De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 3 september pagina 16

3 september 1938 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene DE DI^CHTER MERMAN DE haren van den dichter waren langer dan zijn verzen, (want het is niet waar dat sinds Menno ter Braak alle dichters gemilli meterd zijn !) en langer dan zijn haren golfden zijn onbetaalde rekeningen en zijn slapelooze nachten. Want hij was een dichter. Toen hij den laatsten regel van het laatste vers van den bundel had op geschreven, zette hij er een streep onder en leefde in de verbeelding, dat nu zijn taak ten einde was. Behalve het overtikken van het manuscript; wat hij vloekend deed en waar hij zijn benedenburen mee hinderde. Midden in het laatste sonnet werd zijn machine weggehaald, zoodat hij het met de vulpen moest voltooien, wat er een heel eigen cachet aan gaf, omdat hij een onleesbaar schrift had. De Dichter had dus al zijn leed en vreugd, vreugd en lust, lust en liefde, liefde en lijden, lijden en last in den bundel uitgestort. Tenminste dat, wat hij voor al deze zaken aanzag. Want hij was nog maar een jong dichter. Maar een goede, zei dr. Ritter in een persoonlijk schrijven, maar die heeft al zooveel jongeren op en over het paard getild. De Dichter ging in een Taria een slaatje eten en dacht over een uit gever. Want verzen moeten gelezen wor den en niet uitsluitend geschreven, zoo als in deze barbaarsche tijden schijnt. De Dichter had toen nog niet den schrijver van dit verhaal ontmoet, die eens gezegd heeft: ben je jong en nameloos, dan zoek je met tien goede manuscripten vergeefs naar een uit gever; ben je oud en beroemd, dan zoek je vergeefs met tien goede uit gevers naar een manuscript. Had de Dichter dit geweten, dan zou hij misschien.... Maar hij was en idealist en zou natuurlijk aan een prettige uitzondering gedacht hebben. Dus plakte hij postzegels op zijn manuscript en liet het door de Poste rijen naar een uitgevers N.V. brengen. Hij verwachtte niet, dat de eerste uitgever het dadelijk zou behouden, want hij had wel eens gehoord, dat dingen werden teruggestuurd, maar na vijf maanden wachten was het manuscript nog steeds bij den uitgever. En met den dag wies zijn hoop en trots. NA zes maanden ging hij blijmoedig bij de n.v. op bezoek, teneinde de wijze van uitgave te bespreken. Hij hoorde hier echter, dat handschriften alleen geretourneerd worden, wanneer porto tot dat doel is ingesloten. Toe vallig was het zijne nog niet vernietigd en kon hij het dus weer meenemen. Hij had veine. Dag meneer, pas u op dat stoepetje. Hij paste op dat stoepetje en hoorde het verbaasd in Keulen donderen. In elk geval had deze les hem iets geleerd. En toen hij den bundel naar een der velen andere uitgevers zond, sloot hij porto voor antwoord in. Na twee weken kreeg hij het dan ook terug met een beleefd begeleidend schrijven. De Dichter begon te denken en begreep dat er iets niet in den haak moest zijn. Want de verzen waren toch goed. Hij las den bundel zorgvuldig over en vond drie tikfouten. Dat was het dus. Accuratesse behoorde bij het uitgeversbedrijf. Tikfouten vond men niet aardig en kon men niet goed keuren, laat staan uitgeven. Het verbeterde manuscript vond zijn weg naar den derden uitgever en kwam terug met een heel aardig briefje, waarin stond hoe goed deze poëzie was en hoe modern, maar dat er voor verzen zoozeer geen markt was. Met dank voor het in ons gestelde vertrouwen verblijven wij. De Dichter had in verband met zijn gedichten nooit aan een markt gedacht en wantrouwt sindsdien dezen uitgever. Maar daar de verzen goed waren, althans niet slechter dan wat de officieele dichters schreven, die elkaar uitscholden in litteraire tijdschriften en samen borrels dronken in kleine kroegjes met buffetjuffrouwen, besloot hij het nog maar eens te wagen. Energiek stuurde hij den bundel naar een andere N.V. U.M. En naar meer dere. De belooning die hij voor zijn arbeid oogstte was vrij gering, maar bestond toch. Want hij kreeg het hand schrift nu altijd met opgewekte briefjes terug en het werd hem langzaam aan duidelijk, dat zijn verzen Meesterlijk waren. DE uitgevers begonnen nu zijn werk zoo langzamerhand te kennen. Op een algemeene vergadering van den Bond van Uitgevers, citeerde de voorzitter een versregel van den Dich ter. Verrast keken vijftig a zestig uit gevers op. Waar hadden ze dat ook weer gelezen? Op een volgende vergadering, eenige maanden later, haalde een spreker, in het vuur van zijn rede een sonnet aan, en dadelijk gleed er een glans van herkenning over een kleine honderd vijf tig gezichten. Dat waren bekende klanken. Sindsdien werd het usance en behoorde het tot den goeden toon, om den Dichter te citeeren. Men vroeg elkaar: heb jij het al gehad? Ja, jij? Prachtig hè? Ja, dat sonnet over dien zonsopgang, hè? Nou.... Tenslotte hadden alle uitgevers, zeshonderd tweeënveertig, het manu script gelezen, behalve n die alleen maar spoorboekjes uitgaf. De uitgevers waren eenparig in hun lof en gebruikten sommige quatrijnen voor spreekkoren op feestelijke jaar vergaderingen met vrouwen. Een liet er zijn dochter uit voor dragen op den verjaardag van zijn tante. En de Dichter zat thuis en plakte post zegels op zijn handschrift en sloot post zegels voor antwoord in. Maar vond geen uitgever, want er was zoo zeer geen markt voor verzen van een jongen dichter zonder naam. En alle N.V.'s hadden alle drukpersen noodig voor Scandinavische Trilogieën en Boeken over het Vorstenhuis. Tenslotte was er niemand meer wien de Dichter de bundel kon toe sturen. Hij zond de verzen nog n maal naar den eersten uitgever, in de hoop dat deze zijn eerste weigering na zooveel tijd zou zijn vergeten. Maar hij ontving een betuiging van war men dank, dat hij de gelegenheid had geschonken, de kennismaking met dit onvergetelijke werk te her nieuwen. TOEN kocht de Dichter een sigaren winkel en las zijn gedichten alleen nog maar aan zijn vrouw voor, die op twee en zeventig jarigen leeftijd aan aderverkalking is overleden. b MM ariiiiiiiiHiiiinntiiiffiiuifriiiiififiifiinifHHir «j 3 3 a 9 4? «j l «j « 48 «i 48 48 «i «i «i «i « 4$ il «? 48 4? 43 SUDETEN-LIMERICKS £r was eens een man in Bohemen, niet zóó maar een man een supreeme! Hoe goed men hem deed, hij bleef de Sudeet en wat-ie niet kreeg wou hij nemen. Men wilde dien man overreejen, doch hij zei maar: Ik heb zoo gelejen." Zijn machtige Oom had een heerlijken droom en riep: Blijf vooral ontevreejen!" Ik heb veel soldaten, geen centen, ik heb nog wat kuch, maar geen krenten. Ik neem jullie erbij, want dat wil de Partij, verwek dus vooral incidenten!" En om iedereen mores te leeren liet Hij zijn soldaten marcheeren. Doch wat gaat het ons aan? We zien ze niet staan. De partijdag zal alles doen keeren. PYTHIA i» » !* » * * f» * f* ># !* !* !* » ?* J* !* i* !* » J* CHARIVARIA Paindeluxe-brood Zij werden een paar maanden geleden verblijd door de geboorte van een nieuwen wereldburger." (U.) Deze opdracht zal voor eenige jaren aan tezamen eenige honderden mensehen werk verschaffen." (T.) | Binnen het nain der mogelijkI lieden door B. en \V. gesteld." (T.) l OTceibw eandidaten hadden een = te moeilijk onderwerp gekozen." | (Vai'alure) = In het gesticht werden de lijken l ovgctmart>." (H.) Aaneenlijmsels Hij komt uit een chaostiche in een doelgerichte werkelijkheid." f II. ) Tien in Skandinaviëstaatsgesteund boeren volkje." (G.) De plaats van den hoop, de verloren loopende wegen en het moeras van de instorting Daarom is de hoop op zijn plaats, dat niet een doorzetten om politieke redenen het in het Duitsche Kijk gevoerde economisch beleid verder drijft langs wegen, die in het moeras van economische instorting verloren loopen." (IIitis»c~i>i) Het groot tenue der plaatse lijke autoriteiten Op het bordes van het stadhuis \\areti de plaatselijke en militaire au toriteiten in groot tenue aanwezig." Onze volders Spr. eindigde met cerbiedvolle «oorden tot H. M. de Koningin.' ' (il.) Mij heeft een gedicht gevonden dat even stijlvol is als het in deze omgeving zinvol is." (T.) Onze uitdragers Zij zullen daar vertellen en uit dragen van die saamhoorigheid." " Schrille tegenstellingen Ken keur van i ste klas artisten, afwisselend beschaafd, komisch." (Vol h) Zakenman zoekt kennismaking met Dame of "Weduwe." (II. ) Waarschuwing voor verloofden In kussen gestikt." (H.) Was liet suggestie of werkelijk heid, dat ik in zijn trekken den ,AIarollen-knaap van des morgens meende te herkennen ?" (II.) Werkelijkheid. Tiiiiiiiin iiiiiitimiiiiiiiiii IIIIIII1IIIIIII1I1IIIIIII1IH1IIII1III1II iiiiiiiii IIIIIIIIIIMII iiiuiiii i PAG. 16 DE GROENE Ne. 3196

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl