Historisch Archief 1877-1940
Een zomervacantieverhaal voor
De Groene van. Ossip Kalenter
JACOBS zat in den tuin en schilderde den zomer:
een weiland, dwaas en groot, vol paardenbloemen,
voor de diep-blauwe zee en de groote dikke witte
wolken.
Daar kwam de post aan: Er is een brief voor u,
meneer Jacobs."
Jacobs duwde zijn in de zon gebakken stroohoed
achterover en begon te lezen:
Beste Jacobs.
Om te maken, dat je in je eenzaamheid niet
heelemaal in de lappenmand komt, stuur ik je
morgen een vrouw.
Ze is mooi, algemeen ontwikkeld en ze is niet
dom. Ze heeft allerlei naars doorgemaakt en moet
er eens uit, dat heeft ze noodig. Financieel is ze
trouwens onafhankelijk, en ze past goed bij jou.
Wees een beetje aardig voor haar. Morgen komt ze,
met de bus van zes uur; zorg dat je er precies op tijd
bent. Ik heb haar verteld hoe je er uitziet. Zij is zelf
middelmatig groot, slank, enfin, je zal het wel
zien.
Trek vooral niet die malle zwarte rijglaarzen aan,
en ook niet dat uitgegroeide kostschoolpak. Plak je
haar niet zoo prozaïsch op je hoofd, maar zorg
ervoor dat je er ongeveer uitziet zooals men zich
Jacobs voorstelt als men zijn schilderijen gezien
heeft.
Hartelijke groeten,
je Veerman.
P.S. Vergeet je bril niet!"
Jacobs frommelde den brief in elkaar en gooide
de prop op den mesthoop. Toen ging hij weer achter
zijn ezel zitten en schilderde den zomer, dwaas en
geel.
DESALNIETTEMIN stond hij precies om 6 uur
bij de bushalte. Hij had een gewaagde witte
linnen broek aan en zijn lokken waaiden geniaal
in den zachten avondwind. Alleen zijn bril had hij
vergeten. Om een uur of vier had hij zuchtend en
steunend zijn schildersrommel opgeruimd. Toen
had hij aardappeltjes geschild en gebakken, koffie
gezet, de omwasch gedaan, de kippen gevoerd, het
slaveldje begoten en ten slotte voorzichtig den brief
van de mesthoop gehaald en zichzelf ernstig voor
gehouden: Veerman heeft gelijk". Het ging zoo
niet langer. Hij had een vrouw in zijn huis noodig,
om hem door al die kleine pietluttigheidjes van het
dagelijksche leven heen te helpen, en heelemaal....
Uit de autobus, die grijs van het stof was, kwamen
van het stof grijze menschen tevoorschijn. Zonder
bril kon Jacobs ze niet duidelijk onderscheiden.
Toen ze heengegaan waren, bleef een klaarblijke
lijk vrouwelijk mensch achter. Jacobs verzamelde
al zijn moed, trad op haar toe en stelde zich voor.
De begroeting was niet enthousiast. De jonge dame
(voor zoover hij het kon vaststellen was ze middel
matig groot en slank) keek ietwat zoekend om zich
heen, en vroeg: Waar is hier eigenlijk het
badhotel?" Badhotel?"
Jacobs aarzelde een oogenblik, toen bracht hij
haar ja moet niets overhaasten naar het hotel,
waar zij koel-beleefd afscheid nam.
Toen hij den langen weg langs zee naar huis liep,
had hij het onbestemde gevoel, dat hij op de een of
andere manier een fout gemaakt moest nebben . .
Maar het was nog niet te laat. Hij kon de schade
nog inhalen.
EN hij haalde de schade in. Uit alle macht. Den
volgenden ochtend verscheen hij met zijn jol
aan het strand, zeilde met de slanke, middelmatig
groote Els Blankevelt de schuimende zee op,
noodigde haar 's middags uit in zijn bungalow, liet
haar den tuin, de keuken, het slaveldje en de
kippenren zien. Niet zonder een bedekte bijbedoeling
zei hij: Dit alles staat te allen tijde tot uw be
schikking. U kunt hier zoo vaak komen als u wilt".
Inderdaad, van den volgenden dag af wilde ze vaak.
lederen dag. Den heelen dag. Ze ging met een
zwarte bril in den tuin zonnebaden en smeerde zich
met crème in, ze ging baden aan het stukje strand
dat Jacobs eigendom was, ze zat in de koele schaduw
van zijn bungalow, rookte zijn sigaretten en dronk
zijn borrels, ze liet Jacobs de mooiste slakroppen
plukken en toebereiden.... Van zijn aanbod
maakte ze grif gebruik, alleen niet van zijn keuken,
en inplaats van voor n, kookte hij nu voor twee.
Hij dacht bij zichzelf: ze heeft nu eenmaal allerlei
nare dingen doorgemaakt, ze heeft rust noodig."
Zou ze er bij gelegenheid niet iets over vertellen?
Tot nu toe wist hij nog zoo goed als niets van haar.
Jacobs dacht bij zichzelf: Dom is ze alles
behalve". Veerman, die een autoriteit is op dat
gebied, had toch geschreven dat ze algemeen ont
wikkeld was. En iemand die zoo ontwikkeld is
wordt niet zoo gauw vertrouwelijk. Overigens was
ze niet onknap, zooals ze daar lag, door de zon
bruingebrand. En iederen dag zag ze er uitgeruster
uit, het scheen haar goed te doen. Aan werken viel
natuurlijk niet meer te denken, sinds zij er was.
Toen Veerman schreef dat ze goed bij hem zou
passen, bedoelde hij waarschijnlijk, dat ze hem zou
kunnen inspireeren bij zijn werk, en dat ze daar
iets van begreep. Op zekeren dag liet hij haar zijn
schilderijen zien, iets dat hij anders maar zelden
deed. Het effect was verbluffend. Jacobs had het
duinlandschap, met de verwaaide halmen tegen het
meesterlijke wit van het zand, tevoorschijn gehaald.
Juffrouw Blankevelt keek n seconde naar de
schilderij en begon vreeselijk te lachen. En ze bleef
maar lachen. Zonder ophouden. Als een waterval.
Wat vindt u er zoo grappig aan?" vroeg hij ernstig,
hoofdschuddend. Oh.... (jufffouw Blankevelt
proestte het weer uit) .... het is niet om het
schilderij. U bent zoo grappig, u heeft uw heele
broek vol verf, ha ha ha . ."
Jacobs bekeek zich met doffen blik van achteren
in den spiegel. Het was het weiland met de paarde
bloemen.
DES avonds, als de mooie juffrouw Blankevelt
voldoende gebaad, in de zon gelegen en ge
slapen had, mocht Jacobs soms met haar mee naar
het badhotel. In het badhotel was muziek en lam
pions en aardbeienbowl. In het badhotel maakten
ze ook kennis met den dikken meneer van Dam,
die zoo kunstzinnig was en er misschien wel over
dacht, een Jacobsje te koopen, wellicht het duin
landschap met de grauwe lucht....
De heer van Dam was vaak in gezelschap van
een merkwaardige vrouw. Ze zag er een beetje
Maleisch uit, in ieder geval zag Jacobs, die een
zwak had voor alles wat maar naar het exotische
zweemde, haar zoo. Mevrouw Huetink was, dat
bleek later, langen tijd op de Stille Zuidzee geweest.
En op Nieuw Zeeland. Tijdens haar huwelijk met
een onberekenbaren, brutalen avonturier.
Toen Jacobs meneer van Dam uitnoodigde op de
thee, vroeg hij ook mevrouw Huetink.
Wat woont u hier prachtig !" zei ze met teere
stem.
Hij liet zijn schilderijen zien. In gewijde stilte.
(Juffrouw Blankevelt lag met haar zwarte bril en
crème in den tuin). Toen mevrouw Huetink het
weiland met de paardenbloemen ontdekte, waarvan
alle contouren op een wonderlijke manier vervaagd
waren, zei ze:
Wanneer ik op Nieuw Zeeland aan onzen
Hollandschen zomer en Holland dacht, zag ik altijd
een wei met paardenbloemen voor me .... Wat is dat
geel mooi. . .."
Jacobs glimlachte.
Hij glimlachte nog meer, uit den grond van zijn
t, toen ze daarop den koffiemolen uit zijn
handen nam en zelf koffie zette.. En zijn hart ging
pen toen ze, voor ze heen ging, naald en draad
uit haar taschje tevoorschijn haalde en den
getornden naad op den schouder van zijn jasje, die
hem al weken hinderde, ging maken. Ze deed het
alsof het vanzelfsprekend was dat ze het deed,
licht en gemakkelijk.
Veerman had jou moeten sturen", dacht hij
ontroerd.
DEN volgenden morgen verliet mevrouw Huetink
het badplaatsje.
Een paar dagen later kwam er een brief van
Veerman:
Beste Jacobs.
Jammer, dat je al bezet
charmante Hetty Huetink, die
links liet liggen. Maar ik ben
dankbaar voor. Want, je zult
je het hoort, gisteren hebben
De groeten van een van de
op de wereld.
was en de werkelijk
ik naar je toe stuurde,
je er in zeker opzicht
wel verbaasd zijn als
wij ons verloofd.
gelukkigste menschen
je Veerman
Ook hartelijke groeten van Hetty."
Jacobs stond perplex. Een heelen tijd. Op de
primus verkoolden ondertusschen de aardappeltjes,
de twee porties. Juffrouw Els Blankevelt lag in den
tuin, met haar zwarten bril en crème. Toen ze hem
daar zoo zag staan, zei ze, gapende en zich uit
rekkende :
U weet niet half hoe goed het me doet dat ik zoo
verwend word .... Ik heb nog nooit zoo'n prettige
vacantie gehad. Als ik volgende week weer op
kantoor zit en het eten moet koken en de huis
houding doen, mijn moeder kan het niet meer
aan dan zal ik vaak aan u denken. Zult u ook
af en toe aan mij denken .... ?"
Tegen zooveel ontroerends was Jacobs niet op
gewassen.
Als een slaapwandelaar stapte hij op haar toe,
en terwijl hij met zijn rechterhand door het kastanje
bruine haar streelde, dat om haar kinderlijke voor
hoofd golfde, frommelde hij met zijn linkerhand den
brief langzaam in elkaar en gooide dien op den
mesthoop.
l Verzoek aan abonnés i
i l
f XA/IJ VERZOEKEN beleefd, bij f
l adresverandering vooral het l
| vaste adres te willen vermelden, l
= l
| Ook is het gewenscht, de adres- l
l veranderingen eenige dagen voor- |
| uit aan ons op te geven, daar deze
l na Woensdag niet meer waarge- l
\ nomen kunnen worden. l
I DE ADMINISTRATIE. \
nllllllllllllllllllIlIllllltllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIllIlIllllllllllllllllllllR
PAG. li DE GROENE No. 3I»5