De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 27 augustus pagina 7

27 augustus 1938 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Dertien professoren op zoek naar den vrede Andries Stetnheim ER bestaat fn Genève een internationale hoogeschool, die zich in de eerste plaats ten doel stelt, gegradueerden uit verschillende landen in de problemen der wereldpolitiek en in die van de diplomatie in te wijden. Bij het beëindigen van hun studie wordt een diploma uitgereikt, dat, zoo niet .een bewijs, dan toch een aanwijzing inhoudt, dat de gediplomeerde rijp" is, de internationale ge dachte te dienen. In de tien jaren van haar bestaan heeft genoemde hoogeschool vele diploma's uitge reikt, maar het is misschien nog te vroeg een oordeel te vormen over de beteekenis en den invloed, welke deze afgestudeerden op het politieke wereldge beuren vermochten en vermogen uit te oefenen. Dat het eigenlijke doel van genoemde instelling, het bevorderen van het volkenrecht nog niet bereikt is, blijkt wel duidelijk uit een zooeven verschenen pu blicatie van dit internationale instituut: La Crise Mondiale. Collection d'études publiée a l'occasion du dixième anniversaire de l'Institut universitaire de hautes tudes internationales par ses professeurs. (Editions polygraphiques, Zurich, 1938. Engelsche editie: The World Crisis, Longmans Green, Londen 1938.) Ter viering van het tienjarig jubileum geven alle professoren, verbonden aan het Institut Univer sitaire", ieder afzonderlijk hun oordeel over de vraagstukken van oorlog en vrede, economischen opbouwen ontreddering, elk op eigen wijze, in ver band met het vak, waarin zij doceeren. Het geheel kan beschouwd worden als een weerslag van de politieke en economische inzinking van de wereld na den oorlog. De dertien professoren, die mede werken, hebben zich niet tevreden gesteld met een eenvoudige opsomming van de gebeurtenissen, welke tot de maatschappelijke ontwrichting hebben geleid, ze hebben evenmin de bedoeling gehad voor spellingen te doen. Met waardigen ernst, behoorende bij den huidigen toestand, hebben zij belangrijke verschijnselen van internationalen aard ontleed en geïnterpreteerd. VOOR degenen, die nog steeds gelooven, dat de crisis van den Volkenbond met het conflict in Mandsjoerije, het Chaco-conflict, met de herbe wapening in Duitschland of met den ItaliaanschAbessinischen oorlog is begonnen, is het goed, het sterk gedocumenteerde hoofdstuk van de hand van prof. Mantoux, voormalig directeur der politieke afdeeling van den Volkenbond, te lezen, ten einde zich ervan te overtuigen, dat de eerste kiemen van het verval van den Bond dieper liggen. Het begin van alle kwaad ziet prof. Mantoux, die eveneens de officieele tolk op de big four conference" in Versailles is geweest, in de procedure, welke bij het Poolsch-Lithausch conflict met betrekking tot de stad Wilna in het jaar 1920 is gevolgd. De oplossing van de moeilijkheden werd gezocht in een plebis ciet, onder controle van een internationale politie macht en onder toezicht van een door den Volken bondsraad samengestelde commissie. Groote moei lijkheden verzwaarden de taak van den Bond: bezwaren van Litauen, bezwaren van Polen, dat alleen mee wilde doen, wanneer het succes van het plebisciet ten aanzien van de grensregeling bij voorbaat te zijnen gunste uitviel, gestook van de zijde van Rusland, bezwaren vooral van Holland en Zwitserland om een contigent van honderd man als bijdrage voor de internationale politiemacht te leveren. Dit alles, gevoegd bij de gevaren voor typhus in Wilna leidde steeds weer tot uitstel, zoodat de Raad zijn pogingen tot bemiddeling moest opgeven en de Lithausche regeering de grens, welke later door een gezantenconferentie is vastge jsteld, nimmer officieel heeft erkend. Volgens Mantoux ligt hier het begin van het failliet van den Volkenbond, die, inplaats van door te tasten, teveel rekening hield met alle mogelijke bezwaren en bezwaart] es van de aangesloten landen. Helaas hebben de bemoei ingen van den Bond bij latere conflicten steeds weer hetzelfde tekort aan daadkracht getoond, ter wijl de belangen van de sterkste partij ten koste van de zwakkere werd ontzien. TOT een andere groep van beschouwingen be hoort de studie van Prof. Bourquin. Deze wenscht vooral een lans te breken voor de demo cratische gedachte. Terecht zet prof. Bourquin uiteen, dat de wereldoorlog tenslotte door de democra tieën werd gewonnen en dat de democratische regeerstelsels hechter zijn gebleken dan die van andere staten. Het is verbazingwekkend, zegt de schrijver, te zien, hoe de lessen van de historie spoedig ver geten raken. Welk oordeel men ook over de offen sieve en defensieve kracht van de democratische staten wenscht uit te spreken, het is en blijft een feit, dat een ware Volkenbond alleen dan mogelijk is, wanneer hij op het beginsel van de democratie steunt. De democratie heeft in de tegenwoordige periode van chaotisch denken met een denkbeeldig gevaar te doen, dat voor het behoud van haar kracht schadelijk is. De fascistische staten laten niet na telkens weer op de kwade bedoelingen van Moskou te wijzen en het zoo voor te stellen, voegen wij er aan toe, alsof de programwijzigingen der commu nistische beweging slechts manoeuvers zijn om de komst van de wereldrevolutie met andere middelen te bevorderen. Dat Rusland, na het uitblijven van de wereldrevolutie direct na den wereldoorlog en het toenemend nationalistisch streven in het land zelf, er steeds meer belang bij heeft, de democratieën te ontzien, omdat slechts deze een garantie zijn voor het behoud van den vrede is een waarheid, die nog al te licht vergeten wordt. Prof. Bourquin ziet in het vermeende revolutionaire gevaar dan ook een wer kelijk gevaar, in zooverre als de democratische staten de tendenz vertoonen zich in den strijd tegen het communisme" achter fascistische methoden te verbergen. OOK het gedeelte van het werk, dat zich met juridische problemen bezighoudt is zeer be langwekkend. Het laatste gedeelte onderzoekt de groote eco nomische problemen. Mannen als Ludwig von Mises, Wilhelm Röpke en John B. Whitton, directeur van het verdienstelijke Geneva Re search Centre" bestudeeren de vraagstukken van de internationale verdeeling van de grond stoffen, van den arbeid en de internationale regeling van de muntwaarde. Vooral op het gebied van den internationalen goederenruil wordt op grond van de feiten op het volledig fiasco van een rationeele uitwisseling van producten gewezen. De feiten zijn voor hen die het werk van den Volken bond ook in dit opzicht gevolgd hebben, wel bekend; de studies welke in dit werk hieraan gewijd worden, vestigen nog eens de aandacht op het zeer geringe succes van de tallooze desbetreffende conferenties en comité-zittingen van den Volkenbond. MOETEN we nu, na aandachtige lezing van dezen uitgebreiden bundel studies vaststellen, dat een aantal van de gezaghebbendste geleerden, die het wel en wee van den Volkenbond jarenlang van nabij gevolgd hebben, pessimistisch gezind zijn ten aanzien van de verdere ontwikkeling van den Bond ? Het antwoord hierop moet beslist ontkennend luiden. Wie de tegenwoordige crisis van het volken recht in het licht der historie ziet, zooals vele der medewerkers van La Crise Mondiale" dit doen, kan onmogelijk aan een volledige ondergang van het recht noch aan het verdwijnen van den Volken bond gelooven. Eén der rechtsgeleerde mede werkers toont nog eens in het bijzonder aan, hoezeer de negentiende eeuw een periode van toenemende internationale samenwerking, zoowel op econo misch als juridisch en diplomatiek terrein heeft ingeleid. Voorloopig vertoont de curve neiging rot voortdurend dalen. Wanneer deze neergaande lijn door een opgaande zal worden vervangen, valt moeilijk te zeggen, maar we zijn het in elk geval met prof. Rappard eens, wanneer hij zegt, dat een Volkenbond dermate aan de behoefte van de menschheid beantwoordt, dat zijn ineenstorting, zoo deze eens mocht komen, slechts het begin van zijn weder opstanding kan beteekenen. Genoemd werk leidt nog tot eenige andere over denkingen. Aan politieke, juridische en economische vraagstukken wordt hier veel aandacht gewijd. De zuiver cultureele en humanistische problemen blijven echter onbesproken. Gezien de doelstel lingen van de hoogeschool, welke deze studies publiceerde, kon ook niet meer worden verwacht dan hetgeen ten slotte tot stand is gebracht. En toch lijkt ons dit juist de groote leemte in de op leiding van toekomstige beoefenaren van het vol kenrecht en van toekomstige medewerkers aan internationale organisaties op sociaal en politiek terrein, dat formeele vraagstukken boven zuiver cultureele den voorrang hebben. Wanneer wij willen vasthouden aan de bebrippen van demo cratische vrijheid en recht, dan is het niet vol doende op logische gronden aan te toonen, dat de n of andere regeling op internationaal terrein economisch of politiek of sociaal doelma tiger is dan de bestaande. De ontwikkeling van de maatschappelijke verhoudingen in de totalitaire staten bewijst, dat door middel van een stramme organisatie en ruw ingrijpen in de sociale ver houdingen en economische structuur vele ver anderingen tot stand kunnen komen, die op zich zelf geen stap terug behoeven te beteekenen. Wie echter de vrijheid liefheeft dient zich steeds weer opnieuw af te vragen of deze wijzigingen niet te duur betaald zijn. Het antwoord hierop kan voor ons niet anders dan positief luiden. Het is mogelijk zich een volledig gemechaniseerde en gerationali seerde wereld te denken, waarin alles tot in de puntjes geregeld is, terwijl het cultureele peil tot een minimum is teruggebracht. AAN knappe koppen ontbreekt het Genève stellig geenszins, maar hetgeen bij de inter nationale instanties wel ontbreekt, zijn de menschen met een diep geloof en een heilige overtuiging in de idealen, die de basis vormen van den Volkenbond. Maar het is nu eenmaal zoo, dat noch aan de hoogeronderwijsinstellingen, noch bij de opvoeding van de groote massa tot nu toe voldoende wordt gedaan om de volkenbondsgedachte tot iets levends te maken. Eén der professoren betrekt in zijn studie ook het probleem der massapsychologie, waarbij hij vooral op de lichtgeloovigheid, de suggestibiliteit en de afnemende intelligentie van de massa in verhouding tot het afzonderlijke individu wijst. Er moge veel waarheid schuilen in deze theoretische vaststelling, maar wij kunnen toch niet aannemen, dat een paedagogie, welke meer dan tot nu toe ook de doelstellingen van den Volkenbond in haar on derwijs zou betrekken niet op den duur een vruchtbaren invloed zou uitoefenen. Het parlement der parlementen : De nieuwe Volkenbondsgebouwen te Genève PAG. 7 DE GROENE No. 3195

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl