Historisch Archief 1877-1940
ITALIËIS EEN ARISCH" LAND GEWORDEN
Hoe Nazi-agenten den geest van een volk veranderd hebben
?r
Eugen
Lennhoffgewezen-hoofdredacteur van den beroemden Weenschen Telegraph", schrijver van het op
zienbarend werk De vijf laatste uren van Oostenrijk", schreef voor ons onderstaand artikel
over de jongste rassen-maatregelen van de Italiaansche regeering. Hij toont aan dat deze
maatregelen mede het gevolg zijn geweest van de ondergrondsche activiteit van Duitsche
organisaties die officieus in contact staan met het propaganda-ministerie, Zijn*7irtikel
is een waarschuwing, ook voor ons land.
B
i AVARIA" in Genève, de z.g. Volkenbonds
taverne" is een restaurant met een
cosmopolitisch tintje. Eiken avond wanneer de
Assemblee of de Raad bijeenkomt, zit Bavaria"
vol staatslieden, diplomaten en journalisten uit
vijftig verschillende Staten. Er zijn zooveel groote
persoonlijkheden aanwezig, dat niemand op hen let.
Hier vinden zij een oogenblik rust en zijn zij gewone
menschen in plaats van publieke persoonlijkheden.
Zelden gebeurt er iets dat den hemelschen,
onpersoonlijken vrede van Bavaria" verstoort. Een
incident dat in den herfst van 1935 voorviel, kan ik
mij echter als den dag van gisteren herinneren.
Het was in het begin van den oorlog tusschen Itali
en Abessinië. Er zaten zes of zeven Zwitsersche
jongelieden rond een tafel, die poogden er zoo
militair mogelijk uit te zien. Telkens wanneer zij
van tafel opstonden, sloegen zij als de meest ge
routineerde Pruisische officieren de hakken tegen
elkaar. Kwam een nieuweling aan, dan hieven zij
den rechterarm op en begroetten hem met Haarus".
Ik vroeg een kellner, wat dat beteekende. Hij ver
klaarde dat deze jongelieden Zwitsersche nazi's
waren en dat Haarus" zooveel beteekende als
Heil Hitler l" Ik had deze verklaring eigenlijk niet
noodig want juist op dat oogenblik naderde een
klein oud mannetje met een eigenaardig uiterlijk
het tafeltje. Hij zag er uit als een vreemdeling en
werd niet met Haarus" begroet, maar met Heil!''
Ik pijnigde mijn hersens af, want ik had hem al
eens eerder gezien. Niemand zou die bijziende oogen
en onregelmatige trekken kunnen vergeten. Hij
scheen groot gezag te hebben bij de Zwitsersche
nazi's, daar was geen twijfel aan. Met eerbied
luisterden zij naar zijn woorden. Een uur later
keerde ik naar mijn hotel terug en hoorde ik, hoe
de nachtportier mijn oud mannetje goeden nacht
wenschte. Goeden nacht, monsieur Le Clercq", zei
hij^ Dat zei me niets. Toevallig ontmoette ik enkele
dagen later monsieur Le Clercq opnieuw, ditmaal in
Rome. Ik zat te wachten in de hall van hotel
Ambasciatori", toen een zwarthemd binnenkwam
en naar Signor Winghene vroeg. Signor Winghene
wachtte klaarblijkelijk op hem, want enkele
seconden later kwam hij de trap afloopen. Het was
mijn oud mannetje uit Bavaria". Toen herkende
ik hem opeens. In Zwitserland deed hij zich voor
als Franschman: monsieur Le Clercq, in Italiëwas
hij de Hollander Winghene, maar in de
monarchistische salons van het na-oorlogsche Weenen was
hij bekend geweest onder zijn waren naam: De
Pottere. Hij was een Oostenrijker. Later was hij
als Oostenrijksch consul naar Parijs vertrokken.
Waartoe dienden, vroeg ik mij af, al die valsche
namen? Den volgenden dag werd mijn vraag be
antwoord.
IK was een kennis, politiek redacteur van een
dagblad te Rome, gaan opzoeken. Juist toen ik
zijn bureau betrad, verliet De Pottere het. Dat was
meer dan ik kon verdragen. Wat voert hij in Rome
uit?" vroeg ik mijn-vriend. Wie? Peter Farmer ?"
antwoordde mijn vriend, Hij is een Hongaar. Hij
probeert ons ervan te overtuigen dat Eden's
sanctiepolitiek geïnspireerd is door het wereldjodendom.
Maar afgezien van dien heethoofd Farinacci en de
redactie van de Tevere", heeft niemand een oogen
blik tijd voor hem. Tevere" is altijd op sensatie uit,
maar dezen keer hebben ze het te bont gemaakt. De
Duce heeft ze op hun vingers getikt. Hij wil geen
letter over anti-semitisme in Italiëhooren". Dat
was anno 1935. De Pottere was dus een anti
semitisch agitator. Wie heeft hem hierheen ge
stuurd?" vroeg ik. Mijn vriend toonde mij een
brochure. Weltdienst" stond er op, world service,
service mondial, servizio mondiale". Het adres was
Gartenstrasse, Erfurt, Duitschland; de naam van
den uitgever: Luitenant-kolonel Fleischhauer; de
inhoud: anti-semitisme voor halfwas studentjes.
De brochure was niet in den vernietigenden stijl
van den Stürmer" geschreven, maar de argumenten
waren niet minder hinderlijk en stompzinnig: De
Joden zetten den Volkenbond tegen Italiëop";
De sanctie-politiek is het werk van de Wijzen van
Zion". Tenslotte een oproep: Anti-semieten van
de geheele wereld, sluit u aan bij het
Pan-ArischeWereldcentrum". Toen wist ik genoeg. De Pottere
was een van de geheime agenten van het
PanArisch-Wereldcentrum", van welks activiteit in
verschillende landen ik al het een en ander had
gehoord.
EERST in 1937 za£ ik ln> dat de Weltdienst"
uit Erfurt in werkelijkheid een uiterst belang
rijke en gevaarlijke geheime afdeeling was van de
Gestapo en Göbbels' propaganda-ministerie. Eerst
toen zag ik in dat de organisatie van
luitenantkolonel Fleischhauer en den heer De Pottere onder
het mom van anti-semitisme te propageeren, belast
was met de internationale actie der nazi's. Eerst
toen zag ik in, dat de Weltdienst" een van de
voornaamste kanalen was waardoor het geld uit
Berlijn toevloeide naar de agenten in het buitenland,
naar de handlangers en spionnen. Aldus had Berlijn
geen officieel contact met de lieden van wier
diensten het gebruik maakte. Dat alles werd onthuld
in het beroemde proces over de Protocollen van de
Wijzen van Zion", waarin Fleischhauer een zoo
minderwaardige rol speelde. De Zwitsersche nazi
Boris Tödli, van afkomst een Rus en vice-president
van de Al-Russische nazi-partij, vluchtte naar
Duitschland, voor hij gearresteerd kon worden.
Tijdens zijn proces in April van dit jaar werd
duidelijk bewezen dat hij zoowel van Fleischhauer
als van De Pottere geld had aanger men voor
Zwitsersche en Russische nazi-organisaties. Boven
dien vond men onder zijn papieren een lijst van
nazi-spionnen en -agenten in Zwitserland. De
advocaat Wetli uit Bern, gewezen Volkenbonds
rechter in het Saardistrict bewees, dat Fleischhauer
tijdens het Saar-plebisciet op zeer
vriendschappelijken voet met Berlijn stond. In verband met deze
geruchtmakende Tödli-affaire werd Fleischhauer
beschuldigd van spionnage en verboden propaganda.
Zwitserland werd hem te heet onder de voeten. Hij
verdween naar Italië.
HET smeden van de as Rome-Berlijn vergemak
kelijkte zijn werk in hooge mate. Terwijl
De Pottere een inspectiereis" door Polen maakte,
die tot gevolg had dat de anti-semitische actie sterk
toenam, ging Fleischhauer naar Rome. De Pottere's
vroegere bezoeken hadden het terrein voorbereid.
Spoedig had hij verwante geesten gevonden. Daar
was bijvoorbeeld Preziosi, redacteur van Vita
Italiana", die de Protocollen van de Wijzen van
Zion" in het Italiaansch liet vertalen. Daar was
Farinacci, gewezen secretaris van de fascistische
partij, die eenigen tijd in ongenade was geweest.
Farinacci en Fleischhauer waren oude wapen
broeders. Jaren geleden hadden zij te zamen de
Vrijmetselaars bestreden, de z.g. Groene Slangen",
die zij als democratische samenzweerders tegen het
fascisme" gebrandmerkt hadden. Nu begon Farinacci
zijn campagne tegen de Joden in zijn blad Regione
fascista". De Weltdienst" zorgde voor het materi
aal. Om Fleischhauer bij te staan ging Streicher in
hoogsteigen persoon naar Rome. Hij was de
gast van Alfieri, den minister van propaganda.
Mussolini stribbelde echter tegen. Hij wilde niets
met de rassenleer te maken hebben. De Duitsche
en Italiaansche anti-semieten zetten echter hun
Signor Farinacci, voormalig secretaris van de Italiaansche
fascistische partij
werk voort over het hoofd van den Duce. Ondanks
alle verklaringen van de Italiaansche regeering
zonden Duitsche ras"-experts maand in, maand
uit hun materiaal naar Rome. Op zekeren morgen
hing de Stürmer", die tot dusver verboden was
geweest, aan alle Italiaansche kiosken. De Italiaan
sche editie van de Weltdienst" eischte dat men de
Italiaansche Joden op dezelfde wijze zou behandelen
als de Duitsche. Er verscheen een nieuw weekblad,
Giornalissimo" geheeten, dat een platte imitatie
van de Stürmer" was.
EIND April verbood Mussolini het blad. Het
eenig gevolg was, dat Berlijn zich dubbel in
spande. De Pottere dook weer op in Rome en
Farinacci's Regime fascista" opende een nieuwe
anti-semitische campagne, op Duitschen leest
geschoeid. Mussolini scheen niet te willen toegeven.
Plotseling benoemde hij in Juni Farinacci tot
minister. Terzelfdertijd hield ReichsminL ter dr.
Frank te Rome een serie lezingen voor Italiaansche
rechters en advocaten waarin hij er op aandrong
dat ItaliëDuitschland's Blut und Boden"-theorie
zou aanvaarden. Het wekte sensatie toen de Itali
aansche minister van justitie, Solmi, verklaarde dat
het wenschelijk was de Duitsche en de Italiaansche
wetgeving met elkaar in overeenstemming te
brengen. Langen tijd werd de aankondiging niet
serieus genomen. Daarop echter zette de groote
Duitsche aanval in. Fleischhauer verscheen met
nieuw materiaal te Rome. De Regime fascista"
noemde het een hooge eer", dat hij een interview
toestond. Fleischhauer berichtte dat men spoedig de
twee Duitsche tentoonstellingen De wandelende
Jood" en Ontaarde kunst" in Italiëzou kunnen
zien. Enkele dagen later was de Giornalissimo"
weer in geheel Italiëte koop. Mussolini verbaasde
de wereld met zijn bewering dat de Italianen een
noordsch ras waren waarmee de Joden zich niet
mochten vermengen. Na een feilen aanval van de
Paus op zijn nieuwe politiek, verklaarde hij boven
dien dat het nonsens was om te beweren dat Itali
de Duitsche rassenleer had geïmitteerd. Het grappige
is, dat hij daarmee nog gelijk heeft ook. Hij heeft
haar inderdaad niet geïmiteerd, maar doodleuk geïm
porteerd, door middel van de Weltdienst", Gar
tenstrasse, Erfurt, Duitschland.
KUNSTHANDEL SANTEE LANDWEER
AMSTERDAM Tentoonstelling van nieuwe werken van Eekman
KKIZERSGR. 463 _...,.. . , ... , ., , ^ ..
(LEIDSOHEBTRA.A.T) Schilderij en van den Joegoslavischen schilder Pejic
PAG. 4 DE GROENE No. 3197