Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal van De Groene
De verdachte koffer
HET was laat en ik kwam met een zwaren
koffer uit Brussel in Den Haag aan.
Terwijl ik voor het station op den tram
naar het Bezuidenhout wachtte schoot mij te
binnen, dat ik alleen wat Belgisch, doch geen
dubbeltje Hollandsch geld op zak had. Ik had den
koffer op het station in 't bagagedepot ter bewaring
kunnen geven om hem den volgenden dag op te
halen, doch er waren dingen in, die ik noodig had.
Er zat niets anders op dan met den zwaren koffer
naar huis te loopen.
Hè!" verzuchtte ik bij mijzelf: waarom loop
ik op dit oogenblik mijn vriend Lo niet tegen het
lijf."
Eenige maanden geleden ontmoette ik hem, ter
wijl ik bij het Vondelpark in de zon wandelde.
Bonjour!" begroette hij mij: Waar ga je
naar toe?"
Nergens !", antwoordde ik.
Ga dan zoover met mij mee naar Zuid kerel.
Ik fuif je op den tram !"
Voor ik beslist had of ik in de zon bleef wan
delen of dat ik hem zou vergezellen, had hij
mij reeds in de bijwagen van lijn 2 geschoven,
waar hij mij onder een politieken woordenstroom
bedolf.
Je zult zien !" zei hij.
Alstublieft heeren !" zei de conducteur.
Lo zocht in zijn zak, doch vond slechts twee
dubbeltjes. Ik behoefde niet te zoeken.
Alstublieft heeren!" zei de conducteur nog
maals, ditmaal dringender.
Laten wij maar afstappen !" zei ik defaitistisch.
Maar Lo dacht er anders over.
Kunt u mij misschien aan twee cent helpen,"
zei hij tot een heer, die bij de volgende halte in
stapte.
Wij komen juist twee cent tekort!" De heei
hapte naar lucht, keek verbouwereerd naar Lo,
maar trok zijn portemonnaie, die een betrouwbaar
geluid maakte. Twee cent gaat niet, als het er
twee en een half mogen zijn."
Alstublieft!" zei Lo tegen den conducteur,
Twee overstapjes en laat u die halve cent maar
zitten!" terwijl hij mooi weer van den halven cent
van den vreemden heer speelde.
MAAR Lo was in Amsterdam en ik zeulde mijn
zwaren koffer door de straten van Den Haag
en nu, terwijl het bijna gerechtvaardigd leek, wist
ik zeker, dat er geen onbekende en ook geen
bekende zou verschijnen, waar een trammét j e van
te verwachten viel. Ik schikte mij dus in het lot,
zette mijn koffer om de vijftig meter even op den
Ik zeulde geduldig mijn koffer
grond, verwisselde hem van de linker naar de
rechterhand en arriveerde onder deze bedrijven
door op het Bezuidenhout. Het is natuurlijk
mogelijk, dat ik er door de inspanning een weinig
verward uit zag en dat ik voor den
onbevooroordeelden voorbijganger een gejaagden indruk maakte,
doch daar gaf ik mijzelf, waarschijnlijk door de
concentratie van mijn physieke krachten, geen
rekenschap van.
Ik zeulde geduldig mijn koffer langs het Bezuiden
hout, toen twee heeren op de fiets het trottoir
passeerden en een onderzoekenden blik in mijn
richting wierpen. Zij reden mij voorbij en staken
een vijftigtal meter verderop het Bezuidenhout
over en namen mij van den overkant van den weg
nogmaals nadrukkelijk op.
Zouden deze heeren zich misschien over mijn
zwaren koffer ontfermen en hem een plaats op hun
bagagedrager aanbieden?" dacht ik bij mijzelf.
Eenige minuten later ik had den koffer
ntusschen weer eens van de linker naar de rechter
hand verwisseld doken de heeren op de fietsen,
weer terzijde van mij op. De eene heer droeg een
bolhoed en de andere droeg een platte pet en toen
zij nogmaals in mijn richting keken, herkende ik
ze ineens.
Aha !" mompelde ik, dat ontbrak er nog maar
aan!"
Stopt u eens even, mijnheer !", zei de heer op
de fiets met den bolhoed tegen mij.
Ik had mijn koffer weer van de rechter naar de
linkerhand verwisseld, die zwakker is en vond het
zonde het rendement van deze hand niet volledig
uit te buiten, waarom ik deed, alsof ik van de
uitnoodiging tot stoppen niets gehoord had.
)>Wij gelasten u te stoppen !", zei de heer met
den bolhoed met stemverheffing tegen mij. Hij
sprong van zijn fiets, de heer met de platte pet
eveneens en beiden kwamen het trottoir op.
Wij zijn van de politie, mijnheer."
Wij zijn van de politie, mijnheer !" zei de heer
met den bolhoed, die zich voor mij geplant had en
hij maakte aanstalten zijn penning te voorschijn
te trekken.
Laat dat ding maar zitten !" antwoordde ik.
Ik zie zóó wel dat u van de politie bent!"
Zoo, zoo en waaraan ziet u dat?" vroeg de
heer met den bolhoed.
Er zijn bolhoeden, die men uit duizenden her
kent !" antwoordde ik.
Maakt u geen aardigheden, mijnheer! Waar
komt u vandaan?"
Van den trein uit Brussel!" antwoordde ik.
Is hij zwaar die koffer, mijnheer?"
Wilt u eens probeeren voor vijftig meter?"
vroeg ik.
Wat zit er in die koffer, mijnheer?" vroeg de
heer met den bolhoed.
Ja !" zei ik, dat is een leelijk geval !" Ik trok
een bedenkelijk gezicht.
Waarom, mijnheer. Laat u ons maar eens
kijken !"
Het is ontplofbaar materiaal en ik sta er niet
voor in, wat gebeurt indien deze koffer geopend
wordt!"
Er waren eenige voorbijgangers op het trottoir
van het Bezuidenhout blijven staan, die toekeken
wat er uit dit incident zou groeien.
Zou u niet even met ons in die zijstraat willen
komen, vanwege de menschen. Het is misschien
niet prettig voor u als....", stelde de bolhoed voor.
boon
Mijn tandenborstel en pyama lagen bovenop.
Neen!" antwoordde ik beslist. U heeft mij
hier aangehouden, indien u deze koffer wilt openen,
zal dit hier gebeuren. Allén, ik sta niet voor de
gevolgen in."
De heer met den bolhoed keek den heer met de
platte pet aan.
Wat zullen wij doen?" zeiden hun blikken.
Maak hem maar open !" besloot de heer met
den bolhoed tot zijn metgezel.
Daar ging het slot al: klik, klik!"
Mijn tandenborstel en mijn pyama lagen bovenop
met andere toiletartikelen. Zij werden opzij ge
schoven en nu werd de verdere inhoud van den
koffer zichtbaar. Dat gebeurt hier niet!" van
Sinclair Lewis, Hitler", van Konrad Heiden en
Machten van dezen tijd", waren de eerste boeken
die te voorschijn kwamen. Er volgden nog een stuk
of dertig. De meesten waren met recensie-exem
plaar" bedrukt. Na de boeken kwam niets meer.
Zichtbaar teleurgesteld borgen de heer met den
bolhoed en de heer met de platte pet de boeken
en de toiletartikelen weer in mijn koffer en sloten
hem. Toen was de heer met de platte pet de meening
toegedaan, dat een weinig tekst en uitleg niet mis
plaatst was.
Mijnheer moet ons niet kwalijk nemen !" kwam
er schoorvoetend uit. Maar wij doen ook maar
onze plicht voor het algemeen welzijn, ziet u en
het gaat heelemaal niet tegen mijnheer, maar een
paar weken geleden liep hier ook een keurige
heer over het Bezuidenhout met precies zoo'n
koffer als u en toen wij hem aanhielden, zat die
koffer vol met goud en zilver, dat uit een huis
gestolen was."
Zoo, zoo," merkte ik op. Ik ben niet van dat
vak, doch zelfs als leek lijkt het mij zeer onwaar
schijnlijk, dat een keurige heer met een gestolen
koffer goud en zilver niet op zijn minst een taxi
of den tram benut."
Ik zeg maar, een mensch weet nooit zeker !"
hield de heer met den bolhoed vol.
Ik had intusschen nieuwe kracht vergaard, pakte
mijn koffer op en stevende met frisschen moed
het Bezuidenhout af, huiswaarts. Zeker honderd
meter droeg ik den koffer, zonder om te wisselen.
Toen ik hem dicht bij huis weer neer liet ploffen,
met lichtelijk weemoedige gevoelens, omtrent het
goud en zilver waarvan mijn koffer verdacht werd,
keek ik om. De heer met den bolhoed en de heer
met de platte pet hadden zich niet van hun plaats
geroerd, zij staarden mij na en uit hun houding
viel op te maken, dat zij de zaak eigenlijk toch
niet geheel vertrouwden.
Ja, ja," dacht ik, terwijl ik de huissleutel
omdraaide: een mensch weet nooit zeker !" J. G.
jmiiiiiiiiiiiiimimiimiiiiiniiiiiimmiimiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiniiiiimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti
n in nininnnninnnniiiiiiiiiiiiiii
iimiliiiiiiimiuiii
De nieuwe opgave van onze prijsvraai
De speech van den burgemeester
J~\E herfst met lange avonden
? J nadert weer bedenkelijk.
Daarom geven wij in dit nummer
weer de nieuwe opgave van de vaste
prijsvraag. De inzender van het beste
antwoord op de opgave dit ter
beoordeeling van de redactie, op welk
oordeel geen beroep is ontvangt als
prijs een Dunhill bureau-vulpenhou
der in standaard.
Als tweede en derde prijs loven wij
uit een reproductie naar een schilderij
van Van Gogh Het Korenveld".
De inzendingen moeten uiterlijk
Dinsdag 27 September in het bezit
der redactie zijn. Zij moeten voorzien
zijn van het woord: prijsvraag" op
de enveloppe of briefkaart.
Verslag der antwoorden en
prijstoekenning volgt dan in het nummer
van l October.
DE Burgemeester van de stad
Vinkendam bevindt zich in een
verschrikkelijke situatie. Hij heeft
toegezegd a.s. Zaterdagavond een
korte speech van maximaal
tweehonderdvijftig woorden te houden
voor een jubileerende vereeniging,
die vijfentwintig jaar bestaat. Nu is
het Vrijdagavond, en juist, als hij
na het eten, met zijn sigaar voor
zijn bureau wil gaan zitten, om de
speech op te schrijven, kan hij zich
plotseling met den besten wil van de
wereld niet meer herinneren, of die
speech nu moest zijn voor de Geheel
Onthoudende Dames Naaikrans
Deugd Zij Ons Doel" of voor de
Vinkendamsche Kegelclub Alle
Negen: Een Rondje!".
Radeloos loopt de burgemeester
rond. Niemand aan wie hij het kan
of zelfs maar durft te vragen.
Dan heeft zijn vrouw een idee.
Zij zegt: waarom schrijf je geen
speech, die voor beide gevallen
bruikbaar en goed is? Dan kan
je zeker niets gebeuren".
Dat is nu weer echt iets voor
jou" zegt de burgemeester boos.
Dat is toch immers onmogelijk.
Ik kan zoo iets niet".
Wij vragen nu onzen lezers, of
zij knapper zijn dan de burgemeester
van Vinkendam, en of zij hem willen
helpen, door dien speech voor hem
te schrijven.
PAG. 16 DE GROENE No.3198