gevolgd, loopend met vreemde,
stijve pasjes en met haar handjes tegen
haar buik gedrukt. En steeds was er
die vreemde bult onder 't jurkje.
En toen dit was een list had
mevrouw haar het glas lekkere koele
stroop vóór gehouden en Zusje, dorstig
na den rit in den heeten morgen, had
begeerig toegegrepen met beide hand
jes. Daardoor had ze het verborgen
ding onder haar jurkje losgelaten en...
een tweede hondje was op den grond
gevallen, precies als Zusje al had.
Mevrouw vermoedde het reeds, de
kleine heks had dat, wat ze niet goed
schiks had kunnen krijgen, eenvoudig
genomen !
Mevrouw was toen direct met haar
teruggegaan naar de toko. 't Had
tranen en verzet gegeven van Zusje's
zijde, maar ze had haar gedwongen
het hondje terug te geven. De vrien
delijke Chinees was er zelf verlegen
mee geweest, en had gemompeld
soedah, niet noodig", maar nietwaar,
een dergelijke leelijke trek moest in
den aanvang systematisch worden
onderdrukt. Ze zou het ook bij haar
Lili hebben gedaan, maar goddank had
ze bij Lili nog nooit iets dergelijks
gemerkt. Had Zusje mij niets van het
geval verteld? Nee? Wel den heelen
middag hangerig geweest ? 't Liet zich
begrijpen. Enfin, ik was nu op de
hoogte, en 't werd hun tijd om op te
stappen.
Wij lieten de van Santens uit tot het
tuinhek, bedankten nogmaals voor
hun bemoeienis en liepen langzaam
het breede pad naar de voorgalerij
terug.
Begrijp jij, hoe Zus dat kon doen ?"
vroeg mijn man. Nee", zei ik, ik
moet er nog eens over denken, vóór
ik...." Ada toewan Tjina di
blakang" meldde Sidin, die op de galerij
stond, er is een Chineesche heer
achter."
Achter, bij den overloop naar de
bijgebouwen, wachtte de dikke Chinees
van toko Betawi met een pakje in zijn
hand.
Voor Non Zusje, ik vraag om het
haar zelf te mogen geven." Zusje, die
bij 't hooren van haar naam de
speelkamer uit was gekomen, bleef met een
hooge kleur staan, maar de Chinees
stak haar het pakje toe. Non", zei hij,
vanmorgen heb ik niet begrepen, maar
ik heb troes-door gepiekerd, en nu
begrijp ik. Nonnie vroeg nog een hondje
voor Non Annie, betoel, zoo is
het?"
En Zus, al haar Maleisch
bijeengrabbelend, te blij om verlegen te zijn,
hakkelde: Ja, ja, betoel, omdat Annie
pigi scola tida bisa pigi toko, omdat
Annie naar school gaat.... niet naar
de toko kan gaan." De dikke Chinees
lachte en knikte, nam zijn fiets en
ging heen.
Zusje maakte het pakje open en
stond n moment stil naar het
gummihondje-voor-Annie te kijken. Toen
holde ze 't huis binnen, de gang door,
de open voorgalerij op, en juist toen de
Chinees het hek uitf ietste, schalde haar
stemmetje over het erf:
Trimakassih ! Dank u wel !"
C. C. KLAY?LANCEE