Historisch Archief 1877-1940
ORANJE-LITTERATUUR
Wilhelmina Regina
ONDER den titel Wilhelmina Regina" heeft
jhr. Jan Feith een overzicht samengesteld
van de veertig meest belangrijke onderwerpen, uit de
veertig laatste jaren: defensie en gezondheids
voorziening, luchtvaart en monumentenzorg, gods
dienst en handel, journalistiek en letterkunde: teveel
om op te noemen. De schrijver heeft zich voor ieder
onderwerp door deskundigen laten voorlichten,
waaronder zich vele professoren bevinden. Over
het hoofdstukje letterkunde en uitgeverij", waarbij
den schrijver de dames Top Naeff en Annie
Salomons terzijde stonden, kunnen wij weinig enthou
siast zijn. Op de eerste twee bladzijden vonden wij
zes spellingsfouten in de namen van auteurs. Bij
Just Havelaar wordt niet vermeld dat hij reeds jaren
geleden gestorven is en wijlen Aart van der Leeuw fi
gureert nog bij de geregeld produceerende auteurs".
Schrijvers en dichters worden op vrij willekeurige
wijze tot groepen en richtingen vereenigd. Het
komt ons voor, dat een werk als door jhr. Jan
Feith ondernomen werd het schetsen van een
cultuurgeschiedenis van Nederland uit de laatste
veertig jaren beter tot zijn recht komt wanneer
het door een groot aantal deskundigen geschreven
wordt. Het spreekt vanzelf dat het boek zooals het
thans voor ons ligt, toch tal van interessante gegevens
bevat. Elk die bijvoorbeeld in een oogwenk wil
nagaan wat er tijdens koningin Wilhelmina met
de radio is gebeurd, zal niet teleurgesteld worden.
Koning Willem II
VAN prof. dr. H. T. Colenbrander verscheen bij
Meulenhoff een biografie van den grootvader
der tegenwoordige koningin: Willem II, koning der
Nederlanden". Het boek heeft tal van qualiteiten:
het berust op een uitgebreide bronnenstudie en
staat objectief, voor wie tusschen de regels lezen
kan, meermalen ook zeer critisch tegenover het
behandelde onderwerp. De historicus wordt door
de lange citaten uit de verschillende bronnen
bevredigd. Een wijder publiek had het wellicht
meer op prijs gesteld, als het werk eenigszins
vloeiender was geschreven. De vele citaten geven
het een abrupt karakter. De boeiende en belangrijke
figuur van koning Willem II blijft daardoor eenigs
zins in de grondverf steken. Zoo doet het wat vreemd
aan, dat de eenige schets van zijn karakter die in
dit boek voorkomt, door den schrijver ontleend werd
aan De Bosch Kemper. De inhoud maakt dit werk
echter tot een der interessantste historische
publicaties die wij den laatsten tijd gelezen
hebben.
Eenheid door Oranje
TE Amsterdam is bij H. J. Paris het boven
genoemde tooneelspel in 5 bedrijven van dr.
Ludwig Berger uitgekomen, dat dezer dagen met
veel succes te Elswout in de openlucht is vertoond.
Eduard Verkade, die daarbij de regie had, schreef
voor deze uitgave een inleiding. Dr. Anton van
Duinkerken heeft voor elk der bedrijven een proloog
geschreven, en voor het stuk een epiloog. Deze
dactylische verzen, den strofenbouw van den sonnet
vorm vertoonend, geven in hun zwaar bewegend
rhythme en weidschen toon een prachtig repoussoir
aan het stuk. Zij vormen als het ware een monu
mentale encadreering van de handeling en leenen
zich door dit decoratieve element bij uitstek ervoor,
door de herauten uitgedragen te worden. Als
specimen geven wij de twee terzinen van den
proloog tot het 2e bedrijf:
Arlington, bruigom vandaag in Van Beverweerts
(woning
Viert zijn geluk met zijn vrouw in de schaduw des
(doods:
Minnaar der Hollandsche dochter, minister van
(Engelands koning,
Vindt bij zijn plicht hij voor 't vaartuig der liefde
(geen loods.
Welzalig prijs ik den man, die temidden der stortzee
(van plagen
Kracht vindt, den vloed te weerstaan of moed om het
(noodlot te dragen.
Het stuk vertoont in zijn compositie de bedreven
heid van iemand die op dramatisch gebied zijn sporen
reeds lang verdiend heeft.
Toen onze Koningin nog prinsesje was
De derde druk nieuwe uitgave van dit
bekende werk, bevattend de persoonlijke herinne
ringen uit de kinderjaren van onze Koningin,
geschreven door haar ex-gouvernante Miss E.
Saxton Winter, is bij Scheltens en Giltay te Amster
dam uitgekomen. Het met zeer vele foto's belangwek
kend verluchte werk is met toestemming der schrijf
ster uit het Engelsch vertaald door H. S. S. Kuyper.
Letterkundig leven
Een , parapsychologische''
roman
S. Vestdijk
Jaap Bekkers : De sprong in bet duister
(Servire, Den Haag)
IN zooverre is de titel van dit boek misleidend,
dat het hier gaat om een sprong in de verlichting
eerder dan in het duister. De jonge Paul van
Frankendael, die zich met een van zijn i8-eeeuwsche
voorouders identificeert, of, anders uitgedrukt, zijn
lichaam ter beschikking stelt als voertuig voor dien
voorvader, met wien hij trouwens veel gemeen heeft,
zegt dan inderdaad ook verlichte" dingen over onzen
tijd, gemeten aan den tijd van zijn occulten parasiet.
Het is jammer, dat hij daarbij in algemeenheden,
die opzichzelf niet onjuist zijn, maar die ieder van
ons ook wel had kunnen bedenken, steken blijft.
Hoe aardig was dit gegeven anders niet geweest:
zet een l8-e eeuwer in onzen tijd neer, en beschrijf
zijn reacties ! Daartoe schijnt echter reeds het talent
van een Virginia Woolf noodig te zijn vgl. haar
Orlando," en meestal ziet men, dat het thema
in andere handen valt en dan niet boven het
RiderHaggard-niveau uitkomt. Nu is het niveau van
Bekkers' boek wel iets hooger. Het is goed geschre
ven, geeft een intelligente, zij het ook niet al te diep
gaande behandeling van de problemen, die deze de
personalisatie opwerpt, en verraadt kennis van
zaken zoowel op medisch als op parapsychologisch
gebied. Tenslotte is het de romantische Eros, die het
niveau dan weer een paar graden omlaag haalt.
Waarom moet deze Paul van Frankendael nu juist
verloofd zijn met een meisje, dat net zoo heet als
het meisje van den i8-e eeuwer en wellicht haar
reïncarnatie is?! Wanneer men dan nog weet, dat
de i8-e eeuwer indertijd door zijn meisje bedrogen
werd, raadt men de rest. De geest ontwikkelt zich tot
vampyr en spoort zijn slachtoffer aan tot wraak
nemingen op het meisje, waarmee hij inmiddels ge
trouwd is; slechts met inspanning van al zijn krach
ten weet hij zich tegen deze inblazingen te verzetten.
Dit nu is niet alleen zeer goedkoop, het vertoont ook
de dubbelzinnige sfeer die zoo'n occultistische roman
steeds bezitten moet, wil hij onze aandacht blijven
boeien. Men moet zich steeds kunnen afvragen:
zijn deze verschijnselen werkelijk", of berusten
zij op inbeelding" van den hoofdper soon? Ten
minste zoolang het om phaenomenen gaat die
nog niet, zooals telepathie, materialisaties en
dgl., wetenschappelijk" aangetoond zijn. De me
dicus, die het heele verhaal opgeschreven heeft, stelt
deze vragen tot het einde toe, maar het is niet te ver
mijden, dat de lezer zijn eigen antwoord klaar heeft,
wanneer hij ziet in welke mate Paul van Franken
dael beheerscht wordt door neigingen, die inderdaad
slechts afkomstig kunnen zijn van den
wraakzuchtigen voorzaat. Wij moeten dus aannemen, dat het
den schrijver ernst is met de spiritistische"
verklaring van het geval, ook al laat hij zijn
sympathieken dokter daar telkens de psycho
pathologische" verklaring tegenover plaatsen. Hier
uit volgt, dat deze roman toch slechts parapsycholo
gisch genoemd kan worden tusschen
aanhalingsteekens. Een goed parapsycholoog wantrouwt het
spiritisme tot het uiterste ! Het is wel merkwaardig,
dat dit criterium tot zekere hoogte ook op den
parapsychologischen romanschrijver toegepast kan wor
den, met dat verschil, dat wat daar goedgeloovigheid
heet, hier den vorm aanneemt van fouten, die de
sfeer verstoren en onzen literairen wrevel opwekken.
Over de dagelijksche zorgen
M\
rIJN bedoeling is een loflied te zingen op de
dagelijksche zorgen. Ze hooren er namelijk
zoo bij, dat wij diep ongelukkig zouden zijn,
als ze er niet meer waren. Want eigenlijk is het beste
deel van ons leven samengesteld uit die dagelijksche
zorgen. Ik bedoel bijvoorbeeld de zorgen van over
hemden in de wasch. Hoe komen ze in de wasch, hoe
komen ze uit de wasch, hoe komen de ontbrekende
knoopjes er weer aan, hoeveel mag een overhemd
slijten en hoeveel stijfsel moet er in het opstaande
boordje ? Er zijn mannen, die voor al deze vragen een
al omvattend antwoord hebben gevonden: een vrouw.
Maar dan begint het pas. Want wat weet een vrouw
van overhemden ? Wanneer is een overhemd vuil,
wanneer nog schoon ? De hierbij optredende
meeningsverschillen zijn zoo diepgaand, dat het onzin zou zijn,
ze niet in te deelen bij de dagelijksche zorgen, waar je
dankbaar voor moet zijn.
Ik heb eens een vriend gehad, die een kunstenaar
was. Alle zorgen in het leven stoorden hem in zijn
scheppingsdrang. Hij betaalde geen belasting, hij
kocht geen schoenveters, hij liet zijn overhemden niet
wasschen, hij ging niet naar den kapper, hij beant
woordde geen brieven. Kortom, zoo op het eerste
gezicht had deze mensch zijn leven ideaal ingericht.
Maar wat bleek? Hij kreeg dwangbevelen, hij brak
een been over een uitgetrapten veterloozen schoen, hij
trouwde met de dochter van de tvasscherij, die kwam
vragen waarom er nooit meer wasch was, hij werd als
landlooper gearresteerd verdacht van moord op een
jiveejarig meisje door zijn lange haar, en vervreemdde
zijn erf tante, door haar nooit te antwoorden op haar
vraag of hij nu heusch niets noodig had. Sedertdien
kende mijn vriend de kunstenaar slechts nog n
genot: de dagelijksche zorgen.
En hij doet wijs. Want de dagelijksche zorgen
bewaren ons voor nog grootere zorgen : de wekelijksche
zorgen. Eigenlijk kun je de zorgen indeelen in
dagelijksche, wekelijksche, maandelijksche en
jaarlijksche, en dat grijpt in elkaar als een reusachtige
moderne machine. Verwaarloos een dagelijksche, en
het wordt een wekelijksche, verwaarloos een wekelijk
sche en het wordt een jaarlijksche. Verwaarloos een
jaarlijksche en je bent op weg een onmaatschappelijk
individu te worden.
Weiger eens een belastingplaatje te koopen. Na een
week kost het u vijf gulden, na een maand vijftien en
na een jaar hebt gij een tramabonnement. Vergeet
uw motor te smeren, na een week loopt een cylinder
vast en na een maand moet gij over aankoop van een
nieuw model denken.
Het goede van de dagelijksche zorgen is, dat zij ons
herinneren aan onze menschelijke onvolmaaktheid.
Zij waarschuwen ons voor hoogmoed. Denk er aan,
zeggen zij, datje maar een nietig sterfelijk wezen bent,
levend bij de gratie van gemeente, rijk en de wetten
der natuur. Gij moogt ademhalen, maar poets uw
tanden. Gij moogt drinken, maar denk aan uw lever
of nieren, dat weet ik niet precies ; gij moogt eten maar
pas op voor overdaad. Gij moogt vroolijk zijn, maar
vergeet niet, dat gij overmorgen, voor den derde, uw
huisheer moet geschreven hebben, of gij wit dan wel
roze behang in de voorkamer wilt hebben, dan wel, of
gij liever per i Maart 1939 het contract opzegt.
Want als gij dat vergeet, neemt uw leven een zoo
ander f n keer, dat gij rampspoedig kunt eindigen.
ZOO hangen ;,i«t ff* dagelijkschc dingen de
grootste gevolgen samen. Het wutdcn kleine
venijnige schakeltjes, die je. leelijk kunnen snijden.
Het aantal der dagelijksche zorgen is angstwekkend
groot. En het ontzettende daarbij is, dat ze allemaal
nauwkeurig in orde gebracht moeten worden.Want
een onnauwkeurigheid wreekt zich beangstigend.
Wanneer men ze keurig bijhoudt en met plichtsgevoel
alle verzorgt, is er nog niets gewonnen. Op zijn hoogst
zal men u betitelen als een net of fatsoenlijk mensch.
Maar niemand zal u er om liefhebben, niemand zal
u er dankbaar voor zijn, niets zal men u er voor brengen
of schenken. Maar vergeet er n : men zal u een
gewetenloos, plichtvergeten kerel schelden, een mensch,
niet waard dat hij leeft.
Visites maken, belasting betalen, uw compagnon
even opbellen, bloemen voor tante Marie, een fooi
voor ouwe Gerrit, een bedankbriefje aan de Van
Hooge's, de klok gelijk zetten, een lampje koopen,
schoenen laten bezoolen, briefpapier laten maken,
de portefeuille afschrijven, de kamerplanten ont
luizen, de groote stoel laten repareeren, uw nagel
desinfecteeren, Frits opbellen, een nieuw ruitje in de
voordeur, dat zijn alles onze dagelijksche zorgen.
Haat u ze? Maar wat zou uw leven zijn zonder
kennissen, zonder compagnon, zonder tante Marie,
zonder ouwe Gerrit, zonder klok, lampje, schoenen,
stoel of voordeur? Niets toch immers? En daarom,
houdt ze in eere, die verdraaide dagelijksche zorgen !
H. B. FORTUIN
PAG. 17 DE G ROENE No. 3196