Historisch Archief 1877-1940
Strijd achter de fronten
Hoe de Chineezen in den rug der Japansche
troepen een nieuw China probeeren op te bouwen
T)E hier volgende reportage, geschreven door een Zweedsch journalist die reeds jarenlang in China
?U vertoeft, verhaalt van de energieke pogingen om in de provincie Hopei, ten Zuiden van Peking,
plaatselijke regeeringen op te richten, die tot doel hebben den Japanschen indringer te bestrijden. Daar
deze regeeringen sterk onder communistischen invloed staan, is het artikel vooral van belang voor de vraag,
wat er met China zal gebeuren, indien Japan de nederlaag lijdt.
NA een jaar van verbitterden strijd moet de
Japansche regeering wel tot de conclusie
komen dat zij zich vergist heeft. En de
Generale Staf heeft zich eveneens vergist. Deze
immers, had verwacht dat hij binnen enkele maan
den de legertjes der Chineesche generaals zou
hebben vernietigd en daarop door het leggen van
garnizoenen in enkele spoorweg-centra een poli
tiek luchtledig" had kunnen vormen, waarin de
Geheime Dienst een onderdanige Chineesche regee
ring op den troon zou plaatsen, die dansen zou naar
het pijpen der Japansche generaals. Een lange
strijd zou, aldus de Generale Staf, niet noodig zijn:
het Voorloopig Bewind te Peking zou de gewillige,
onwetende boeren, die nooit politieke belangstelling
hadden getoond, wel inpalmen. Aldus luidde de
theorie, waarmee de Japanners den oorlog in
Noord-China zijn begonnen. Deze theorie heeft ge
faald. Van de vijf Noordelijke provincies die in
naam door Japan veroverd zijn, is in werkelijkheid
n derde gedeelte georganiseerd tot
Anti-JapanscheVerdedigings-Regeeringen die geleid worden door
communistische agitatoren en studenten uit Peking.
Negen district-bestuurders, die door het Voorloopig
Bewind te Peking benoemd waren, zijn vermoord.
De oorlog is in vollen gang. Het gezag van Japan
geldt slechts daar waar de bajonetpunten harer
soldaten glinsteren. ledere poging om het grond
gebied tusschen de spoorwegen te onderwerpen,
zal tot gevolg hebben dat er meer dorpen verbrand
en meer boeren vermoord worden en dat de haat
tegen den indringer groeit. Door de propaganda
onder de massa's is de belangrijke veronderstelling
der Japansche veroveraars de politieke onver
schilligheid der Chineesche massa's vernietigd.
Japan staat voor dit onaangenaam dilemma: China
te beheerschen met een ijzeren vuist of de legers
terug te trekken. Het eerste geval brengt een
enorm garnizoen, een eindelooze reeks schermut
selingen en de mogelijkheid van een Japansch
bankroet met zich. Terugtrekken beteekent een
ernstig verlies aan internationaal prestige, wellicht
zelfs revolutie in het eigen land. Dit is het dilemma,
waarvoor de Japansche staatslieden staan: voor
waarts of terug ? En dit dilemma, dat op het
oogenblik nog geen bevredigende oplossing gevonden
heeft, werd hun opgedrongen door een handjevol
organisatoren en studenten.
DE politieke massa-beweging in Centraal-Hopei
volgt het program dat door. de Communis
tische partij is opgesteld en dat in nog zeven andere
provincies wordt gebruikt. De beschrijving die hier
volgt, mag dus representatief heeten voor een poli
tieke beweging die een gebied beheerscht, vijftien
maal grooter dan Nederland met een bevolking van
vijf-en-zeventig millioen zielen allen in den rug
van het Japansche leger. In October van het vorig
jaar bezette een brigade van gewezen generaals
troepen de ommuurde stad Kaojang, honderd vijf tig
km. ten zuiden van Peking en begon met het
vestigen van een nieuw bewind. De officieren die
de leiding hadden, waren op communistische
scholen opgeleid en werden bijgestaan door enkele
jonge organisatoren van de vroegere Roode Politieke
Academie in Noord-Sjensi. Gedurende de eerste zes
maanden besteedde het Japansche leger niet de
minste aandacht aan het nieuwe bewind, zijn
toekomstigen vijand. De eerste stap tot organisatie van
een Verdedigings-Regeering was het kiezen van een
Mobilisatie-Comité, een groep plaatselijke bewoners,
die belast werden met de recruteering, de propa
ganda, het bestraffen van verraders, en het inza
melen van geld, voedsel en kleeding. In feite kreeg
kruq brut...
een. vonsteljjke cfxampogrie/
het Mobilisatie-Comitédictatoriale bevoegdheden
voor den duur van den oorlog. Het heeft zijn doel
stellingen overigens meer door overreding dan door
dwang weten te bereiken. Teneinde zooveel mogelijk
aansluiting bij de bevolking te vinden, werden in
het Comitévertegenwoordigers van alle groepen
opgenomen: landheeren, pachters, woekeraars,
kooplieden, handwerkers. Gezamenlijk stelden zij
zich tot taak de plattelandsbevolking te interes
seeren voor den strijd tegen den Japanschen in
dringer. Het werk van dit Mobilisatie-Comitéwerd
vooral populair door de Plaatselijke
VerdedigingsCorpsen, een soort landweer die alle mannelijke
personen tusschen achttien en vier-en-vijftig jaar
opleidde. In de lente van dit jaar werd er een half
millioen man in opgenomen. Zij werden bewapend
met zwaarden, steenslag-geweren, ouderwetsche
pistolen en speren de Japanners zouden met
deze troepen weinig moeite hebben. Alleen al het
feit echter van de gemeenschappelijke training
maakte hen tot enthousiaste helpers van het
Mobilisatie-Comité. Zij zorgen er voor dat de
guerilla-soldaten, die langs de spoorwegen vechten,
van voedsel voorzien worden. Eenigen tijd geleden
hadden deze soldaten vijf Japansche vrachtwagens
buitgemaakt. Zij poogden deze vrachtwagens, naar
het hoofdkwartier te brengen. Tot drie maal toe
werden zij echter door dorpsbewoners aangevallen,
die slechts met speren bewapend waren, de soldaten
moesten tenslotte naar het hoofdkwartier
telefoneeren om een blik met verf te krijgen ten einde de vracht
wagens een andere kleur te geven dan de Japansche.
DE propaganda die de Verdedigings-Regeering
voert, is van cardinale beteekenis. Verschil
lende malen ben ik bij massa-betoogingen aanwezig
geweest, waar meer dan twintigduizend boeren ge
zamenlijk redevoeringen, tooneelstukjes en patri
ottische liederen aanhoorden. In de redevoeringen
werd de Japansche soldaat als de meest verdorven
vijand ter aarde afgeschilderd. ledere wreedheid
die hij begaan had moord, roof, verkrachting,
het verbranden van dorpen en besmetten van
bronnen werd verhaald in peroraties die het
bloed in de aderen deden stollen. Daarop vertoonde
het Studenten Tooneel Gezelschap onder leiding
van enkele Peking'sche professoren een aantal
een-acters, die bij elkaar vijf uur duurden. Ziehier
er n van: een dronken Japansch soldaat de
acteur draagt een echte Japansche uniform
dringt een huis binnen en poogt de moeder te ver
krachten. De dochter steekt hem echter neer met
het broodmes. De menigte uitte aanmoedigende
kreten, toen het meisje enkele minuten aarzelde.
Bij den moord ging een oorverdoovend gejuich op.
Schoolkinderen zingen tusschen de bedrijven door
patriottische liederen. Een belangrijk propaganda
middel zijn ook de kranten. Vroeger kwam misschien
in n op de duizend boerenhutjes in
CentraalHopei een krant. De Verdedigings-Regeering zorgt
er voor, dat in elke ommuurde stad een dagblad
aangeslagen wordt. Naast berichten brengt dit blad
ook vaderlandslievende verhalen. Weliswaar kan
n-derde van de bevolking niet lezen, maar de
omstanders vertellen den ongeletterden wel den
inhoud van de krant. De aanplakbiljetten spreken
misschien nog sterker tot de verbeelding der be
volking. De auteurs van deze biljetten beseffen,
dat men de boeren niet kan winnen voor iets dat
buiten hun bevattingsvermogen ligt. Zij zoeken
zooveel mogelijk aansluiting bij hun gewone
dagelijksche leven, vooral bij de liefde voor de familie,
die diep in het hart der Chineezen is geplant. Een
populair aanplakbiljet met zes afbeeldingen, dat in
honderden dorpen hing, zag er bijvoorbeeld aldus
uit: een Japansch officier wordt welkom geheeten
in een Chineesch huisgezin; aan tafel poogt hij te
vrijen met de dochter des huizes; 's nachts probeert
hij haar te verkrachten; haar ouders snellen haar
te hulp, maar worden neergeschoten; de officier
PAG. 7 DE GROENE No.3198
bevredigt zijn lusten en, laatste beeld: hij ver
moordt de dochter. Men kan zich moeilijk voor
stellen welk een indruk deze en dergelijke aanplak
biljetten op de eenvoudige boerenbevolking maken.
Op deze wijze leert men hen te strijden niet voor
het communisme, maar tegen een verdorven vijand
die de dorpsbewoners heet te vermoorden en de
altaren der voorouders in gevaar heet te brengen.
DE Sowjets van boeren en soldaten die er in
1929 en 1930 in slaagden, geheele provincies
in Zuid-China te veroveren, voerden een
strengcommunistisch program uit. In Kiangsi werd drie
vijfde van het grondgebied aan de landheeren ont
nomen en onder de arme boeren verdeeld. Deze
revolutionaire poging is in feite mislukt. De com
munistische troepen werden uit geheel Zuid-China
verdreven. Zij zijn het die thans, na hun beroemden
marsen dwars door China, van Kanton naar Peking,
in het Noorden de guerilla voeren tegen de Japanners
en zich met Tsjang-kai-Tsjek, hun vroegeren doods
vijand, hebben vereenigd. In het program dat de
communisten in Noord-China uitvoeren, is weinig
specifiek-communistisch te bespeuren. De pachten
zijn niet afgeschaft, maar met een kwart verlaagd,
voor de families van anti-Japansch e vrijwilligers
met de helft. Waar vroeger de boer de helft van
zijn oogst aan den landheer moest afstaan, mag hij
thans vijf-achtste houden. In sommige streken had
men echter, naar ik merkte, de pachten slechts met
vijftien pCt. verlaagd. Oorspronkelijk wilde de
Regeering de oude schulden nietig verklaren. De
landadel wist door te zetten dat er slechts een
moratorium voor drie jaren werd ingevoerd. Het
belastingstelsel is veel verbeterd. Vergrijpen van de
zijde der belasting-inners de meesten hunner
zaten anderhalf jaar geleden nog op de college
banken te Peking werden met den dood be
straft. De meeste belastingen zijn sterk progressief.
De Regeering poogt voorts door in- en uitvoer
rechten gelden in handen te krijgen. Daartoe ver
smaadt zij het contact met de plunderende en ver
krachtende Japanners niet: de geheele
katoenoogst van 1937 is in de lente van dit jaar aan de
Japansche regeering verkocht. Belangrijk is ook
dat de regeering met succes de bandieten heeft be
streden en belangrijke hulp heeft geboden aan de
Chineesche vluchtelingen die door de Japanners
verdreven waren. Al bij al kon ik van communisme
vrijwel niets bespeuren. De communistische leider
Mao-Tse-toeng heeft trouwens onlangs gezegd, dat
het nog zeker vijftig jaar zal duren eer China rijp
is voor het socialisme. Waarvoor de communisten
op het oogenblik in China vechten, is: een demo
cratische republiek, waarin zij vrij hun propa
ganda kunnen voeren. Voor het zoover is, zal er
echter nog heel wat water stroomen door de Gele
Rivier en de Jangtse-kiang.
En het is te vreezen dat in deze wateren ook tal
van lijken naar zee zullen drijven. . . .
Een frontsoldate uit het Roode leger in Noord-China