Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
10 SEPT.
1938
Amsterdam en Neurenberg
EEN land, een volk vieren feest. Nederland,
van hoog tot laag, is in deze dagen blijde
en dankbaar omdat een wijze en verlichte
landsvrouwe, haar eed op de grondwet getrouw,
veertig jaren lang, door moeilijke omstandigheden,
het schip van staat rechtuit gestuurd heeft en koers
is blijven houden op vrijheid, onafhankelijkheid en
eendracht.
Hoe viert ons land dit heuglijk feit? Wie deze
dagen het straatbeeld der hoofdstad in zich heeft
opgenomen, zal getroffen zijn door het typisch
Hollandsche karakter dat zich daar in uitsprak.
Tooi en optochten, bijeenkomsten, défilé's, plechtige
officieele zittingen en spontane, speels geïmprovi
seerde rondedansen in kleine volkskroegjes, politie,
standwerkers, schooljeugd, openbare diensten
wat men ook zag, het werd alles gekenmerkt door
een zekere gemoedelijkheid. De vreugde op pleinen
en in straten was werkelijke vreugde. Men zong
wel eens uit de maat, men liep wel eens uit den pas,
men marcheerde wel eens slordig eigenlijk
maakte een ieder plezier op zijn eigen houtje. Maar
het was dan ook echt, ongedwongen plezier, dat
overigens evengoed door een opgewekt
saamhoorigheidsgevoel gedragen werd. Er is geen sprake van,
dat een Nederlander zoo noodig niet net zoo best
organiseeren kan als ieder ander. Maar hij heeft
een hekel aan onnoodig gedril en onredelijke voor
schriften. De organisatie wordt nooit doel in zichzelf.
En wie daarbij smalend van tuchteloosheid spreekt
miskent een van de wezenlijkste en aantrekkelijkste
elementen in den volksaard: kritischen zin, per
soonlijke reactie.
HET toeval wil, dat gelijktijdig met dit
Nederlandsche festijn onze oostelijke buren hun
plechtige jaarlijksche festiviteit hadden: Dinsdag
is te Neurenberg het congres der
nationaal-socialistische partij geopend. Wij willen hier thans niet
stilstaan bij den inhoud van het aldaar tot nu toe
verhandelde; men heeft reeds uitvoerige verslagen
daarover in de dagbladen kunnen aantreffen. Ons
houdt voor het oogenblik alleen het uiterlijk aspect
bezig van wat daarginds gaande is, omdat de tegen
stelling tot hetgeen zich terzelfdertijd bij ons
afspeelt, zoo frappant is.
Voorschriften en maatregelen beheerschen de
kleinste bijzonderheden der Duitsche feestelijkheid.
Dat de massa er niet strikt uniform zou optreden is
reeds ondenkbaar omdat die eenvormigheid door
het afstand-doen van een meer algemeene deelname
is bereikt, door uitschakeling namelijk van alle niet
gelijkgezinde elementen. Zoo komt de kunstmatige
eenheid van Neurenberg met de natuurlijke alge
meenheid van de viering in onze hoofdstad in een
contrast, waarop het uiterst leerzaam is zich nader
te bezinnen. Men ontkomt dan niet aan den indruk,
dat bij ons de mentaliteit der jubileumviering berust
op de instemming van den vrijwillig ordenenden
geest grondslag van alle beschaving -, terwijl
ginds veeleer de dwangmatige en schier pathologi
sche overgave opvalt aan symbolen en symbool
handelingen, welke tot strekking hebben de functie
van het volledige persoonlijkheidsbewustzijn te
beperken.
De plechtige terugbrenging bijvoorbeeld van de
insigniën van het Heilige Roomsche Rijk naar de
Meistersingerkerk behoort tot die verrichtingen,
welke voor het gevoel van den massapsycholoog
den opzet, op dezen eersten Groot-Duitschen
partijdag" de vereeniging met de Ostmark" te
accentueeren, verre te boven gaan. Gelijk bij primi
tieve stammen neemt zij magisch-sacrale beteekenis
aan. In 1424 besloot Karel IV dat deze kleinoodiën
eeuwig in Neurenberg zouden blijven; een eeuw lang
werden zij telken jare den volke vertoond; zeventien
maal zijn zij bij keizerskroningen gebruikt. In 1796
bracht men ze naar Weenen voor de legers der
Fransche revolutie in veiligheid. Thans zijn ze
weder in Neurenberg terug gekomen. Toen de
genoodigden de sinds lang niet meer als zoodanig
in gebruik zijnde kerk binnentraden, was deze nog
in donker gehuld. Alleen op de plaats, waar eens het
altaar had gestaan, straalde licht: daar prijkten de
kroon en de andere kleinoodiën, die men op het por
tret van Karel den Groote ziet. Wanneer dan de
overbrenger der insigniën, Seyss Inquart, het woord
neemt en de plechtige overdracht aanvangt, baadt
plotseling de kerk in het stralende licht der
jupiterlampen.
DE regie van hetgeen aldus te Neurenberg plaats
vond, beoogt duidelijk, bepaalde gevoelens en
opvattingen bij de massa in werking te stellen.
Beschouwt men daarnaast de wijze, waarop Neder
land zijn feestweek heeft georganiseerd, dan is het
tegenovergestelde te constateeren: hier moeten
geen gevoelens en opvattingen bij de massa worden
opgewekt, maar zij geeft daaraan uiting. Voor de
attractie van het slechts schijnbaar nieuwe, dat in
werkelijkheid een terugval is naar de eeuwen,
waarin het individu nog weinig eigen persoonlijkheid
bezat, is ons volk met zijn oude cultuur ontoeganker
lijk. Het bezint zich integendeel bij dit feest op zijn
traditie: op de gewetensvrijheid, politieke vrijheid
en verdraagzaamheid, welke het, met diepe erkente
lijkheid, aan de Oranje's dankt. Een traditie, welke
revolutionair is tegen dwang en onderdrukking,
gelijk het Wilhelmus zingt:
Van den Tiran vermeten
Heb ik den slag verwacht,
maar welke conservatief is ten aanzien van de tegen
dien dwang gehandhaafde volksgoederen, en een
der bolwerken der Westersche cultuur tegen
barbarendom.
Aldus openbaart zich de diepere zin van het
verschijnsel, dat de feestelijke plechtigheden te
Neurenberg volgens gestrenge ordonnantiën, hier
echter naar veelvoudig initiatief verloopen. Het
laatste moge uiterlijk soms minder ordelijk lijken
dan het eerste, wat is een plechtigheid welks zwaarte
punt in het uiterlijk ligt? In het feest van het
constitutioneele koningschap vernieuwt zich de
Nederlandsche democratie doordien zij zich op
zichzelf bezint in een bedreigde wereld. Haar vrijheid
is niet meer die van een vorige eeuw, welke veel op
zijn beloop kon laten. Zij beseft, dat een humaniteit,
welke uit louter humanisme weerloos en zonder
maatschappelijke tucht de agressieve stroomingen,
die haar naar het leven staan, berustend ziet op
komen, ten ondergang gedoemd is. Meer dan de
genen die zoo gaarne ten onrechte met dit woord
schermen, wil de in zelfbezinning vernieuwde
democratie wortelen in een volksgemeenschap. In
dit streven, tegenover de onberekenbare en oorlogs
zuchtige dynamiek der dictaturen, openbaart zich
haar levende beweegkracht. In den mensch komt
de natuur tot zelfkennis. Daarom is de toekomst
niet aan een staatkundige houding, welke voor dien
mensch geen achting koestert en hem slechts dwang
waard acht, maar aan een, welke op zijn keuze en
vrije instemming een beroep doet; waarvoor
individueel geluk, denken en leven geen misdaad
zijn en bepaalde persoonlijke zielsgebieden aan het
idool van den staatsdienst onttrokken blijven.
EEN ware volksgemeenschap is opgebouwd uit
individuen, uit menschen, en niet uit een mas
sa. Menschen vormden de hoogstaande gemeen
schap van het klassieke Hellas. En dit nu treft ons
in het aspect van den partijdag te Neurenberg: dat
hier ook de laatste rest van dat menschelijke opgaat
en overgaat in het automatisch mechanisme eener
onderworpen massa. In de zoojuist verschenen
uitnemende rede van Thomas Mann Vom zuk
nftigen Sieg der Demokratie (Verlag Oprecht, Zürich),
waaraan wij ook in het voorafgaande hier en daar
reeds iets ontleend hebben, vindt men in dit verband
veelbeteekenende gegevens. Te Neurenberg groeit
een tempelstad" met een arena welke 400.000,
een ommuurd Marsveld" dat een millioen menschen
bevatten kan. Bedenkt men, dat het sportveld te
Berlijn 50 millioen heeft gekost, dan kan men zich
voorstellen welke bedragen daaraan besteed zullen
worden en dat in een land, dat volgens ambtelijke
gegevens 950.000 woningen te weinig heeft!
Behalve de behoefte van het heerschend stelsel,
het volk met ongehoorde machtspraal te verblinden
en te imponeeren, moet men in deze bouwwoede op
zijn minst evenzeer het symbool zien, op te gaan in
een massale geborgenheid, terug te keeren tot een
kinderlijk veilige omslotenheid zonder persoonlijke
verantwoording. Want dit streven kenschetst het
geheele regiem. Daarvan spreekt ook het spelen met
den oorlog, welken Mann zeer juist karakteriseert
als een spijbelen van de zware en veelomvattende
taak die de vrede oplegt, een taak waartoe meer
heldenmoed en offervaardigheid behoort dan tot
het krijgvoeren. Maar het is nu eenmaal zoo, dat de
immoreele vlucht uit de niet te dwingen werkelijk
heid het fascisme noopt tot een onberekenbare
beweeglijkheid, welke het zelf niet in zijn macht
heeft.
Het is deze vlucht uit geest en rede in emotioneele
actie, welke het beeld van den Neurenbergschen
partijdag stelt tegenover het symbool van eenheid,
dat bij alle gemoedelijke en ongedwongen slordigheid
het feestende Amsterdam, als centrum der nationale
viering, in de Koningin beleeft. Zij beteekent een
hysterischen schemertoestand tegenover bewuste
en in individuen gedifferentieerde volksinstemming.
Zij beteekent propaganda tegenover feest, uniformi
teit tegenover eenheid.
HIER in Nederland stroomt, uit enkelingen,
de massa samen; ginds in Duitschland treedt
de massa op, een gesloten geheel. Bij ons is de
Koningin meer dan een imago: het volk staat tot
haar in een persoonlijker relatie, men ziet en bemint
haar als mensch, men leeft mede met haar persoon
lijk wedervaren, en juist deze natuurlijke waar
deering en hartelijkheid geven aan de verhouding
van het volk tot het vorstenhuis die warmte, welke
weer zoo opmerkelijk tot uiting kwam bij het hu
welijk van prinses Juliana en de geboorte van prin
ses Beatrix. In Duitschland blijkt bij elke openbare
plechtigheid dat de Führer bovenal een symbool
vertegenwoordigt, het symbool van de
nationaalsocialistische levensbeschouwing. Onze volkstraditie
legt in de affectie voor koningin Wilhelmina veelal
een grond van, zij het vaak onkerkelijke, vroomheid.
Zie naar Neurenberg, naar het officieele Duitschland,
en ge zult ervaren dat de vroomheid is vervangen
door eenvitaliteitsleer. Het beginsel der erf opvolging,
in Nederland vastgemaakt aan de Kroon (waarmede
dus de regeertaak, bevrijd van menschelijke wille
keur, wordt opgedragen aan de gratie Gods"), dit
spiritueele beginsel is in het Duitschland van heden
geplaatst in een materieelen component: het door
ontindividualiseering tot een vergoddelijkt volks
totem geworden ras".
Amsterdam en Neurenberg, zij zijn in deze dagen
zinnebeeld van de grootst denkbare tegenstelling.
Verdieping van ons inzicht in die tegenstelling kan,
ook in dezen zoo dreigenden tijd, geen twijfel laten
over de vraag, aan welken kant, op den duur, de
toekomst ligt.
Laten wij ons niet verhoovaardigen.
Maar laat ons weerbaar zijn.
3JIIIIHI ..... iiiiiiiiiiiiii ........ mini ........ iiiiiniiiiiiimiiiiimiiiiiii ..... MUI ..... i ..... t ..... «2
E s
I Verzoek aan abonné's f
l XA/IJ VERZOEKEN beleefd, bij f
| adresverandering vooral het l
| vaste adres te willen vermelden. |
f Ook is het gewenscht, de adres- f
| veranderingen eenige dagen voor- |
| uit aan ons op te geven, daar deze l
| na Woensdag niet meer waarge- j
i nomen kunnen worden. 2
"iniiiiimiiiiiiii
De Administratie |
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIllIHIIItllMIIlIIIIIIUIIIIUIlUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlR
PAG. 3 DE GROENE No. 3197