Historisch Archief 1877-1940
'rouwen en vrouwenleven
Moeder moet
salaris krijgen!
Hoe meer kinderen, hoe meer geld!
r
HET gebeurde voor kort dat mrs.
Roosevelt, de energieke gemalin
van Amerika's president, op
een van haar lezingen-tournée's in de
Staten, een briefje ontving, geteekend
door Een huismoeder, die het te druk
heeft om naar u te komen luisteren."
Die signatuur was al merkwaardig,
maar de inhoud was het zeker niet
minder. Ik heb het zóó druk aldus
de schrijfster , ,met mijn werk in huis,
dat ik er geen oogenblik voor mijn
eigen ontspanning kan afnemen. En
om die reden zou ik wel eens willen
weten of ik, die twee of driemaal zoo
hard werk als een gewone werkman,
en niet eens tijd kan vinden om een
lezing bij te wonen, die me interesseert,
eigenlijk niets met dit alles behoor te
verdienen.... ! De schepsels, die op
aarde het allerhardst werken, zijn de
moeders. Maar niemand denkt er aan
voor héar iets te doen. Een moeder
heeft het permanent druk, verdient
niets en gaat zelden of nooit uit. Mrs.
Roosevelt, ik vraag u: is er geen weg
te vinden om moeders wat ontspanning
te bezorgen en om te maken dat zij ook
een beetje geld verdienen ?"
De brief maakte indruk op de presi
dentsvrouw, die het prototype is van de
ernstige, efficiënte rijpere vrouw van
dezen tijd. Ze liep er mee naar het
American Woman's Office, waar men
de problemen der vrouwen in het alge
meen bekijkt en voor haar iets tracht
te bereiken. Twee dagen later was een
campagne op touw gezet, waarin een
lans gebroken zou worden voor de
financieele autonomie en vrijheid van
de huisvrouw en moeder, met mrs. Roo
sevelt aan het hoofd. Want er zijn vele
wetten, maar nergens bestaat een wet,
waarin de arbeid der huisvrouw en
-moeder geregeld wordt of waarin men
voor haar vrijheden en ontspanning
ook maar een gedachte over heeft!
De American Woman's Association
heeft nu een program ontworpen om
de huisvrouwen en moeders tegemoet
te komen. Het hoofdpunt van dit
program luidt: De vro die allet.
in haar huis werkt, bt -.-- de
gemeenschap een zeker bert«"".g te ont
vangen voor <iai werk, dat evenredig is
aarv h«»ar kindertal."
Want zegt het program, in zijn
verklaring het is voor een moeder
een zeer zware taak om bijvoorbeeld
drie kinderen groot te brengen en zij
moet daarbij harder en aanhoudender,
bovendien veel intenser, werken dan
een vrouw, die bijvoorbeeld haar acht
uren taak in een fabriek of een winkel
heeft. Welke reden bestaat er voor om
de laatst genoemde vrouw te
salarieeren en de eerstgenoemde niet?
Het regelen van huismoeder-werk
tijden is praktisch onmogelijk. Maar
men kan natuurlijk uitgaan van een
berekeningsbasis, waarbij bijvoorbeeld
wordt vastgesteld, dat een moeder van
drie kinderen per week niet meer dan
veertig uren werkt. Wie mér uren
maakte zou daarvoor een soort van
extra-betaling, ook al weer evenredig
aan haar aantal kinderen, moeten
ontvangen".
MEVR. Roosevelt legde dit schema
voor aan een Amerikaanschen
minister, die met mannelijke
kortaangebondenheid onmiddellijk hoofd
schuddend zei: Dit kan niet gereali
seerd worden. Welk departement zou
die kosten moeten Sragen, denkt u?"
Waarop mevr. Roosevelt glimlachend
antwoordde: Ik denk het departement
dat u zou opdragen propaganda te
maken voor aanwas van de bevolking,
wanneer eens de vrouwen een moeder
staking gingen proclameeren 1"
Want" aldus alweer mevr. Roose
velt is het niet ontoelaatbaar in een
tijd waarin alle levende wezens hun
best doen zichzelf te bevrijden van te
zwaren arbeid, die geen tijd laat voor
een menschwaardig bestaan dat men
waardevolle figuren als moeders zou
willen blijven verplichten een leven
te leiden zonder vrijheid voor zichzelf
en zonder eenig uitzicht daarop P Is
het niet ontoelaatbaar dat men op deze
wijze vrouwen straft voor haar ver
langen de stichster van een gezin te
zijn en voor de vreugde van het moe
derschap ? De moeder werkt voor haar
land met haar heele hart en
toegewijder dan alle ambtenaren bij elkaar,
maar dan moet dat land waaraan ze
het beste deel van zichzelf, haar jeugd,
kracht en moed schonk, dat ook
stoffelijk weten te erkennen l
Hoe men haar betalen moet? Daar
kan over worden gepraat. Ook de vraag
\ai het bedrag zou op te lossen zijn.
Er zijn wel gelden gevonden voor heel
wat minder-nobele doeleinden ! Welk
bezwaar zou er zijn tegen een doel dat
moeders wil helpen bij haar prachtig
werk?
Onze campagne besluit mevr.
Roosevelt is nog maar pas begonnen
en we zullen doen wat we kunnen om
haar dóór te zetten. Moge op een dag
de emancipatie en werkelijke gelijk
stelling der vrouwen gelden als iets
dat deze eeuw althans heeft kunnen
bereiken !"
De idee is Amerikaansch. Nuchter,
misschien.
Maar is ze dwaas....?!
HENRIETTE LABOUREUR
Indi
Binnenhuis
Verlichte meubelen
TOT de meest afgrijselijke
requisieten welke de kunstzin van
de bewoners moet
demonstreeren behooren verlichte figuren: katten
en dictators met lichtgevende oogen,
galanterie-parfumlampjes van Venus
tot Garbo enz. Verlichte meubelen
kunnen ons t.z.t. ook nog voldoende
ergernis gaan bezorgen. Met angst
en beven wachten wij de eerste exem
plaren af van tafeltjes, dressoirs en
radiokasten waaruit ergens op geheim
zinnige plaatsen licht schemert. Toch
kan het meubel ons uitstekend van
dienst zijn als lichtbron, mits wij geen
galanterie-meubel ervan maken en
wij werkelijk een verlichtingswijze
door het meubel verkrijgen die ons
interieur ten goede komt.
Schijnwerpers, de bekende verzil
verde reflectors die men in etalages
ziet, met verstelbare fitting, kunnen
wij in den bovenkant van
slaapkamerkasten monteeren en zoo richten, dat
het geheele plafond verlicht wordt.
Een witglad plafond en lichte wanden
werpen het licht dan gelijkmatig door
het vertrek. De opening van de reflec
tor kan met een plaat gewoon glas af
gedekt worden opdat geen stof in de
refle:tor komt. Op onze afbeelding is
naast een couch (als afsluiting van
deze bank en als verbindingsstuk met
een boekenkast) een zij stuk te zien
waarin een ronde verlichting is aan
gebracht. In dit zijstuk bevindt zich
aan de bankzijde tevens een nis voor
boeken en het plaatsen van een thee
kopje, aschbakje enz. Men kan er zelfs
een barmeubeltje van maken en toch
de lichtgevende cirkel behouden.
PAUL BROMBERG
STRAAT VAN MALAKKA, ver van Holland en heel dichtbij
t sterdam te warm wordt
ZA en de avonden zoel n
zo? ? mersch zijn, stap je in tram
en trein en je rijdt naar Zandvoort.
Daar is het strand, de zee, de zoute
lucht, daar zijn hotels en restau
rants.
Als Medan te heet wordt en de avond
is wit van maanlicht, stap je in een
auto en je rijdt langs bloeiende
tabaksvelden, door symmetrische
rubberbosschen, langs klapperwouden,
kampongs en eenzame hutjes, langs vuur
tjes waar omheen half naakte inlanders
hurken, langs wild djati-gewas en verre
braak liggende velden, naar de Straat
van Malakka, naar Perboeangan.
Ons Zandvoort, al staan er slechts
een paar rieten stoelen en een wankel
tafeltje, al is er maar een primitief, de
eenzaamheid brekend cafeetje, waar
de baboe nasi goreng en bami brouwt
voor weinig geld.
Het strand is er wit en korrelig als
suiker, er zijn golven en de lucht is
zilt, goed, frisch, net als in Holland.
Het laatste stuk van den weg leidt
door moerasgebied, waar het pittig
ruikt naar rottend hout en kruiden en
na een hobbelend pad onder
breedbladige boomen ligt daar de zee, dof
zilver uitgestrekt, glad en toch ru
moerend.
Bij vloed eten de golven gedurig het
zand tusschen de lang-teenige voeten
der oude boomen uit, zoodat ze voor
hun tijd wankel worden en sterven
moeten. Op een der zwart vermolmde
stompen ligt kleurig een offer: rijst,
kruiden, paarse vruchtjes gewikkeld
in pisangblad. Een inlandsch vrouwtje
verschrompeld en oud, leunend op een
'.Aoestigen tak, gaat er langs. Haar
huid is rood-bruin als van een
indiaansche en het haar er boven is wit, als
het licht van de maan. Als ze voor me
staat zie ik dat haar gezicht duizend
rimpels heeft en net als haar armen
en beenen met de stakige voeten allang
gestorven is, alleen n oog leeft, het
schittert fel en begeerig en het vraagt,
mét de hand, die uitgestoken wordt,
om iets te drinken. Ik geef haar een
geldstuk en zie toe hoe ze knielt in het
zand, mompelend haar dank: trima
kassi banjak, mem besar sakali (veel
dank, heel groote mevrouw).
Er schuiven wolken voor de maan,
er valt een donkerte over zee. In de
verte branden lichten van een boot of
een paaldorp. Over de zandbanken
gaat een inlander. In de hand een lamp,
op de schouders een juk met twee
manden en een vischnet. Het lampen
schijnsel omsluit z'n beenen, klimt
zwak omhoog en legt een gele streep
over z'n gezicht. Zoo dof echter, dat
het is alsof over het zand slechts twee
beenen gaan en een dansende lamp
Op geregelde afstanden zet hij lamp en
manden neer, werpt het net uit en
verdwijnt mee in de duisternis.
Eerst als de wolk door de maan is
opgeslokt en het zilveren dek weer over
zee, strand en tjemara's ligt, welker
toppen de nu plots verbleekende
sterren streelen, zie 'ik den
visschenden inlander duidelijker.
Hij is vtrderop bezig, een zwarte,
magere figuur, half naakt met een
paarsen hoofddoek om. En ineens moet
ik denken aan het kreunend
voortwielen van een schelpenkar langs het
Hollandsche strand, aan het stappen
van het paard ervoor, aan de opge
stroopte^ broek van den visscher
ernaast. Aan het schepnet en aan z'n
Hollandsch-gebruinden kop:
NOORDZEE .... Zandvoort ....
IJ muiden.... Egmond en hier:
Straat van Malakka. Het cafeetje, waar
ik bami eet, draagt een vlag: rood, wit
blauw met een oranje pluim er aan.
Binnen loopt een kat met een knoop
in z'n staart, aan den muur hangt een
foto van klein Prinsesje Beatrix in
witte doopjurk.
Ik haat traditioneele proppen in de
keel.... Maar ik voel me vreemd en
warm ontroerd.
B. S.
PAG. 12 DE GROENE No. 3199