Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
Engeland waarschuwt
HET zag er, eind vorige week, weer donker uit
in Europa. Het bezoek van Horthy scheen
de Duitsche regeering in een ietwat agres
sieve stemming te hebben gebracht, hoewel van
betrouwbare zijde, werd bericht, dat genoemde
admiraal van een land dat geen vloot bezit, slechts
naar Berlijn is getogen om mede te deelen, dat
Hongarije er niet aan dacht, zich in een algemeen
Europeesch conflict tegenover Engeland te plaatsen.
Reden te meer wellicht voor de Berlijnsche macht
hebbers om te pogen door middel van intimidatie
maximum-resultaten te bereiken. Aan intimidatie
heeft het niet ontbroken. De perscampagne tegen de
Tsjechoslowaaksche regeering werd feller dan ooit
en uit welingelichte kringen kwam het bericht dat
Duitschland, indien de oplossing van het
Sudetenvraagstuk onnoodig vertraagd" werd, van zins
was, den Sudetenduitschers allen mogelijken steun
te geven. Gewapende interventie? Het werd door
de leiders der Sudetenduitschers ontkend. De
Engelsche regeering meende er echter goed aan te doen,
met het ergste rekening te houden. Zij is er zich van
bewust dat in een conflict tusschen Duitschland
eenerzijds en Tjechoslowakije, de Sowjet-Unie en
Frankrijk anderzijds, het Britsche Rijk niet neutraal
zou kunnen blijven. Londen voelt niets voor oorlog.
Het koste wat kost, de vrede moet gehandhaafd
blijven, er moet althans voorkomen worden dat
een situatie ontstaat, waarin Engeland de neutrali
teit zou moeten opgeven. Vandaar dat het kabinet
het raadzaam oordeelde, nogmaals Berlijn te waar
schuwen, dat een gewelddadige oplossing van het
Sudetenduitsche probleem onaangename conse
quenties met zich mee zou brengen. Moeilijk zou de
Duitsche regeering thans, evenals in 1914, kunnen
beweren dat zij in het onzekere was gelaten omtrent
de houding van Engeland. Sir John Simon kreeg
opdracht, het standpunt van Chamberlain's kabinet
nogmaals uiteen te zetten. Dat in zijn met spanning
verbeide rede met geen woord van Spanje of China
gerept werd, toont wel aan hoe centraal de
beteekenis is die het Tsjechisch conflict op het oogenblik
volgens de Engelsche regeering heeft. Simon's
waarschuwing was duidelijk: Berlijn late het niet
op oorlog aankomen. Dat de Fransche pers ver
heugd op zijn woorden reageerde, ligt voor de hand.
In Duitschland hebben zij groote teleurstelling en
dientengevolge verontwaardiging gewekt. Volgens
den Völkische Beobachter" speelden de Engelsche
conservatieven in de kaart van Sowjet-Rusland en
den oorlogszuchtigen Hussietengeest". Het Duit
sche volk moet vooral in den waan blijven dat het
het arme slachtoffer is van de brutale hebzucht
der democratieën. Tot eiken prijs moet daarom de
verzoening der tegenstellingen vermeden worden,
die Engeland vurig nastreeft. Het Engelsche kabinet
heeft zich in een spoedzitting Dinsdag j.l. nogmaals
beraden over den toestand. De Berlijnsche gezant,
Sir Nevile Henderson die speciaal was overgekomen,
heeft opdracht gekregen de Duitsche regeering en,
zoo noodig, Hitler persoonlijk, te wijzen op het
gevaar dat in den Blitzfeldzug" schuilt waarvan
extreme Duitsche kringen verwachten dat hij tot
de verovering van Tsjechoslowakije zal leiden.
Wij verwachten dat de waarschuwing succes zal
hebben.
De moeilijkheden in Tsjechoslowakije
V OORZOOVER beide aspecten te scheiden zijn,
mag men zeggen dat het Sudeten-vraagstuk er
op het oogenblik in nationaal opzicht minder
ongunstig uitziet dan in internationaal. Met de
samenwerking van Lord Runciman en zijn helpers
bij wie zich thans ook de Fransche oud-minister
Pierre Cot min of meer officieel heeft gevoegd ,
schijnt de Tsjechische regeering nu een plan te
hebben opgesteld, dat in elk geval de goedkeuring
van beide partijen verdient te verkrijgen. Men weet
dat Benesj c.s. oorspronkelijk van plan was de
oude landdagen weer op te richten, waarbij Bohemen
een van de landen" zou vormen. Het bezwaar der
Henleinisten was dat de Duitsche minderheid dan,
ook provinciaal, een minderheid zou blijven.
Het nieuwe plan ondervangt dit bezwaar op elegante
wijze, door dat het den staat in drie-en-twintig
kantons" wil verdeelen, waarvan er vier een sterk
overwegend Duitsche bevolking zouden hebben.
Dit plan is sterk door het Zwitsersche voorbeeld
geïnspireerd. Dat het nog wel eenige voeten in de
aarde zal hebben, voor het werkelijkheid wordt,
behoeft geen betoog. Zou de Sudeten-quaestie slechts
een nationale zaak zijn, dan ware het eenvoudig
genoeg. Het is echter te vreezen dat de Sudeten
duitschers op instigatie van Berlijn de onderhan
delingen weer zullen rekken. De verhouding tus
schen hen en de Tsjechische bevolking worden er
ook niet beter op. Dagelijks komen incidenten voor,
waarbij talrijke gewonden vallen. Men zou verkeerd
doen met te meenen, dat de moeilijkheden uit
sluitend van Duitsche zijde kwamen. Er is onder de
Tsjechen een groote groep die oorlog met Duitsch
land voor onvermijdelijk houdt en van meening is,
dat men deze oorlog beter thans kan voeren, nu
rnen zeker is van den steun van Rusland, Frankrijk
en Engeland en de Duitsche herbewapening nog bij
lange na niet voltooid is. Een werkelijke oplossing
van het Sudeten-vraagstuk is niet te vinden, zoolang
de Duitsche expansiezucht zich op
Zuid-OostEuropa richt. Inmiddels ontwikkelt het Engelsche
kabinet groote activiteit en bereidt maatregelen
voor om zoonoodig te zorgen dat bij de Duitsche
regeering, anders dan in 1914, geen spoor van
vwijfel kan blijven bestaan over Engelands hou
ding bij een door Duitschland uitgelokt gewapend
conflict met Tsjechoslowakije. Runciman's ijverige
bemiddelingspogingen zullen immers ijdel blijven
indien de werkelijke en beslissende instantie die
achter Henlein staat, n.l. Hitler, voor rede on
vatbaar blijft. Tusschen beide laatstgenoemden
heeft nog laatstleden Donderdag te Berchtesgaden
een onderhoud plaats gevonden. Het is echter
waarschijnlijk dat van Duitschen kant niets zal
worden ondernomen eer de partijdag te Neurenberg
gehouden is.
Frankrijk, Italiëen Spanje
ZOOALS te verwachten was, heeft de korte
ministerieele crisis die het gevolg was van
Daladier's radiorede, Zondag voor een week, geen
verdere moeilijkheden met zich gebracht. De aan
kondiging dat men de veertiguren-week zou verlaten,
heeft wel eenige beroering bij de arbeiders gewekt
tenslotte zijn er echter ook van de zijde der
vakvereenigingen verzoenende stemmen gehoord. Het
zïpt er niet naar uit dat de binnenlandsche wrij
ving zich tot een ernstiger conflict zal ontwikke
len. Bij alle belangrijke Fransche partijen leeft het
besef, dat de internationale toestand zulks minder
dan ooit gedoogt. Het mag niet weer gebeuren, dat
Frankrijk zich, zooals tijdens de annexatie van
Oostenrijk het geval was, bij sterke spanningen in
Europa in een kabinetscrisis bevindt. Naast de be
zorgdheid over Tsjechoslowakije heeft Frankrijk
ook nog de bezorgdheid over Spanje. Het Spaansche
conflict houdt Frankrijk en Italiëvoortdurend uit
elkaar. Van een hervatting der afgebroken bespre
kingen die na het sluiten van het accoord
EngelandItaliëgehouden werden, schijnt voorloopig geen
sprake te zijn. Integendeel: incidenten vertroebelen
voortdurend de betrekkingen. Zoo werden in de
afgeloopen week enkele Fransche boeren in het
departement der Zee-alpen die sinds onheugelijke
tijden op Italiaansch grondgebied woonden, gedwon
gen binnen acht-en-veertig uur hun bezittingen te
verlaten. De Italiaansche regeering weet, dat het
in de eerste plaats aan Frankrijk te danken is dat
Franco zich nog niet tot alleenheerscher over het
Iberisch schiereiland heeft kunnen uitroepen.Erger:
zijn strategische successen laten voorshands op zich
wachten.
Hij is er nog niet in geslaagd de troepen van de
regeering weer over de Ebro terug te dringen.
Sagunto is nog niet eens veroverd, laat staan Valencia, en
het offensief in Estremadura schiet weinig op. Een
verovering door Franco van de kwikmijnen van
Almaden zou van groot belang zijn: Franco-Spanje
2ou dan tezamen met Italiëbijna negen-tiende van
de wereld-kwik-productie voortbrengen: practisch
een monopolie-positie. Onmiddellijk gevaar voor de
Spaansche regeering schuilt hier niet in. In de haven
van Alicante liggen enorme voorraden aan kwik,
naar men zegt meer dan drie-vierde van de jaar
productie van Almaden. De verkoop van kwikzilver,
tiie voor Barcelona een van de voornaamste middelen
v/as om deviezen in handen te krijgen, zou dus nog
gsruimen tijd door kunnen gaan. Bovendien wordt
het Almaden-gebied energiek en met succes ver
dedigd.
De oorlog in China
DE Japanners hebben in de afgeloopen week
enkele meer optimistische berichten de wereld
ingezonden. Het was duidelijk dat de opmarsch naar
3Jank-kai-Tsjek's residentie Hankau telkenmale op
groote moeilijkheden stuitte. Herhaaldelijk moesten
&e aanvallende troepen halt houden om hun positie
ie. consolideéren. De Japansche legerleiding heeft nu
beseft dat het beter was een uitgebreid offensief
zorgvuldig voor te bereiden, dan te pogen een snel
lere doorbraak te forceeren waarvan het gevolg
zou kunnen zijn dat de opgetrokken troepen van hun
operatie-basis afgesneden werden. Genoemde leger
leiding heeft nu enkele weken besteed aan het op
touw zetten van een grootschen aanval: langs de
Jangtse stoomt de vloot op, die de troepen steunt
die langs de oevers oprukken; tegelijkertijd
probeeren sterke troepenafdeelingen de spoorlijnen
KantonHankau en Peking-Hankau te naderen. De spoorlijn
Kanton-Hankau werd Maandag j.l. ten Noorden
van Kanton grondig vernield: een ernstige tegenslag
voor de Chineesche verdedigers. Een omsingeling
van Hankau zou stellig den val der stad tengevolge
hebben. De Chineezen beweren weliswaar, enkele
goed geslaagde tegenoffensieven te hebben uitge
voerd, maar zij konden toch de balans niet ten
nadeele van de Japanners doen doorslaan. De
definitieve val van Haukau zal inmiddels nog wel
eenige tijd op zich laten wachten. Wellicht dat de
Japanners in October de tweehonderd kilometer
hebben afgelegd die hen thans nog van de Chineesche
hoofdstad scheiden. Wat dan? Zal de val van Han
kau het einde van den oorlog beteekenen? Het is
niet uitgesloten dat het Japansche kabinet een
rustpooze van enkele maanden, zoo niet jaren zal willen
houden. Dat in de onmiddellijke nabijheid van
Peking Chineesche guerilla-benden nog steeds de
spoorlijnen kunnen opbreken, maakt het waarschijn
lijk dat de Japanners gaarne het enorme thans hier
en daar bezette gebied geheel willen veroveren,
alvorens zoo noodig Tsjang-kai-Tsjek verder
te achtervolgen. De Chineesche regeering zal van
haar kant niets onbeproefd laten om de Japanners
tot een uitbreiding van het gevechtsterrein over te
halen. De oorlog kan niet op genoeg punten gevoerd
worden. Zij hoopt dat deze tactiek Japan binnenkort
zal uitputten. Wanneer het totalitair Japansche
bewind er echter in slaagt, de bevolking tot een nog
lager levenspeil terug te dringen hetgeen alleszins
waarschijnlijk is zal het den strijd in China, ook
op den huidigen voet, nog geruimen tijd kunnen
doorzetten. Inmiddels zijn ook de diplomatieke be
sprekingen tusschen den Japanschen minister van
buitenlandsche zaken en den Britschen gezant te
Tokio hervat. De Engelsche kapitaalbezitters maken
zich steeds ernstiger ongerust over hun eigendommen
in China, met name over die in Sjanghai. Op aan
drang van de City wenscht Whitehall dat de Ja
pansche regeering de Britsche belangen zal ontzien.
De Japansche regeering schijnt echter weinig ge
neigd te zijn, over de brug te komen, tenzij Engeland
zijnerzijds Japan tegemoet komt. Bovendien is er
in Japan-zélf onder de jongere elementen een sterke
anti-Britsche strooming. Dit zal hoogstens tot gevolg
hebben dat de Japansche regeering verdergaande
eischen aan de Britsche stelt, alvorens den
Engelschen bezitters rente en aflossing van hun in Chi
neesche ondernemingen belegde kapitalen te waar
borgen.
Het regeeringsjubileum
HET veertigjarig regeeringsjubileum van konin
gin Wilhelmina brengt Nederland in een stem
ming die schril afsteekt bij den angst en onzekerheid
elders. De feesten werden ingeluid met een demon
stratie van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstor/jj
en met een parade van leger en luchtvaart, Maand 3 g
j.l. te Den Haag, waarvoor zeer groote belangstelling
bestond. De Dinsdag bracht de gebruikelijke lijst
van onderscheidingen, ditmaal langer dan vorige
jaren.
Het viel ons op dat kunsten en wetenschappen er
ietwat berooid afkwamen, gezien de vooraanstaande
plaats die n kunst n wetenschap in het
Nederlandsche cultureele leven innemen. Koninginnedag
is in het gansche land met groote hartelijkheid ge
vierd. En thans gaat Nederland de feestweek tegemoet
met als hoogtepunt de plechtige herdenking in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam. Stad en dorp zijn ver
sierd, ongekunsteld groen prijkt naast kostbare
geveltooi, kleine rood-wit-blauwe vlaggetjes wap
peren naast breede banen oranjedoek. Het zal feest
zijn in ons land te feestelijker naarmate de wolken
aan den internationalen horizon zich zwaarder op
stapelen en de menschen sterker behoefte hebben
in de persoon van de Koningin de schoonste
Nederlandsche tradities van vrijheid en verdraagzaamheid
te eeren. Tradities, die misschien nergens een l
vender werkelijkheid geworden zijn dan in de lage landen
bij de zee waar het volk zich, vergeleken met andere
landen, terecht gelukkig mag prijzen. Saevis
tranquillus in undis.
PAG. t DE GROENE No.3194