De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 3 september pagina 8

3 september 1938 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

KANTTEEKENINGEN Engeland waarschuwt HET zag er, eind vorige week, weer donker uit in Europa. Het bezoek van Horthy scheen de Duitsche regeering in een ietwat agres sieve stemming te hebben gebracht, hoewel van betrouwbare zijde, werd bericht, dat genoemde admiraal van een land dat geen vloot bezit, slechts naar Berlijn is getogen om mede te deelen, dat Hongarije er niet aan dacht, zich in een algemeen Europeesch conflict tegenover Engeland te plaatsen. Reden te meer wellicht voor de Berlijnsche macht hebbers om te pogen door middel van intimidatie maximum-resultaten te bereiken. Aan intimidatie heeft het niet ontbroken. De perscampagne tegen de Tsjechoslowaaksche regeering werd feller dan ooit en uit welingelichte kringen kwam het bericht dat Duitschland, indien de oplossing van het Sudetenvraagstuk onnoodig vertraagd" werd, van zins was, den Sudetenduitschers allen mogelijken steun te geven. Gewapende interventie? Het werd door de leiders der Sudetenduitschers ontkend. De Engelsche regeering meende er echter goed aan te doen, met het ergste rekening te houden. Zij is er zich van bewust dat in een conflict tusschen Duitschland eenerzijds en Tjechoslowakije, de Sowjet-Unie en Frankrijk anderzijds, het Britsche Rijk niet neutraal zou kunnen blijven. Londen voelt niets voor oorlog. Het koste wat kost, de vrede moet gehandhaafd blijven, er moet althans voorkomen worden dat een situatie ontstaat, waarin Engeland de neutrali teit zou moeten opgeven. Vandaar dat het kabinet het raadzaam oordeelde, nogmaals Berlijn te waar schuwen, dat een gewelddadige oplossing van het Sudetenduitsche probleem onaangename conse quenties met zich mee zou brengen. Moeilijk zou de Duitsche regeering thans, evenals in 1914, kunnen beweren dat zij in het onzekere was gelaten omtrent de houding van Engeland. Sir John Simon kreeg opdracht, het standpunt van Chamberlain's kabinet nogmaals uiteen te zetten. Dat in zijn met spanning verbeide rede met geen woord van Spanje of China gerept werd, toont wel aan hoe centraal de beteekenis is die het Tsjechisch conflict op het oogenblik volgens de Engelsche regeering heeft. Simon's waarschuwing was duidelijk: Berlijn late het niet op oorlog aankomen. Dat de Fransche pers ver heugd op zijn woorden reageerde, ligt voor de hand. In Duitschland hebben zij groote teleurstelling en dientengevolge verontwaardiging gewekt. Volgens den Völkische Beobachter" speelden de Engelsche conservatieven in de kaart van Sowjet-Rusland en den oorlogszuchtigen Hussietengeest". Het Duit sche volk moet vooral in den waan blijven dat het het arme slachtoffer is van de brutale hebzucht der democratieën. Tot eiken prijs moet daarom de verzoening der tegenstellingen vermeden worden, die Engeland vurig nastreeft. Het Engelsche kabinet heeft zich in een spoedzitting Dinsdag j.l. nogmaals beraden over den toestand. De Berlijnsche gezant, Sir Nevile Henderson die speciaal was overgekomen, heeft opdracht gekregen de Duitsche regeering en, zoo noodig, Hitler persoonlijk, te wijzen op het gevaar dat in den Blitzfeldzug" schuilt waarvan extreme Duitsche kringen verwachten dat hij tot de verovering van Tsjechoslowakije zal leiden. Wij verwachten dat de waarschuwing succes zal hebben. De moeilijkheden in Tsjechoslowakije V OORZOOVER beide aspecten te scheiden zijn, mag men zeggen dat het Sudeten-vraagstuk er op het oogenblik in nationaal opzicht minder ongunstig uitziet dan in internationaal. Met de samenwerking van Lord Runciman en zijn helpers bij wie zich thans ook de Fransche oud-minister Pierre Cot min of meer officieel heeft gevoegd , schijnt de Tsjechische regeering nu een plan te hebben opgesteld, dat in elk geval de goedkeuring van beide partijen verdient te verkrijgen. Men weet dat Benesj c.s. oorspronkelijk van plan was de oude landdagen weer op te richten, waarbij Bohemen een van de landen" zou vormen. Het bezwaar der Henleinisten was dat de Duitsche minderheid dan, ook provinciaal, een minderheid zou blijven. Het nieuwe plan ondervangt dit bezwaar op elegante wijze, door dat het den staat in drie-en-twintig kantons" wil verdeelen, waarvan er vier een sterk overwegend Duitsche bevolking zouden hebben. Dit plan is sterk door het Zwitsersche voorbeeld geïnspireerd. Dat het nog wel eenige voeten in de aarde zal hebben, voor het werkelijkheid wordt, behoeft geen betoog. Zou de Sudeten-quaestie slechts een nationale zaak zijn, dan ware het eenvoudig genoeg. Het is echter te vreezen dat de Sudeten duitschers op instigatie van Berlijn de onderhan delingen weer zullen rekken. De verhouding tus schen hen en de Tsjechische bevolking worden er ook niet beter op. Dagelijks komen incidenten voor, waarbij talrijke gewonden vallen. Men zou verkeerd doen met te meenen, dat de moeilijkheden uit sluitend van Duitsche zijde kwamen. Er is onder de Tsjechen een groote groep die oorlog met Duitsch land voor onvermijdelijk houdt en van meening is, dat men deze oorlog beter thans kan voeren, nu rnen zeker is van den steun van Rusland, Frankrijk en Engeland en de Duitsche herbewapening nog bij lange na niet voltooid is. Een werkelijke oplossing van het Sudeten-vraagstuk is niet te vinden, zoolang de Duitsche expansiezucht zich op Zuid-OostEuropa richt. Inmiddels ontwikkelt het Engelsche kabinet groote activiteit en bereidt maatregelen voor om zoonoodig te zorgen dat bij de Duitsche regeering, anders dan in 1914, geen spoor van vwijfel kan blijven bestaan over Engelands hou ding bij een door Duitschland uitgelokt gewapend conflict met Tsjechoslowakije. Runciman's ijverige bemiddelingspogingen zullen immers ijdel blijven indien de werkelijke en beslissende instantie die achter Henlein staat, n.l. Hitler, voor rede on vatbaar blijft. Tusschen beide laatstgenoemden heeft nog laatstleden Donderdag te Berchtesgaden een onderhoud plaats gevonden. Het is echter waarschijnlijk dat van Duitschen kant niets zal worden ondernomen eer de partijdag te Neurenberg gehouden is. Frankrijk, Italiëen Spanje ZOOALS te verwachten was, heeft de korte ministerieele crisis die het gevolg was van Daladier's radiorede, Zondag voor een week, geen verdere moeilijkheden met zich gebracht. De aan kondiging dat men de veertiguren-week zou verlaten, heeft wel eenige beroering bij de arbeiders gewekt tenslotte zijn er echter ook van de zijde der vakvereenigingen verzoenende stemmen gehoord. Het zïpt er niet naar uit dat de binnenlandsche wrij ving zich tot een ernstiger conflict zal ontwikke len. Bij alle belangrijke Fransche partijen leeft het besef, dat de internationale toestand zulks minder dan ooit gedoogt. Het mag niet weer gebeuren, dat Frankrijk zich, zooals tijdens de annexatie van Oostenrijk het geval was, bij sterke spanningen in Europa in een kabinetscrisis bevindt. Naast de be zorgdheid over Tsjechoslowakije heeft Frankrijk ook nog de bezorgdheid over Spanje. Het Spaansche conflict houdt Frankrijk en Italiëvoortdurend uit elkaar. Van een hervatting der afgebroken bespre kingen die na het sluiten van het accoord EngelandItaliëgehouden werden, schijnt voorloopig geen sprake te zijn. Integendeel: incidenten vertroebelen voortdurend de betrekkingen. Zoo werden in de afgeloopen week enkele Fransche boeren in het departement der Zee-alpen die sinds onheugelijke tijden op Italiaansch grondgebied woonden, gedwon gen binnen acht-en-veertig uur hun bezittingen te verlaten. De Italiaansche regeering weet, dat het in de eerste plaats aan Frankrijk te danken is dat Franco zich nog niet tot alleenheerscher over het Iberisch schiereiland heeft kunnen uitroepen.Erger: zijn strategische successen laten voorshands op zich wachten. Hij is er nog niet in geslaagd de troepen van de regeering weer over de Ebro terug te dringen. Sagunto is nog niet eens veroverd, laat staan Valencia, en het offensief in Estremadura schiet weinig op. Een verovering door Franco van de kwikmijnen van Almaden zou van groot belang zijn: Franco-Spanje 2ou dan tezamen met Italiëbijna negen-tiende van de wereld-kwik-productie voortbrengen: practisch een monopolie-positie. Onmiddellijk gevaar voor de Spaansche regeering schuilt hier niet in. In de haven van Alicante liggen enorme voorraden aan kwik, naar men zegt meer dan drie-vierde van de jaar productie van Almaden. De verkoop van kwikzilver, tiie voor Barcelona een van de voornaamste middelen v/as om deviezen in handen te krijgen, zou dus nog gsruimen tijd door kunnen gaan. Bovendien wordt het Almaden-gebied energiek en met succes ver dedigd. De oorlog in China DE Japanners hebben in de afgeloopen week enkele meer optimistische berichten de wereld ingezonden. Het was duidelijk dat de opmarsch naar 3Jank-kai-Tsjek's residentie Hankau telkenmale op groote moeilijkheden stuitte. Herhaaldelijk moesten &e aanvallende troepen halt houden om hun positie ie. consolideéren. De Japansche legerleiding heeft nu beseft dat het beter was een uitgebreid offensief zorgvuldig voor te bereiden, dan te pogen een snel lere doorbraak te forceeren waarvan het gevolg zou kunnen zijn dat de opgetrokken troepen van hun operatie-basis afgesneden werden. Genoemde leger leiding heeft nu enkele weken besteed aan het op touw zetten van een grootschen aanval: langs de Jangtse stoomt de vloot op, die de troepen steunt die langs de oevers oprukken; tegelijkertijd probeeren sterke troepenafdeelingen de spoorlijnen KantonHankau en Peking-Hankau te naderen. De spoorlijn Kanton-Hankau werd Maandag j.l. ten Noorden van Kanton grondig vernield: een ernstige tegenslag voor de Chineesche verdedigers. Een omsingeling van Hankau zou stellig den val der stad tengevolge hebben. De Chineezen beweren weliswaar, enkele goed geslaagde tegenoffensieven te hebben uitge voerd, maar zij konden toch de balans niet ten nadeele van de Japanners doen doorslaan. De definitieve val van Haukau zal inmiddels nog wel eenige tijd op zich laten wachten. Wellicht dat de Japanners in October de tweehonderd kilometer hebben afgelegd die hen thans nog van de Chineesche hoofdstad scheiden. Wat dan? Zal de val van Han kau het einde van den oorlog beteekenen? Het is niet uitgesloten dat het Japansche kabinet een rustpooze van enkele maanden, zoo niet jaren zal willen houden. Dat in de onmiddellijke nabijheid van Peking Chineesche guerilla-benden nog steeds de spoorlijnen kunnen opbreken, maakt het waarschijn lijk dat de Japanners gaarne het enorme thans hier en daar bezette gebied geheel willen veroveren, alvorens zoo noodig Tsjang-kai-Tsjek verder te achtervolgen. De Chineesche regeering zal van haar kant niets onbeproefd laten om de Japanners tot een uitbreiding van het gevechtsterrein over te halen. De oorlog kan niet op genoeg punten gevoerd worden. Zij hoopt dat deze tactiek Japan binnenkort zal uitputten. Wanneer het totalitair Japansche bewind er echter in slaagt, de bevolking tot een nog lager levenspeil terug te dringen hetgeen alleszins waarschijnlijk is zal het den strijd in China, ook op den huidigen voet, nog geruimen tijd kunnen doorzetten. Inmiddels zijn ook de diplomatieke be sprekingen tusschen den Japanschen minister van buitenlandsche zaken en den Britschen gezant te Tokio hervat. De Engelsche kapitaalbezitters maken zich steeds ernstiger ongerust over hun eigendommen in China, met name over die in Sjanghai. Op aan drang van de City wenscht Whitehall dat de Ja pansche regeering de Britsche belangen zal ontzien. De Japansche regeering schijnt echter weinig ge neigd te zijn, over de brug te komen, tenzij Engeland zijnerzijds Japan tegemoet komt. Bovendien is er in Japan-zélf onder de jongere elementen een sterke anti-Britsche strooming. Dit zal hoogstens tot gevolg hebben dat de Japansche regeering verdergaande eischen aan de Britsche stelt, alvorens den Engelschen bezitters rente en aflossing van hun in Chi neesche ondernemingen belegde kapitalen te waar borgen. Het regeeringsjubileum HET veertigjarig regeeringsjubileum van konin gin Wilhelmina brengt Nederland in een stem ming die schril afsteekt bij den angst en onzekerheid elders. De feesten werden ingeluid met een demon stratie van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstor/jj en met een parade van leger en luchtvaart, Maand 3 g j.l. te Den Haag, waarvoor zeer groote belangstelling bestond. De Dinsdag bracht de gebruikelijke lijst van onderscheidingen, ditmaal langer dan vorige jaren. Het viel ons op dat kunsten en wetenschappen er ietwat berooid afkwamen, gezien de vooraanstaande plaats die n kunst n wetenschap in het Nederlandsche cultureele leven innemen. Koninginnedag is in het gansche land met groote hartelijkheid ge vierd. En thans gaat Nederland de feestweek tegemoet met als hoogtepunt de plechtige herdenking in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Stad en dorp zijn ver sierd, ongekunsteld groen prijkt naast kostbare geveltooi, kleine rood-wit-blauwe vlaggetjes wap peren naast breede banen oranjedoek. Het zal feest zijn in ons land te feestelijker naarmate de wolken aan den internationalen horizon zich zwaarder op stapelen en de menschen sterker behoefte hebben in de persoon van de Koningin de schoonste Nederlandsche tradities van vrijheid en verdraagzaamheid te eeren. Tradities, die misschien nergens een l vender werkelijkheid geworden zijn dan in de lage landen bij de zee waar het volk zich, vergeleken met andere landen, terecht gelukkig mag prijzen. Saevis tranquillus in undis. PAG. t DE GROENE No.3194

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl