De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 17 september pagina 7

17 september 1938 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Strijd achter de fronten Hoe de Chineezen in den rug der Japansche troepen een nieuw China probeeren op te bouwen T)E hier volgende reportage, geschreven door een Zweedsch journalist die reeds jarenlang in China ?U vertoeft, verhaalt van de energieke pogingen om in de provincie Hopei, ten Zuiden van Peking, plaatselijke regeeringen op te richten, die tot doel hebben den Japanschen indringer te bestrijden. Daar deze regeeringen sterk onder communistischen invloed staan, is het artikel vooral van belang voor de vraag, wat er met China zal gebeuren, indien Japan de nederlaag lijdt. NA een jaar van verbitterden strijd moet de Japansche regeering wel tot de conclusie komen dat zij zich vergist heeft. En de Generale Staf heeft zich eveneens vergist. Deze immers, had verwacht dat hij binnen enkele maan den de legertjes der Chineesche generaals zou hebben vernietigd en daarop door het leggen van garnizoenen in enkele spoorweg-centra een poli tiek luchtledig" had kunnen vormen, waarin de Geheime Dienst een onderdanige Chineesche regee ring op den troon zou plaatsen, die dansen zou naar het pijpen der Japansche generaals. Een lange strijd zou, aldus de Generale Staf, niet noodig zijn: het Voorloopig Bewind te Peking zou de gewillige, onwetende boeren, die nooit politieke belangstelling hadden getoond, wel inpalmen. Aldus luidde de theorie, waarmee de Japanners den oorlog in Noord-China zijn begonnen. Deze theorie heeft ge faald. Van de vijf Noordelijke provincies die in naam door Japan veroverd zijn, is in werkelijkheid n derde gedeelte georganiseerd tot Anti-JapanscheVerdedigings-Regeeringen die geleid worden door communistische agitatoren en studenten uit Peking. Negen district-bestuurders, die door het Voorloopig Bewind te Peking benoemd waren, zijn vermoord. De oorlog is in vollen gang. Het gezag van Japan geldt slechts daar waar de bajonetpunten harer soldaten glinsteren. ledere poging om het grond gebied tusschen de spoorwegen te onderwerpen, zal tot gevolg hebben dat er meer dorpen verbrand en meer boeren vermoord worden en dat de haat tegen den indringer groeit. Door de propaganda onder de massa's is de belangrijke veronderstelling der Japansche veroveraars de politieke onver schilligheid der Chineesche massa's vernietigd. Japan staat voor dit onaangenaam dilemma: China te beheerschen met een ijzeren vuist of de legers terug te trekken. Het eerste geval brengt een enorm garnizoen, een eindelooze reeks schermut selingen en de mogelijkheid van een Japansch bankroet met zich. Terugtrekken beteekent een ernstig verlies aan internationaal prestige, wellicht zelfs revolutie in het eigen land. Dit is het dilemma, waarvoor de Japansche staatslieden staan: voor waarts of terug ? En dit dilemma, dat op het oogenblik nog geen bevredigende oplossing gevonden heeft, werd hun opgedrongen door een handjevol organisatoren en studenten. DE politieke massa-beweging in Centraal-Hopei volgt het program dat door. de Communis tische partij is opgesteld en dat in nog zeven andere provincies wordt gebruikt. De beschrijving die hier volgt, mag dus representatief heeten voor een poli tieke beweging die een gebied beheerscht, vijftien maal grooter dan Nederland met een bevolking van vijf-en-zeventig millioen zielen allen in den rug van het Japansche leger. In October van het vorig jaar bezette een brigade van gewezen generaals troepen de ommuurde stad Kaojang, honderd vijf tig km. ten zuiden van Peking en begon met het vestigen van een nieuw bewind. De officieren die de leiding hadden, waren op communistische scholen opgeleid en werden bijgestaan door enkele jonge organisatoren van de vroegere Roode Politieke Academie in Noord-Sjensi. Gedurende de eerste zes maanden besteedde het Japansche leger niet de minste aandacht aan het nieuwe bewind, zijn toekomstigen vijand. De eerste stap tot organisatie van een Verdedigings-Regeering was het kiezen van een Mobilisatie-Comité, een groep plaatselijke bewoners, die belast werden met de recruteering, de propa ganda, het bestraffen van verraders, en het inza melen van geld, voedsel en kleeding. In feite kreeg kruq brut... een. vonsteljjke cfxampogrie/ het Mobilisatie-Comitédictatoriale bevoegdheden voor den duur van den oorlog. Het heeft zijn doel stellingen overigens meer door overreding dan door dwang weten te bereiken. Teneinde zooveel mogelijk aansluiting bij de bevolking te vinden, werden in het Comitévertegenwoordigers van alle groepen opgenomen: landheeren, pachters, woekeraars, kooplieden, handwerkers. Gezamenlijk stelden zij zich tot taak de plattelandsbevolking te interes seeren voor den strijd tegen den Japanschen in dringer. Het werk van dit Mobilisatie-Comitéwerd vooral populair door de Plaatselijke VerdedigingsCorpsen, een soort landweer die alle mannelijke personen tusschen achttien en vier-en-vijftig jaar opleidde. In de lente van dit jaar werd er een half millioen man in opgenomen. Zij werden bewapend met zwaarden, steenslag-geweren, ouderwetsche pistolen en speren de Japanners zouden met deze troepen weinig moeite hebben. Alleen al het feit echter van de gemeenschappelijke training maakte hen tot enthousiaste helpers van het Mobilisatie-Comité. Zij zorgen er voor dat de guerilla-soldaten, die langs de spoorwegen vechten, van voedsel voorzien worden. Eenigen tijd geleden hadden deze soldaten vijf Japansche vrachtwagens buitgemaakt. Zij poogden deze vrachtwagens, naar het hoofdkwartier te brengen. Tot drie maal toe werden zij echter door dorpsbewoners aangevallen, die slechts met speren bewapend waren, de soldaten moesten tenslotte naar het hoofdkwartier telefoneeren om een blik met verf te krijgen ten einde de vracht wagens een andere kleur te geven dan de Japansche. DE propaganda die de Verdedigings-Regeering voert, is van cardinale beteekenis. Verschil lende malen ben ik bij massa-betoogingen aanwezig geweest, waar meer dan twintigduizend boeren ge zamenlijk redevoeringen, tooneelstukjes en patri ottische liederen aanhoorden. In de redevoeringen werd de Japansche soldaat als de meest verdorven vijand ter aarde afgeschilderd. ledere wreedheid die hij begaan had moord, roof, verkrachting, het verbranden van dorpen en besmetten van bronnen werd verhaald in peroraties die het bloed in de aderen deden stollen. Daarop vertoonde het Studenten Tooneel Gezelschap onder leiding van enkele Peking'sche professoren een aantal een-acters, die bij elkaar vijf uur duurden. Ziehier er n van: een dronken Japansch soldaat de acteur draagt een echte Japansche uniform dringt een huis binnen en poogt de moeder te ver krachten. De dochter steekt hem echter neer met het broodmes. De menigte uitte aanmoedigende kreten, toen het meisje enkele minuten aarzelde. Bij den moord ging een oorverdoovend gejuich op. Schoolkinderen zingen tusschen de bedrijven door patriottische liederen. Een belangrijk propaganda middel zijn ook de kranten. Vroeger kwam misschien in n op de duizend boerenhutjes in CentraalHopei een krant. De Verdedigings-Regeering zorgt er voor, dat in elke ommuurde stad een dagblad aangeslagen wordt. Naast berichten brengt dit blad ook vaderlandslievende verhalen. Weliswaar kan n-derde van de bevolking niet lezen, maar de omstanders vertellen den ongeletterden wel den inhoud van de krant. De aanplakbiljetten spreken misschien nog sterker tot de verbeelding der be volking. De auteurs van deze biljetten beseffen, dat men de boeren niet kan winnen voor iets dat buiten hun bevattingsvermogen ligt. Zij zoeken zooveel mogelijk aansluiting bij hun gewone dagelijksche leven, vooral bij de liefde voor de familie, die diep in het hart der Chineezen is geplant. Een populair aanplakbiljet met zes afbeeldingen, dat in honderden dorpen hing, zag er bijvoorbeeld aldus uit: een Japansch officier wordt welkom geheeten in een Chineesch huisgezin; aan tafel poogt hij te vrijen met de dochter des huizes; 's nachts probeert hij haar te verkrachten; haar ouders snellen haar te hulp, maar worden neergeschoten; de officier PAG. 7 DE GROENE No.3198 bevredigt zijn lusten en, laatste beeld: hij ver moordt de dochter. Men kan zich moeilijk voor stellen welk een indruk deze en dergelijke aanplak biljetten op de eenvoudige boerenbevolking maken. Op deze wijze leert men hen te strijden niet voor het communisme, maar tegen een verdorven vijand die de dorpsbewoners heet te vermoorden en de altaren der voorouders in gevaar heet te brengen. DE Sowjets van boeren en soldaten die er in 1929 en 1930 in slaagden, geheele provincies in Zuid-China te veroveren, voerden een strengcommunistisch program uit. In Kiangsi werd drie vijfde van het grondgebied aan de landheeren ont nomen en onder de arme boeren verdeeld. Deze revolutionaire poging is in feite mislukt. De com munistische troepen werden uit geheel Zuid-China verdreven. Zij zijn het die thans, na hun beroemden marsen dwars door China, van Kanton naar Peking, in het Noorden de guerilla voeren tegen de Japanners en zich met Tsjang-kai-Tsjek, hun vroegeren doods vijand, hebben vereenigd. In het program dat de communisten in Noord-China uitvoeren, is weinig specifiek-communistisch te bespeuren. De pachten zijn niet afgeschaft, maar met een kwart verlaagd, voor de families van anti-Japansch e vrijwilligers met de helft. Waar vroeger de boer de helft van zijn oogst aan den landheer moest afstaan, mag hij thans vijf-achtste houden. In sommige streken had men echter, naar ik merkte, de pachten slechts met vijftien pCt. verlaagd. Oorspronkelijk wilde de Regeering de oude schulden nietig verklaren. De landadel wist door te zetten dat er slechts een moratorium voor drie jaren werd ingevoerd. Het belastingstelsel is veel verbeterd. Vergrijpen van de zijde der belasting-inners de meesten hunner zaten anderhalf jaar geleden nog op de college banken te Peking werden met den dood be straft. De meeste belastingen zijn sterk progressief. De Regeering poogt voorts door in- en uitvoer rechten gelden in handen te krijgen. Daartoe ver smaadt zij het contact met de plunderende en ver krachtende Japanners niet: de geheele katoenoogst van 1937 is in de lente van dit jaar aan de Japansche regeering verkocht. Belangrijk is ook dat de regeering met succes de bandieten heeft be streden en belangrijke hulp heeft geboden aan de Chineesche vluchtelingen die door de Japanners verdreven waren. Al bij al kon ik van communisme vrijwel niets bespeuren. De communistische leider Mao-Tse-toeng heeft trouwens onlangs gezegd, dat het nog zeker vijftig jaar zal duren eer China rijp is voor het socialisme. Waarvoor de communisten op het oogenblik in China vechten, is: een demo cratische republiek, waarin zij vrij hun propa ganda kunnen voeren. Voor het zoover is, zal er echter nog heel wat water stroomen door de Gele Rivier en de Jangtse-kiang. En het is te vreezen dat in deze wateren ook tal van lijken naar zee zullen drijven. . . . Een frontsoldate uit het Roode leger in Noord-China

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl