De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 20 augustus pagina 15

20 augustus 1938 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

De kuddetoeristen en de toeristenkudden l: 't |S weer in vollen gang. Dat 't" is: de Groote Vacantie, de last-van-de-warmte, de last-vande-muggen, het verlangen naar verre, schoone streken en uw, mijn, zijn, haar, onze beurt volgens het lijstje op kantoor om met vacantie te gaan. Het ,,'t" is ook de drukte op het passief passen kantoor, aan de balie der reisbureaux, in de pensionkennels waar hond en poes zoolang in het leven worden gehouden, en de verdere druktes rond om de ansichtkaartenstandaards te Königswinter, I n ter laken, Como, Mar ken, Bolzano en in alle oorden, die Bergen heeten. Het 't" is het afsluiten van de hoofdkraan, het zalig uitrekenen hoeveel het me wel scheelt tusschen Sperrmarken en echte, tusschen toe ristenlires en normale. Het speculeeren op het 't", voorkomend uit onze zucht om er eens uit te zijn, om baanloos en huishoudloos te zijn, om ander eten te eten en ander drinken te drin ken, spiegelt zich af in den vakglimlach van den hotelier, die het van 't" hebben moet, in de geprikkeldheid van den devisendouanier te Wyler, Chiasso, Bentheim, die niets van 't" hebben moet maar toch maar netjes opschrijft, hoeveel hard geld Meyer, Cornelia, geboren te Nieuw Vennep in 1882 en Beerik, Hendrikus Antonius, geboren Amsterdam 1901, het land inbrengen en straks weer mee uitnemen, (?'t" is ook de schaamte niet te durven be kennen, dat men van het jaar nergens heengaat). MEN reist. Ja, men, in den zin van de breede massa, waartoe iedereen hoort behalve u en ik, reist. Allang voorbij is de tijd, dat het bezit van een duren paspoort het alleenrecht was der zakenlui van grof kaliber, of van het goed gescheiden vrouwtje, dat elders vergeten" moest, of van, bij buitenlandsche connecties van Pa volontairende, eindexaminandi. De massa reist in massa's. Menschen, die geen woord over de grens spreken, hebben een pas, zij het meestal maar een halven, dus met Pa en Moe als siameesjes naast elkaar geplakt. Dat massaal toerisme is iets van de laatste jaren, voortge vloeid uit de goedkoope massareizen, uit het kuddereiswezen. Wie de uit vinder is van dit hoogsteenvoudig systeem van prijsverlaging door massaomzet, is niet te zeggen: het is ineens zoo gekomen. Reisvereenigingen met een jaaromzet van duizenden hotelaccomodaties bedden in honderd tallen en zoogenaamd halfpension worden 's winters te voren opgekocht als nog te velde staand gewas tegen gedrukte forward-price verrijzen als sterrekers na Juni-onweer. Voor een gemiddelde van ? 9 per dag (vervoer plus bed plus drie maaltijden. zonder drank) kan men vandaag den dag de wereld zien, mits.... mits men kuddewezen is, een weze.i, dat niemand meent te wezen, maar iedereen is. Afgezien van den schappelijken prijs heeft het reistechnische voordeelen. Zelfs wie niet in kuddeverband kan genieten, maar alleen strubbelend wei eens hopeloos hulpeloos heeft gestaan met zijn niet meer dicht te persen koffers open en met zijn pas, zijn honderd en n kaartjes, zijn kiektoestel, zijn handschoenen, zijn wandel stok met souvenir blikplaatjes erop, zijn open geldportefeuille, eventueel nog zijn carnet de passage in zijn maar twee handen, verder zijn mond vol tanden en een sigaar (want het Was DE GROENE juist uitverkocht toen U er naar vroeg! EEN GOEDE RAAD: NEEM EEN ABONNEMENT! kistje moest ter ontduiking der invoer rechten aangebroken worden) naast een, van al dat gedoe haast grienende, vrouw tusschen dreinende en dreigende witkielen, temidden van stuwende en duwende, even gemartelde medepleizierzoekers, waardeert bij kennismaking met een gezelschapsreis het af-zijn van al dat gefolter daar heeft hij nu een reisleider voor, die als arbeidstoerist hem als genoegentoerist van alle rompslomp ontlast. NIETS is meer misplaatst dan tegenwoordig nog te lachen om het reistempo van den Amerikaan, die, zooals dat heet, even Europa doet, want ons land heeft dat jakkertempo overgenomen en overtroffen. Dat laat ste als gevolg der concurrentie tusschen de ondernemers, die elkaar den loef afsteken in het meeste laten zien voor het minste geld. Ook wij, onze reisge zelschappen met leider, komen des avonds laat aan te bijv. München om terstond al den volgenden morgen vroeg, na het hals over kop versturen van de briefkaarten, verder te trekken met het volkomen tevreden gevoel Beieren te hebben leeren kennen". Alleen steken onze sobere en sombere groepen door kleeding minder af bij de inboorlingen, maar zij koopen dezelfde souvenirs, en fooien evenmin als wij (?bedieningsgeld inbegrepen" zegt immers de prospectus). Ja, wij doen het zelfs nog vluchtiger, want de overzeeër staat principieel langer stil bij alle bouwsels van vóór de stichting van Amerika leeftijd is nml. het eenige waarin wij Europeanen ze altijd de baas zijn en dan heeft hij altijd de emotie te verwerken, dat hij een van zijn oervaderlanden terugziet. Ons publiek kent dat zoo niet, want behalve bergen, geen sluitingstijd en goedkoope wijn biedt althans in korten tijd, zeg 12 dagen a ? 110 reissom plus ? i reisbelasting, afreisbaar Europa ons geen nieuws. Een Nederlandsche bus met toeristen, die 's morgens uit Bazel (ontbijt) vertrekt, Oost-Frankrijk (lunch) doorvliegt, 's avonds in Luxem burg (diner en logies) aankomt, pas seert op n dag vier douanes en maakt kennis met drie valuta's. Elk hotel zal het den lezer bevestigen: de Hollandsche gezelschappen reizen het snelst, het oppervlakkigst, van allemaal. Het komt herhaaldelijk voor, dat een kuddereiziger in een bepaalde stad niet eens een briefkaart of rolfilmpje of wat dan ook kon koopen, omdat de winkels al dicht waren toen hij kwam en nóg dicht toen hij ging ; toch is hij er geweest Oh, je.... Praag? Weenen? Florence? Ken ik allemaal!" WAT is een kuddedier? Een dier, dat in kudden optrekt, gezel lig" leeft, noemen dat de dierkundeboeken. Maar, zooals eiken dierenkenner opgevallen zal zijn, heerscht er binnen die eenheid een onafgebroken onver draagzaamheid. Elk individu houdt angstvallig een strook Niemandsland om zich heen vrij van gemeenschapsgenooten; dat is zijn actie- of afgraas-radius. Wie ook der kudde,.vrienden" zich binnen het stoot-, trapof bijt-bereik van den enkeling waagt, wordt hardhandig, doorgaans hardtandig, verjaagd. Bij de zoogen, actiegemeenschappen in de mieren- en termietenkclonies wordt het exemplaar, dat verdwaalt in een wijk waar het ambtshalve niets te zoeken heeft, verdreven. Dat is de psychologie der horde. Welnu, zoo'n zelfde oneenige eenheid vormt het saamgenietende reisclubje, waarbinnen de jaloerschheid hoogtij viert. Niet alleen wil Die niet met Dien omgaan en past Die niet bij Dien, maar men duldt niet, dat de andere, die immers hetzelfde reisgeld betaalde, het toe vallig even beter heeft wat hotelkamer aangaat. Evenzoovele eenmansstaatjes in den staat. Gekibbel om de beste plaatsen aan tafel of aan het treinraampje of voorin de autocar hoort tot het dagmenu. Dikwijls moet dan de reisleider, hoe veel hij ook al administratief aan zijn hoofd heeft, als scheidsrechter op treden ! Ook in dien salonburgeroorlog komt dus tot uiting 's menschen mooiste en leelijkste eigenschap, die wij van ons zelf noemen Ambitie en bij anderen Berekendheid, dat zoetzure hoogerop- en vooruitwillen zonder welke hunkering geen mensch, geen firma, geen partij of land groot wordt, almaar ontevreden strijdend tot óf succes of ondergang.... Bron van roem, bron van broedermoord. Maar evenals de elkaar hatende kuddedieren n worden bij gemeen schappelijk gevaar en de troep als n bang beest dicht opeen gedrongen vlucht, zoo smelt de menschenmassa tot n massamensch bij gezamenlijk onheil: ontroerend zijn zij het eens, dat een leiders- of chauffeursfooi niet téhoog mag zijn, dat de museumentréetjes voor rekening van het reis bureau behoorden te zijn, dat zekere excursies niet aan de ophemelende aanbevelingen in het reisprogram be antwoorden. Evenzeer n zijn zij dan als in hun dertigvoudigen bewonderings-?Ooooh" als zij pardoes komen te staan tegenover een erg onNederlandsch uitzicht of een bovenmiddenstandsch hotel, voordat iemand nog op gedachte numero twee is ge komen om superieur op te merken, dat hij altijd in zulke zaken logeert als hij alleen op reis gaat. ... 't IS weer in vollen gang. Booten met l bekende of onbekende bestemming en genummerde tafeltjes; perrons zwart van elkaar aan insignes her kennende, wildvreemde en straks me kaar ergerende lieden; colonnes bus sen .... Alles gaat De Schoonheid tegemoet. Net als eerverleden en ver leden en volgend jaar zal juffrouw (op reis: mevrouw) Beer toezien, dat baas (op reis: mijnheer) Beer vooral veel te eten krijgt en dat ze van den leider kamers op het zuiden loskrijgen en hoogstens twee-hoog; want als je zelf driehoog woont.... sijn me dat heel niet gewoon en sullen me daarofer aan 't bro klage...." 't Is weer in vollen gang. Massatempotoerisme. Namaakluxe. Avontuur in blik. J. 't t* mei Tt ff ff (f ocliaivc al± luj LH liet midcnuink LS. // zijn een zangn'g volk. Dacht u van niet ? Maar heel de wereld kent ons Neer/ondsch lied. Een bus /oopt leeg in 't schoone Zwitser/and, De Dolomieten of 't azuren strand. Pc/aan met kodak en met lunchpakket Heeft men den hoogsten top des bergs bezet. Loot nu het uitzicht ons niet imponeeren, Laat inboorling noch gems ons nu geneeren, Van je Ma, hola, houd er den moed maar in, Wij zijn niet bang, dat is een goed begin. Is aldus actueel het zangfeest ingezet, Dan komt 't klassieke lied: we gaan nog niet naar bed. £n don terug, slechts boter/iompopier Net a/s bij ons, getuigt: wij waren hier. CORNELIS VETH PAG. 15 DE GROENE N». ?I94

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl