Historisch Archief 1877-1940
Het vreemdelingenverkeer en
Tal van belemmerende
bepalinOns land heeft den naam gastvrij te zijn. Maar
sedert den oorlog is het vreemdelingenver
keer in Nederland sterk achteruit gegaan.
het hotelwezen in Nederland
HET is een onprettige gewoonte van zeer vele
Nederlanders om alles, wat men in het
buitenland aantreft of geniet, beter te vinden
dan hetgeen men in eigen land heeft of krijgt.
Om in het algemeen te beweren, dat onze hotels
duur zijn of dat het eten er duur is, is absoluut
?onjuist. Men moet niet, zonder meer, de prijzen, die
men in het buitenland betaalt, vergelijken met de
hier geldende prijzen. In Belgiëen evenzoo in
TsjechoSlowakije is het nu eenmaal goedkooper, dan in
ons land. Dat zal altijd zoo blijven bestaan zoolang
onze gulden hooger staat dan de in die landen
gedeprecieerde munt.
Wel treft het den vreemdeling, dat men in ons
land letterlijk voor alles laat betalen. De auto of de
fiets moet direct staangeld betalen op den openbaren
weg, waartegenover staat, dat die auto of fiets dan
ook werkelijk bewaard wordt, hetgeen in ons land
helaas meer dan in het buitenland hoog noodig is,
gezien onze in dit opzicht slecht opgevoede bevolking,
die geen respect toont voor het eigendom van een
onbekende. Voor het bewaren van hoed, jas of
parapluie moet meestal gefooid" worden. De z.g.
kleine consumpties zijn hier te lande duurder. En het
zijn juist die vele kleine uitgaven, die zoo oploopen"
en den vreemdeling zoo onaangenaam aandoen.
In het algemeen is de klasse van den toerist
achteruit gegaan, d.w.z. de toerist van tegenwoor
dig is veel soberder in zijn uitgaven (maar niet in
zijn eisenen !) dan die van vroeger. En dit bemerken
de hotelhouders natuurlijk in alle opzichten. Het
Hotelplan of Hopla heeft hiertoe in sterke mate
bijgedragen en er zijn dan ook verscheidene hotels
ook in het buitenland die niets moeten hebben
van deze ,,hopla"-toeristen. De beter betalende
toeristen worden hierdoor zelfs weerhouden in die
hotels te komen.
HET vreemdelingenverkeer is sedert den oorlog
sterk achteruit gegaan in Nederland. Zeer
natuurlijk, want een groot aantal vreemdelingen,
dat men voorheen zeer gaarne zag, blijft weg of
komt sporadisch, omdat restricties bestaan om geld
mede te nemen naar het buitenland of niet voldoende
geld beschikbaar wordt gestjld.
Deze achteruitgang toe te schrijven aan mindere
activiteit van de A.N.V.V. is absoluut onjuist en
toont groote oppervlakkigheid in de beoordeeling.
Het moge waar zijn, dat men in andere landen
meer, zelfs veel meer geld beschikbaar stelt voor
de werving van het vreemdelingenverkeer, maar
dat is volstrekt niet de voornaamste factor. De
belemmeringen, die de overheid in ons land toepast,
zijn de grootste hinderpaal voor een vreemdeling
om ons land te bezoeken. De vreemdeling mag hier
te lande niet spelen"; de versche boterham aan het
ontbijt mag niet opgediend worden; na een bepaald
uur mag de rooker geen sigaren meer koopen in
zijn hotel! Het strijkje", dat hem opvroolijkt in
het late uur en dat hem zou nopen, nog eenige
verteringen te maken, gaat vroegtijdig heen in
verband met het sluitingsuur, dat voor den vreem
deling te vroeg is. Het baden in zee, zooals in het
buitenland, is in vele badplaatsen hier te lande aan
allerlei verbodsbepalingen gebonden. Op Zondag is
van overheidswege zelfs veel verboden, wat in
andere landen juist op dien dag speciaal geschikt
voor hem of haar, die dan eens vrijaf" heeft
is toegestaan.
Ons land is in het buitenland goed" bekend. Het
heeft in vele opzichten een goeden naam. Een bezoek
aan ons land moet stellig, meer nog dan voorheen,
door propaganda worden bevorderd. De buiten
landsche vertegenwoordigers der A.N.V.V., die tot
dusverre met lofwaardigen ijver werkten, moeten
in staat worden gesteld, nog meer actief te kunnen
optreden. Want het buitenland is tegenwoordig
geweldig in de weer om in de toeristencentra reclame
te maken voor eigen land en wij moeten dus zorgen,
daardoor niet verdrongen of vergeten te worden. Er
/gispen
i / woninginrichting
/ meubelen lampen
amsterdam den haag rotterdam
C. R. T. baron Kraijenhoff,
voorzitter van de Neder!. Ver.
voor Vreemdelingenverkeer
kan nog meer gewezen worden op datgene, wat ons
land met gepasten trots den toerist kan bieden, zoo
als b.v. onze prachtige Noordzeekust, onze musea,
onze havenwerken (de Zuiderzeewerken in de eerste
plaats, die reeds over de geheele wereld groote aan
dacht hebben getrokken), onze kleederdrachten,
onze mooie rivieren en watersportplaatsen, onze
stedenbouw, onze bloemencultuur, onze
bollenvelden, de bloeiende Betuwe, onze vruchten- en
groentencultuur, enz. Onze spoorwegen en onze
groote autoverkeerswegen, onze luchtvaart, bieden
thans den vreemdeling het allerbeste aan, wat een
toerist maar kan verlangen. Hij vindt deze niet
beter in het buitenland ! En ook daaraan moet nog
meer bekendheid worden gegeven.
MAAR daarvoor is aller belangstelling en steun
noodig en daaraan ontbreekt hier te lande nog
veel te veel. Veel te weinig beseft men in breede
kringen het groote belang, dat het vreemdelingen
verkeer voor een geheele bevolking heeft. Het
is onbegrijpelijk, dat zelfs bij onze Volksvertegen
woordiging het zoo belangrijke vraagstuk van
vreemdelingenindustrie tot nog toe aan de aandacht
is ontsnapt! Bij de begrootingsdebatten in de Kamer
heeft nog nooit n der leden belangstelling getoond
voor dit onderwerp, dat voor de hotelindustrie en
vele andere takken van bedrijf en nering van zulk
een groot financieel belang is. Den Minister van
Economische Zaken en zijnen voorganger, oud
minister Gelissen, zij hulde gebracht voor de vele
moeite, die zij zich hebben gegeven om dezen tak
van industrie weer op te werken door aan de
betrokken vereeniging, de A.N.V.V., meer geld
beschikbaar te stellen voor haar werk.
Ik wil hier eenige voorbeelden aanhalen, die
duidelijk aantoonen, welk belang een land bij een
groot vreemdelingenbezoek heeft. Men schat de
jaarlijksche inkomsten uit deze industrie
in Belgiëop ruim 30 millioen gulden,
in Frankrijk 294
in Engeland ,, 50 tot 60 ,, ,,
in Zwitserland ,, 90 ,, 100 ,,
Aan de hotels en restaurants komt daarvan,
volgens globale berekening, 1/3 gedeelte ten goede;
de rest aan de vervoersmaatschappijen, de theaters,
winkels, slagers, kruideniers, enz. Zoo brachten de
25000 vreemde padvinders stellig vele honderd
duizenden guldens in het land. Hiervan profiteerden
de hotels uit den aard der zaak zeer weinig, maar
des te meer vele leveranciers en groothandelaars.
Zoo bracht eenige jaren geleden een toeristenschip,
door het bekende Reisbureau Thos Cook & Son
gecharterd en dat liggen bleef te IJmuiden, in een
paar dagen ongeveer 60 mille in ons land door
allerlei inkoopen en kleine verteringen. De hotels
kregen ook hiervan niet hun deel, daar de ongeveer
600 passagiers aan boord bleven logeeren.
Het spreekt vanzelf, dat over het algemaen het
toeristenverkeer aan de hotels en groote restaurants
niet meer zoo veel inbrengt als vroeger, door het
grcote vervoer met autobussen, die de toeristen
door de steden en door het land heenjagen" en
welker reizigers niets of zeer weinig extra uitgeven.
TOT geruststelling kan ik mededeelen, dat dit
overleg met de buitenlandsche
vertegenwoorwoordigers reeds plaats heeft. Met de betrokken
reisbureau*, nog niet ten volle. Ook op de groote
Jaarbeurzen te Leipzig, Parijs, Brussel, wordt in
de reclamecampagne samengewerkt door de Spoor
wegen, de A.N.V.V., de K.L.M., de Exploitatie
Maatschappij Scheveningen en het Departement van
Economische Zaken. Maar een algemeene mede
werking van het hotelbedrijf in ons land ontbreekt
nog.
Zoo zou ook een groote reclamecampagne in de
buitenlandsche pers van spoorwegen, hotels, K.L.M.
en andere belanghebbenden allen tezamen met de
A.N.V.V. stellig veel nuttig effect hebben.
Het verslag betreffende de handelingen der Cen
trale Commissie voor Plan 1913 geeft een helder
beeld van de resultaten, die een goede reclame voor
het vreemdelingenbezoek kan beteekenen. Daarin
kan men o.a. lezen, dat het bedrag van ? 103.000,
alleen aan dit plan besteed, ten volle de groote
uitgave heeft gewettigd. Buitenlandsche journalisten
werden vooraf in Nederland rondgeleid, genoten vrij
vervoer op de Spoorwegen, vrij logies en ontbijt;
of kregen, mits voorzien van een aanbeveling van
den betrokken Nederlandschen consul, kosteloos
een 8-daagsch abonnement ie klasse of een kilo
meterboekje, kregen op een door de commissie
verstrekte legitimatiekaart vrijen toegang tot ten
toonstellingen of musea, of prijsverlaging in de
hotels.
Daaruit blijkt dus wel zeer duidelijk, wat bereikt
kan worden met een algeheele samenwerking I
NU nog een enkel woord over de moeilijkheden
om de saaiheid" van Nederland te bestrijden.
Een strijkje? Maar dit kost geld en er moet eerst
een vergunning voor zijn. Men weet lang niet al
gemeen, dat voor het maken van muziek aan de
gemeentelijke kas belasting moet worden betaald en
daarenboven auteursrechten, die dikwijls niet gering
zijn, moeten worden opgebracht.
Wil men straat of plein opvroolijken met een
prettig zitterras, de gemeente staat klaar om
precario-rechten te heffen voor het innemen van
gemeentegrond en die rechten zijn niet gering. En
zelfs wanneer op eigen grond stoelen, tafeltjes,
parasols zouden kunnen worden neergezet, dan is
er wel een verordening om zulks te beletten. Men
denke in dit verband eens aan België, waar, wanneer
ergens op een markt iets te doen is, bij goed weer
het meubilair eenvoudig buiten wordt gezet, zonder
dat de overheid belemmerend optreedt.
De duurte der kleine verteringen? Deze zijn ten
onzent duurder dan elders, zoo zegt de vreemdeling
zeer terecht, maar wat wil men ? Hier te lande leeft
men niet algemeen in het caféof restaurant, zooals
in de ons omringende landen het geval is, waardoor
de omzetten hier te lande te gering zijn om tot een
prijsverlaging te kunnen overgaan, daargelaten,
dat de zeer hooge accijnzen natuurlijk mede invloed
uitoefenen, al is dit dan voornamelijk daar, waar
men een goedkoop glas bier of aperitief verwacht
aan te treffen. In de gelegenheden, waar het publiek
hooge eischen stelt aan comfort en attracties, moet
de prijs bekeken worden in verband met de
dienstverleening en de beperkte frequentie-mogelijkheid.
Vooral deze laatste factor is van het grootste belang.
Bovendien wordt wel eens uit het oog verloren, dat
het Nederlandsche publiek als 't ware gelokt moet
worden om uit de huiselijke sfeer te komen. Hiertoe
worden alle mogelijke middelen te baat genomen,
die vele onkosten medebrengen en de bedrijfslasten
meer bezwaren dan in het buitenland het geval is.
Ten slotte ontbreekt het bij ons aan spontaneïteit,
zoowel bij den enkeling als bij de overheid. Indivi
dueel uit men zich niet gemakkelijk en de overheid
zorgt met allerlei verordeningen en administratieve
maétregelen er wel voor, dat de domper steeds bij
de hand is om zich uitende vreugde, naar het heet,
in passende banen te leiden, doch in werkelijkheid
haar te onderdrukken.
Dit is het keurslijf, waarin de oud-Hollandsche
leut en boertigheid is geregen en bijna verloren is
gegaan. Zijn wij niet hypocriten geworden, zonder
ons dit te willen bekennen, maar wat de vreemdeling
natuurlijk wel doorziet? Zoo gaat b.v. de Neder
lander heel gaarne over de grens om te spelen of om
daar te baden, waar geen belemmeringen zijn.
KUNSTTENTOONSTELLINGEN
Kunsthandel P. de Boer, Heerengracht 474.
Zomertentoonstelling van schilderijen.
Kunsthandel van Wissel i ngh & Co.,Rokiny8.
Tentoonstelling van Nederlandsche schilderkunst.
Meesterwerken uit de 196 eeuw (tot 10 Sept.).
BUITEN AMSTERDAM:
Firma D. Katz, Dieren. Zomertentoonstelling
van schilderijen (tot en met 15 September).
Kunstcentrum D'Olde Deel", Putten. Per
manente expositie van werken van verschillende
schilders.
PAG. 4 DE GROENE No. 3195