Historisch Archief 1877-1940
De vier-en-dertigste conferentie van de Interparlementaire Unie
Enkele overdenkingen
Henry Asselin
DE vier-en-dertigste conferentie van de Inter
parlementaire Unie heeft de debatten
beëindigd; de omstreeks vijfhonderd af
gevaardigden, vertegenwoordigende vijf-en-twintig
staten benevens den Volkenbond, het Internationaal
Arbeidsbureau en het Internationaal Instituut voor
Intellectueele Samenwerking zijn huiswaarts ge
keerd. Zij hebben de verschillende schoone uitingen
van den Hollandschen volksgeest bewonderd, zij
hebben in dit evenwichtig, democratisch en vrede
lievend land met diepe teugen de traditioneele sfeer
van vrijheid ingeademd, zij hebben zulks in hoog
gestemde redevoeringen gezegd en herhaald. Zoolang
er nog menschen zijn die Leve de vrijheid l" roepen,
is nog niet alles verloren op dit ondermaansche.
Sceptici zullen zeggen: Alles goed en wel, maar
welken zin heeft de Interparlementaire Unie?
Welken zin hebben op het oogenblik deze discussies,
deze agenda's, deze resoluties? Welken zin hebben
in de realiteit van het moment bepaalde redevoe
ringen ? Ziet men dan niet in, dat deze uitwisseling
van gedachten een volslagen platonisch en nutteloos
karakter draagt ? Kan uit deze Babylonische spraak
verwarring wel iets van practisch nut geboren
worden ?"
Sceptische en ironische lieden hebben gemakke
lijk spreken. Afbreken is gemakkelijker dan op
bouwen. Zij waren het die den Volkenbond ver
nietigd hebben; zij zijn het die de
democratischparlementaire stelsels in den grond pogen te boren.
Steunend op de grondbegrippen kracht", disci
pline", eenheid", op kunstmatige nivelleering,
nationaal egoïsme en rassentrots, pogen zij de
bestaande maatschappelijke orde door een nieuwe
te vervangen waarvan zij niet inzien, of vergeten,
dat zij gebouwd is op haat en afgunst.
In werkelijkheid is de Interparlementaire Unie,
die de kinderschoenen reeds lang ontwassen is
volgend jaar viert zij haar vijftigsten verjaardag
en dus geboren werd lang vóór den Volkenbond,
een lichaam dat over belangrijke kracht beschikt.
Zij bestrijkt voorshands nog de overgroote meerder
heid der volkeren. De Unie heeft een ideaal dat zij
niet uit het oog verliest. Moge ook tegenwoordig
haar werkzaamheid op zekere grenzen stuiten,
moge zij ook hier en daar te vergeefs haar stem
verheffen, mogen haar leden het soms ook onderling
oneens zijn sommigen ontbraken, anderen waren
voortdurend in de oppositie is dit een reden om
het hoofd te laten hangen en den aftocht te blazen ?
Integendeel.
MEN kan zich slechts op n wijze teweer-stellen
tegen de vastberadenheid der anderen en de
fascistisch-totalitaire principes: inplaats van alles
op zijn beloop te laten, inplaats van zich overal bij
neer te leggen met de gelatenheid, welke eens
wellicht als de grootste misdaad der historie
beschouwd zal worden, moet het negen-tiende
der menschheid, waarvan president Roosevelt
Kunsttentoonstellingen
Kunsthandel P. de Boer, Heerengracht 474.
Zomertentoonstelling van schilderijen.
Kunsthandel van Wisselingh & Co., RokinyS.
Tentoonstelling van Nederlandsche schilderkunst.
Meesterwerken uit de 196 eeuw (tot 10 Sept.).
Kunstzaal van Lier, Rokin 126. Vroege
Vóóren Achter-Indische beeldhouwwerken, (tot i Oct.)
Kunsthandel Aalderink, Spiegelgracht 15,
Ikatweefsels en plastieken uit Nederlandsch Indië.
(5-23 Sept.)
BUITEN AMSTERDAM:
Firma D. Katz, Dieren. Zomertentoonstelling
van schilderijen (tot en met 15 September).
Kunstcentrum D'Olde Deel", Putten. Per
manente expositie van werken van verschillende
schilders.
onlangs sprak en dat vertrouwen heeft in de demo
cratie, in eervolle vrede en vrijheid, op zijn stuk
staan, zich aaneensluiten, strijden met man en
macht en tot den laatsten druppel bloed, zich ver
heffen, front maken tegenover den
gemeenschappelijken tegenstander en hem in het gezicht slingeren:
Tot hiertoe. ... en niet verder !" Dit negen-tiende
moet de grootschheid van zijn beschavings-taak
voelen en begrijpen, moet handelend optreden in stee
van zich aan een fatalisme over te geven waaruit,
ondanks alles wat men zegt, toch wel eens oorlog
zou kunnen voortkomen en welke oorlog!
Burgeroorlog in het land Europa.
DE Interparlementaire Unie nu bevordert de
toenadering tusschen de volkeren. Het lag
voor de hand dat zij dit werk voortzette in het
jaar des Duivels 1938, in Holland, het land waarvan
Descartes reeds, driehonderd jaar geleden, ver
klaarde dat men er werken en denken kan in een
gezonde atmosfeer. De hartelijkheid van de banden
die de deelnemers aan de conferentie, gekomen uit
Noord en Zuid, Oost en West, verbonden, was niet
te loochenen. Op hoffelijke wijze kruisten zij de
degens in het debat en wat belangrijker is zij
hadden begrip voor eikaars denkbeelden, waardoor
er zekere toenadering ontstond. Het is ondanks
bepaalde stemmingsuitslagen niet te ontkennen dat
sommige parlementsleden, gedwongen om het hoofd
te buigen voor zekere noodzakelijkheden, wellicht
verplicht om de eenheid in de delegatie niet te ver
breken, weer vrije mannen werden in het persoon
lijk gesprek. Dan bewezen zij hoe groot de tegen
stelling was tusschen de houding die zij in het open
baar innamen, en hun werkelijke gevoelens; hoezeer
zij er onder leden, niet langer zichzelf te kunnen zijn
en voor onbepaalden tijd afgesneden te wezen van
hun werkelijke idealen. In dit opzicht vooral, is het
persoonlijk contact tusschen de afgevaardigden der
Interparlementaire Unie te vergelijken met het
contact tusschen de leiders der regeeringen en de
ministers van Buitenlandsche Zaken te Genève
een gewichtige realiteit. Velen van deze parlements
leden zijn gewezen of toekomstige ministers. Allen
hebben zij, ter wille van een dieper wederzijdsch
begrip, er belang bij elkaar te leeren kennen en
toenadering te zoeken. Uit deze onderlinge banden
kunnen ook de volkeren, die zij vertegenwoordigen,
profijt trekken.
HET is boven twijfel verheven dat de conferentie
beheerscht werd door deze denkbeelden: liefde
voor den vrede, eerbied voor de vrijheid, in het
algemeen een zeker liberalisme en de vaste wil om
ter wille van de menschheid samen te werken in
internationalen geest. Dit onbetwistbare aspect
van de bijeenkomsten en werkzaamheden te Den
Haag komt ons des te merkwaardiger voor omdat
tenslotte alle regeeringsstelsels ter conferentie ver
tegenwoordigd waren met uitzondering van het
nationaal-socialistische Duitschland en het com
munistische Rusland. Zeker, Italiëheef t, samen met
Polen, een weliswaar bescheiden oppositie gevoerd
of zich afzijdig gehouden, en zoodoende verhinderd
dat de Unie zich eenstemmig uitsprak over de
verschillende agenda-punten. Maar deze houding
was geenszins agressief. Al heeft ook Japan door
de redevoeringen der Japansche afgevaardigden een
wat extreme politieke houding aangenomen, het
heeft zich bij de stemmingen aan de zijde der
meerderheid geschaard. Al met al heeft men, althans
officieel, op het eenzame eiland der ontevredenen
slechts de vlaggen van Italiëen Polen geheschen.
Zij staken mager af naast die van de drie-en-dertig
andere staten. En al hebben Duitschland en Rusland
de Unie verlaten, Bulgarije en Estland zijn weer
tot haar teruggekeerd, na zich langen tijd afzijdig
te hebben gehouden.
TOEGEGEVEN: op de agenda ontbraken de
gewetenskwesties die in de tegenwoordige
wereld de grootste moeilijkheden opleveren. De
werkzaamheden der Unie zijn meer een zaak van
beginsel dan van activiteit, hoewel men den invloed
van de wetgevende op de uitvoerende macht in
democratische landen niet uit het oog moet verliezen.
De Conferentie moest zich vóór alles op het gebied der
denkbeelden bewegen en uitspreken. Welnu over
de vier problemen die bestudeerd werden, heeft de
Conferentie zich hetzij unaniem, hetzij met over
groote meerderheid uitgesproken op een wijze die
aan duidelijkheid niets te wenschen overliet. Wat
het koloniale vraagstuk betreft, heeft zij een wijdere
deelneming aanbevolen aan de exploitatie van
koloniale hulpbronnen op de basis van souvereiniteit
van den bezittenden staat en ten bate van individuen
of collectiviteiten, vertegenwoordigd door een
naamlooze vennootschap. De Conferentie handhaafde
met kracht het beginsel der
meestbegunstigingsclausule, maar wenschte met speciale gevallen en
uitzonderingen in de economie der landelijke
groepeeringen rekening te houden. Zij onderstreepte
de wenschelijkheid van een geleidelijken terugkeer
tot grootere vrijheid bij het ruilverkeer. Het voorstel
tot internationale unificatie van de wetgeving op
de auteursrechten verwierf alle stemmen. Men zou
de Berner Conventie door een geheel nieuw stelsel van
overeenkomsten willen vervangen, gegrondvest op
de rechtvaardige bescherming van den maker en
zijn nakomelingen op de gebieden van litteratuur,
muziek, schilderkunst en beeldhouwkunst, maar
ook van den uitvoerenden kunstenaar en van den
verspreider" (gramofoon, radio, bioscoop, enz.),
uitgaande van den eerbied voor den geestelijken
eigendom en van het hooge gemeenschapsbelang.
Diplomatieke conferenties die dit jaar te Parijs en
volgend jaar te Brussel gehouden zullen worden,
met de gewaardeerde medewerking van het Inter
nationaal Instituut voor Intellectueele Samenwer
king een Fransche schepping zullen het
terrein voorbereiden binnen het kader der Haagsche
resoluties.
Wat tenslotte het initiatief tot en het vervaardigen
van wetten betreft, heeft de Conferentie
hetsouvereine recht erkend van het wetgevend lichaam, van
het parlement dat de hoogste verantwoordelijkheid
tegenover het land draagt. Zij heeft echter toe
gegeven dat samenwerking met parlementaire
organen, economische-, sociale-, corporatieve- en
beroepsorganisaties, zeer aan te bevelen is en dat
het voortaan tot de onmogelijkheden behoort deze
en dergelijke lichamen over het hoofd te zien of te
verwaarloozen.
DE slotsom van dit alles is, dat op deze Confe
rentie een merkwaardige eenheid naar voren
is gekomen, een opmerkelijk goede wil, het voor
nemen de fakkel van het democratisch ideaal hoog
te houden en de eischen der ontwikkeling en voor
uitgang niet te vergeten. Hier verbonden zich wijs
heid en redelijkheid met een waarachtig-idealistische
gezindheid.
Een der Fransche parlementsleden had gelijk, die
zei: moge ook de lijdende en denkende mensch
hier en daar menschenmateriaal" geworden zijn
er is toch nog n stelsel waaronder hij kan spreken
en zijn behoeften en wenschen kan uitdrukken, en
dat is het parlementaire stelsel".
(lngezonden~mededeeling)
JAN HAVICKSZ STEEN 1626?1679
HET GEBED VOOR DEN MAALTIJD.
Tentoongesteld Zomertentoonstelling
FIRMA D. KATZ - DIEREN
TOTEN MET 15 SEPTEMBER.
PAG. 9 DE GROENE No. 3196