Historisch Archief 1877-1940
De slaapwandelaar op het dak van Europa
DREIGENDE onweerswolken stapelen zich op
boven onze hoofden en het ziet er niet naar
uit of deze onheilspellende luchten weer zoo,
van zelf, zullen verwaaien, zelfs al komt er weer
een periode van opklaring.
De politieke atmosfeer blijft geladen. ledere ont
spanning" blijkt na eenigen tijd ijdele begoocheling
geweest te zijn. Het verdrag van Chamberlain met
Italië, zoo heette het, zou een zegenrijke uitwerking
hebben. We hoeven daar nu werkelijk geen woorden
meer aan te verspillen. Zelfs waren er, in dit voor
jaar, politieke auguren die na den Oostenrijkschen
Anschluss voorspelden, dat het oorlogsgevaar voor
geruimen tijd geweken was. Het Duitsche volk had
nu zoo veel om zijn gevoel van grootheid in te
koesteren. Hitler had een van zijn wenschdroomen
in vervulling zien gaan. En, wat inderdaad een
belangrijk feit was, in de Duitsche legerorganisatie
waren tijdens den opmarsch naar Weenen ernstige
fouten aan 't licht gekomen. Drie onweerlegbare
overwegingen die niet verhinderden dat binnen
drie maanden het gevaar voor Tsjechoslovakije
acuut was geworden.
MAAR de 2iste Mei ging voorbij, zonder dat
er nog iets gebeurde. Er waren weer velen,
die zeiden dat het werkelijk slechts loos alarm was
geweest. De periodieke opluchting" liet niet lang
op zich wachten vooral aan de beurzen niet
om daarna toch weer plaats te maken voor een
stijgend gevoel van beklemming, dat al weer
voor een oogenblik afnam. Maar voor hoe lang ?
De Duitsche manoeuvres zijn tenslotte een ge
deeltelijke mobilisatie. Is de openlijkheid, waarmee
zij aangekondigd zijn en nu gehouden worden,
misschien een zand-in-de-oogen-strooien van het
buitenland? Zoo niet is het dan opnieuw een
politiek drukmiddel om nóg eens langs
niet-militairen weg een resultaat te bereiken, dat de kans
op het behoud van den vrede nog slechter maakt?
En is er nu dan niet een toestand ontstaan, waarin
het kleinste incidentje de ongewilde aanleiding"
kan zijn van een niet te stuiten brand ?
Dat laatste is eigenlijk de kardinale vraag. Be
schouwt men deze eventualiteit, dan ziet men dat
argumenten als Het Duitsche leger is nog niet
gereed", of: De Deutsche Volkswirt zegt zelf, dat
men zonder grondstoffen geen oorlog kan voeren",
of: ,,De Duitsche legerleiding dénkt er niet aan een
oorlog tegen Frankrijk, Engeland en Rusland te
riskeeren; dat is op 21 Mei wel gebleken l" dan
moet men erkennen dat deze argumenten, hoe
logisch ze ook zijn, tenslotte niets bewijzen tegen
een ongewilde aanleiding". Evengoed als in '14
de eerste wereldoorlog uitbrak ten gevolge van de
psychologische fout die de politieke leiding van het
Duitsche Rijk maakte door zich niet te realiseeren,
dat in de gegeven omstandigheden ook Engeland
zou ingrijpen evengoed kan de tweede wereld
oorlogdoor een of ander onbelangrijk incident worden
ontketend, omdat de Duitsche legerleiding, hoezeer
ook doordrongen van haar strategische op-den-duur
onvoordeelige positie, niet beseft (of in ieder geval
van dat besef niets mag laten merken), hoe onver
antwoordelijk het is om met het gevaar te spelen
te midden van zooveel opgehoopte brandstof. Ook
tegen den wensch van de leiders van het Derde
Rijk kan nu een oorlog uitbreken, waarvoor zij dan
tóch de verantwoordelijkheid dragen. Al is het dan
weer, net als in '14: ,,Wij hebben dit niet ge
wild !"
Logische argumenten bewijzen niets voor de
waarschijnlijkheid van het behoud van den vrede.
De overweging dat de onderstelde toekomstige vij
anden van Duitschland numeriek en materieel verre
weg de meerderen zijn, zelfs wanneer men het
fascistisch Italiëals actief bondgenoot voor het
Derde Rijk meetelt, bewijst alleen iets over den
mogelijken afloop van een oorlog. Deze logische
overwegingen kunnen natuurlijk het besef wakker
roepen dat een oorlog een onbegonnen zaak is en
dat besef hebben zij dan ook wel opgeroepen. Maar
een ongeluk kunnen zij niet verhoeden. Om dieper
in de vraag door te dringen of het nog lang mogelijk
zal zijn den vrede te bewaren, zijn het niet logi
sche maar psychologische overdenkin
gen, die ons een leidraad geven kunnen.
WANNEER zich een gevaarlijk incident voor
doet, zal het van de gemoedsstemming van
n man afhangen, of de tweede wereldoorlog uit
breekt, of (nog) niet. Deze factor de zuiver
individueele psychologische factor telt op het
oogenblik even zwaar als alle militaire, politieke en
economische overwegingen tesamen. Het gaat om
de psychologische gesteldheid van n man: Hitler.
Mr. M. Kann
Komt deze kant van de zaak naar voren, dan kan
men vaak van een zeker vertrouwen gewag hooren
maken. Zeker", zoo hoort men dan, Hitler
forceert vaak een bepaalde situatie om zijn ver
langens door te drijven, maar men kan er staat op
maken, dat hij daarbij het gevoel voor proporties
niet uit 't oog verliest. Het lukt hem tenslotte steeds,
zonder dat er een ramp uit voortvloeit. Dat is
geble^Mtejjtét de^bezetting van het Rijnland in
Maart i$y>. Biunet de annexatie van Oostenrijk,
precies twee jaar later. Maar merkt hij, dat hij op
ernstig fèrzet zal stuiten, dan bindWyj in zooals
op 21 Mei."
Deze geruststellende tegenwerping bevat ontegen
zeggelijk veel waars. Hitler zelf schijnt zich terdege
bewust te zijn van het gevaarlijke van zijn voort
durende actie. Van niemand anders dan hemzelf
stamt de uiting dat hij handelt met de onfeilbaarheid
van een slaapwandelaar. Maar, op den keper be
schouwd, gaat deze trotsche erkenning veel verder
dan bovenaangehaalde uitleggingen der
geruststellers. Bouwen zij op Hitlers gezond verstand, hij
zélf geeft een psychologische definitie, die over de
grens van het normale reikt. De trance van een
slaapwandelaar kan men niet anders dan patholo
gisch noemen. Zoo ook iedp"? mystieke zekerheid",
die alleen met deze tranc». vergeleken kan worden.
Het is natuurlijk even eenzijdig als overdraven
om Hitlers geheele politie«e actie te verklaren uit
een zekere psychische onevenwichtigheid. Maar
wanneer en dat gebeurt bij wijlen onmiskenbaar
??zijn politiek initiatief ons deze verklaring op
dringt, dan loont het de rr ^ite daarbij stil te staan.
Hoe vaak komen ook nJ'-^-iededeelingen uit Hitlers
omgeving zelfs tot ^?"door, die getuigen van
gemoéJül, -jenmgen Aïe de grens van het
alledaagsche ver achter zich laten ! Na den 21 sten Mei
moet de Führer weken snikkend hebben door
gebracht, zeggen uiterst betrouwbare berichten. En
wanneer men terugziet op wat er al zoo gebeurd is,
in deze laatste jaren, dan valt ons menig verschijnsel
op, dat slechts bij het licht der psychopathologische
uitleggingen verklaard kan worden. B.v. de phobie
en de betrekkingswaan ten opzichte van de Joden en
de Katholieke Kerk, een pathologisch verschijnsel
bij uitnemendheid, dat iederen beginnenden psy
chiater bekend is. En de geweldige militairisatie, het
opzweepen tot psychische Kriegsbereitschaft van
een geheel volk, maar tegen welken vijand? Tegen
een harSiievol onderdrukten en vervolgden ! Ligt
daarin niet een dispariteit die te denken geeft ? Is de
militaire voorbereiding wel een, in het rijk der
normale verlangens liggende, wensch zich militair
vóór en in den krijg als gelijke gerespecteerd
te zien, of is deze ongelijke strijd en gemakkelijke
overwinning op een stuk of wat ongelukkigen slechts
zelfbegoocheling; niet een uitvloeisel van het ver
langen naar krachtmeting maar alleen de niet te
onderdrukken wensch om de triomf gerealiseerd
te zien, vóór alles de triomf ?
Wanneer dat zoo is, dan is er niet zoozeer een
verlangen naar oorlog in 't spel als wel een verlangen
naar de triomfale overwinning. Een reproductie,
dus, van wat in 't verleden gemist is. Een oorlogs
projectie achterste-voren.
Curieus is in dit opzicht de eerste actie, onder
nomen in de volle zekerheid van de militaire kracht
van een nieuw geschapen weermacht: de marsch
naar Weenen. Weer een oorlog tegenover een
absoluut machteloozen tegenstander maar daarbij
eigenlijk gén tegenstander. Een broedervolk, dat
wel overweldigd, maar met een merkwaardige
ambivalente liefde tóch bemind werd. Althans van
Duitsch standpunt. Voor Hitler, die zelf Oostenrijker
is, was het een rehabilitatie te midden van zijn eigen
volk en tegelijk een wraak voor de lang geleden
uitstooting....
Kom, kom," zegt mijn vriend uit het kamp der
geruststellers, draaf nu niet door ! Dergelijke
duidingen bewijzen toch óók alweer niets ! Wanneer
je zóó redeneert, kun je wel alles bewijzen, wat je
wilt. En, tenslotte, je schijnt zelf tot de conclusie
te komen, dat alles gevaarlijker lijkt, dan het is !
Werkelijk, zooals ik al eerder zei, je kunt bouwen
op Hitlers gezond verstand. Hoe geëmotioneerd ook,
je ziet telkens dat hij wijkt, dat hij zijn actie laat
varen, wanneer de democratische landen hem een
onwrikbaar halt toeroepen. Dat doen dictatoren al
tijd. En het "getuigt volstrekt niet van abnormaliteit
wanneer dictatoren een situatie weten uit te buiten,
zooals Hitler deed, toen hij het Rijnland bezette,
waarbij hij voor het overige zijn soldaten onge
wapend had gelaten en zich had neergelegd bij
het besluit om bij den geringsten weerstand terug
te trekken.
Hij toonde een beter politiek inzicht te bezitten dan
zijn generaals, die niet zagen dat het geschil met
Italiëover den oorlog in Abessyniëden mogelijken
tegenstanders, Engeland en Frankrijk, de handen
bond. En wat Oostenrijk betreft, daar gaf Hitler
van het zelfde juiste inzicht blijk. Hij begreep weer
beter dan ieder ander, dat Frankrijk nooit zou
ingrijpen wanneer het niet zeker was van Engelands
ruggesteun en dat Engeland nooit zou marcheeren
voor iets dat, tot zekere hoogte terecht, als een
binnenlandsche aangelegenheid kon worden voor
gesteld. Noem dat nu maar eens pathologisch l Het
was zeer nuchter en juist gezien, en koel berekend !
En zoo is zijn heele politiek, de afdreigingspolitiek"
voor mijn part, die er slechts op gericht is om met
dreigementen en bangmakerij dat te krijgen, waar
naar zijn eerzucht uitgaat. Bangmakerij, anders
niet. Hebben niet de generaals nu, ter gelegenheid
van de Duitsche manoeuvres in concilium
vereenigd, met nadruk en nóg grooter eenstemmigheid
dan ooit, verzekerd dat oorlog gelijk zou staan met
zelfmoord? En heeft Hitler daarop niet verzekerd
dat hij aan geen oorlog dacht maar slechts aan een
politiek drukmiddel tegen de Tsjechen?"
DIT is nu juist wat ik mijn
steeds-weer-geruststellenden vriend wilde laten zeggen. Dreigen
met een drukmiddel", dat gelijk staat met zelf
moord ....
Het blijkt een strijd om woorden. Waarschijnlijk
omschrijf t het begrip koelberekenend" de psycholo
gie van Hitler evenmin als de diagnose patholo
gisch". Het gaat echter niet om een woord, maar
om een begrip.
De meesten onzer hebben wel ongelukkigen leeren
kennen, die telkens om iets te bereiken dat zij niet
kunnen bereiken, dreigen met zelfmoord. En wee
degeen, die er op meent te kunnen bouwen dat hij,
die telkens dreigt met zelfmoord, zijn wanhoops
daad nooit zal volvoeren. De praktijk leert wel
anders ! En precies zoo is het met slaapwandelaars,
die gevaarlijke capriolen maken in een hooge
dakgoot. De gewaande onfeilbaarheid" is een
bedriegelijke bescherming. Het is een feit, dat die
mystieke zelf-verzekerdheid een tijd lang den slaap
wandelaar haar beschermende hand boven 't hoofd
houdt. Een tijd lang; meer niet. Hij wordt door de
zelfde duistere machten aangetrokken als de
adspirant-zelfmoordenaar, die een tijd lang zijn
eigen dreigementen de baas schijnt te zullen blijven.
Allesbehalve geruststellend voor het voortbestaan
dier gehallucineerde onfeilbaarheid" is juist het,
aan den anderen kant zoo welkome, verschijnsel
dat een hartgrondig halt !" van zijn tegenstanders
en het duidelijk bewijs dat men op een gegeven
oogenblik niet langer met zich laat sollen, Hitler
tot ontnuchtering brengt. Evengoed als een
onbeteekenend incident, een ongeluk", nu een rarnp
kan veroorzaken, zou een dergelijke politieke ont
nuchtering de oorzaak kunnen zijn van het plotse
ling naar-beneden-storten van hem die waant met
de onfeilbaarheid van een slaapwandelaar te kunnen
voortschrijden over het dak van Europa.
)»???
CONCLUSIE: van vandaag op morgen kan het
gebeurd zijn. Juist een vertoon van onwrik
baarheid der democratiën kan hem plaatsen voor
het zich-realiseeren van den waren en benarden
toestand. Dan kan voor hem de fatale sprong
een uitkomst lijken.
Kunsttentoonstellingen
Kunsthandel P. de Boer, Heerengracht 474.
Zomertentoonstelling van schilderijen.
Kunsthandel Santee Landweer, Keizers
gracht 463. Tentoonstelling van nieuwe werken
van Eekman. Schilderijen van den Joegoslavischen
schilder Pejic (tot 30 Sept.).
Kunstzaal van Lier, Rokin 126. Vroege
Vóóren Achter-Indische beeldhouwwerken, (tot i Oct.)
Kunsthandel Aalderink, Spiegelgracht 15,
Ikatweefsels en plastieken uit Nederlandsch Indië.
(tot 23 Sept.).
BUITEN AMSTERDAM:
Firma D. Katz, Dieren. Zomertentoonstelling
van schilderijen (tot en met 15 September).
Kunstcentrum D'Olde Deel", Putten. Ten
toonstelling van werken van Herman Kruyder.
PAG. 5 DE GROENE No. 3197