Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
De Duitsche manoeuvres
DE Maandag in Duitschland aangevangen
legermanoeuvres, die zeker een maand en
misschien wel twee maanden zullen duren,
hebben een golf van onrust over de wereld doen
spoelen. De recruten zijn over den datum van hun
terugkeer naar huis in het onzekere gelaten; ter
verkrijging van de noodige medewerking van bur
gers is arbeidsplicht ingesteld; doktoren en genees
kundig personeel zijn in hun bewegingsvrijheid be
perkt; alles: voedsel, auto's, paarden enz. wordt
desgewenscht voor speciale diensten gerequireerd.
' Tot 5 September zullen 52 divisies elk op hun gebied
als eenheid oefenen, van 5 tot 25 September achttien
legerkorpsen. Men schat dat er 100.000 reservisten
onder de wapenen zijn, en dat dit aantal nog zal
toenemen. Binnen korten tijd zullen er naar schat
ting eenmillioenman onder de wapenen zijn; tenzij,
wat niet te verwachten is, reservisten naar huis zul
len worden gezonden, zullen het er medio September
nog meer wezen. Gezegd wordt, dat 400.000 man
aan de fortificaties in het Rijnland werken, en dat
hun aantal nog toeneemt, zoodat veel industrieele
bedrijven last ondervinden door gebrek aan arbei
ders. De boeren daarentegen hebben ondanks de
voedselrequisities veel minder stoornis in hun bedrijf,
daar het tijdstip voor de oefeningen ongeveer geko
zen is na het binnenhalen van den oogst en voordat
het eigenlijke winterwerk begint. Het een met het
ander heeft menigeen in het buitenland met zorg
vervuld, en de Fransche pers heeft zich afgevraagd,
of de vele buitengewone maatregelen in Duitschland
niet het karakter droegen van een proef mobilisatie,
terwijl ook de Engelsche pers een zekere bezorgd
heid aan den dag legde. De Duitsche couranten be
vatten echter geruststellende verklaringen, en ver
zekeren dat het hier de gewone herfstmanoeuvres
betreft, gelijk ze als normaal verschijnsel ook in
andere landen voorkomen. Inmiddels heeft zich de
laatste weken een opmerkelijke daling op de
Berlijnsche Beurs voorgedaan en staan vele belangrijke
fondsen beneden het laagste punt van de vorige
week. Begrijpelijk is, dat men de daling der koersen
in verband heeft gebracht met de militaire manifes
taties, welke gaande zijn. Het is evenwel de vraag,
of hierbij inderdaad aan een angst voor mogelijken
oorlog gedacht mag worden. Het feit, dat de fondsen
van bedrijven, aan welke de oorlog winst zou ople
veren, niet alleen niet zijn gestegen maar zich zelfs
aan de algemeene baisse niet hebben kunnen ont
trekken, wijst niet in die richting. Veeleer lijken de
toenemende geldschaarschte, alsook de blijkbaar
omvangrijke onttrekking van de burgerbevolking
aan haar normale bezigheden, tot de stemming te
hebben bijgedragen, welke de Duitsche
effectenmarkt heeft aangetast. Hoe dit ook zij, en alle gerust
stellende factoren in aanmerking genomen, is het
toch duidelijk dat Europa niet zonder een vaag ge
voel van onbehagelijkheid de enorme krachtsont
plooiing in Duitschland gadeslaat. Opmerkelijk
en hoopgevend mag het worden geacht, dat
maarschalk Balbo bij de hoogste Duitsche autoritei
ten van zijn vredelievendheid schijnt te hebben ge
tuigd en op matiging aangedrongen. Overigens mag
men ook niet uit het oog verliezen, dat indien Duitsch
land inderdaad voornemens had tot agressie reeds
GOEDKOOPE RETOURS
NAAR
ENZ.
Proip. en Inl. voor ds dagdienst bij da S.M. ZEELAND.
Vllulngen en hare Hoofdagenten WM H. MULLER & Co. N.V.J
voorde nachtdiansib/dFa.HUDIG&PIETERS.R'damenHoek.
VOOR BEIDE ROUTES BIJ DE REISBUREAUX.
Bezoekt de Brltlih Empire Exhlbltlon, Glasgow, Mel-October
thans, het voor de hand zou liggen dat zulks niet
met zoo opzienbarende en alarmeerende manoeu
vres ingeleid zou worden. Men behoeft zich maar
te herinneren, hoe het plotselinge binnentrekken
van Oostenrijk met de stille trom is geschied
Het conflict Rusland?Japan
MEN kan wel zeggen dat het bericht van den wa
penstilstand tusschen Rusland en Japan met
een zucht van verlichting is ontvangen in de geheele
wereld. De troepen blijven aan beide zijden in hun
stellingen. De Russen en Japanners hebben om
beurten en tegelijkertijd gemeld dat de heuvel van
Tsjangkoefeng in hun bezit was. Een Russisch offi
cier heeft zelfs in een loopgraaf en tijdens een ge
vecht een radiorede gehouden, waarbij hij
bizonderheden van het gevecht meedeelde en de luisteraars
in de Sowjet Unie (ook in ons land was dit bericht
opgevangen) hoorden de mitrailleurs ratelen. Deze
officier zei o.a., dat de Japanners weliswaar beweer
den den heuvel in handen te hebben, maar hij kon
verklaren dat hij zich in een loopgraaf op den heuvel
bevond. Na den wapenstilstand berichtten de Japan
ners dat zij nog steeds een stuk van den heuvel in
handen hadden en de Russen hebben de juistheid
van dit bericht erkend. De militairen hebben nu
voorloopig afgedaan. Twee vertegenwoordigers van
de Sowjet-Unie, twee vertegenwoordigers van Japan
en Mantsjoekwo zullen thans de
grensregelingscommissie vormen en de grens afbakenen, als zij het
eens kunnen worden. Het Russische voorstel dat
een neutrale arbiter door de vier leden zou worden
gekozen, is door Japan van de hand gewezen en
Litwinof heeft er verder niet op aangedrongen.
Over het materiaal dat daarbij als grondslag kan
dienen is nog geen overeenstemming bereikt. Japan
schijnt van plan zich te beroepen op kaarten welke
aan de Sowjet-Unie onbekend zijn. In ieder geval is
de betwiste zone gedemilitariseerd en de troepen
staan een flink eind van elkaar af. De Russen hou
den nog een stukje Japansch gebied bezet en de Ja
panners een stukje van het Sowjetgebied. Moskou,
Londen, Parijs, Berlijn en zelfs Washington zijn
voldaan. Tokio is opgelucht, Hankau daarentegen
is pessimistisch gestemd over het blijvend nut van
een wapenstilstand. Het spreekt ook wel vanzelf dat
met dat beëindigen der wapenfeiten de moeilijkheden
niet afgeloopen zijn. Waarom wil Japan geen neu
tralen arbiter in de commissie? Omdat het er alleen
maar nadeel van kan hebben. Dit zeggen zij n.b.
zelf en dat geeft dus te denken.
Het Tsjechische vraagstuk
DE zending van Lord Runciman berust geheel
op de mogelijkheid van hetgeen hij in delicate
persoonlijke besprekingen bereiken kan, en het
spreekt daarom vanzelf, dat er zeer weinig substan
tieels uitlekt van hetgeen hij, buiten de feestelijke
ontvangsten en beleefdheidsbezoeken, verricht, al
kan men daaromtrent de wildste gissingen hooren.
Zijn positie is niet gemakkelijk. Hij is niet als
officieel bemiddelaar doch als particulier raadgever
naar Praag gekomen, en al kan men aannemen dat
zijn werkelijke competentie verder gaat, toch is het
goed en nuttig dat die illusie naar buiten gehand
haafd blijft. Het prestige-verlies der Tsjechische
regeering zou anders een onoverkomelijke hinder
paal voor de toch reeds zoo moeilijk te bereiken
pacificatie zijn, en anderzijds zou voor Engeland bij
een onverholener inmenging in de Tsjechische aan
gelegenheden de kans te groot worden, in het oog
van de eigen en de Tsjechische publieke opinie in
het conflict te worden betrokken. De nationale
onafhankelijkheid van Tsjechoslowakije is de
grens, die Runciman in acht zal moeten nemen, wil
hij bij de regeering iets uitrichten. Hoewel men den
indruk heeft dat Engeland's houding na 21 Mei ten
opzichte van Duitschland duidelijker en
onverzettelijker is geworden, is het voorshands onbekend,
hoe ver het met zijn pressie op de Tsjechische re
geer: ng gaan wil. De eenige aanwijzing is een eind
Juli in het Hoogerhuis door Lord Halifax gehouden
rede, waarin hij zich de oplossing van het probleem
dacht door het beginsel van partnerschap in
zelfadministratie". Maar ook aan deze vage formulee
ring heeft men weinig houvast. Intusschen houdt
Runciman uitvoerige besprekingen met alle
autonomistische en coalitiepartijen alsmede met econo
mische en industrieele kringen, bestudeert memo
randa en verdiept zich in alle aspecten en finesses
van het netelige vraagstuk. Het gerucht heeft zelfs
de ronde gedaan, dat hij een bezoek aan Hitler zou
brengen, maar dit is door beide partijen in voor
zichtige bewoordingen gedementeerd. De regeering
heeft in haar ontwerp van een nationaliteitenstatuut,
naar bekend is geworden, voorgesteld, provinciale
landdagen met nationale afdeelingen in het leven
te roepen. Het ziet er echter niet naar uit, dat de
extremistische Sudeten-Duitschers daar ooren naar
PAG. 6 DE GROENE No. 3194
zullen hebben. Wel heeft Hodza het succes geboekt
dat de partij der Sudeten, welke aanvankelijk ge
weigerd had met de door hem ingestelde commissie
van zes te onderhandelen, als compromis heeft aan
vaard, de besprekingen onder Hodza's leiding met
de Kamerclubs en partij-afgevaardigden voort te
zetten. De sfeer voor die onderhandelingen wordt
evenwel steeds ongunstiger door de vele incidenten
met Duitsche vliegtuigen, die zich in toenemende
mate voordoen. Ook de zeer felle redevoeringen bij
de begrafenis van den door een dronken Oostenrijker,
een soc.-dem. emigrant die elf glazen bier op had, in
een kroeg vermoorden Henleinist Baierle hebben er
niet toe bijgedragen, de stemming te verbeteren.
Voorts is veelbeteekenend dat onder auspiciën van
Konrad Henlein te Eger een reeks voorstellingen
van Schiller's Wilhelm Teil wordt gegeven. De zaal
telt 3000 zitplaatsen en het publiek toont zich uiterst
geestdriftig; dat zich ook hier gemakkelijk inci
denten kunnen voordoen, spreekt vanzelf. Olie op
het vuur van Henlein's volgelingen was ook de
oproep van den bond van Tsjechoslowaaksche
officieren tot het publiek, waarin zij verklaarden
Masaryk's testament te zullen verdedigen, en zonder
een stap, een duim gronds terug te wijken het
staatsgezag te zullen doen eerbiedigen. Deze oproep
heeft nieuwe stof geleverd voor een heftige cam
pagne der Duitsche pers. Inmiddels is mgr. Hlinka,
de leider van de Slowaaksche autonomisten, over
leden, die alle Slowaaksche partijen in zijn scherpen
strijd tegen de regeering vereenigd had. Maar vele
anderen staan weer gereed, zijn plaats in te nemen,
en voorloopig blijft het Tsjechische probleem de
aandacht ten zeerste opeischen. Hoezeer dit pro
bleem in Engeland de gemoederen bezighoudt,
blijkt wel uit een in de Daily Herald van Dinsdag
gepubliceerde uiterst merkwaardige correspondentie
tusschen Wickham Steed, den vroegeren redacteur
van de Times en Lord Rothermere, den eigenaar van
de Daily Mail enz. De eerste brief werd door Steed
geschreven na een artikel van Rothermere in de
Daily Mail. In dat artikel, geschreven medio Juli,
verklaarde Lord Rothermere, dat als de kwestie der
Tsjechische minderheden tegen het eind van Sep
tember niet tot volle tevredenheid van Duitschland
zou zijn geregeld de onafhankelijkheid der Tsjechen
geen drie maanden meer zou duren. Hij noemde de
Tsjechen de ruziemakers van Centraal Europa die
zich deerlijk zouden vergissen als ze zich inbeeldden
dat Engeland ooit een vinger zou uitsteken ter
verdediging van Tsjechoslowakije.
Wickham Steed acht dit artikel zoo gevaarlijk,
dat het er toe zou kunnen hydragen een
Europeeschen oorlog te ontketenen, waarbij Groot Britanni
tegen wil en dank zou kunnen worden betrokken,
daar Lord Rothermere feitelijk Duitschland aan
moedigt Tsjechoslowakije aan te vallen en dit land
zoo mogelijk van de kaart te wisschen. Wickham
Steed ziet slechts n middel: Engeland moet met
behulp van Frankrijk en andere vrienden" Duitsch
land een tot hier en niet verder toeroepen, voordat
het te laat is. De rest van de correspondentie komt
neer op repliek en dupliek. Maar wat zegt de zelfde
Lord Rothermere, die zijn Germanophiele neigingen
niet onder stoelen of banken steekt, naar aanleiding van
de Duitsche manoeuvres ? Dat een zekere waakzaam
heid ten opzichte van Duitschland toch geboden is.
De strijd in China
DE Japanners zetten hun methodische en gros
verwoesting uit de lucht van alle stukken
Chineesch grondgebied, die daarvoor huns inziens
in aanmerking komen, voort, en de verwoesting op
die manier gaat zelfs crescendo. Bij een aanval op
Hoetsjang en Hanjang waren 100 Japansche vlieg
tuigen in de lucht en zij maakten per stuk ongeveer
10 slachtoffers. De Chineezen hebben deze week
verscheidene successen geboekt en ettelijke plaatsen
op de Japanners heroverd, o.a. ten N. van de
Jangtse. Vast staat dat aan dat front de Japanners
niet meer vooruit komen, al of niet tengevolge van
het onttrekken van afdeelingen die naar de Russische
grens zijn gedetacheerd. Het water van de Jangtse
begint echter langzamerhand te vallen en met
Rusland is een wapenstilstand gesloten. Twee
factoren ten gunste van Japan, welke echter gecom
penseerd worden door twee andere: de cholera en
malaria die onder de Japansche soldaten in de over
stroomde gebieden woeden. De strijd tusschen de
Chineezen en Japanners is ongelijk; niet dat de ne
partij zooveel sterker is dan de andere, maar hun
strijdwijzen zijn zoo ongelijk. Buiten China komt
men er niet makkelijk achter voor wie van de beide
partijen een bepaald wapenfeit voordeelig of
nadeelig is en welk effect het in de toekomst op het
verloop van den strijd zal hebben. Naar gelang Japan
zich tegenover de Sowj et-unie veiliger zal gaan
voelen, zal het in China weer grootere militaire
krachten in het vuur kunnen brengen.