De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 10 september pagina 19

10 september 1938 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

4 AMSTERDAMSCHE KERMIS DE Amsteiamsche kermis Weemoe^ge herinneringen dui ken op ah deze feestelijke ge beurtenis, die ijler jaar met zooveel vreugde Werd gderd. De Amsterdamsche kermis wasjeroemd in het geheele land. Het was h eerste waar men aan dacht bij het hocen van den naam der stad. Bewijs: to< in 1872 in Den Haag een socialistisch congres werd gehou den, schreef eer bekend Nederlandsch blad dat men ni: bang hoefde te zijn, dat de Nederh idsche bevolking in beroering zou ge iken. Daarvoor waren heet andere dinen noodig! Volksoploopen zouden 1 Rotterdam pas ont?Cftan, aldus dejlrnhemsche Courant, als men de inenthen belette te zwem men, en téAmterdam.... als men de kennis afschaf i. Maar toen de kennis afgeschaft werd ging het zonder moei lijkheden.... ! DE jaren vattten vierden Engelschen zee-oorlog (1780?1784) waren zware jaren vo< ? Nederland. Juist ont wikkelde zich <e handel weer in een eenigermate gu stige richting, toen het uitbreken der vijandelijkheden aan alle voorspoed en einde maakte. Bij duizenden werten de Nederlandsche koopvaarders < tor Britsche oorlogs schepen opgebicht. De handel was verlamd, de in< istrie kwijnde. In die moeilijke omsta digheden nam de Amsterdamsche rngistraat een besluit dat bij den erns van de situatie paste: de jaarlijksche ermis werd verboden, de schouwburgjwerd gesloten. Hevige verontwaardigt g in Amsterdam l Zij ontlaadde zich n een pamflet, dat bewijs voor et rationalisme dier dagen aan e Rede in de pen werd gegeven, zijndceen Request van de Reden aan de Regenten van Amsteldam wegens <p aanstaande Kermis; het weder opentn van den Schouwburg, en het h ouden van Bedestonden. Kost vier stuivers". DE Reden" erkende, dat de om standigheden waarin het geze gend Nederland" verkeerde, netelig waren. Hopeloos" waren zij echter niet. Een aanmerkelijk gedeelte van Neêrlands Zefnagt" had zoo juist de kust verlaten om onder de gunstige besturing van het Opperwezen, onder bet wijze beleid van patriotische bevelhebberen, en met den edelen lust van wakktre manschap belaaden, den Btit, den taldadigen Brit te doen zien, dat Neêrlands leeuw opgereezen is, zijn maanen gekruld en beslooten heeft, zijn magtigen klaauw op den nek zijner tergers te zetten". Dat er bedestonden verordineert waren om de hulp voor deze vloot in te roepen van een God, op wiens werk het gantsche Heelal te voorschijn kwam" ??daartegen had de Rede geen bettraar. Maar, wat te zeggen van het verbod van de kermis! Wij ijzen", roept de Rede uit, op het bedenken van de mogelijke gevolgen eens verbods, rhet betrekking tot de gemelde gewoontes, en smeeken derhalven U WelEdel Groot Achtbaren, bij deeze, dat zulk een verbod niet afgevaardigd mogen worden". De angst van de Rede" had een zeer reëele grondslag l Wat was namelijk aldus de Rede de functie van de kennissen? Deze, dat het volk" de gelegenheid kreeg, de dagelijksche zorgen te vergeten. Sterker nog: U Wel EdelGroot Acht baren zullen het de Reden zonder bedenken toestaan, dat de gezonde Staatkunde van alle Regenten vordert, in omstandigheden als die waarin Nederland zig heden bevindt, 't Volk zo veel mogelijk te beletten, een juist begrip dier omstandigheden te ver krijgen, en dat niet alleen, maar zelfs te bewerken, dat het veel gunstiger over de Staatsgesteldheid denke, dan de zelve inderdaad is. Het middel om deeze heilzaame oogmerken te berijken, is zekerlijk niets anders dan den kring waarin het Volk gewoon is zig te bevinden, niet aftebreeken. De Onderdaanen, eenigen weinigen die een geoeffend verstand bezitten, uitgezonderd (doch die zijn ook in geene opzichten te vreezen) oordeelen naar het uitterlijke. Zij bekreunen zig weinig over het aanstaande, is het slegts dat hunne eenvoudige maaltijden, geen grootere uitgaven vereischen: het brood is, om zoo te spreeken, hun verkondiger: naar de prijs van het zelve schikken zij de omstandigheden van het Land." Des te gevaarlijker zou de afschaffing van de kennis zijn l Zoodra de kermis verboden werd en het Schouwtooneel gesloóten blijft, zal men een driewerf wee over 's Lands omstandigheden uitboezemen; zal men zeggen, och l hoe onge lukkig moet het met ons gesteld weezen, dat de Overheid niet alleenlijk de vermaaklijkheden, maar zelfs de uitspanningen verbied l" DE Rede verzocht de WelEdel Groot Achtbare Heeren" om nog een ander aspect van de zaak te be schouwen. Dat gedeelte van de kinde ren der Magistraate hetwelk men gewoon is het laage Gemeen te noemen" is nu eenmaal verknocht aan het genieten van de meermalen genoemde uitspanningen". Verbiedt men de ker mis, dan zullen deze kinderen plaatsen opzoeken, alwaar zij oordeelen hun verlies op de best mogelijke wijze te kunnen vergoeden; zij zullen vergade ren, en drinken; ziedaar eene gevaar lijke omstandigheid; onder het plengen van vertVttende dranken zal 's Lands zaak bepleit worden; de allernadeeligste gevoelens zullen in de beroerde hersenen weder herleeven, men zal ze elkander toekaatsen, men zal doof weezen voor alle redelijkheid reeds suiselende zal men elkaar nog eens toedrinken, zal men zaamenzweeringen sluiten; zal men tot daadelijkheden komen l Men zal beginnen te begrijpen dat het muiten thans pligtelijk en het plunderen billijk is: dat oproer te verwekken het eenigste middel is, om de zaken een andere keer te doen neemen " Godsdien stige bezwaren tegen de kermis, die blijkbaar een belangrijk maatschappe lijk nut heeft, mogen niet meetellen. Misbruiken moeten nimmer in aan merkingen genomen worden; want dan wordt alles zondig. Dat dus vrij het Volk huppele; dat zij die, dikwels zonder vrolijk te zijn, door klinkend snaarentuig, vreugde verwekken, de snaren doen trillen, en de onbezorgden doen dansen". En het Schouwtoneel was al even zondeloos". Bovendien kan het meer dan ooit voordeelig zijn, want dan kan men het Vofl? doen zien, hoe zij zich omtrent hunne Overheden, omtrent hun land behooren te gedra gen; neen WelEdel Groot Achtb. Hee ren," aldus besloot de Rede haar vertoog, opent den Schouwburg ten be stemden tijd; laat de jaarlijksche vermaeken hunne voortgang hebben, rukt het volk niet uit hunnen kring; en voldoet aan de wensch der Reden". Aan de wensch der Reden" werd niet voldaan. Deze heeft nu eenmaal weinig gezag in de historie.... De prijswinnaars Prijswinnaars zijn deze week: Voor het fetterraadse/: de heer P. fa Rondelle, Sarphatipark I07hs., A'dam Z.; voor het visitekaartje: de heer W. van Ham, CJaudiusstraat 20, Voorburg. Voor elke puzzfe wordt een reproductie naar Vincent van Gogh t Het Korenveld" uitgeloofd. Inzendingen voor Woensdag op een BRIEFKAART; op de adretzijde U-.TTERRAADSEL of VISITEKAARTJE vermelden. Om aan onze wekelijksche puzzles te kunnen deelnemen, behoeft men geen abonnéte zijn op De Groene. Lezers, die het blad betrekken van kiosk of boekwinkel, kunnen dus evengoed hun oplossingen Insturen; zij dingen dan mee naar een prijs. Twee nieuwe opgaven L Letterraadsel Van onderstaande lettergrepen moe ten tien woorden worden gevormd. Indien men deze woorden onder elkaar plaatst, vormen respectievelijk de vier de en de eerste letters, van boven naar onder gelezen, een regel uit een gedicht van Adama van Scheltema. an-ce-da-e-e- ech - ging - ir li - lu - lijk - mi - na - nau - nith - nu ri - stand - ta - ter - tie - tie - tic - tiek uit - vo - we - wel - ze - zen. <>?* -.-~Kxn~~.-jm*flfx-jgjp& m\jflfm Omschrijving: i. verwijdering, z. ontstemming, 3. schakeering, 4. oproep, 5. inderdaad, 6. voorspoed, 7. niettemin, 8. hoogste punt aan den hemel, 9. geleidelijke ontwikkeling, 10. zeevaartkunde. II. Visitekaartje Wat is het beroep van dezen heer ? Oplossingen van de vorige week I. Letterraadsel En alles is nog zooals toen (Jan van Nijlen). GEDEGEN ZAANDAM ORGANIST ONKLAAR A N I LINE L I B ERAAL S ENSIBEL T ACITUS ONTSTELD E M INENT N OTORISCH II. Visitekaartje Het beroep van I. Krap, Groenlo, is PALINGROOKER Het wekelijksche schaakminiatuur Probleem van Samuel toyd abcdefgh bcdefg Mat in drie zetten jo Sq ± ij jo LI ±£p tol ?£ ito?Sjx '£3?Earj 'Z 'to?in "i : SUJSSOJÓQ Nieuwe uitgaven Gids voor Amsterdam. Met medewer king der V.V.V. Amsterdam. Voorwoord van dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam. Beschrijving van Piet Bakker. Geïllustreerd met 4 schetskaarten en talrijke foto's. (Contact, Amsterdam). Bulletin of the Colonial In$titute of Amsterdam, vol. I no. 2. Uitgegeven in samenwerking met het Nederlandsch Pacific Instituut. Mr. J. H. van Doorne. Beschouwingen over het beroep van Belastingconsulent. Isofja Fedortschenko. Russen. Vertaald door J. H. Eekhout. (Uitg. Mij. De Tijdstroom, Lochem). E. E. Dwingers. Hoe lang nog? Ned. bewerking van Und Gott schweigt... ?" Met een enquête over Hongerend Rusland van dr. F. J. Krop (N.V. Stemerding &Co., Rotterdam). Christiaan Pfeiffer. Het Pelgrimspad. Symbolisch spel in Arcadie in 6 bedrijven. (N.V. Drukkerij en Uitg. Mij. P. den Boer, Utrecht). Jan van Lumey. Politieke Vrouwen. Een fantastische comedie in 5 bedrijven met een voorspel. (G. Niessen, Ede). R. B. Bardi. Der Kaiser, die Weisen und der Tod. (Saturn-Verlag, Wien). Katholieke Herdrukken vanaf J. G. Le Sage ten Broek tot dr. H. J. A. M. Schaepman. Verzameld door F. de Koek. I. De Gevangenschap van Le Sage en zijn strijd voor de Kerk. Met inleiding van pr. dr. B. Kruitwagen O.F.M. (KinheimUitgeverij, Heiloo). G. K. Chesterton, Wat mankeert de wereld? Vertaald door Jos. Panhuyzen. (Uitgeverij De Toorts, Heemstede). Menssana. Het bereikbare Utopia. Een merkwaardige Onderzoekingstocht. (Zutphen, W. J. Thieme & Cie., 1938). Dr. Chester Tilton Stone. Sexuele Kracht. Haar stoornissen en haar behoud. Nederl. bewerking van J. G. H. Holt. (UniversumEditie, Haarlem). G. J. Blokhuis. Weer- of Schijnmacht. De foutieve grondslagen van ons defensie stelsel en de toenemende spanningen in Europa. (Uitgeverij Kirchner, Amster dam, 1938). PAG. 19-DE GROENE No.3197

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl