De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1938 24 september pagina 3

24 september 1938 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER OPGERICHT 1877 Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam - C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000. Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd. 24SEPT. 1938 Met blindheid geslagen VAN den befaamden Italiaanschen staatsman Cavour komt het woord: Als de diplomaten ten behoeve van zichzelf deden, wat zij doen in het vermeende belang van hun land, zou men hen aartsschurken mogen noemen". Cavour kon het weten: hij heeft zich tientallen jaren in de re gionen bewogen van de hooge politiek der negentiende eeuw. Dat ook de twintigste eeuw reeds menige illustratie van zijn gezegde heeft opgeleverd, is buiten kijf. Wij vreezen echter dat van deze roem ruchte reeks de gebeurtenissen uit Augustus en September van dit jaar met den eerepalm zullen gaan strijken. Wellicht dat nog eens zorgvuldige onderzoekers de menschheid in staat zullen stellen, de perfide tragedie die zich in deze beide maanden heeft afgespeeld, woord voor woord te reconstrueeren: voorloopig moeten wij afgaan op de schaarsche gegevens die van het werk der geheime diplomatie bekend zijn geworden en ons beperken tot het gissen van den duisteren achtergrond. Het zij ons vergund, een detail naar voren te halen, voor welks betrouwbaarheid wij kunnen instaan, en dat bij uitstek geschikt is een indruk te geven van de huichelachtige atmosfeer waarin zich het verraad aan Tsjechoslowakije heeft voltrokken. Men her innert zich waarschijnlijk dat de Times" zeventien dagen geleden met een hoofdartikel kwam, waarin Benesj c.s. den raad kregen, het Sudetengebied vrijwillig aan Duitschland af te staan. Dit hoofd artikel baarde enorm opzien, werd door vrijwel de geheele pers in Frankrijk en Engeland fel aangeval len en als een grove tactloosheid betiteld. Men vermoedde dat het geschreven was in opdracht van de Britsche regeering. Whitehall en Downingstreet hebben dit vermoeden tot driemaal toe officieel en krachtig gedementeerd. In het begin van deze week echter, heeft Sir Robert Vansittart, de diplomatieke adviseur van de Engelsche regeering, particulier te Londen verklaard, dat het bedoelde Times"-artikel van te voren door het geheele Britsche kabinet van a tot z was goedgekeurd. De Times"-redactie was echter zoo onhandig geweest, de plaatsing een week te vervroegen. Afgezien van de leugenachtigheid der officieele verklaringen, blijkt hieruit, dat de Engel sche conservatieven nimmer ernstig van plan zijn geweest, om Tsjechoslowakije bij te staan. Uitingen, die anders geïnterpreteerd konden worden, mag men thans bedrog noemen. De Fransche regeering heeft haar belofte, neergelegd in een plechtig ver drag, bezegeld en bekrachtigd door redevoeringen, proclamaties, verklaringen en wat niet al, geschon den. In die omstandigheden achtte Rusland zich niet verplicht de kastanjes uit het vuur te halen. Tsjechoslowakije moest toegeven. Het accepteert het dictaat van Londen en Parijs, het aanvaardt de ongehoorde vernedering der Duitsche eischen. Zijn regeering geeft, door het niet op een gewapend cqnflict te laten uitloopen, blijkt van een verant woordelijkheidsgevoel en een zelfoverwinning, een betere wereld waardig. Het zwaard blijft in de scheede. Desondanks mag men van dit land getuigen: het is met vollen roem in 't harrenas gestorven". GESTORVEN. Men doet er goed aan, zich hier over geen illusies te maken. Economisch verminkt, strategisch tot machteloosheid gedoemd, politiek aangewezen op de trouw van hen wier onbetrouwbaarheid het zoo juist heeft ervaren, zinkt Tsjechoslowakije tot den rang van vazalstaat van het Derde Rijk terug. De hyena's van Oost- en Centraaleuropa pogen zich een deel van den rijken buit te verwerven. Polen, moedig geworden op het oogenblik dat het niets meer risqueert, eischt het district van Teschen op, een der eerste spoorwegcentra van ons werelddeel. Hongarije konkelt en bedelt te Berchtesgaden om den terugkeer van de Hongaarsche minderheid. Op den achtergrond trekt Mussolini aan de draadjes van deze mario netten en pocht, dat hij als eerste voor het zelfbestemmingsrecht der volkeren in Centraal-Europa is opgekomen. Intusschen heeft hij de Duitsche bewoners van Zuid-Tirol gedwongen, de Duitsche opschriften van de grafsteenen hunner ouders en voorouders te schrappen, en wachten de Grieken in den Dodecanesus nog steeds op het minderheidsstatuut dat de Duce hun reeds jaren geleden plechtig, heeft toegezegd. Men zou geneigd zijn zich geërgerd f af te wenden van dit walgelijk tafreel en de politiek i te laten, voor wat zij is, ware het niet dat men j tenslotte moet voortleven in een wereld en een maatschappij die in de Septembermaand van het jaar 1938 niet ophouden te bestaan. Deze over weging dwingt tot korte bezinning op de gevolgen van het door Engeland en Frankrijk gepleegd ver raad. Men kan, naar het ons voorkomt, deze gevol gen niet zwart genoeg zien. Nog nimmer heeft de pokerpolitiek van het fascisme zulk een succes bereikt, omdat de democratische mogendheden ook nog nimmer zoo lang zijn blijven meebieden. Bij Mandsjoerije, bij Abessynië, bij de Rijnbezetting, bij Spanje, bij Oostenrijk welk een opsomming! zijn zij telkens eerder weggeloopen.Het jongste welslagen, na een half jaar chantage bereikt, baant den weg voor de Duitsche hegemonie in Centraal- en ZuidoostEuropa. Een kind, die meent dat het Derde Rijk dan halt zal houden ! Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Joegoslaviëalle gedwongen te dansen naar het pijpen van Berlijn; Rusland, zich terugtrekkend uit Europa; de Vereenigde Staten ontmoedigd over de slapheid der Westersche democratiën; Frankrijk teleurgesteld en op weg naar een moreelen kater, waarbij slechts de binnenlandsche fascistische stroomingen zijde kunnen spinnen; Engeland uit beduchtheid voor de macht van Duitschland in toenemende mate bereid tot het afsluiten van een gunstige overeenkomst met het Derde Rijk, moet Nederland soms daarbij de koloniën leveren ? ; ziedaar de balans van het verraad, ziedaar de triomf der kortzichtigheid. LEZER ! Ook uw blik is misschien enkele dagen geleden gevallen op het bericht, dat de Tsjechische gezant te Parijs in tranen het ministerie van buitenlandsche zaken heeft verlaten. Ook gij hebt wellicht die kréCnt ineengefrommeld en weg gesmeten, uit verontwaardiging over een diplomatie, die door eigen lafheid van blunder tot blunder strompelt, uit deernis met het lijden van een man die het land dat hij jaren diende, verkocht ziet en verraden. Wij vragen u: beheersch uw gevoelen. Zet ze om in practische energie. Werk, ondanks alles, waar gij kunt, voor de versterking der collec tieve veiligheidsgedachte. Beïnvloed de menschen die gij spreekt, op reis en in zaken, in de tram, in den trein of op den hoek van de straat, en wijs hun op het gevaar dat schuilt in het voortdurend wijken voor de chantage-strategie der dictatoren. En vóór alles: wantrouw de profeten van het egoïstisch en kortzichtig isolationisme in uw eigen land, die de roofzucht sanctionneeren en in tijden van aperte rechtsverkrachting niets beters weten te doen dan voor een verzameling goedwillenden te bazelen over ethiek en naastenliefde. Open brief aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken Excellentie! Het is ons uit verschillende officieele uitlatingen bekend, dat ons land, mocht het tot een Bewapenden strijd komen, pogen zal, opnieuw de neutraliteit te handhaven. Wij ?willen Uwe Excellentie echter niet verhelen dat wij met de grootst mogelijke bezorgdheid de mogelijkheid onder oogen zagen dat de oorlog toch uitbreekt en Nederland, ondanks het streven zijner regeering, lij die oorlog betrokken zal worden. Deze bezorgdheid richt zich niet in de eerste plaats op den toestand van leger en vloot. Wij denken aan de luchtbescherming. De ervaring, geput uit de betreurenswaardige luchtbombardementen in den Spaanschen burgeroorlog, heeft aangetoond dat de burgerbevolking wel niet volledig, maar toch in belangrijke mate tegen dergelijke aanvallen beschermd kan worden. Het feit, dat zij de bevolking weet, dat er beveiligingsmaatregelen op groote schaal zijn getroffen, verhindert veelal het ontstaan van een paniek. Zij weet wat zij doen moet. Zij voelt zich, zoo niet physiek, dan toch psychisch eenigerrnate beveiligd. Het zal Uwe Excellentie ongetwijfeld bekend zijn dat om deze redenen niet alleen in Duitschland, maar ook in Engeland welks positie stellig niet onveiliger is dan de onze de luchtbescheyming met groote voortvarendheid ter hand is genomen. De regeeringen van deze landen blijken te beseffen dat de burgerbevolking recht heeft op het te bereiken maximum aan beveiligings maatregelen. Het wil ons voorkomen dat dit maximum hier te lande nog niet is bereikt en dat het, mocht het huidig tempo van voorbereiding gehandhaafd blijven, ook nimmer bereikt zal worden. Slechts met huivering durven wij aan de gevolgen van een luchtaanval op Amsterdam denken, indien deze aanval dezer dagen zon geschieden hetgeen toch niet volkomen uitgesloten was. Het spaarzame afweergeschut zou, naar wij vreezen, van weinig beteekenis zijn geweest. Een paniekstemming zon zich van de bevolking meester maken. Sommigen zouden de huizen binnen vluchten, anderen de straat op rennen. Een stroom van in wanhoop voorlsneUcndc menschen zou pogen de stad te verlaten. Vrijwel niemand bezit een gasmasker, laat staan gaskleeding. Veel te weinig lieden weten hoc zij door enkele eenvoudige middelen hun woning tegen de werking van althans eenige schadelijke gassen kunnen beveiligen. Om deze en andere oorzaken zou, naar wij vreezen, het aantal slachtoffers, dat een luchtaanval op Amsterdam zon vergen, hooger zijn dan bij den huldigen stand van ontwikkeling der actieve en passieve luchtverdediging nood zakelijk is. Excellentie! Wij gelooven te spreken in den naam van een zeer groot gedeelte der Amsterdamsclie bevolking, ja van de bevolking van het geheele land, wanneer wij liet vertrouwen ?uitspreken dat de achterstand, dien de Xederlandsche luchtverdediging vergeleken met die van andere landen vertoont, ten spoedigste ingeloopen zal worden. \Vij willen Uwc Excellentie echter niet ontveinzen, dat dil vertrouwen niet versterkt werd door liet feit dat in Troonrede en Millioenennola vrijwel geen woord over dit urgente punt is gezegd. Het komt ons voor, dat zulks niet in overeenstemming is met de belangrijkheid van het hier behan delde onderwerp: De bescherming van liet leven der Nederlandsche burgerij. Wij zouden het deswege toejuichen, indien Uwe Excellentie, wellicht tijdens de liegrootingsdebat/en, gelegenheid vond nogmaals op deze zaak uitvoerig in te gaan. Het leven van ons volk hallde>1- Md verschiddigden eerbied, DE GROENE AMSTERDAMMER ligt mede in Uw PAG. 3 DE GROENE No. 3199

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl