Historisch Archief 1877-1940
De kuddetoeristen en de toeristenkudden
l:
't |S weer in vollen gang.
Dat 't" is: de Groote Vacantie,
de last-van-de-warmte, de
last-vande-muggen, het verlangen naar verre,
schoone streken en uw, mijn, zijn, haar,
onze beurt volgens het lijstje op kantoor
om met vacantie te gaan. Het ,,'t" is
ook de drukte op het passief passen
kantoor, aan de balie der reisbureaux,
in de pensionkennels waar hond en
poes zoolang in het leven worden
gehouden, en de verdere druktes rond
om de ansichtkaartenstandaards te
Königswinter, I n ter laken, Como, Mar
ken, Bolzano en in alle oorden, die
Bergen heeten. Het 't" is het afsluiten
van de hoofdkraan, het zalig uitrekenen
hoeveel het me wel scheelt tusschen
Sperrmarken en echte, tusschen toe
ristenlires en normale. Het speculeeren
op het 't", voorkomend uit onze
zucht om er eens uit te zijn, om
baanloos en huishoudloos te zijn, om ander
eten te eten en ander drinken te drin
ken, spiegelt zich af in den vakglimlach
van den hotelier, die het van 't"
hebben moet, in de geprikkeldheid van
den devisendouanier te Wyler, Chiasso,
Bentheim, die niets van 't" hebben
moet maar toch maar netjes opschrijft,
hoeveel hard geld Meyer, Cornelia,
geboren te Nieuw Vennep in 1882 en
Beerik, Hendrikus Antonius, geboren
Amsterdam 1901, het land inbrengen
en straks weer mee uitnemen, (?'t" is
ook de schaamte niet te durven be
kennen, dat men van het jaar nergens
heengaat).
MEN reist. Ja, men, in den zin van
de breede massa, waartoe iedereen
hoort behalve u en ik, reist. Allang
voorbij is de tijd, dat het bezit van een
duren paspoort het alleenrecht was der
zakenlui van grof kaliber, of van het
goed gescheiden vrouwtje, dat elders
vergeten" moest, of van, bij
buitenlandsche connecties van Pa
volontairende, eindexaminandi. De massa reist
in massa's. Menschen, die geen woord
over de grens spreken, hebben een pas,
zij het meestal maar een halven, dus
met Pa en Moe als siameesjes naast
elkaar geplakt. Dat massaal toerisme
is iets van de laatste jaren, voortge
vloeid uit de goedkoope massareizen,
uit het kuddereiswezen. Wie de uit
vinder is van dit hoogsteenvoudig
systeem van prijsverlaging door
massaomzet, is niet te zeggen: het is ineens
zoo gekomen. Reisvereenigingen met
een jaaromzet van duizenden
hotelaccomodaties bedden in honderd
tallen en zoogenaamd halfpension
worden 's winters te voren opgekocht
als nog te velde staand gewas tegen
gedrukte forward-price verrijzen
als sterrekers na Juni-onweer. Voor
een gemiddelde van ? 9 per dag
(vervoer plus bed plus drie maaltijden.
zonder drank) kan men vandaag den
dag de wereld zien, mits.... mits men
kuddewezen is, een weze.i, dat niemand
meent te wezen, maar iedereen is.
Afgezien van den schappelijken prijs
heeft het reistechnische voordeelen.
Zelfs wie niet in kuddeverband kan
genieten, maar alleen strubbelend wei
eens hopeloos hulpeloos heeft gestaan
met zijn niet meer dicht te persen
koffers open en met zijn pas, zijn
honderd en n kaartjes, zijn
kiektoestel, zijn handschoenen, zijn wandel
stok met souvenir blikplaatjes erop,
zijn open geldportefeuille, eventueel
nog zijn carnet de passage in zijn
maar twee handen, verder zijn mond
vol tanden en een sigaar (want het
Was DE GROENE juist uitverkocht
toen U er naar vroeg!
EEN GOEDE RAAD:
NEEM EEN ABONNEMENT!
kistje moest ter ontduiking der invoer
rechten aangebroken worden) naast
een, van al dat gedoe haast grienende,
vrouw tusschen dreinende en dreigende
witkielen, temidden van stuwende en
duwende, even gemartelde
medepleizierzoekers, waardeert bij kennismaking
met een gezelschapsreis het af-zijn
van al dat gefolter daar heeft hij
nu een reisleider voor, die als
arbeidstoerist hem als genoegentoerist van
alle rompslomp ontlast.
NIETS is meer misplaatst dan
tegenwoordig nog te lachen om het
reistempo van den Amerikaan, die,
zooals dat heet, even Europa doet,
want ons land heeft dat jakkertempo
overgenomen en overtroffen. Dat laat
ste als gevolg der concurrentie tusschen
de ondernemers, die elkaar den loef
afsteken in het meeste laten zien voor
het minste geld. Ook wij, onze reisge
zelschappen met leider, komen des
avonds laat aan te bijv. München om
terstond al den volgenden morgen
vroeg, na het hals over kop versturen
van de briefkaarten, verder te trekken
met het volkomen tevreden gevoel
Beieren te hebben leeren kennen".
Alleen steken onze sobere en sombere
groepen door kleeding minder af bij de
inboorlingen, maar zij koopen dezelfde
souvenirs, en fooien evenmin als wij
(?bedieningsgeld inbegrepen" zegt
immers de prospectus). Ja, wij doen
het zelfs nog vluchtiger, want de
overzeeër staat principieel langer stil bij
alle bouwsels van vóór de stichting
van Amerika leeftijd is nml. het
eenige waarin wij Europeanen ze altijd
de baas zijn en dan heeft hij altijd de
emotie te verwerken, dat hij een van
zijn oervaderlanden terugziet. Ons
publiek kent dat zoo niet, want behalve
bergen, geen sluitingstijd en goedkoope
wijn biedt althans in korten tijd,
zeg 12 dagen a ? 110 reissom plus ? i
reisbelasting, afreisbaar Europa ons
geen nieuws. Een Nederlandsche bus
met toeristen, die 's morgens uit
Bazel (ontbijt) vertrekt, Oost-Frankrijk
(lunch) doorvliegt, 's avonds in Luxem
burg (diner en logies) aankomt, pas
seert op n dag vier douanes en maakt
kennis met drie valuta's. Elk hotel zal
het den lezer bevestigen: de
Hollandsche gezelschappen reizen het snelst,
het oppervlakkigst, van allemaal.
Het komt herhaaldelijk voor, dat een
kuddereiziger in een bepaalde stad niet
eens een briefkaart of rolfilmpje of
wat dan ook kon koopen, omdat de
winkels al dicht waren toen hij kwam
en nóg dicht toen hij ging ; toch is hij er
geweest Oh, je.... Praag?
Weenen? Florence? Ken ik allemaal!"
WAT is een kuddedier? Een dier,
dat in kudden optrekt, gezel
lig" leeft, noemen dat de
dierkundeboeken. Maar, zooals eiken dierenkenner
opgevallen zal zijn, heerscht er binnen
die eenheid een onafgebroken onver
draagzaamheid. Elk individu houdt
angstvallig een strook Niemandsland
om zich heen vrij van
gemeenschapsgenooten; dat is zijn actie- of
afgraas-radius. Wie ook der
kudde,.vrienden" zich binnen het stoot-,
trapof bijt-bereik van den enkeling waagt,
wordt hardhandig, doorgaans
hardtandig, verjaagd.
Bij de zoogen, actiegemeenschappen
in de mieren- en termietenkclonies
wordt het exemplaar, dat verdwaalt
in een wijk waar het ambtshalve niets
te zoeken heeft, verdreven. Dat is de
psychologie der horde. Welnu, zoo'n
zelfde oneenige eenheid vormt het
saamgenietende reisclubje, waarbinnen
de jaloerschheid hoogtij viert. Niet
alleen wil Die niet met Dien omgaan
en past Die niet bij Dien, maar men
duldt niet, dat de andere, die immers
hetzelfde reisgeld betaalde, het toe
vallig even beter heeft wat hotelkamer
aangaat. Evenzoovele eenmansstaatjes
in den staat. Gekibbel om de beste
plaatsen aan tafel of aan het
treinraampje of voorin de autocar hoort
tot het dagmenu.
Dikwijls moet dan de reisleider, hoe
veel hij ook al administratief aan zijn
hoofd heeft, als scheidsrechter op
treden ! Ook in dien salonburgeroorlog
komt dus tot uiting 's menschen
mooiste en leelijkste eigenschap, die
wij van ons zelf noemen Ambitie en
bij anderen Berekendheid, dat zoetzure
hoogerop- en vooruitwillen zonder
welke hunkering geen mensch, geen
firma, geen partij of land groot wordt,
almaar ontevreden strijdend tot óf
succes of ondergang.... Bron van
roem, bron van broedermoord.
Maar evenals de elkaar hatende
kuddedieren n worden bij gemeen
schappelijk gevaar en de troep als n
bang beest dicht opeen gedrongen
vlucht, zoo smelt de menschenmassa
tot n massamensch bij gezamenlijk
onheil: ontroerend zijn zij het eens,
dat een leiders- of chauffeursfooi niet
téhoog mag zijn, dat de
museumentréetjes voor rekening van het reis
bureau behoorden te zijn, dat zekere
excursies niet aan de ophemelende
aanbevelingen in het reisprogram be
antwoorden. Evenzeer n zijn zij dan
als in hun dertigvoudigen
bewonderings-?Ooooh" als zij pardoes
komen te staan tegenover een erg
onNederlandsch uitzicht of een
bovenmiddenstandsch hotel, voordat iemand
nog op gedachte numero twee is ge
komen om superieur op te merken, dat
hij altijd in zulke zaken logeert als hij
alleen op reis gaat. ...
't IS weer in vollen gang. Booten met
l bekende of onbekende bestemming
en genummerde tafeltjes; perrons
zwart van elkaar aan insignes her
kennende, wildvreemde en straks me
kaar ergerende lieden; colonnes bus
sen .... Alles gaat De Schoonheid
tegemoet. Net als eerverleden en ver
leden en volgend jaar zal juffrouw (op
reis: mevrouw) Beer toezien, dat baas
(op reis: mijnheer) Beer vooral veel
te eten krijgt en dat ze van den leider
kamers op het zuiden loskrijgen en
hoogstens twee-hoog; want als je zelf
driehoog woont.... sijn me dat heel
niet gewoon en sullen me daarofer aan
't bro klage...."
't Is weer in vollen gang.
Massatempotoerisme. Namaakluxe. Avontuur in
blik. J.
't t* mei Tt
ff ff (f
ocliaivc al± luj LH liet midcnuink LS.
// zijn een zangn'g volk. Dacht u van niet ?
Maar heel de wereld kent ons Neer/ondsch lied.
Een bus /oopt leeg in 't schoone Zwitser/and,
De Dolomieten of 't azuren strand.
Pc/aan met kodak en met lunchpakket
Heeft men den hoogsten top des bergs bezet.
Loot nu het uitzicht ons niet imponeeren,
Laat inboorling noch gems ons nu geneeren,
Van je Ma, hola, houd er den moed maar in,
Wij zijn niet bang, dat is een goed begin.
Is aldus actueel het zangfeest ingezet,
Dan komt 't klassieke lied: we gaan nog niet naar bed.
£n don terug, slechts boter/iompopier
Net a/s bij ons, getuigt: wij waren hier.
CORNELIS VETH
PAG. 15 DE GROENE N». ?I94