De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 27 augustus pagina 5

27 augustus 1938 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

EEN DIERENTUIN HET is zeker belangrijk meer het accent te leggen op tuin en minder op dieren". Bovendien zou het wenschelijk zijn te spreken van een park inplaats van een tuin. Het hiermee aangeduide begrip park moet dan niet zijn zoo'n parkje, zoo'n stukje groen, heesters met een paar banken midden in de stad, midden tusschen hooge huizen in de nabijheid van kantoren en zakengebouwen, maar het moet beschouwd worden als aanduiding van het begrip wandelpark. -Het dierenpark" kan beschouwd worden als n van de groene plekken, het is zeker n van de groene longen die een stad frissche lucht toevoert en voor de bevolking der steden zoo broodnoodig is. Maar het is toch niet het typische binnenstadgroen waar men tusschen den middag een luchtje schept en waar de jongelui hun boterhammet j es gaan opeten. Integendeel, het moet duidelijk tot uit drukking komen, zoowel in uitgestrektheid als in ligging, dat het een wandelpark is; een park waar men vrije middagen en namiddagen doorbrengt en waar men op vrije dagen kan gaan wandelen. Een dierentuin of dierenpark moet niet zoo zijn dat men in een half uurtje uitgewandeld is; dat men aan alle kanten vastloopt, tegen een muur of hek stoot. Dikwijls zijn de dierentuinen veel te klein. De kooien zijn dan naast elkander geplakt als de zeld zame postzegels in een postzegelalbum. Het totaal maakt dan meer de indruk van een verzameling van merkwaardigheden en rariteiten, waardoor het een museum dreigt te worden van levende dieren. E dierentuin heeft echter ongetwijfeld een belangrijke opgave te vervullen. Het is haar opgave de bezoekers te-laten-zien met het doel de bezoekers dieren te doen leeren kennen die in verschillende klimatische en landschappelijke om standigheden leven. Het is niet juist het als een kijk-spelletje te beschouwen, het moet veel meer gelegenheid geven de dieren in hun doen en laten gade te slaan. Sommige dieren leven in kudden, en verlangen groene weiden, terwijl anderen thuis hooren in onherbergzame steppengebieden. Zoo dringt dan de gedachte naar voren dat een dierentuin een uitgestrekt park moet zijn en moge lijkheid moet bieden voor groote wandelingen die dan op afstanden verrijkt worden met kleine goed doordachte paviljoens die de dieren een goed en prettig verblijf bieden en den bezoekers gelegenheid bieden, gemakkelijk en prettig de dieren in hun doen en laten gade te slaan. Zoo'n werkelijk goed dieren park zou een deel kunnen zijn van een stadspark of zou er evenwijdig mee kunnen loopen. Een bezoek aan het ne met een aansluitende wandeling door het andere zou een zeer gezocht zondags-uitstapje kunnen zijn. Dit park moet als een ontspanningsgelegenheid beschouwd worden, al is het er ook n met leerzame strekking. Het is niet noodzakelijk en niet wenschelijk hier alle bezienswaardigheden op te dienen als de nieuwsberichten in een sensatio neel dagblad. Het moet gelegenheid bieden voor prettige leer zame en boeiende wandelingen en kan dan in het organisme van een stad een belangrijk en verrijkend element zijn. MART STAM N.V. KUNSTHANDEL P. DE BOER GROOTE ZOMER TENTOONSTELLING IN DE ZALEN HEERENGRACHT 474, AMSTERDAM Dagelijks (behalve Zondags) Geopend van l 0-5 uur De bouw van het dierenpark te Worcestersh/re heeft nieuwe aspecten aan de dierenverb/ijven gegeven. Mensen, dieren en architecten NKELE jonge Engelse architecten, verenigd in de groep Tecton, hebben in de Londense Zoo en in een dierentuin te Worcestershire behuizingen voor dieren gebouwd. Deze werken zijn een verrassing voor den vakman en een vreugde voor het publiek. Dit werd bereikt door zeldzaam beweeglijke en vrij moedige betonconstructies, welke op ongedwongen wijze de karakteris tieke bewegingen van hun snelvoetige of gevleugelde bewoners tot hun recht laten komen. Wij kennen vele soorten dierentuingebouwen. De potsierlijke burgerlijke villa's" op kleine schaal, de rustieke Zwit serse chalets, de och zo schattige huisjes waar de marmotjes door een net echte deur naar buiten komen. Wij kennen ook het trieste getraliede exil, waarin de woestijn koning zijn dagen in berusting slijt. Een reactie hierop werd het zo getrouw mogelijk nabootsen van landschappen. Wanneer hiertoe zeer grote terreinen beschikbaar zijn, met enkele echte accenten, kan wel een indrukwekkend resultaat bereikt worden. Wie echter de natuur zonder meer wil nabootsen, en haar schijnbaar willekeurige formaties bewust gaat aanbrengen, bewijst hiermee, de grote schoonheid van de natuur nooit begrepen te hebben. Wanneer wij de dieren uit hun natuurlijk verband halen, hulpeloos, en afhankelijk van menselijke zorg maken, de olifant zijn tanden poetsen en de leeuw zijn zere poot verbinden, dan kunnen wij niet anders doen dan de dieren in plaats van hun natuurlijke holen, een constructie van menselijk vernuft opdringen. Hoe dit mogelijk is toont het werk van onze Engelse collega's. Hoe het grillige, onberekenbare, roerende en komische dat wij in de dieren zien, in artisarchitectuur uitgedrukt kan worden. De kracht van het nieuwe bouwen is de onbevangen houding tegenover elke praktische en psychologische eis welke een opgave stellen kan. Met deze houding is hier een weg gevonden naar een dierentuin architectuur die ons gevoel voor het dier bevredigt, vrij is van vals sentiment en eerbied betoont voor natuurlijke schoonheid. HEIN SALOMONSON Of de pinguïns zich thuis voelen ? PAG. 5 DE GROENE No.3195

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl