De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 17 september pagina 16

17 september 1938 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

Een verhaal van De Groene De verdachte koffer HET was laat en ik kwam met een zwaren koffer uit Brussel in Den Haag aan. Terwijl ik voor het station op den tram naar het Bezuidenhout wachtte schoot mij te binnen, dat ik alleen wat Belgisch, doch geen dubbeltje Hollandsch geld op zak had. Ik had den koffer op het station in 't bagagedepot ter bewaring kunnen geven om hem den volgenden dag op te halen, doch er waren dingen in, die ik noodig had. Er zat niets anders op dan met den zwaren koffer naar huis te loopen. Hè!" verzuchtte ik bij mijzelf: waarom loop ik op dit oogenblik mijn vriend Lo niet tegen het lijf." Eenige maanden geleden ontmoette ik hem, ter wijl ik bij het Vondelpark in de zon wandelde. Bonjour!" begroette hij mij: Waar ga je naar toe?" Nergens !", antwoordde ik. Ga dan zoover met mij mee naar Zuid kerel. Ik fuif je op den tram !" Voor ik beslist had of ik in de zon bleef wan delen of dat ik hem zou vergezellen, had hij mij reeds in de bijwagen van lijn 2 geschoven, waar hij mij onder een politieken woordenstroom bedolf. Je zult zien !" zei hij. Alstublieft heeren !" zei de conducteur. Lo zocht in zijn zak, doch vond slechts twee dubbeltjes. Ik behoefde niet te zoeken. Alstublieft heeren!" zei de conducteur nog maals, ditmaal dringender. Laten wij maar afstappen !" zei ik defaitistisch. Maar Lo dacht er anders over. Kunt u mij misschien aan twee cent helpen," zei hij tot een heer, die bij de volgende halte in stapte. Wij komen juist twee cent tekort!" De heei hapte naar lucht, keek verbouwereerd naar Lo, maar trok zijn portemonnaie, die een betrouwbaar geluid maakte. Twee cent gaat niet, als het er twee en een half mogen zijn." Alstublieft!" zei Lo tegen den conducteur, Twee overstapjes en laat u die halve cent maar zitten!" terwijl hij mooi weer van den halven cent van den vreemden heer speelde. MAAR Lo was in Amsterdam en ik zeulde mijn zwaren koffer door de straten van Den Haag en nu, terwijl het bijna gerechtvaardigd leek, wist ik zeker, dat er geen onbekende en ook geen bekende zou verschijnen, waar een trammét j e van te verwachten viel. Ik schikte mij dus in het lot, zette mijn koffer om de vijftig meter even op den Ik zeulde geduldig mijn koffer grond, verwisselde hem van de linker naar de rechterhand en arriveerde onder deze bedrijven door op het Bezuidenhout. Het is natuurlijk mogelijk, dat ik er door de inspanning een weinig verward uit zag en dat ik voor den onbevooroordeelden voorbijganger een gejaagden indruk maakte, doch daar gaf ik mijzelf, waarschijnlijk door de concentratie van mijn physieke krachten, geen rekenschap van. Ik zeulde geduldig mijn koffer langs het Bezuiden hout, toen twee heeren op de fiets het trottoir passeerden en een onderzoekenden blik in mijn richting wierpen. Zij reden mij voorbij en staken een vijftigtal meter verderop het Bezuidenhout over en namen mij van den overkant van den weg nogmaals nadrukkelijk op. Zouden deze heeren zich misschien over mijn zwaren koffer ontfermen en hem een plaats op hun bagagedrager aanbieden?" dacht ik bij mijzelf. Eenige minuten later ik had den koffer ntusschen weer eens van de linker naar de rechter hand verwisseld doken de heeren op de fietsen, weer terzijde van mij op. De eene heer droeg een bolhoed en de andere droeg een platte pet en toen zij nogmaals in mijn richting keken, herkende ik ze ineens. Aha !" mompelde ik, dat ontbrak er nog maar aan!" Stopt u eens even, mijnheer !", zei de heer op de fiets met den bolhoed tegen mij. Ik had mijn koffer weer van de rechter naar de linkerhand verwisseld, die zwakker is en vond het zonde het rendement van deze hand niet volledig uit te buiten, waarom ik deed, alsof ik van de uitnoodiging tot stoppen niets gehoord had. )>Wij gelasten u te stoppen !", zei de heer met den bolhoed met stemverheffing tegen mij. Hij sprong van zijn fiets, de heer met de platte pet eveneens en beiden kwamen het trottoir op. Wij zijn van de politie, mijnheer." Wij zijn van de politie, mijnheer !" zei de heer met den bolhoed, die zich voor mij geplant had en hij maakte aanstalten zijn penning te voorschijn te trekken. Laat dat ding maar zitten !" antwoordde ik. Ik zie zóó wel dat u van de politie bent!" Zoo, zoo en waaraan ziet u dat?" vroeg de heer met den bolhoed. Er zijn bolhoeden, die men uit duizenden her kent !" antwoordde ik. Maakt u geen aardigheden, mijnheer! Waar komt u vandaan?" Van den trein uit Brussel!" antwoordde ik. Is hij zwaar die koffer, mijnheer?" Wilt u eens probeeren voor vijftig meter?" vroeg ik. Wat zit er in die koffer, mijnheer?" vroeg de heer met den bolhoed. Ja !" zei ik, dat is een leelijk geval !" Ik trok een bedenkelijk gezicht. Waarom, mijnheer. Laat u ons maar eens kijken !" Het is ontplofbaar materiaal en ik sta er niet voor in, wat gebeurt indien deze koffer geopend wordt!" Er waren eenige voorbijgangers op het trottoir van het Bezuidenhout blijven staan, die toekeken wat er uit dit incident zou groeien. Zou u niet even met ons in die zijstraat willen komen, vanwege de menschen. Het is misschien niet prettig voor u als....", stelde de bolhoed voor. boon Mijn tandenborstel en pyama lagen bovenop. Neen!" antwoordde ik beslist. U heeft mij hier aangehouden, indien u deze koffer wilt openen, zal dit hier gebeuren. Allén, ik sta niet voor de gevolgen in." De heer met den bolhoed keek den heer met de platte pet aan. Wat zullen wij doen?" zeiden hun blikken. Maak hem maar open !" besloot de heer met den bolhoed tot zijn metgezel. Daar ging het slot al: klik, klik!" Mijn tandenborstel en mijn pyama lagen bovenop met andere toiletartikelen. Zij werden opzij ge schoven en nu werd de verdere inhoud van den koffer zichtbaar. Dat gebeurt hier niet!" van Sinclair Lewis, Hitler", van Konrad Heiden en Machten van dezen tijd", waren de eerste boeken die te voorschijn kwamen. Er volgden nog een stuk of dertig. De meesten waren met recensie-exem plaar" bedrukt. Na de boeken kwam niets meer. Zichtbaar teleurgesteld borgen de heer met den bolhoed en de heer met de platte pet de boeken en de toiletartikelen weer in mijn koffer en sloten hem. Toen was de heer met de platte pet de meening toegedaan, dat een weinig tekst en uitleg niet mis plaatst was. Mijnheer moet ons niet kwalijk nemen !" kwam er schoorvoetend uit. Maar wij doen ook maar onze plicht voor het algemeen welzijn, ziet u en het gaat heelemaal niet tegen mijnheer, maar een paar weken geleden liep hier ook een keurige heer over het Bezuidenhout met precies zoo'n koffer als u en toen wij hem aanhielden, zat die koffer vol met goud en zilver, dat uit een huis gestolen was." Zoo, zoo," merkte ik op. Ik ben niet van dat vak, doch zelfs als leek lijkt het mij zeer onwaar schijnlijk, dat een keurige heer met een gestolen koffer goud en zilver niet op zijn minst een taxi of den tram benut." Ik zeg maar, een mensch weet nooit zeker !" hield de heer met den bolhoed vol. Ik had intusschen nieuwe kracht vergaard, pakte mijn koffer op en stevende met frisschen moed het Bezuidenhout af, huiswaarts. Zeker honderd meter droeg ik den koffer, zonder om te wisselen. Toen ik hem dicht bij huis weer neer liet ploffen, met lichtelijk weemoedige gevoelens, omtrent het goud en zilver waarvan mijn koffer verdacht werd, keek ik om. De heer met den bolhoed en de heer met de platte pet hadden zich niet van hun plaats geroerd, zij staarden mij na en uit hun houding viel op te maken, dat zij de zaak eigenlijk toch niet geheel vertrouwden. Ja, ja," dacht ik, terwijl ik de huissleutel omdraaide: een mensch weet nooit zeker !" J. G. jmiiiiiiiiiiiiimimiimiiiiiniiiiiimmiimiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiniiiiimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti n in nininnnninnnniiiiiiiiiiiiiii iimiliiiiiiimiuiii De nieuwe opgave van onze prijsvraai De speech van den burgemeester J~\E herfst met lange avonden ? J nadert weer bedenkelijk. Daarom geven wij in dit nummer weer de nieuwe opgave van de vaste prijsvraag. De inzender van het beste antwoord op de opgave dit ter beoordeeling van de redactie, op welk oordeel geen beroep is ontvangt als prijs een Dunhill bureau-vulpenhou der in standaard. Als tweede en derde prijs loven wij uit een reproductie naar een schilderij van Van Gogh Het Korenveld". De inzendingen moeten uiterlijk Dinsdag 27 September in het bezit der redactie zijn. Zij moeten voorzien zijn van het woord: prijsvraag" op de enveloppe of briefkaart. Verslag der antwoorden en prijstoekenning volgt dan in het nummer van l October. DE Burgemeester van de stad Vinkendam bevindt zich in een verschrikkelijke situatie. Hij heeft toegezegd a.s. Zaterdagavond een korte speech van maximaal tweehonderdvijftig woorden te houden voor een jubileerende vereeniging, die vijfentwintig jaar bestaat. Nu is het Vrijdagavond, en juist, als hij na het eten, met zijn sigaar voor zijn bureau wil gaan zitten, om de speech op te schrijven, kan hij zich plotseling met den besten wil van de wereld niet meer herinneren, of die speech nu moest zijn voor de Geheel Onthoudende Dames Naaikrans Deugd Zij Ons Doel" of voor de Vinkendamsche Kegelclub Alle Negen: Een Rondje!". Radeloos loopt de burgemeester rond. Niemand aan wie hij het kan of zelfs maar durft te vragen. Dan heeft zijn vrouw een idee. Zij zegt: waarom schrijf je geen speech, die voor beide gevallen bruikbaar en goed is? Dan kan je zeker niets gebeuren". Dat is nu weer echt iets voor jou" zegt de burgemeester boos. Dat is toch immers onmogelijk. Ik kan zoo iets niet". Wij vragen nu onzen lezers, of zij knapper zijn dan de burgemeester van Vinkendam, en of zij hem willen helpen, door dien speech voor hem te schrijven. PAG. 16 DE GROENE No.3198

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl