Historisch Archief 1877-1940
EEN DIERENTUIN
HET is zeker belangrijk meer het accent te
leggen op tuin en minder op dieren".
Bovendien zou het wenschelijk zijn te
spreken van een park inplaats van een tuin. Het
hiermee aangeduide begrip park moet dan
niet zijn zoo'n parkje, zoo'n stukje groen, heesters
met een paar banken midden in de stad, midden
tusschen hooge huizen in de nabijheid van kantoren
en zakengebouwen, maar het moet beschouwd
worden als aanduiding van het begrip wandelpark.
-Het dierenpark" kan beschouwd worden als
n van de groene plekken, het is zeker n van de
groene longen die een stad frissche lucht toevoert
en voor de bevolking der steden zoo broodnoodig is.
Maar het is toch niet het typische binnenstadgroen
waar men tusschen den middag een luchtje schept
en waar de jongelui hun boterhammet j es gaan
opeten. Integendeel, het moet duidelijk tot uit
drukking komen, zoowel in uitgestrektheid als in
ligging, dat het een wandelpark is; een park waar
men vrije middagen en namiddagen doorbrengt en
waar men op vrije dagen kan gaan wandelen. Een
dierentuin of dierenpark moet niet zoo zijn dat men
in een half uurtje uitgewandeld is; dat men aan
alle kanten vastloopt, tegen een muur of hek stoot.
Dikwijls zijn de dierentuinen veel te klein. De
kooien zijn dan naast elkander geplakt als de zeld
zame postzegels in een postzegelalbum. Het totaal
maakt dan meer de indruk van een verzameling van
merkwaardigheden en rariteiten, waardoor het een
museum dreigt te worden van levende dieren.
E dierentuin heeft echter ongetwijfeld een
belangrijke opgave te vervullen. Het is haar
opgave de bezoekers te-laten-zien met het doel
de bezoekers dieren te doen leeren kennen die in
verschillende klimatische en landschappelijke om
standigheden leven. Het is niet juist het als een
kijk-spelletje te beschouwen, het moet veel meer
gelegenheid geven de dieren in hun doen en laten
gade te slaan. Sommige dieren leven in kudden, en
verlangen groene weiden, terwijl anderen thuis
hooren in onherbergzame steppengebieden.
Zoo dringt dan de gedachte naar voren dat een
dierentuin een uitgestrekt park moet zijn en moge
lijkheid moet bieden voor groote wandelingen die dan
op afstanden verrijkt worden met kleine goed
doordachte paviljoens die de dieren een goed en
prettig verblijf bieden en den bezoekers gelegenheid
bieden, gemakkelijk en prettig de dieren in hun doen
en laten gade te slaan. Zoo'n werkelijk goed dieren
park zou een deel kunnen zijn van een stadspark
of zou er evenwijdig mee kunnen loopen. Een bezoek
aan het ne met een aansluitende wandeling door
het andere zou een zeer gezocht zondags-uitstapje
kunnen zijn. Dit park moet als een
ontspanningsgelegenheid beschouwd worden, al is het er ook n
met leerzame strekking. Het is niet noodzakelijk
en niet wenschelijk hier alle bezienswaardigheden
op te dienen als de nieuwsberichten in een sensatio
neel dagblad.
Het moet gelegenheid bieden voor prettige leer
zame en boeiende wandelingen en kan dan in het
organisme van een stad een belangrijk en verrijkend
element zijn. MART STAM
N.V. KUNSTHANDEL
P. DE BOER
GROOTE
ZOMER
TENTOONSTELLING
IN DE ZALEN
HEERENGRACHT 474, AMSTERDAM
Dagelijks (behalve Zondags) Geopend van l 0-5 uur
De bouw van het dierenpark te Worcestersh/re heeft nieuwe aspecten aan de dierenverb/ijven gegeven.
Mensen, dieren en architecten
NKELE jonge Engelse
architecten, verenigd in de
groep Tecton, hebben in de
Londense Zoo en in een dierentuin
te Worcestershire behuizingen voor
dieren gebouwd.
Deze werken zijn een verrassing
voor den vakman en een vreugde
voor het publiek. Dit werd bereikt
door zeldzaam beweeglijke en vrij
moedige betonconstructies, welke op
ongedwongen wijze de karakteris
tieke bewegingen van hun
snelvoetige of gevleugelde bewoners tot
hun recht laten komen. Wij kennen
vele soorten dierentuingebouwen.
De potsierlijke burgerlijke villa's"
op kleine schaal, de rustieke Zwit
serse chalets, de och zo schattige
huisjes waar de marmotjes door
een net echte deur naar buiten
komen. Wij kennen ook het trieste
getraliede exil, waarin de woestijn
koning zijn dagen in berusting slijt.
Een reactie hierop werd het zo
getrouw mogelijk nabootsen van
landschappen. Wanneer hiertoe
zeer grote terreinen beschikbaar
zijn, met enkele echte accenten, kan
wel een indrukwekkend resultaat
bereikt worden. Wie echter de
natuur zonder meer wil nabootsen,
en haar schijnbaar willekeurige
formaties bewust gaat aanbrengen,
bewijst hiermee, de grote schoonheid
van de natuur nooit begrepen te
hebben.
Wanneer wij de dieren uit hun
natuurlijk verband halen, hulpeloos,
en afhankelijk van menselijke zorg
maken, de olifant zijn tanden
poetsen en de leeuw zijn zere poot
verbinden, dan kunnen wij niet
anders doen dan de dieren in plaats
van hun natuurlijke holen, een
constructie van menselijk vernuft
opdringen.
Hoe dit mogelijk is toont het
werk van onze Engelse collega's.
Hoe het grillige, onberekenbare,
roerende en komische dat wij in de
dieren zien, in artisarchitectuur
uitgedrukt kan worden.
De kracht van het nieuwe bouwen
is de onbevangen houding tegenover
elke praktische en psychologische
eis welke een opgave stellen kan.
Met deze houding is hier een
weg gevonden naar een dierentuin
architectuur die ons gevoel voor het
dier bevredigt, vrij is van vals
sentiment en eerbied betoont voor
natuurlijke schoonheid.
HEIN SALOMONSON
Of de pinguïns zich thuis voelen ?
PAG. 5 DE GROENE No.3195