De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 20 augustus pagina 18

20 augustus 1938 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

Toerisme ert dag in ascaes WAT is een oceaan? Een was tobbe, een blauwe vlek op een kaart. Van 1000 M. hoogte een gerimpeld vlak, dat door scheuren in een blank wattendek van wolken komt scheme ren, met een popperig oceaanstomertje. Van het promenadedek eerste klas Queen Mary af een ongevaarlijk, eento nig, blau w-groen golf-mozaïk, met wit te koppen en een lichtgroene, witomzoomde streep van het verglijdende zog. Van het brede casino-terras af, in Estoril, de mondainste badplaats in Portugal, een op 't tweede plan staande bijeenkomstigheid, een flatteuse ach tergrond voor een volmaakt figuur, een gewaagde creatie. Of als er een romantische maan in de golven twin kelt, een welkome afwisseling in 't beurs-en-mode-gesprek in de open galerij van de dancing. Maar hier is Cascaes, 10 Km. noordelijk van het gezoem der weelde ! Onbeduidend vissersplaatsje, vacantieoord voor de gewone, gemoedelijke Lissabonse burgers, een soort Katwijk-op-z'n-Portugees. Hier is de oceaan een bijna substan tieel deel van het dagelijks leven. 't Ontbijt, hard, zuur brood met voor Hollanders ongenietbare, ranzige boter en thee, smaakt naar golven en zand. De ochtendwandeling tot aan Kaap Roca, het meest westelijk punt van Europa, noopt tot goedkope roman tiek over de eindeloze watervlakte, en de kleinheid van den mens, tot poëtische gedachten over het diep blauw en de golvende kustlijn. Bij de vuurtoren en de brulboei peins ik over de grootse techniek, het vernuft van de tweebenige mieren, en de ingenieuze fantasie van de scheppers van vliegtuigen en reuzenschepen. En ik mijmer, zoals het den mens betaamt, over de vergankelijk heid van die scheppingen, vraag mij af hoeveel levens dit loeiende machien al redde in donkere stormnachten. ALS ik terugwandel, en over de balustrade de 30 meter steile afbrokkelende rotskust afgluur, ver dwaal ik naar geologie en natuur kunde, zie de rotsen door vulkanische beroeringen opstijgen uit de zee, en volg het langzame proces van gesta dig geknabbel der kleine watermole culen aan de trotse steen. Langs blauwe, roze en oker-gele villatjes voert de smalle weg. Mooi bouwen kunnen ze hier niet! Wat me een misplaatst trots gevoel geeft: dat kunnen we in Holland beter! Een klooster, een grote tuin, een bron met de aanduiding: hét gebruik van dit water is aan de burgers van Cascaes geschonken door graaf zus-of-zó. Want 't is.van 't grootste belang hier, wie een armzalig putje bezit, een klein bronnetje, of wie 't geluk heeft een klein beekje over z'n lapje grond te hebben kabbelen. Moorden worden er gepleegd om een put, huwelijken gesloten om een bronnetje, jarenlange processen gevoerd om 't bezit van een stroompje van nog geen meter breed. Is dat ook niet belangrijker dan politiek of godsdienst als je voor elke kruik-vol een half uur moet lopen? Onder wat palmen, knoestige olijf bomen en een scheefgewaaide kurkeik eindelijk wat schaduw. Dan een straat weg, en Cascaes. De kleine smalle straatjes zijn vol met drukke glimla chende Portugezen, met kleine ezeltjes en vissersvrouwen, waar elk voor op zij gaat vanwege het druppelende stroompje goor viswater, dat van de platte, grote manden, die ze op 't hoofd dragen, afsijpelt. Er is markt vandaag op 't kleine pleintje. Ik ruik het dadelijk. Een merkwaardige, sterke sardinelucht Kleine visschersbootjes liggen te_deinen op de ree van Cascaes dringt tot in alle hoeken en bochten van 't kleine oude vissersdorp. Op de markt een vrolijke drukte, veel kijvende viswijven, jonge kerels met hun onafscheidelijke witblinkende glimlach en hun bruine gezichten, en zilveren hopen, heuvels, bergen van vis. Sardines, sardines, sardines. Van kleine, vingergrote, tot knapen van 30 cm. lang. Wonderlijke meterlange, een hand breede vissen met de dikte van een vinger, spada geheten, die per deci meter verkocht worden. En inktvissen in alle grootten, grote garnalen, schel pen, oesters, mossels, al de giften van de vrijgevige oceaan. De vis wordt verkocht, de pisceira's, de visvrouwen, stapelen hun manden vol, een buurvrouw helpt de zware vracht op de gitzwarte haren tillen, en de visvrouw wandelt weg op haar blote voeten, wiegend in de heupen, met hooggeheven hoofd. AAN de lunch natuurlijk sardines, met veel knoflook in olijfolie ge bakken. Witte Colares, een lichte landwijn, verdrijft de vette smaak. Onder de siësta, een noodzakelijkheid tijdens de warmste uren, is het geruis van de zee de eentonige achtergrond voor het gebalk van een ezel onder m'n raam, en de roep van den blinden venter van lootjes van de wekelijkse staatsloterij. In de wat koelere uren ga ik naar 't kleine strandje. Bijna alle tentjes zijn verhuurd; de Portugese families zitten graag in hun Paasbeste kleren op 't strand te schaken, te lezen, of te breien. De kleine kinderen draven met schep jes en emmertjes rond, en trachten de oceaan in dijken in te sluiten, blijkbaar een internationale liefhebberij. Zwemmen doet de Portugees niet. Een groepje keurig aangeklede stads mensen komt dan ook verwonderd uit de witte tentjes aanslenteren als ik me manmoedig in de sterke branding waag, en staat zwijgend te kijken. M'n romantische fantasie tovert me voor hoe ik door zou kunnen zwem men tot New York toe, en daar voor een snaterende troep krantenmenichen zou kunnen opduiken. Maar de sterke stroming is gevaarlijk genoeg, en al gauw lig ik te drogen in de hete zon. Plotseling schrik ik op. Een stem naast me vraagt me iets. Ik kijk, en een hoffelijke, glimlachende Spanjaard tracht me uit te leggen wat hij met z'n grote, n-meterhoge, cylindervormige trommel wil, die hij voor me neerzet. Dan begrijp ik het eindelijk. Voor een paar centen kan ik een kinderlijk gokspelletje spelen: ik sla tegen een wijzer, die op het deksel van de grote bus is vastgemaakt, en die draait en draait over een kring cijfers. Eindelijk stopt het ding, en zoveel bruinige, zoetsmakende torentjes van ouwelachtig deeg als de wijzer aanwijst wor den me ter hand gesteld. Nog eens gok ik, en nog eens, tot ik met een schoot vol zoet snoepgoed achterblijf, waar de zwartogige kleine Portugeesjes me maar al te graag door heen helpen. Een avondmaal van gebakken vis, grote, zoete Spaanse pepers en witte muskaatdruiven, landwijn en zwarte Turkse koffie. Dan komt de avond over de bergen van Sintra aanschuiven. De zon laat ons alleen met een grote, zuidelijke maan, een vergloeiende glans aan de horizon is de laatste herinnering aan de schroeiende hitte van de middagzon. IN Rome had ik door bemiddeling van een invloedrijken kennis de eer.... weliswaar niet Mussolini zelf, maar toch zijn kapper te ontmoeten. Het volgende interview ontstond: Hoe lang kent u den Duce, signor Rossi?" Al 26 jaar. Op zekeren morgen kwam hij in Milaan den winkel binnen stappen waar ik toen bediende was." Hoe voelde u zich toen?" Dank u, zeer goed. Lieve hemel, ik was een jonge kerel, gezond en vroolijk, de wereld lachte me toe. Ik was toen verloofd met ...." Bravo. Maar, ik hoop, dat u wel be grijpt, dat uw leven pas begon op het oogenblik, waarop de Duce den winkel binnentrad. Welken indruk maakte hij op u, meneer, welken indruk?" Ik had geluk! Want, ofschoon mijn collega Carlo Tammi, ook vrij was, trad Mussolini op mij toe en zei: Sche ren !" En?" Wel, toen schoor ik hem. En sinds dien deed ik dat dagelijks 26 jaar lang. Lieve hemel, wat is er in die langen tijd niet gebeurd ! Mijn eerste verloving is afgegaan, ik heb Gina Seganti leeren kennen, ik heb haar in Frascati den eersten kus, ik mag wel zeggen, ge stolen.... Zeer interessant. Maar...." Wij barbiers smeken daar namelijk niet eerst een heelen tijd om, daarin zijn we net als operazangers." Goed. Maar de Duce. Nam hij u niet in den loop der jaren een beetje in vertrouwen?" Zijn vertrouwen was onbegrensd." Aha. Dus? !" Later, toen hij zich alleen nog maar in zijn woning liet scheren, hoefde ik niet eens meer te kloppen. Hij noemde mij kortweg Domenico en ik zei tegen hem Signor Benito." Ik zou u zeer dankbaar zijn, als u mij nog andere, misschien zelfs nog interessantere dingen uit dezen tijd kon mededeelen...." Ook dat. Ik werd dus verliefd op Guilia Fazzoletti, een nicht van zijn keukenmeid. Ze werd later mijn vrouw. U zult mij misschien niet gelooven, als ik u zeg, dat ik zonder den Duce met Gina Seganti getrouwd zou zijn, die niets meer was, dan een mooie verleid ster.... !" Van uw leven weet ik nu wel ge noeg, meneer Rossi. Daarbij stel ik Dan is de grote oceaan diep blauwzwart, met zilver besprenkeld. De dei nende vissersbootjes werpen lange scha duwen op de golven, het strand ligt stil, de schuimende branding blinkt op in 't maanlicht. Kaap Roca zendt z'n bundel licht uit. De zee, oneindige rust, een sub tropische sterrennacht, een slapend klein vissersplaatsje. J. toch ook nog een weinig belang in Mussolini zelf. Als u zijn vertrouweling was, dan moeten er tusschen u beiden toch zoo nu en dan gewichtige dingen besproken zijn, gebeurtenissen.,.." Natuurlijk!" Dus?" Eens.... het was in de eerste dagen van den Abessijnschen oorlog, het was, ik herinner het me nog als vandaag den dag, ondragelijk heet...." Heet! Verder.... !" Ik had een kleine steenpuist in mijn nek...." Laat u die er nu toch buiten...." ....en zei tegen Mussolini: Signor Benito, u begint werkelijk al aardig kaal te worden !" Meneer Rossi! Beste meneer Rossi! Het komt er niet zoo zeer op aan wat u tot Mussolini gezegd hebt, maar wat hij tot u gezegd heeft!" De Duce tegen mij?" De Duce tegen u !" Laat u mij even nadenken...." ,Ja, meneer Rossi, denkt u even na!" Nee, geen woord. In al die 26 jaar heeft de Duce behalve Buen giorno, Domenico" en A rivederla, Dome nico" geen woord tegen mij gespro ken.... Halt! Laat ik nu niet liegen l" Denkt u eens heel diep na, meneer Rossi! En vooral: de zuivere waarheid. Ik wil geen ongegronde beweringen publiceeren !" Toen ik hem eens in zijn kin sneed, zei hij: Brutta bestia !" Zoo, en geen woord over de toe komst van Italië, van de wereld?" Stelt u zich eens voor, meneer, hoe het bloed over de kin van dezen be langrijken man liep ! Wilt u wel ge looven, dat ik dien dag geen hap eten door mijn keel kon krijgen?" Nu overdrijft u, meneer Rossi, u bent een ontzettend persoon!" Ik overdrijf in het geheel niet. En daarbij komt nog weet u, wat er toen nog wel op het brood was?" Nee, vooruit er mee !" Mijn lievelingsgerecht: verschil lende soorten gebakken visch !" Ik drukte meneer Rossi sprakeloos de hand. Toen ik wegging, wou ik hem juist een stommeling noemen, toen mij iets inviel: Misschien is het inder daad onbillijk van iemand te verlangen, dat hij zich zelf minder belangrijk zou vinden, dan wie ook op de wereld, zelfs een groot man, ja, al was deze groot heid dan ook Benito Mussolini. PAG. 18 DE GROENE No, 3194

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl